Hoe verder in de strijd tegen TTIP en die andere verdragen

De demonstratie in Amsterdam tegen TTIP was een overweldigend succes. Waar er vorig jaar nog maar enige tientallen mensen demonstreerden trokken er nu ruim zevenduizend door de straten van de hoofdstad. Ook elders in de wereld werd er massaal gedemonstreerd tegen het voorgenomen handelsverdrag tussen de EU en de VS. Ondergetekenden, leden van de FNV-werkgroep handelsverdragen blikken terug en vooruit en doen een aantal suggesties.

Voor we ingaan op de vraag ‘hoe verder’, is het goed om eerst stil te staan bij de vraag hoe we zover zijn gekomen. Door velen wordt er gewezen op de rol die Arjen Lubach van Lubach op Zondag en Hella Hueck van RTL-tv, of VPRO’s Tegenlicht en anderen in de media gespeeld hebben. Zij hebben TTIP voor een breed publiek op de kaart gezet.

Kennis van zaken

Aan het belang van hun werk en de impact daarvan willen we niks afdoen, maar het is goed om erop te wijzen dat er in Nederland ook al een hele tijd een kleine groep mensen van organisaties als TNI, SOMO, Milieudefensie, Foodwatch, Globalinfo en anderen zich met internationale handelsverdragen en met name met TTIP bezighouden en daarover een enorme kennis hebben opgebouwd. Toen - mede dankzij het werk van Lubach, Hueck en anderen - er bredere belangstelling voor kwam leverden zij de munitie waarmee het Trojaanse paard beschoten kon worden. Want de eerste vereiste voor een goede campagne is kennis van zaken.

Naast goede informatie is een tweede element in het succes tot nu toe, dat de vakbeweging en de milieubeweging elkaar in deze campagne gevonden hebben. De demonstratie was georganiseerd door een brede coalitie waarin verschillende NGO’s, de milieubeweging en de vakbeweging FNV samenwerkten.

Meer dan de traditionele Vakbeweging

De vakbeweging is er om op te komen voor de belangen van de werknemers. Traditioneel richt zij zich daarbij vooral op zaken als lonen, arbeidsvoorwaarden, pensioenen, uitkeringen en arbeidsomstandigheden waaronder gezondheid en veiligheid op het werk. Dat zijn allemaal punten die ook vandaag de dag nog uiterst belangrijk zijn. Maar er is meer. Ook buiten de sfeer van arbeid, inkomen en sociale zekerheid zijn er terreinen waarop de belangen van werknemers worden bedreigd. Naast racisme en vreemdelingenhaat is het milieu en met name de klimaatverandering daar de belangrijkste van.

Eind jaren zeventig sprak de FNV zich uit tegen de kruisraketten en deed mee met het Komitee Kruisraketten Nee. De reden daarvoor was heel simpel. Je kan als vakbeweging wel opkomen voor banen en goede arbeidsomstandigheden, maar daar heb je uiteindelijk weinig aan als de bom valt.

Datzelfde geldt nu voor klimaatverandering en andere milieuproblemen. Prima als de vakbeweging opkomt voor veilig en gezond werken in fabrieken en bedrijven. Maar als daarbuiten het milieu naar de knoppen gaat en de opwarming van de aarde op hol slaat dan kan je daar als vakbeweging niet omheen. Dan moet je als vakbeweging de handen ineen slaan met de milieubeweging. Internationaal is dat besef al enige tijd geleden in de vakbeweging doorgedrongen en onder het motto 'there are no jobs on a dead planet' wint dit besef terrein. Daar komt bij dat de vakbeweging op een heleboel vlakken veel kan leren van de milieubeweging.

Toch was deelname van de vakbeweging aan de demonstratie tegen TTIP niet bij voorbaat een uitgemaakte zaak. Pas in maart van dit jaar heeft de FNV zich, door een uitspraak van het ledenparlement ondubbelzinnig uitgesproken tegen TTIP, CEPA en TiSA. Het ledenparlement besloot toen ook dat de FNV actief campagne zou gaan voeren tegen de handelsverdragen, dat daarvoor geld en stafcapaciteit moest worden vrijgemaakt en dat er een werkgroep van kaderleden moest komen om de campagne te voeren.

Het is dankzij deze kaderleden (en de steun van vele anderen in en buiten de FNV) dat de FNV campagne in een half jaar van de grond is gekomen. Ook de deelname van de FNV aan de organisatie van de demonstratie was niet bij voorbaat een uitgemaakte zaak. Binnen de FNV moest er nogal wat weerstand overwonnen worden voordat men zich bij deze brede coalitie wilde aansluiten. Een andere hindernis was dat de FNV campagne Young & United voor 10 oktober een manifestatie in den Haag had gepland. Gelukkig lukte het die manifestatie naar Amsterdam te verzetten zodat de deelnemers aan die manifestatie ook aan de stop-TTIP demonstratie mee konden doen en omgekeerd.

Het grote succes van de demonstratie tegen TTIP heeft voor  zover wij dat kunnen zien de laatste twijfel binnen de FNV als sneeuw voor de zon doen verdwijnen. Van vele kanten kregen we te horen dat het erg goed was dat de FNV meedeed.

Samen met de milieubeweging

De bijdrage van de FNV aan de mobilisatie voor de demonstratie was misschien in dit stadium kwantitatief nog beperkt, maar het belang van de deelname van de FNV is al duidelijk merkbaar. Het feit dat de grootste vakbond van het land zich over zo'n belangrijk punt uitspreekt en oproept om daarvoor de straat op te gaan is van groot belang. Tegenstanders van TTIP binnen een partij als de PvdA voelden zich na de uitspraak van de FNV duidelijk gesterkt en andere PvdA'ers werden aan het denken gezet.

Voorstanders van TTIP schermden lange tijd met argumenten als economische- en banengroei. De FNV maakt met verwijzing naar recent onderzoek duidelijk dat dit een non-argument is. Met name in Noord Europa gaat TTIP in veel sectoren banen kosten en voor zover het nieuwe banen op zal leveren, zullen dit vooral pulpbanen zijn, die ook nog eens te lijden hebben van meer onveiligheid en schadelijke stoffen omdat normen naar beneden bijgesteld worden. Het feit dat de FNV - veruit de grootste vakbond van Nederland - dit banen-argument verwerpt en zich tegen TTIP uitspreekt is van groot belang. Voorstanders van TTIP kunnen bij milieuactivisten niet meer aankomen met het argument ‘maar het is goed voor de werkgelegenheid’, want dan worden ze klip en klaar verwezen naar de argumenten van de vakbeweging. Het betekent dat voor het eerst sinds lange tijd de vakbeweging en de milieubeweging niet tegenover maar naast elkaar staan.

Topje van de ijsberg

Het is goed dat de FNV met haar kaderleden, speciale flyers en haar paard van Troje bij veel activiteiten rond TTIP aanwezig is geweest. En het is belangrijk dat er stukken over TTIP zijn  geschreven voor vakbondsbladen en er in de FNV op allerlei niveaus en in allerlei organen, in sectorraden en plaatselijke afdelingen presentaties gegeven zijn en discussies gevoerd over TTIP. Er zijn rond deze bijeenkomsten bijna tweeduizend TTIP-kranten verspreid en veel exemplaren van Feiten en Fabels. En die informatieverstrekking gaat stug door.

Op die manier hebben de meest geïnteresseerde  FNV-leden al kennis kunnen nemen van de bedreigingen die TTIP met zich mee brengt en van de bezwaren die de FNV ertegen heeft. De FNV-leden die ook aan de oproep voor de demonstratie gehoor hebben gegeven vormen dus het spreekwoordelijke topje van de ijsberg.

Verdere samenwerking

Samenwerking tussen de vakbeweging en de milieubeweging is niet alleen van belang voor de strijd tegen TTIP en ander handelsverdragen. Het zijn in onze visie strategische partners die op veel meer vlakken nauwer moeten samenwerken. En als we het over milieubeweging hebben dan bedoelen we in dit verband al die bewegingen die zich inzetten voor het milieu, het klimaat en dierenrechten. Bovendien is wat we zeggen in zekere mate ook van toepassing op bewegingen die zich inzetten voor democratie, burgerrechten, privacy en dergelijke belangrijke zaken.

Ook voor de milieubeweging is er alle reden om nauwer met de vakbeweging samen te werken. De bedreigingen van het milieu - met op de eerste plaats de klimaatverandering - heeft alles te maken met de manier waarop goederen en diensten geproduceerd worden. Wat er wordt geproduceerd, hoe het wordt geproduceerd, met welke energiebronnen er wordt geproduceerd, waar er wordt geproduceerd; het is allemaal bepalend voor de belasting van het milieu en de gevolgen voor het klimaat.

De beslissingen daarover worden vooral genomen in bedrijven. Het is daarom ook logisch dat de milieubeweging zich steeds meer richt op, en vaak ook samenwerking zoekt met, bedrijven. Maar we moeten daarin niet naïef zijn. De eigenaren en aandeelhouders van bedrijven hebben met hun investeringen uiteindelijk maar één belang voor ogen: het maken van winst. En de door hen aangestelde directeuren, CEO’s en andere leidinggevenden worden uiteindelijk maar op één ding afgerekend: de gemaakte winst.

En om die winst hoog te houden zijn er twee zaken essentieel: zo laag mogelijke arbeidskosten en zo laag mogelijke milieukosten: dat wil zeggen zo goedkoop mogelijke grondstoffen en energiebronnen en zo laag mogelijke kosten voor het dumpen van de afvalstoffen in het milieu (waaronder CO2 en andere broeikasgassen). Alleen door daar constant alert op te zijn kunnen bedrijven in de voortdurende concurrentiestrijd het hoofd boven water houden.

Natuurlijk zijn bedrijven voor het realiseren van hun winst voor een deel ook afhankelijk van de opvattingen van de consumenten. Vandaar dat ze steeds meer geld uitgeven aan reclame. Een groen en duurzaam imago kan een troef zijn in de concurrentiestrijd. Maar het gaat daarbij om het imago, niet om de vraag of er van werkelijk groene en duurzame producten sprake is. Het recente schandaal bij Volkswagen onderstreept dat weer eens.

Om hun winst op peil te houden zijn bedrijven steeds op zoek naar zo laag mogelijke kosten voor de factor arbeid en zo laag mogelijke milieukosten. Daar ligt de basis voor strategische samenwerking tussen de vakbeweging en de milieubeweging. In plaats van economische belangen en milieubelangen tegenover elkaar te plaatsen, moeten en kunnen zij samen strijden voor een economie waarin niet de winst maar het belang van een gezond milieu en gezonde mensen voorop staat.

We zeggen niet dat dit in de praktijk makkelijk is. Op korte termijn lijken de belangen van werkers in fabrieken, bedrijven en instellingen vaak tegengesteld aan milieubelangen; op de langere termijn zijn ze dat niet. Vandaar onze stelling dat niet de bedrijven (dat wil in de praktijk zeggen de bedrijfsleiding) maar de vakbeweging de strategische partner van de milieubeweging moet zijn. Zo’n samenwerking als tegen TTIP is daar een goed voorbeeld van.

Hoe verder

Terug naar de strijd tegen TTIP en de andere handelsverdragen. Hoe kunnen we daarin verdere stappen vooruit zetten. In de eerste plaats is het natuurlijk van belang dat we doorgaan met deze coalitie en proberen die verder uit te breiden. (Bijvoorbeeld met organisaties en mensen die zich bezighouden met de gevolgen van TTIP en de andere handelsverdragen voor het globale Zuiden). Daarnaast is het van belang dat we doorgaan met het verstrekken van informatie (de TTIP-krant, Feiten en Fabels, flyers, de uitzendingen van Lubach en Tegenlicht enzovoort) en dat we daarvoor de mensen opzoeken in de bedrijven, de buurten en waar we ze maar aan kunnen spreken.

Als FNV zullen we doorgaan met werknemers in de sectoren uit te leggen wat TTIP voor hen gaat betekenen. Van de Industrie tot Zorg en Welzijn en van Vervoer tot de Agrarische en Kunstensector. Wat het gaat betekenen voor jongeren die nog meer slechtbetaalde flexbanen op zich af zien komen, voor zzp'ers die nog meer ongedekt risico lopen met beroepsziekten en onveiligheid. Wat het zal betekenen voor de druk op de lonen en op de kwaliteit van de dienstverlening. Maar ook verder, want wat betekent bijvoorbeeld verlengd patentrecht van Bigpharma op de kostenpost medicijnen in de zorg? En hoe gaat dat straks met hier verboden onkruidbestrijdingsmiddelen van Monsanto waar hoveniers dan straks wel weer mee mogen werken. Daarvoor hebben we de hulp van deskundigen uit de NGO-wereld en de milieubeweging hard nodig.

Ondertussen blijven we natuurlijk ook met onze zusterbonden in Europa en de VS via de internationale vakbeweging actief om de lobby voort te zetten. En die beperkt zich niet tot TTIP, maar richt zich ook op de andere handelsverdragen als CETA en het supergeheime en idioot omvangrijke TiSA.

TTIP vrije gemeenten

Een belangrijk actiepunt zijn ook de TTIP- (en CETA en TiSA) vrije gemeenten en provincies. Ook voor de vakbeweging is dat een belangrijk actiepunt al was het maar omdat juist op lokaal vlak de samenwerking tussen de vakbeweging en de milieubeweging en anderen vorm kan krijgen. Inmiddels zijn er in Europa al vele honderden gemeenten die zich op de een of andere manier TTIP-vrij hebben verklaard. Zo'n 400 in Frankrijk, een kleine 300 in Duitsland, een vijftigtal in Spanje en tientallen elders in Europa waaronder voor zover ons bekend elf in Nederland.

Het TTIP-vrij verklaren van een gemeente is een belangrijke stap, maar we moeten er voor zorgen dat het daar niet bij blijft. Een aangenomen motie is mooi, maar als die onderin de la verdwijnt hebben we er niet zo veel aan. Het is belangrijk dat de gemeente dat standpunt ook uitdraagt: naar de bewoners, in de media, naar de Europese instellingen, naar de Haagse politiek en naar andere contacten. (Veel Nederlandse gemeenten hebben bijvoorbeeld stedenbanden met andere steden in en buiten Europa. Het ligt voor de hand dat als een gemeente zich TTIP-vrij heeft verklaard ze ook met de steden waarmee ze een stedenband onderhoudt in discussie gaat om ook die TTIP-vrij te laten verklaren.)

Een dergelijke invulling van de TTIP-vrije gemeente zal niet vanzelf gaan. Lokale groepen en samenwerkingsverbanden zullen dat aan moeten slingeren en de TTIP-vrij verklaring moeten gebruiken om verdere acties te voeren en de discussie aan te wakkeren. De lokale FNV groepen kunnen daar een rol in spelen.

Referendum petitie

Een van de meest kwalijke kanten van TTIP (en CEPA en TiSA) is het ondemocratische karakter ervan en de ondemocratische manier waarop ze tot stand komen. Je zou bijna zeggen dat kan ook moeilijk anders, want als je verdragen door wil drukken die in het belang zijn van met name het grote multinationale bedrijfsleven en ingaan tegen de belangen van de overgrote meerderheid van de bevolking, dan is democratische besluitvorming een probleem. Het is niet toevallig dat uit onderzoek blijkt dat hoe meer mensen van TTIP afweten, hoe meer ze ertegen zijn. Daar ligt dus de achilleshiel van het project.

Daarom is het een uitstekend idee van Meer Democratie, Foodwatch, Milieudefensie en het Transnational Institute om een petitie te starten waarin een referendum over TTIP geëist wordt. De petitie is inmiddels al door ruim 35.000 mensen getekend. Het zou goed zijn als de FNV ook haar leden op zou roepen deze petitie te ondertekenen en als dat nodig blijkt te zijn zich in te zetten een referendum.

Want uiteindelijk gaat het om zeggenschap. Invloed op je eigen leven, je omgeving en je werk. Mensen bekommeren zich om een toekomst voor hun kinderen, die duurzaam en veilig moet zijn met een eerlijke verdeling van de rijkdom. Daar zetten we ons, vanuit verschillende bewegingen voor in.

Soort artikel
Reactie van:

W.R. ( Bill) …

zo, 10/18/2015 - 16:45

Een goed stuk !! Er wordt ook duidelijk gemaakt dat verschillende organisaties, vaak op de achtergrond, mee doen en een bijdrage hebben geleverd aan de TTIP actie. Goed dat een anatal namen van deelnemende organisaties worden genoemd in dit artikel.
Misschien ook een goed plan om het alternatief meer onder de aandacht te brengen. Waar kan ik trouwens die nieuwe versie van het boekje "Feiten & fabels", bestellen, om te verspreiden, zodat ik mijn steentje kan bijdragen ?

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop