Op 26 juni 2017 schreef ik voor Grenzeloos een artikel onder de kop ‘Ik stem niet met mijn vagina’. Het ging over identiteitspolitiek en klassenstrijd. In het artikel verwijs ik o.a. naar Femke Halsema die stelt dat identiteitspolitiek ‘geen nieuw fenomeen’ is. Ze gaat daarvoor terug naar de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Echter, wat blijkt? De discussie over de relatie tussen identiteitspolitiek en klassenstrijd gaat veel verder terug in de geschiedenis.
In het recent verschenen boek van Tariq Ali over The Dilemmas of Lenin beschrijft Tariq Ali het verloop van het Tweede Congres van de Russische Sociaal Democratische Arbeiders Partij (RSDAP) op 30 juli 1903. Eén van de onderwerpen was het lidmaatschap van de Joodse Bund. De leiding van de RSDAP was daar niet voor. Dit schrijft Tariq Ali daarover:
‘Zij [de leiders van de RSDAP] waren overeengekomen de Joodse Bund niet toe te staan zich aan te sluiten omdat het de arbeiders zou verdelen op basis van etniciteit. Martov en Trotski, socialisten van Joodse origine, hadden uitgesproken opvattingen over deze aangelegenheid.
Na de pogrom [Jodenvervolging] van Kishinev in 1903, bekritiseerde de Bund het blad van de RSDAP, de Iskra, omdat dit het Zionisme harder zou bestrijden dan het anti-Semitisme. Martov antwoordde ter verdediging van de Iskra dat Zionisme een directe bedreiging vormde voor het socialisme omdat het Joodse arbeiders verhinderde om hun politieke bewustzijn verder te ontwikkelen, terwijl anti-Semitisme slechts de meest achterlijke politieke groeperingen van de bevolking aantrok. Trotski bekritiseerde in zijn verslag van het congres de Bund vanwege haar 'militante provincialisme' en 'bekrompen eigendunk'. Hij wees erop dat het vasthouden van de Bund aan een monopolie op de vertegenwoordiging van Joodse proletariërs een compromis uitsloot:
Het Vijfde Congres van de Bund, dat aan ons congres voorafging, kwam met een nieuwe stelling: de Bund is 'de sociaal democratische organisatie van het Joodse proletariaat en is binnen de partij de enige vertegenwoordiger van het Joodse proletariaat.' … Er bleef niets anders over dan de stemmen te tellen. Veertig afgevaardigden stemden tegen, de vijf van de Bund stemden voor, drie onthielden zich. En de Bund verliet de partij.’
Vanzelfsprekend is zo'n gebeurtenis van meer dan 100 jaar geleden van beperkte betekenis voor de huidige discussie over identiteitspolitiek en klassenstrijd. Misschien dient het deze of gene nog ter inspiratie. In ieder geval laat het zien dat het actuele debat historisch niet uniek is.
- The Dilemmas of Lenin – Tariq Ali; London 2017.
Reactie toevoegen