Een Spaanse zomer toen...

Naar Moskou
Andres Nin is in 1892 geboren in het stadje Vendrell iets ten zuiden van Barcelona. Zijn vader was schoenmaker, zijn moeder kwam uit een familie van keuterboeren. Rond zijn twintigste, vlak voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, vestigt Andres zich in Barcelona. Hij geeft daar korte tijd les aan een openbare school, maar spoedig zet hij zijn energie volledig in voor de sociale strijd. Hij wordt actief in de CNT, de Confederacion Nacional del Trabajo (Nationale Confederatie van de Arbeid), een machtige linkse beweging in Barcelona en het omringende Catalonië. Andres ontpopt zich als schrijver en organisator. In 1917 wordt hij lid van de PSOE, de Partido Socialista Obrera de Espana (Spaanse Socialistische Arbeiderspartij). De PSOE was ernstig verdeeld in een revolutionaire en een reformistische vleugel, maar had nauwe banden met de sterke socialistische vakorganisatie UGT, de Union General de Trabajadores (Algemene Arbeidersbond). Evengoed vertrekt Nin in 1921 als afgevaardigde van de CNT naar Moskou om daar kennis te maken met het revolutionaire Rusland. Hij raakt bijzonder gecharmeerd van de Sovjet Unie. Een poging om de CNT in communistisch vaarwater te brengen mislukt. De CNT sluit zich, welhaast integendeel, aan bij de AIT, de Association Internationale des Travailleurs (Internationale Arbeiders Associatie), een anarchistische internationale. Andres Nin blijft in Moskou en wordt daar een naaste medewerker van Leon Trotsky. Hij trouwt met een Russische vrouw, Olga, en wordt vader van twee kinderen. In 1923 is hij direct betrokken bij de oprichting van de PCE, de Partido Comunista de Espana (Spaanse Communistische Partij). Maar meestal verblijft hij in Moskou, van waaruit hij optreedt als secretaris van de RVI, de Rode Vakbonds Internationale. In die periode sluit hij een hechte kameraad- en vriendschap met de Nederlandse revolutionair-socialist Henk Sneevliet.

Terug in Spanje
Als aan het eind van de twintiger jaren de tegenstelling tussen Trotsky en Stalin hoog oploopt, kiest Nin partij tegen Stalin. Hij valt in ongenade en verliest zijn functie bij de RVI. Met vrouw en kinderen wordt hij zelfs gevangen gezet. Uiteindelijk weet hij met behulp van een door Sneevliet geregeld visum naar Noorwegen te ontkomen. Andres keert terug naar Spanje, waar op dat moment de monarchisten van Koning Alfonso aan de macht zijn en … hij belandt wederom in de gevangenis. Na het uitroepen van de Spaanse Republiek op 14 april 1931 komt hij vrij. Hij hervat zijn politieke activiteit en wordt mede-oprichter van de ICE, de Isquierda Comunista Espanola (Spaans Communistisch Links). Nin staat dan nog op goede voet met de inmiddels uit de Sovjet Unie verbannen Trotsky. Dat verandert als hij het advies van Trotsky, om een positie te verwerven binnen de grote en snel radicaliserende socialistische jeugdorganisatie Juventud Socialista, in de wind slaat. Tot woede van Trotsky doet Nin bijna het tegenovergestelde: hij laat zijn ICE fuseren met een ‘rechtse’ Catalaanse afsplitsing van de PCE: de BOC, de Bloque Obrero y Campesino (Blok van Arbeiders en Boeren). Bij deze fusie in september 1935 wordt de POUM gevormd. De controverse tussen Nin en Trotsky wordt nog scherper als de POUM zich bij de verkiezingen van 1936 aansluit bij het Volksfront, een anti-fascistische formatie waar ook burgerlijke partijen aan meedoen. Trotsky verwijt de POUM de klassenonafhankelijkheid te grabbel te gooien. Nóg erger wordt het als Nin na de verkiezingen minister van Justitie wordt in de Generalidad, de regering van Catalonië. Daar zitten ook burgerlijke partijen in en Trotsky werpt Nin voor de voeten dat hij heult met de klassenvijand. Pogingen van Sneevliet om de tegenstellingen tussen beide kemphanen te overstijgen lopen op niets uit en dragen bij aan een verwijdering tussen hemzelf en Trotsky.

Burgeroorlog
Bij de verkiezingen van 1936 komen in heel Spanje de Republikeinen aan de macht. Het is een bonte verzameling van linkse en gematigd rechtse groeperingen. Voor een al even bonte mengeling van monarchisten, fascisten, orthodoxe katholieken en reactionaire militairen aanleiding genoeg om in opstand te komen. Het lukt hen echter niet om door een simpele staatsgreep aan het bewind te komen. Overal waar de bevolking massaal en snel reageert en zich weet te bewapenen, wordt de rechtse rebellie de kop ingedrukt. Op die plaatsen, met Barcelona als meest sprekende voorbeeld, nemen de arbeiders in de bedrijven en in het bestuur feitelijk het heft in handen en krijgt een sociale revolutie vorm. Waar wordt geaarzeld, daar krijgen de fascisten vaste voet aan de grond. Er ontstaat een langdurige stellingenoorlog met aan de ene kant de Republikeinen en aan de andere kant de rechtse krachten die worden verenigd onder generaal Franco. Hoewel de Republiek wettig tot stand was gekomen, krijgt ze weinig steun van andere staten. Weliswaar komen er duizenden vrijwilligers in Internationale Brigades vechten voor de Republiek, maar de kapitalistische democratieën zoals Engeland, de Verenigde Staten en Frankrijk laten het volledig afweten. Alleen van Mexico en de Sovjet Unie ontvangt de Republiek support. Voor de steun van Moskou zal overigens een hoge prijs betaald worden. Italië en Duitsland maken nauwelijks een geheim van hún hulp aan Franco. Mussolini stuurt maar liefst 40.000 soldaten. Hitler zendt zijn Condor Legioen, 6.000 man sterk en bewapend met de meest geavanceerde kanonnen en bommenwerpers.i Onder andere Guernica in dan nog republikeins Baskenland zal er weet van hebben.

Machinaties
In de ontbrande strijd maakt de POUM onder Andres Nin een duizelingwekkende groei door. Waren er halverwege 1936 nog maar 9.000 leden, voor begin 1937 worden aantallen van 50.000 tot 60.000 genoemd. Aan het Catalaanse front vechten dan minsten 10.000 militanten, de meesten in een eigen legereenheid, de 29e divisie. De Engelse schrijver George Orwell maakt daar deel van uit. Hij zou zijn ervaringen later te boek stellen in Saluut aan Catalonië.ii Orwell beschrijft niet alleen wat hij meemaakt in de loopgraven tegenover de fascisten, maar ook wat er te stellen was áchter het front met de stalinisten. De Russen gebruikten hun bijna-monopolie op wapenleveranties aan de Republiek om hun politieke lijn op te leggen. Dat betekende: géén revolutie, o.a. om Frankrijk en Engeland niet te provoceren (die toch al geen hand uitstaken), en stelselmatige ondermijning van alles en iedereen met de minste kritiek op Stalin. De honderdduizenden strijders van het eerste uur, van de CNT en de POUM, blijven verstoken van ordentelijke wapens en worden voortdurend verdacht gemaakt. Nin wordt door de stalinistische pers voortdurend afgeschilderd als ‘trotsky-fascist’. Onder druk van de Sovjets raakt hij zijn ministerspost kwijt. Alle tegenslagen worden toegeschreven aan trotskistische complotten. Russische geheime agenten zijn betrokken bij tal van intriges, machinaties en liquidaties. De sfeer en het moreel in het Republikeinse kamp worden er danig door ondermijnd. In mei 1937 besluiten de stalinisten hun opponenten definitief uit de weg te ruimen. Samen met de Guardia Civil trachten ze de telefooncentrale van Barcelona, die tot dan toe wordt gerund door de CNT, te bezetten. Aanvankelijk mislukt dat, overal in de stad werpen arbeiders barricades op om de revolutie te verdedigen, maar uiteindelijk weet de regering, waarin zowel de CNT als de stalinisten zitten, de ‘rust’ te herstellen. De ‘broederstrijd’ achter de linies is nog niet beslist. Op 5 juni 1937 schrijft Andres Nin in een brief aan zijn vriend en kameraad:
“Mijn waarde Sneevliet,
(…) Sedert je laatste reis is de toestand aanzienlijk gewijzigd. De contra-revolutie heeft wezenlijke vorderingen gemaakt., maar er is geen reden alle hoop te verliezen. De onmiddellijke toekomst houdt voor ons nog grote verrassingen in reserve. Wat de partij betreft, die houdt zich goed. De Meidagen zijn een beproeving geweest, waaraan zij zeer goed weerstand heeft geboden. Niet alleen behouden we onze posities ondanks de wilde campagne, die men tegen ons voert, maar zij zijn sterker geworden. De reactie tegen het Stalinisme groeit met de dag. (…) De grote tragedie van onze revolutie vormen de anarchisten. De massa is schitterend, strijdbaar en moedig, maar de leiding aarzelt voortdurend en glijdt van concessie naar concessie. Onze voornaamste taak bestaat in het winnen der massa voor onze positie. Het partijcongres wordt op 19 juni gehouden en een maand later begint de internationale conferentie. (…) Van Amstel zal je in bijzonderheden over de toestand inlichten. Het is een beste kameraad, wiens heengaan we betreuren. Excuseer mijn kortheid, maar ik ben overladen met werk. En verder zullen we elkaar weldra in Barcelona zien.
Hartelijk gegroet,
Andres.”

Marteling en moord
Een POUM-congres op 19 juni… het zou er niet van komen. Elf dagen na het schrijven van zijn brief aan Sneevliet, op 16 juni wordt Andres Nin en de rest van de leiding van de POUM gearresteerd. Terwijl de POUM-divisie aan het front slag levert met de fascisten wordt Nin beschuldigd van … ‘verraad aan de fascisten’. Voor wat er vervolgens gebeurde, geven we het woord aan Antony Beevor die onlangs een boek publiceerde De Strijd om Spanje, dat mede gebaseerd is op de Russische archieven die na 1989 zijn geopend. Hij geeft een onthutsend beeld van de misdaden in en na de Spaanse Burgeroorlog, zoals die begaan zijn door de fascisten van Franco, maar óók van de onvoorstelbare stommiteiten, kuiperijen en terreur van de stalinisten, die zodoende in belangrijke mate voor de overwinning van die fascisten op de Spaanse revolutie en de Republiek verantwoordelijk waren. Ter illustratie:
“De POUM-leiders werden overgedragen aan stille NKVD-agenten (Russische geheime dienst - rl) en naar een geheime gevangenis in Madrid overgeplaatst, een kerk in de calle Atocha. Nin werd gescheiden van zijn kameraden en naar Alcala de Henares gebracht, waar hij van 18 tot 21 juni werd ondervraagd. Ondanks de martelingen waar Orlov (leider van het NKVD-detachement in Spanje – rl) en zijn mannen hem aan onderwierpen, weigerde hij de valse beschuldigingen te bekennen dat er artilleriedoelen aan de vijand waren doorgegeven. Daarna werd hij naar het buitenhuis van Constancia de la Mora, de vrouw van Hidalgo de Cisneros, gebracht dat buiten de stad lag. Daar vond even later een van de meest groteske staaltjes van stalinistische mise-en-scène plaats. Een groep Duitse vrijwilligers van de Internationale Brigades in uniformen zonder insignes, die zich voordeden als leden van de Gestapo, viel het huis binnen en deed het voorkomen of ze Nin wilden komen redden. Er werd ‘bewijsmateriaal’ van hun bezoek achtergelaten inclusief Duitse documenten, falangistische badges (falange = Spaans fascisme - rl) en nationalistisch papiergeld. Nin werd vermoord door Orlov’s handlangers en in de omgeving van het huis begraven.
Toen de vraag WAAR IS NIN? op muren werd geklad, krabbelden de communisten eronder: IN SALAMANCA (bij Franco – rl) OF IN BERLIJN (bij Hitler – rl). De officiële partijversie, die werd gepubliceerd in Mundo Obrero, luidde dat Nin was bevrijd door de falangisten en zich nu in Burgos bevond.
(…)
Achteraf is moeilijk te begrijpen hoe het mogelijk is dat destijds geloof werd gehecht aan de beschuldiging dat de POUM fascistisch was en dat de regering niets ondernam om de vuile oorlog van de stalinisten tegen Nin en zijn volgelingen, die werden gemarteld en ‘verdwenen’, te stoppen. De ‘gedisciplineerde machine’ (het stalinistische model – rl) had het nu overgenomen, maar de steun van het volk bleef uit. Voor de meeste mensen waren er geen idealen meer over die verdedigd moesten worden”.

Rehabilitatie
En inderdaad ging met de revolutie ook de Republiek verloren. Op 19 mei 1939 vond in Madrid de overwinningsparade van nationalistisch Spanje plaats.Franco vestigde zijn wrede dictatuur. Aan de 300.000 doden van de burgeroorlog werden nog eens 200.000 slachtoffers van fascistische wraakacties toegevoegd.
Natuurlijk waren de eliminatie van Andres Nin en de POUM niet de enige factoren die leidden tot een nederlaag van de Republiek. Terwijl de republikeinen ‘geplaagd’ werden door meningsverschillen over de sociale kwestie, maar ook over bijvoorbeeld de mate van centralisme dan wel regionale autonomie, wist Franco kracht te putten uit de eenvoudige eenheid voor ‘God, Vaderland en Orde’. Terwijl de Republiek het moest doen zonder de steun van de ‘democratieën’ en mét de alles behalve onbaatzuchtige hulp van Stalin, konden de nationalisten rekenen op een enorme inzet van de dictators van Italië en Duitsland. Daarenboven wijst Antony Beevor op ontzettend grove blunders op militair-strategisch en tactisch terrein van de Republiek. Blunders die gemaakt werden volgens Beevor omdat effectievere gevechtstechnieken te veel leken op die van maarschalk Toechatsjevsky. En die was nou net vrijwel tegelijkertijd met Andres Nin, maar dan in Moskou, gemarteld en geëxecuteerd wegens hoogverraad en spionage voor de Duitsers… Daar konden de bevelhebbers in Spanje dus niet met goed fatsoen mee aan komen. En dan zijn we weer bij de gruwelijke rol van Stalin.
Voor de verstokte idoten die tóch geloven dat er luchtje kleeft aan Andres Nin en de POUM nog dit: in 1978 heeft de toenmalige algemeen secretaris van de Spaanse Communistische Partij, de PCE, Santiago Carillo in meerdere verklaringen Nin en de POUM gerehabiliteerd en hun vervolging een absolute schanddaad genoemd. Waarvan acte.

Add new comment

Plain text

  • Allowed HTML tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web page addresses and email addresses turn into links automatically.
  • Lines and paragraphs break automatically.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop