Jacob Israël de Haan, een onmogelijk en opmerkelijk mens

10.09.2016

Er is veel in het leven van Jacob Israël de Haan dat de sympathie van een Joodse, socialistische homo zou moeten opwekken. Hij was één van de meest prominente Nederlandse dichters van zijn tijd en schreef twee spraakmakende en openhartige romans (Pijpelijntjes in 1904 en Pathologieën in 1908) over homoseksualiteit. Als actief socialist bestreed hij moedig de benepenheid van de SDAP. In 1919 emigreerde hij als zionist naar Palestina, maar hij werd al snel antizionist en een kampioen van de Palestijnse rechten en om deze reden is hij in 1924 vermoord.Dat is echter een simpele versie van het verhaal. Na zijn breuk met de SDAP is De Haan zijn linkse sympathieën snel kwijtgeraakt. Nadat hij in 1915 naar de Joodse orthodoxie terugkeerde, heeft hij homoseksualiteit nooit meer openlijk verdedigd. En zijn vervreemding van het zionisme was meer  het gevolg van het seculiere karakter van die beweging dan van haar koloniale programma.

Toch blijft Jan Fontijns dikke biografie van de man boeien. Dwars door alle ideologische verschuivingen heen, bleef De Haan een gevoelig mens en begenadigd schrijver met een passie voor waarheid en rechtvaardigheid. Zijn tegenstrijdigheden zijn nauwelijks te bevatten, maar er valt altijd iets in hem te bewonderen.

In de SDAP

Fontijn heeft veel van de kwaliteiten in huis die een biograaf van De Haan nodig heeft. Hij kent de Nederlandse literatuur grondig en is in staat om alles dat mooi is te herkennen in De Haans werk. Hij schrijft met veel sympathie en nuance over de eenzaamheid en seksuele kwellingen van de dichter en over zijn worsteling met zijn Joodse identiteit. Ook over de Palestijnse zaak heeft Fontijn veel gelezen en hij beschrijft treffend het onrecht dat het zionisme in Palestina verrichtte. Maar van het socialisme heeft hij blijkbaar weinig kaas gegeten.

Uit het boek van Fontijn zal geen onwetende lezer leren hoe nauw, begin twintigste eeuw, de banden waren tussen de socialisten en de voorvechters van seksuele bevrijding, bijvoorbeeld tussen de Duitse sociaaldemocratische voorman August Bebel en Magnus Hirschfeld van het Duitse Wetenschappelijk-Humanitaire Comité, of tussen de Russische Bolsjewieken en de Wereldliga voor Seksuele Hervorming. Voor Fontijn maakt de SDAP gewoon deel uit van een ‘benepen samenleving’ (124) en De Haan kon uiteraard niets anders dan ellende verwachten van zijn makkers na het verschijnen van Pijpelijntjes.

Toch geeft de biogafie Onrust feiten genoeg om een beetje te verklaren waarom de sociaaldemocraten zich zo overgaven aan wat De Haan ‘kiezertjesangst en klerikalenvrees’ noemde (127). De Haan was niet zomaar een redacteur bij het SDAP-blad Het Volk, hij was verantwoordelijk voor de kinderrubriek. Nog vandaag de dag kunnen anders ruimdenkende mensen opvallend conservatief worden zodra er kinderen in het spel zijn. De Haan stond ook niet alleen in zijn strijd binnen de SDAP voor eerherstel. Hoofdredacteur P.L. Tak, die De Haan had ontslagen, kreeg een reprimande van de Commissie van Arbitrage van de partij (132).

Uit het boek van Fontijn wordt niet echt duidelijk wanneer en waarom De Haan zich precies van het socialisme vervreemdde. Toen hij niet meer kon rekenen op een plek in de sociaaldemocratische pers, publiceerde hij meerdere stukken in het van oorsprong anarchistische Vlaamse tijdschrift Ontwaking. Toch werden rechtse standpunten steeds zichtbaarder in zijn werk. In een artikel uit 1910 bijvoorbeeld, deelde hij volgens Fontijn ‘allerlei sneren uit aan de marxisten, die ... het bestaan van rassen loochenen’. (200) In 1918 verweet hij in het Algemeen Handelsblad Henriëtte Roland Holst dat ze ‘een (sovjet-)stelsel (verdedigde), dat even slecht is als het stelsel dat we toen samen hebben bestreden’. (328)

Zoete zonde

Het is in ieder geval duidelijk dat de romans van De Haan homo’s weinig sympathie opleverden bij de gemiddelde arbeider. Hun beeld van de homoseksualiteit sloot aan bij de sfeer van de zogenoemde ‘decadente’ schrijvers van die tijd, die de christelijke veroordeling omdraaiden om allerlei ‘perversies’ te vieren. De Haan riep associaties op tussen homoseksualiteit en (in de woorden van Fontijn) ‘dierenkwellerij en sadisme’ (162).

Uit Onrust kan je opmaken dat het De Haan nooit lukte zich vrij te maken van diepe schuldgevoelens. Abel Herzberg, die De Haan in 1912 leerde kennen, schreef later over De Haans homoseksualiteit: ‘De zonde was zoet, het berouw was bitter... Hij lééd daaronder.’

De Haan kon dus nooit onverdeeld positief over homoseksualiteit schrijven. Maar paradoxaal genoeg, zelfs na zijn terugkeer naar de orthodox-joodse leer, die zei dat ‘sodomie’ zondig was, kon hij er ook nooit onverdeeld negatief over schrijven. Zelfs de gedichten van zijn laatste jaren zitten vol lofzangen op de schoonheid van mannen en jongens. Zijn gedichtenbundel Kwatrijnen, die net na zijn dood is verschenen, bevat enkele van de mooiste homo-erotische versregels die ooit in het Nederlands zijn geschreven.

Palestina

De Haans sympathie voor de Palestijnen had ook iets te maken met het feit dat hij veel Palestijnse mannen en jongens lief en knap vond. In die zin is het opmerkelijk dat Fontijn meent dat men De Haan ‘niet en nauwelijks op (een oriëntalistische) visie (kan) betrappen’. (396) Dat De Haan de Palestijnen niet als minderwaardig beschouwde is waar, ook dat hij met een aantal Palestijnen bevriend was en voor de Palestijnse rechten opkwam. Maar zoals Fontijn zelf schrijft, in De Haans stukken voor het Algemeen Handelsblad ‘ontkwam ook hij niet aan stereotypering’ en er was ‘bij hem sprake van een fascinatie voor het exotische en erotische’ (363), voor een ‘wild, gastvrij en trouw’ volk (398). Ook een sympathiek oriëntalisme blijft oriëntalisme.

De Haan zag helder in dat de zionisten de Palestijnen niets konden bieden, behalve een toekomst als hun ‘waterdragers en houthakkers’ (500) en dat dat project niet te verdedigen viel. Al wijdt Fontijn er weinig aandacht aan, het is interessant te ontdekken dat De Haans werk gekend en gewaardeerd werd door linkse Joodse tegenstanders van het politiek zionisme, mensen als Martin Buber en zelfs Walter Benjamin.

Maar De Haans groeiende antipathie voor het zionisme werd meer ingegeven door ontzetting over zionistische overtreding van de Joodse spijswetten en sabbatverboden, dan door verzet tegen de kolonisering. Hij had geen enkele sympathie voor de Joodse communisten die zich al begin jaren ‘20 in Palestina ontpopten als pro-Palestijns en antizionistisch. Toen De Haan tot de conclusie kwam dat de gelovige, zionistische Mizrachisten geen kans maakten, stapte hij over naar het gelovige, antizionistische Agoedath Israël.

Toch is het beeld dat Fontijn schetst van de zionistische hetze tegen De Haan onthutsend. Anders dan de socialisten, volstond het veel zionisten niet om de Haan een functie te ontnemen (al deden ze dat ook). Zionisten spuwden op de grond als ze hem tegenkwamen. Ze stuurden hem maandenlang doodsbedreigingen. En toen ze concludeerden dat hij meer aandacht zou krijgen voor Joodse antizionisten op het internationale toneel, nam de leiding van het zionistische Haganah collectief en koelbloedig de beslissing (onder leiding van de latere Israëlische president Izhak Ben-Zwi) om De Haan te vermoorden. Ook vijftig jaar later hadden ze er geen spijt van.

Wat voor mens was het die ze uit de weg ruimden? Geen makkelijk mens, zeker. Ook geen gelukkig mens. Een mens met veel vijanden en geen echte geliefde. En toch iemand die dierbare vrienden had onder de meest uiteenlopende soorten mensen. Frederik van Eeden, het literaire boegbeeld van de Tachtigers die De Haan decennialang goed kende, kon het nauwelijks verdragen ‘dat Joop’s vriendschap mij nu ontbreekt’ (582). Er was iemand gestorven die niemand kon vervangen.

Jan Fontijn. Onrust. Het leven van Jacob Israël de Haan. De Bezige Bij. 685 blz. €49,90.


 

Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.