De vermoorde droom

Soms gebeurt er onverwachts iets moois. Dan stuit je bijvoorbeeld op een al wat ouder boek dat ooit aan je aandacht is ontsnapt, maar dat je met graagte in één ruk uitleest. Dat overkwam me onlangs met het boek “De Vermoorde Droom – Drie Nederlandse idealisten in Sovjet-Rusland” uit 1993 van de hand van Hans Olink. Bij toeval in mijn bezit gekomen? Dat niet. Als je bevriend met de linkse boekenjager Ferry Elgershuizen dan wordt je gewoon af en toe verrast als linkse lezer met een boek waar je blij mee bent.

Drie dromers

Hans Olink, historicus en journalist, heeft zéér leesbaar en gedegen onderbouwd verhaald van het leven van drie idealisten en hun verwanten die na de Oktoberrevolutie van 1917 in Sovjet-Rusland aan de opbouw van het communisme aldaar wilden bijdragen. Het gaat om Sebald Rutgers, Dirk Schermerhorn en Mathijs Wiessing. En, enigszins in hun schaduw, om hun vrouwen, kinderen, vrienden en vriendinnen. Wat dreef hen? Wat bereikten ze? Wat bleef er over van hun droom? Wat bleef er van hén over? Zonder overdrijving, toeters en bellen heeft Hans Olink dat spannend en toegankelijk beschreven. In 208 pagina’s en gebaseerd op flink wat literatuur, brieven, gesprekken met nabestaanden en niet te vergeten de archieven van zowel de Russische als de Nederlandse geheime dienst.

Een betere wereld

Rutgers en Schermerhorn waren ingenieur, Wiessing was architect. Alle drie hadden, zeker na de verschrikkingen van de imperialistische Eerste Wereldoorlog, een onbedwingbare drang om te werken aan ‘een betere wereld’. Ze meenden daar met hun talenten heel concreet in het communistische Rusland het best te kunnen bijdragen. Ze waren vlak na de revolutie meer dan welkom. Rutgers zat meerdere malen aan tafel met Lenin en Trotski. Hij werd de baas van waterbouwkundige projecten en later de stichting van een internationale industriestad in Siberië. Dirk Schermerhorn, broer van de latere minister-president in Nederland Willem Schermerhorn, trok in Siberië op met Rutgers en werd in de dertiger jaren toezichthouder bij de aanleg van de metro in Moskou. Wiessing kreeg een belangrijke rol bij woningbouw en stadsplanning.

Opofferingen

Vooral aan de hand van de levensloop van Rutgers laat Olink zien hoe in de jaren na de revolutie langzaam de bureaucratische verloedering zich een weg vreet in de Sovjet-maatschappij.  Na aanvankelijk vrijwel de vrije hand bij de spoorwegen en in Siberië te hebben gehad, moest hij toezien hoe langzamerhand steeds meer baantjesjagers en ideologisch fanatieke maar verder incompetente lieden opdoken. Onder Stalin, vanaf 1926, werden buitenlanders, ook al waren ze Rus geworden, steeds vaker beschuldigd van spionage en trotskistische sabotage. Dat maakte de weg gemakkelijk vrij voor stalinistische strebers om hogere posities te verwerven. In 1938 tijdens omvangrijke showprocessen in Moskou is Rutgers zo verstandig om de Sovjet Unie te verlaten. Samen met zijn vrouw Bartha vestigde hij zich weer in Nederland en zij sloten zich aan bij de CPN (Communistische Partij van Nederland). Beiden bleven tot hun dood in 1961 voor 100% staan achter de idealen van het communisme én achter de praktijken van Stalin: opofferingen waren nu eenmaal noodzakelijk. Ze weigerden zelfs elk contact met hun jongste zoon Jan, die de politieke keuzes van zijn ouders niet had gevolgd. Hun oudste zoon Wim die wél trouw bleef aan de Sovjet Unie inclusief Stalin, verdween in 1946 spoorloos uit Moskou.

Ruzie

De lotgevallen van de ingenieur Dirk Schermerhorn werpen een nog scherper licht op de stalinistische terreur. Hij was in de twintiger jaren een naaste medewerker van Sebald Rutgers in Siberië. In de dertiger jaren kreeg hij een leidende rol bij de aanleg van de metro in Moskou. Over de aanpak daarvan kreeg hij ruzie met zijn hoogste baas Kaganovits, die door Stalin zelf was aangesteld. Dat werd Dirk’s ondergang. Hoewel hij tot aan zijn arrestatie de lof zong over de Sovjet Unie en zijn Leider, werd hij in 1936 opgepakt en in 1937 na een proces van 15 minuten veroordeeld als saboteur en geëxecuteerd. Zijn vrouw Fransisca werd verbannen naar de Goelag en verbleef daar acht jaar, tot ze in 1946 werd vrijgelaten. Ondanks dat bleef  haar geloof in het systeem ongebroken.

Spion?

Mathijs Wiessing ging pas in 1930 naar de Sovjet Unie om daar een handje te helpen bij de opbouw van het socialisme. Hij was als architect betrokken bij projecten stadsvernieuwing. Maar in het  boek van Hans Olink wordt hij ook opgevoerd als succesvol  charmeur, met nogal wat verhoudingen met verschillende vrouwen.  In 1938 verdwijnt Mathijs, net als sommige van zijn vriendinnen en zijn echtgenote, in het cachot van de NKVD, de geheime dienst. Hoewel hij aanvankelijk wordt beschuldigd van spionage voor Duirtsland, komt hij in april 1940 vrij. Hij overleeft Stalin (+1953) en overlijdt in 1987 vlak voordat de hele Sovjet Unie de geest zou geven. Vele van zijn kennissen veronderstellen dat hij uiteindelijk werd gespaard vanwege hand- en spandiensten aan de geheime dienst (NKVD/KGB).

Context

Al met al heeft Hans Olink een tamelijk triest relaas opgetekend. Hij laat aan de hand van zijn hoofdpersonen zien hoe in een concrete situatie de droom over een betere wereld en de inzet daarvoor werden vermalen door machtswellust, hebzucht en gemakzucht. In de Sovjet Unie kreeg dat vorm, ná een periode waarin daadwerkelijk werd geprobeerde de droom te realiseren, in een proces van bureaucratisering en stalinisme. Hans Olink kiest ervoor in zijn boek om heel dicht bij de levensloop van zijn drie hoofdpersonen te blijven. Hij gaat niet uitgebreid in op de historische en politieke context waarin zij bewogen. De onderdrukking onder het tsarisme, de slachting tijdens de imperialistische Eerste Wereldoorlog, de opkomst van het fascisme, de oorlog met nazi-Duitsland, de uitbuiting van de Derde Wereld en dat soort zaken komen niet aan de orde. Soms mis je dat. Die context verklaart voor een deel de dilemma’s waar de ‘dromers’ mee te maken kregen en de bijna onvoorstelbare volharding waarmee het Sovjet-experiment inclusief Stalin werden verdedigd. Aan de vraag of het misschien anders had gekund, meerdere malen opgeworpen door Trotski, maar wellicht ook door hem en consorten niet geheel bevredigend beantwoord, komt Olink al helemaal niet toe. Het zij hem vergeven. Zijn boek is zo al boeiend en leerzaam genoeg. Op internet en bij diverse boekhandels zijn nog (2e hands-)exemplaren te verkrijgen.

Deze recensie verscheen eerder op Konfrontatie

Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop