Pierre Rousset is coördinator van Europe Solidaire Sans Frontières (ESSF) en activist van de Vierde Internationale. Hij is auteur van werken en artikelen over internationale politiek en in het bijzonder over de Oost-Aziatische regio. Jaime Pastor sprak met hem over de evolutie van de wereldsituatie in deze bijzonder turbulente tijden, die enorme uitdagingen vormen voor antikapitalistisch en ecosocialistisch links. [leestijd 30 minuten]
Het lijkt duidelijk dat we ons in een multidimensionale wereldcrisis bevinden, waarvan een van de kenmerken een relatieve geopolitieke chaos is, waarin we getuige zijn van een toename van oorlogen en een verergering van inter-imperialistische conflicten. Hoe zou jij de situatie definiëren?
Je hebt het over een 'multidimensionale wereldcrisis' (ik zou eerder zeggen een planetaire crisis). Ik denk dat het belangrijk is om daar even bij stil te staan voordat we de geopolitieke kwesties aanpakken. Dit is een crisis die allesbepalend is en we kunnen er niet langer genoegen mee nemen om politiek te bedrijven zoals we voorheen deden. We bereiken het omslagpunt waar we al zo lang bang voor zijn, en veel sneller dan verwacht.
Jonathan Watts, Global Environment Editor van The Guardian, slaat alarm met de kop van zijn artikel op 9 april 'Tiende opeenvolgende maandelijkse warmterecord alarmeert en verwart klimaatwetenschappers'. Sterker nog: 'Als de anomalie zich in augustus niet stabiliseert, bevindt de wereld zich op onbekend terrein', zegt een klimaatexpert [...]. [...]. 'Het zou kunnen betekenen dat een opwarmende planeet de manier waarop het klimaatsysteem werkt al fundamenteel aan het veranderen is, veel sneller dan wetenschappers hadden verwacht'.
De geciteerde expert is van mening dat stabilisatie in augustus nog steeds mogelijk is, maar hoe dan ook, de klimaatcrisis maakt al deel uit van ons heden. We zitten er middenin en de gevolgen (klimaatchaos) zijn nu al dramatisch voelbaar.
De wereldwijde crisis waar we mee te maken hebben, heeft invloed op alle gebieden van de ecologie (niet alleen het klimaat) en gevolgen voor de gezondheid (waaronder pandemieën). Ze heeft betrekking op de dominante internationale orde (het onoplosbare disfunctioneren van de neoliberale globalisering) en de geopolitiek van de grote mogendheden; de toename van conflicten en de militarisering van de wereld; de verzwakking van het sociale weefsel van onze samenlevingen door de wijdverspreide precarisering die door al het bovenstaande wordt gevoed...
Wat hebben al deze crises gemeen? Hun geheel of grotendeels 'menselijke' oorsprong. De kwestie van de menselijke invloed op de natuur is natuurlijk niet nieuw. De groei van de uitstoot van broeikasgassen gaat terug tot de industriële revolutie. Maar die 'algemene crisis' hangt nauw samen met de ontwikkeling van het kapitalisme na de Tweede Wereldoorlog en met de kapitalistische globalisering. Ze wordt gekenmerkt door de synergie tussen een reeks specifieke crises die ons in een situatie zonder precedent storten, op de grens tussen meerdere 'onbekende gebieden' en een wereldwijd omslagpunt.
Om het beknopt te beschrijven, hou ik van de term 'polycrisis'. Het is misschien een beetje verwarrend en vreemd voor alledaags taalgebruik, maar het onderstreept het feit dat we het hebben over EEN veelzijdige crisis, die het gevolg is van de combinatie van meerdere specifieke crises. We hebben dus niet te maken met een simpele optelsom van crises, maar met hun interactie, die hun dynamiek versterkt en een dodelijke spiraal voor de menselijke soort (en voor een groot deel van de levende soorten) voedt.
Wat vooral weerzinwekkend is, en eerlijk gezegd verbijsterend, is dat de gevestigde machten nu de schamele maatregelen annuleren die werden genomen om te proberen de opwarming van de aarde ook maar een beetje te beperken. Dat geldt vooral voor de Franse en Britse regeringen. Het geldt ook voor de grote banken in de Verenigde Staten en voor de oliemaatschappijen. En dat op een moment dat het duidelijk is dat die maatregelen versterkt moeten worden, heel veel versterkt. De allerrijksten dicteren de wet. Ze houden er geen rekening mee dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten. Hele delen van de planeet staan op het punt onleefbaar te worden, waar temperatuurstijgingen gepaard gaan met heel hoge niveaus van luchtvochtigheid. Het kan ze niet schelen, ze gaan wel wonen waar het weer nog goed is.
We zijn nu in het tijdperk van pandemieën beland. De vernietiging van het millieuheeft omstandigheden van promiscuïteit gecreëerd die gunstig zijn voor de overdracht van ziekten tussen soorten, waarvan covid het voorbeeld is. Het smelten van de Siberische permafrost is aangekondigd en zou oude bacteriën en virussen kunnen vrijmaken waartegen geen immunisatie of behandeling bestaat. Ook hier dreigen we ons op onbekend terrein te begeven: de klimaatcrisis creëert een multidimensionale gezondheidscrisis.
De ramp was te voorzien en te voorspellen. We weten nu dat de grote oliemaatschappijen al in het midden van de jaren 50 opdracht gaven voor een studie die de komende opwarming van de aarde met opmerkelijke nauwkeurigheid beschreef (hoewel ze het decennialang ontkenden).
We zijn nog niet klaar met het onderzoeken van de duizend en één facetten van de 'polycrisis', maar misschien is het tijd om enkele eerste conclusies te trekken.
Rond de polen is de geopolitieke impact van de opwarming van de aarde het meest spectaculair, vooral in het noordpoolgebied. Een interoceanische scheepvaartroute opent zich via het noorden, samen met het vooruitzicht om de rijkdommen in de bodem te exploiteren. De inter-imperialistische concurrentie in dat deel van de wereld krijgt een nieuwe dimensie. Omdat China niet aan het poolgebied grenst, heeft het Rusland nodig om daar te kunnen opereren. China laat Moskou betalen voor haar solidariteit aan het westelijke front (Oekraïne) met het vrije gebruik van de haven van Vladivostok.
In termen van mondiale geopolitiek wil ik het belang benadrukken van twee kwesties.
Ten eerste Centraal-Azië. Dat neemt een centrale positie in in het hart van het Euraziatische continent. Voor Vladimir Poetin maakt het deel uit van de bevoorrechte Russische invloedssfeer, maar voor Peking is het een van de belangrijkste doorgangen over land van zijn nieuwe 'zijderoutes' naar Europa. Er speelt zich op dit moment in dat deel van de wereld een complex spel af, maar onze analyses houden daar weinig rekening mee.
De opwarming van de aarde herinnert ons ook aan het cruciale belang van de oceanen, die 70 procent van het aardoppervlak bedekken, een beslissende rol spelen in het reguleren van het klimaat en vitale ecosystemen herbergen, die allemaal bedreigd worden door de stijgende zeetemperaturen. Zoals we weten is de overexploitatie van de oceanen een groot probleem, net als de uitbreiding van zeegrenzen, die niet minder problemen opleveren dan landgrenzen. Het wereldwijde geopolitieke denken kan niet om de oceanen en de polen heen.
Een ander belangrijk aspect van de 'multidimensionale crisis' waarmee we geconfronteerd worden, betreft uiteraard de kapitalistische globalisering en financialisering. Dat heeft geleid tot de vorming van een wereldmarkt die meer verenigd is dan ooit tevoren, om het vrije verkeer van goederen, investeringen en speculatief kapitaal (maar niet van mensen) te garanderen. Een aantal factoren hebben deze 'voorspoedige globalisering' (voor het grootkapitaal) verstoord: een stagnatie in de handel, de opkomst van speculatieve financiën en schulden, de covid pandemie die de gevaren van de internationale verdeling van productieketens blootlegde, en de mate van Westerse afhankelijkheid van China, die bijdroeg aan de snelle verandering in de betrekkingen tussen Washington en Peking (van bondgenootschap naar confrontatie).
Het was het grootkapitaal in het Westen dat van China de werkplaats van de wereld wilde maken om zo goedkope productie te garanderen en de arbeidersbeweging in hun eigen land te breken. Het was Europa dat voorop liep bij de veralgemening van de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), waar Beijing zich bij had aangesloten. Ze waren er allemaal van overtuigd dat het voormalige Rijk van het Midden definitief aan hen ondergeschikt zou zijn, en dat was misschien ook wel zo. Als dat niet het geval was, dan was dat omdat de leidende vleugel van de Chinese bureaucratie, nadat het verzet van het volk in bloed was gesmoord (1986), erin slaagde zijn kapitalistische omvorming door te voeren en een originele vorm van staatskapitalisme te laten ontstaan.
Het staatskapitalisme heeft een lange geschiedenis in Oost-Azië, onder de bescherming van de Kuomintang (Guomindang) in China en in Taiwan, Zuid-Korea... Door zijn geschiedenis is de Chinese sociale formatie natuurlijk uniek, maar het is een klassieke combinatie van de ontwikkeling van privékapitaal en de kapitalistische toe-eigening van staatsbedrijven. We hebben hier niet te maken met twee afzonderlijke economische sectoren (een fundamenteel duale economie); ze zijn in feite nauw met elkaar verbonden door meervoudige banden, evenals door familieclans die in alle sectoren aanwezig zijn.
Ten eerste begon China, dat zich onder leiding van Deng Xiaoping had bekeerd tot het kapitalisme, stilletjes aan zijn imperialistische start en kon het profiteren van de geografische afstand tot de Verenigde Staten, die lange tijd niet in staat waren om zich opnieuw op Azië te richten (dat gebeurde pas onder Joe Biden, in de nasleep van het Afghaanse debacle).
Laten we ter afsluiting van dit deel opmerken dat:
- De internationale geopolitieke situatie nog steeds gedomineerd wordt door de strijd tussen het gevestigde imperialisme (de Verenigde Staten) en het opkomende imperialisme (China). Natuurlijk zijn zij niet de enige spelers in het grote mondiale spel tussen grote en kleine machten, maar geen enkele andere macht legt zoveel gewicht in de schaal als deze twee 'supermachten'.
- Een bijzonder kenmerk van dit conflict is de heel hoge mate van objectieve onderlinge afhankelijkheid. De crisis van de neoliberale globalisering mag dan duidelijk zijn, de erfenis ervan is nog steeds aanwezig. Er bestaat niet langer zoiets als 'voorspoedige globalisering', maar ook niet zoiets als 'voorspoedige (kapitalistische) de-globalisering'. Geopolitieke conflicten zijn zowel een symptoom van die structurele crisis als een accentuering van de tegenstellingen. Tot op zekere hoogte zijn we ook hier een 'onbekend terrein' binnengetreden dat zijn weerga niet kent.
- Hoewel de Verenigde Staten nog steeds de belangrijkste 'supermacht' zijn, heeft hun hegemonie een relatieve neergang gekend. Ze kunnen de wereld niet blijven controleren zonder de hulp van betrouwbare en doeltreffende bondgenoten, die nu ontbreken. Ze zijn verzwakt door de politieke en institutionele crisis die Donald Trump heeft veroorzaakt en de blijvende diplomatieke gevolgen daarvan (verlies van vertrouwen bij hun bondgenoten). Men zou kunnen zeggen dat er geen 'klassiek' imperialisme meer bestaat, gezien de omvang van de deïndustrialisatie van de VS. Joe Biden mobiliseert nu aanzienlijke financiële en juridische middelen om te proberen het tij op dat gebied te keren, maar dat is geen gemakkelijke taak. Vergeet niet dat een land als Frankrijk niet in staat was, zelfs niet in het geval van een levensbedreigende noodsituatie (covid), om hydroalcoholische gel, chirurgische maskers en N95's, jassen voor verplegend personeel te produceren. En toen ging het niet om geavanceerde technologie!
- China bevond zich in een veel betere positie op dat gebied. Het had uit het Maoïstische tijdperk een binnenlandse industriële basis geërfd, een bevolking met een voor de Derde Wereld hoog alfabetiseringsniveau en een goed opgeleide arbeidersklasse. Nu het de werkplaats van de wereld is geworden, heeft het zich verzekerd van een nieuwe industrialisatiegolf (deels afhankelijk, maar niet uitsluitend). Er werden enorme middelen geïnvesteerd in de productie van geavanceerde technologieën. De partijstaat was in staat om de nationale en internationale ontwikkeling van het land te organiseren (er zat een piloot in de cockpit). Toch is het Chinese regime nu ondoorzichtiger en geheimzinniger dan ooit. We weten hoe de politieke en institutionele crisis het Amerikaanse imperialisme beïnvloedt. Het is heel moeilijk om te weten wat er in China gebeurt. De hypercentralisatie van de macht onder Xi Jinping, die president voor het leven is geworden, lijkt nu echter een factor te zijn in de structurele crisis.
- De relatieve neergang van de Verenigde Staten en de onvoltooide opkomst van China hebben een ruimte geopend waarin secundaire machten een rol van betekenis kunnen spelen, althans in hun eigen regio (Rusland, Turkije, Brazilië, Saoedi-Arabië, enzovoort). Ik geloof dat Rusland niet heeft opgehouden China voor een reeks voldongen feiten te stellen aan de oostgrenzen van Europa. Door gezamenlijk op te treden, waren Moskou en Peking het spel op het Euraziatische continent grotendeels meester. Er was echter geen coördinatie tussen de invasie van Oekraïne en een daadwerkelijke aanval op Taiwan.
Kunnen we in deze context stellen dat de Russische invasie in Oekraïne en de steun van de Westerse mogendheden aan Oekraïne in reactie daarop, van die oorlog een inter-imperialistische oorlog maken die ons ertoe aanzet om in reactie daarop de Zimmerwald-politiek (oorlog tegen oorlog) op te roepen? Of hebben we integendeel te maken met een oorlog van nationale bevrijding die, hoewel gesteund door de imperialistische mogendheden, Westers links verplicht solidair te zijn met het verzet van het Oekraïense volk tegen de Russische invasie?
Het beleid van Zimmerwald was om op te roepen tot vrede zonder annexaties. Nu stellen sommige mensen die zich opwerpen als erfgenamen van Zimmerwald voor om een stuk van Oekraïne aan Rusland af te staan, om daar referenda te organiseren om hun afscheiding van Oekraïne te bekrachtigen, enzovoort, maar laten we dat buiten beschouwing laten.
De eenvoudigste manier om die vraag te beantwoorden is terug te gaan naar de volgorde van de gebeurtenissen. Een invasie wordt voorbereid door het mobiliseren van aanzienlijke militaire middelen aan de grenzen, wat vanzelfsprekend tijd kost. Poetin deed dat. Op dat moment zat de NAVO midden in een politieke crisis na het Afghaanse avontuur en was het grootste deel van de operationele troepen in Europa nog niet naar het oosten herschikt. Biden's grootste zorg was China en hij probeerde Moskou nog steeds uit te spelen tegen Peking. De Amerikaanse geheime diensten waren de eersten die waarschuwden dat een invasie mogelijk was, maar de waarschuwing werd niet serieus genomen door de Europese staten en zelfs niet door Zelinsky zelf.
De meesten van ons in West-Europa hadden weinig contact met onze kameraden in Oost-Europa (vooral in Oekraïne) en velen van ons analyseerden de gebeurtenissen in zuiver geopolitieke termen (een fout die je nooit mag maken) en dachten dat Poetin gewoon sterke druk uitoefende op de Europese Unie om de post-Afghaanse verdeeldheid binnen de NAVO aan te wakkeren. Als dat het geval was geweest, had de invasie niet moeten plaatsvinden, omdat die het tegenovergestelde effect zou hebben gehad: ze zou de NAVO een nieuwe betekenis hebben gegeven en ze in staat hebben gesteld de rangen te sluiten. En dat is precies wat er is gebeurd! Bovendien wilde vóór de Russische invasie een meerderheid van de Oekraïense bevolking in een ongebonden land leven. Nu ziet slechts een hele kleine minderheid hun veiligheid als iets anders dan een hecht bondgenootschap met de NAVO-landen.
Van mijn kant had ik pas heel kort voor de invasie het gevoel dat het mogelijk was dat die plaats zou vinden, gewaarschuwd door mijn vriend Adam Novak.
We weten nu veel meer: de invasie werd al jaren voorbereid. Het was onderdeel van een groots plan om het Russische Rijk te herstellen binnen de grenzen van de stalinistische USSR, met Catharina II als referentiepunt. Het bestaan van Oekraïne was (in Poetins eigen woorden) slechts een anomalie waaraan Lenin schuldig was en het zou opnieuw in de Russische kudde moeten worden opgenomen. In feite noemen de Oekraïners het de volledige invasie en wijzen ze erop dat de ondermijning en militaire bezetting van Donbass, Luhansk en de Krim in 2014 een eerste fase van de invasie was. De 'Speciale Operatie' (het woord 'oorlog' was tot voor kort verboden en is dat in de praktijk nog steeds) zou heel snel verlopen en helemaal doorlopen tot Kiev, waar een ondergeschikte regering zou worden gevestigd. De Westerse troepen, die verrast werden, konden alleen maar buigen voor het voldongen feit – en ze werden verrast. Zelfs Washington reageerde politiek traag.
De zandkorrel die de oorlogsmachine tot stilstand bracht was de omvang van het Oekraïense verzet, onvoorzien door Poetin, maar ook in het Westen. We kunnen echt spreken van een massaal volksverzet, in samenwerking met de strijdkrachten. Het is een nationaal verzet, waaraan veel Russischtaligen deelnemen (en het hele politieke spectrum, met uitzondering van degenen die loyaal zijn aan Moskou). Voor degenen die daaraan twijfelden, was er geen duidelijker bewijs dat: Oekraïne bestaat. Dat is het tweede scenario dat je noemde.
De tijd kan die 'oorspronkelijke' waarheid en onze solidariteitsverplichting niet wissen. Een dubbele solidariteitsverplichting, zou ik willen zeggen. Met het nationale verzet van het Oekraïense volk en met de linkse krachten die in Oekraïne zelf blijven strijden voor de rechten van arbeiders en vakbonden, voor vrijheid van vereniging en meningsuiting, tegen het autoritaire regime van Zelynsky en tegen het neoliberale beleid (voorgestaan door de Europese Unie)...
Oekraïne is natuurlijk een brandhaard geworden in de Russisch-Westerse machtsstrijd. Zonder de wapenleveranties van met name de Verenigde Staten zouden de Oekraïners geen enkel 'front' hebben kunnen behouden. De wapenleveranties zijn echter steeds achtergebleven bij wat nodig zou zijn geweest om Moskou beslissend te verslaan. Tot op de dag van vandaag is de controle van het Russische leger over het luchtruim niet tegengegaan. En de NAVO-landen zijn opnieuw verdeeld, terwijl de verkiezingscrisis in de Verenigde Staten de stemming over fondsen voor Oekraïne blokkeert.
Na de kans te hebben gehad om verdediging in de diepte op te bouwen en te reorganiseren, blijft Moskou de drijvende kracht achter de militaire escalatie in Oekraïne, met de hulp van Noord-Koreaanse granaten en financiering door India en China (via de verkoop van olieproducten), en zet het het beleid van voldongen feiten door tot het punt van schande: de deportatie van Oekraïense kinderen en hun adoptie in Russische gezinnen.
Als dat zo is, hoe moeten we dan reageren op degenen die geloven dat steun aan het verzet de belangen dient van de Westerse mogendheden (met de goedkeuring van de regering Zelensky) die de oorlog willen verlengen, ongeacht de (menselijke en materiële) verwoestingen die het veroorzaakt, en dat het daarom noodzakelijk is om een actief beleid te bevorderen om een rechtvaardige vrede te verdedigen?
Ik ben zelf niet actief betrokken bij de solidariteit met Oekraïne. Ik handhaaf mijn Aziatische solidariteitsactiviteiten, tegen de stroom van de huidige gebeurtenissen in. Ik heb me verdiept in de Israëlisch-Palestijnse kwestie (waar ik moeilijk mee kan leven). Ik blijf dus voorzichtig.
We zijn ons allemaal bewust van de omvang van de verwoesting die deze oorlog heeft aangericht, des te meer omdat Poetin een oorlog voert die schaamteloos gericht is tegen de burgerbevolking. Het is ondraaglijk.
Het is echter niet onze steun, maar Poetin die deze oorlog verlengt. We mogen onze verantwoordelijkheid niet laten verwateren. Als we met de term 'rechtvaardige vrede' een wapenstilstand voor onbepaalde tijd in de huidige frontlinie bedoelen, dan zou dat betekenen dat vijf miljoen Oekraïners in de bezette gebieden onder een regime van gedwongen assimilatie moeten leven, waarbij miljoenen Oekraïners gedeporteerd zouden worden naar de Russische Federatie zelf.
Ik geloof dat het vooral de rol van onze solidariteitsbeweging is om te helpen de beste voorwaarden te scheppen voor de strijd van het Oekraïense volk en, daarbinnen, voor de Oekraïense sociale en politieke linkerzijde. Het is zeker niet aan ons om te bepalen wat de voorwaarden van een vredesakkoord zouden kunnen zijn. Ik denk dat we moeten luisteren naar wat Oekraïens links, de vrouwenbeweging, de vakbonden, de beweging van Krim-Tataren en de milieuactivisten (en anderen) vragen en gehoor moeten geven aan hun oproepen.
We moeten ook luisteren naar links en de anti-oorlogsbewegingen in Rusland zelf. De meeste delen van de Russische antikapitalistische linkerzijde geloven dat de nederlaag van Rusland in Oekraïne de trigger kan zijn die de deur opent naar de democratisering van het land en de opkomst van verschillende sociale bewegingen.
Linkse mensen in het Westen die beweren dat links in Oost-Europa 'nauwelijks bestaat' vergissen zich.
Geloven dat een slecht compromis over de rug van de Oekraïners een einde zou kunnen maken aan de oorlog is een illusie die mij gevaarlijk lijkt. Dat is de redenen vergeten waarom Poetin ten strijde trok: om Oekraïne te liquideren en de reconstructie van het Russische Rijk voort te zetten, maar ook om de economische rijkdom (inclusief de landbouw) in beslag te nemen en een koloniaal regime in de bezette gebieden te vestigen.
Poetins staatsapparaat zit boordevol geheime dienstmensen (KGB-FSB). De staat heeft al ingegrepen in het hele gebied waar het zich bevindt, van Tsjetsjenië tot Centraal-Azië en Syrië. Internationaal bestaat het alleen door zijn militaire capaciteiten en de verkoop van wapens, olie en landbouwproducten...
Ik heb een totaal wantrouwen tegen 'onze' imperialistische machten, waarvan ik me terdege bewust ben en die ik altijd zal blijven bestrijden. Ik zal nooit op hen vertrouwen om te onderhandelen of een vredesakkoord op te leggen. Kijk maar naar wat er gebeurd is met de Oslo-akkoorden in Palestina!
Voor mij is er dus geen sprake van dat solidariteitsbewegingen zich 'voegen naar de logica van de machten' (wat die ook mogen zijn). Ze moeten volledig onafhankelijk blijven van staten en regeringen (inclusief die van Zelensky). Ik herhaal, we luisteren naar de krachten van Oekraïens links en anti-oorlogs links in Rusland.
Aan de andere kant gebruiken de VS en de EU de Russische oorlog in Oekraïne en de toenemende internationale spanningen als alibi voor herbewapening en hogere militaire uitgaven. Kunnen we spreken van een 'nieuwe koude oorlog' of zelfs de dreiging van een wereldoorlog waarin het gebruik van kernwapens niet uitgesloten is? Wat moet het standpunt van antikapitalistisch links zijn tegenover dat herbewapenen en die dreiging?
Ik ben tegen herbewapening en hogere militaire uitgaven van de Verenigde Staten en de Europese Unie.
Dat gezegd hebbende, denk ik dat we het breder moeten zien. Er is een nieuwe wapenwedloop aan de gang waarin China (en zelfs Rusland) het initiatief lijken te hebben op verschillende gebieden, waaronder supersonische wapens die bestaande antiraketschilden ondoeltreffend zouden maken of waarmee een vliegdekschip van heel ver kan worden aangevallen. Voor zover ik weet, is er nog niets echt getest en ik weet niet wat waar is en wat sciencefiction, maar andere kameraden hebben op dat gebied zeker meer kennis dan ik.
De wapenwedloop zelf is een groot probleem. Om de gebruikelijke redenen (militarisering van de wereld, verovering door het militair-industrieel complex van een exorbitant deel van de overheidsbegrotingen, enzovoort), maar ook vanwege de klimaatcrisis, die het nog dringender maakt om uit het tijdperk van permanente oorlogen te komen. De productie van wapens en het gebruik ervan is niet opgenomen in de officiële berekening van de uitstoot van broeikasgassen. Een verschrikkelijke ontkenning van de realiteit.
Poetin heeft herhaaldelijk gedreigd met kernwapens, zonder resultaat (ik vraag hem niet om consequent te zijn met zijn uitspraken). Ik betwijfel of de dreiging van een kernoorlog een direct gevolg is van het huidige Oekraïense conflict (ik hoop dat ik gelijk heb), maar ik denk toch dat het (helaas) een reëel probleem is. Ook hier ga ik het onderwerp verbreden.
Er zijn al vier nucleaire 'hot spots'. Eén daarvan ligt in het Midden-Oosten: Israël. Drie bevinden zich in Eurazië: Oekraïne, India-Pakistan en het Koreaanse schiereiland. De laatste is de enige die 'actief' is. Het Noord-Koreaanse regime voert regelmatig tests uit en lanceert raketten in een regio waar de Amerikaanse luchtmacht is gestationeerd en waar het grootste complex van Amerikaanse bases in het buitenland is gevestigd (in Japan, met name op het eiland Okinawa). Joe Biden heeft zijn handen al vol aan Oekraïne, Palestina en Taiwan en zou graag afzien van een verslechtering van de situatie in dit deel van de wereld (en ook in China), een situatie waarvoor Trump en ook de laatste telg van de Noord-Koreaanse erfelijke dynastie een grote verantwoordelijkheid dragen.
Een klein probleem: een Noord-Koreaanse kernraket heeft twintig minuten nodig om Seoul, de hoofdstad van Zuid-Korea, te bereiken. Onder die omstandigheden wordt de belofte om niet als eerste kernwapens te gebruiken moeilijk toepasbaar.
Frankrijk is een van de landen die de publieke opinie politiek voorbereidt op het mogelijke gebruik van een 'tactische' kernbom. We moeten ons krachtig verzetten tegen die poging om kernwapens gemeengoed te maken. Helaas bestaat er een soort nationale politieke consensus waardoor 'ons' nucleaire arsenaal geen principekwestie is voor politieke akkoorden, zelfs niet ter linkerzijde en zelfs niet als we voor afschaffing zijn.
De kwestie van herbewapening, van de nieuwe wapenwedloop, van kernenergie, moet een vast onderdeel zijn van de activiteiten van anti-oorlogsbewegingen aan beide kanten van de grens. Bijvoorbeeld: ondanks het verschrikkelijke intercommunale geweld dat gepaard ging met de deling van India in 1947, voeren de Pakistaanse en Indiase linkse partijen samen campagne voor ontwapening.
Kunnen we spreken van een 'nieuwe Koude Oorlog'? Ik vond Koude Oorlog altijd een heel eurocentrische uitdrukking. In Azië was de oorlog heftig (de Amerikaanse escalatie in Vietnam). Wat betekent het nu, nu Rusland oorlog voert in Oekraïne? Ik begrijp dat het in de pers en in debatten wordt gebruikt, maar ik denk niet dat we het zelf moeten gebruiken, om twee belangrijke redenen:
- Het reduceert de analyse tot een heel beperkte benadering van geopolitiek. Oorlog is alleen 'koud' omdat er geen directe confrontatie is tussen grootmachten. Dat sluit een concrete analyse van hete conflicten niet uit, maar draagt er ook niet aan bij.
- In het algemeen houd ik niet van historische analogieën: 'zitten we in...'. We zijn nooit 'in...', maar in het heden. Ik weet dat geschiedenis helpt om het heden te verklaren en dat het heden helpt om het verleden opnieuw te bekijken, maar de formule 'nieuwe Koude Oorlog' illustreert mijn terughoudendheid. In de 'eerste' Koude Oorlog stond het 'Westblok' tegenover het 'Oostblok'. In die tijd hadden het Sovjetblok en China slechts beperkte economische betrekkingen met de kapitalistische wereldmarkt. De revolutionaire dynamiek ging door (Vietnam, enzovoort).
Nu is de kapitalistische wereldmarkt universeel geworden. De globalisering heeft haar intrede gedaan. China is een van haar pijlers geworden. Er bestaat een nauwe economische onderlinge afhankelijkheid tussen China, de Verenigde Staten en de West-Europese landen. Het is onmogelijk om de complexiteit van het Chinees-Amerikaanse conflict te begrijpen zonder die factor volledig in aanmerking te nemen. Dus waarom teruggrijpen op een oude formule en dan toevoegen: maar alles is nu natuurlijk anders.
Ik zou zeggen dat het thema van de nieuwe Koude Oorlog de kampisten aan beide kanten goed uitkomt. Degenen die hun steun aan Moskou en Peking willen rechtvaardigen. Of degenen die de kant van de democratie en de westerse waarden willen kiezen tegen autocraten.
Een kleine tegenzet tot slot: Biden is een man van het verleden. Hij heeft door verschillende grote crises heen geleerd te onderhandelen over nucleaire dreigingen. Dat kan hem nu nog van pas komen.
Wat staat er op het spel in Israëls vernietigingsoorlog in Gaza? Waarom blijven de Verenigde Staten Israël steunen, ondanks hun recente onthouding in de VN-Veiligheidsraad? Welke rol moet onze internationalistische solidariteit met het Palestijnse volk spelen?
Wat staat er op het spel in die oorlog? Het hele overleven van de mensen in Gaza. Een specialist in deze kwesties (de eliminatie van bevolkingsgroepen) had een zin die volgens mij heel treffend is. Hij had nog nooit een situatie gezien die zo ernstig was in zijn 'intensiteit'. In andere gevallen is er een groter aantal mensen omgekomen, maar Gaza is een klein gebied dat een veelzijdige aanval ondergaat van een ongekende intensiteit. Zelfs als de bombardementen zouden stoppen en er massaal hulp zou komen, zouden er doden blijven vallen.
De hele bevolking zal leven met herhaalde posttraumatische stress, te beginnen met kinderen, waarvan het sterftecijfer duizelingwekkend is. De jongste kinderen, die het slachtoffer zijn van ondervoeding, zullen nooit een 'normaal' leven kunnen leiden.
Andere zaken die op het spel staan zijn het hele bestaan van de Westelijke Jordaanoever, waar Palestijnen dagelijks het slachtoffer zijn van geweld door Joodse kolonisten, gesteund door het leger en paramilitairen. Zullen de overlevende Gazanen gedwongen worden in ballingschap te gaan via Egypte of de zee? Zullen de overlevende Palestijnen van de Westelijke Jordaanoever naar Jordanië worden verdreven? Zal het Groot-Israël project worden uitgevoerd?
De kolonisatie van Palestina kan gezien worden als een langetermijnproces, maar nu is er sprake van een verschrikkelijk keerpunt. Netanyahu heeft zijn oorlogsdoelen nooit gedefinieerd (behalve de totale vernietiging van Hamas, een nooit eindigende onderneming). Ik zal niet proberen ze voor hem te definiëren, niet in het minst omdat de situatie onstabiel is.
De bomaanslag op het Iraanse consulaat in Damascus op 1 april is een voorbeeld van Netanyahu's vlucht over de grenzen van Palestina heen. Het is een flagrante schending van het Verdrag van Wenen ter bescherming van diplomatieke missies. Het doelwit van de aanval waren hoge Hezbollah-leiders die daar waren, maar dat 'rechtvaardigt' niets. Er zijn altijd wel 'vijanden' in diplomatieke missies, inclusief hoge officieren. De Israëli's weten dat maar al te goed, want Mossad-agenten vermomd als diplomaten hebben meer dan eens iemand vermoord of ontvoerd in het buitenland. Het is merkwaardig en verontrustend dat dat bombardement niet meer protesten heeft uitgelokt.
Teheran wil geen oorlog, maar het moet wel reageren. We zitten op het scherp van de snede.
Joe Biden heeft zijn eigen val gezet door vanaf het begin zijn onvoorwaardelijke steun aan de Israëlische regering te verklaren, uit eigen zionisme en zonder de deskundigen in zijn eigen regering te raadplegen, wat tot een reeks schokkende ontslagnemingen heeft geleid. Hij kon het ondraaglijke niet langer steunen, maar stopte niet met het leveren van wapens en munitie aan Israël. Ik kan het mis hebben, maar ik krijg de indruk dat hij gewoon zijn diplomatieke greep op de Arabische wereld kwijt is en nu druk bezig is defensiedeals te sluiten met Japan en de Filipijnen, voor het geval Trump de volgende presidentsverkiezingen wint.
[Een update: Iran voerde in de nacht van 13 op 14 maart een luchtaanval uit op Israël. Volgens een Israëlische telling werden meer dan 300 projectielen afgevuurd: 170 drones, 30 kruisraketten en 110 ballistische raketten. Teheran had de operatie aangekondigd, wat werd bevestigd door de Verenigde Staten. Het duurt enkele uren voordat deze wapens Israël bereiken, dus er was genoeg tijd om er onderweg veel neer te schieten. De Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk en Jordanië droegen allemaal bij aan de operatie. Desondanks werd een Israëlische militaire basis getroffen. Het doel van die operatie was duidelijk politiek, een waarschuwing als reactie op de aanval in Damascus. Het was de eerste keer dat het Iraanse regime Israël op die manier rechtstreeks aanviel. Teheran kondigde aan dat zijn operatie geen vervolg zou krijgen, tenminste niet als de Israëli's het daarbij zouden laten. Tegenover Iran kan Joe Biden nog steeds een front van Westerse en Arabische landen activeren. De afhankelijkheid van Israël van zijn beschermers wordt bevestigd].
Dan nu de laatste vraag. Wat zijn volgens mij de taken van de internationalistische solidariteit met het Palestijnse volk?
Allereerst de absolute urgentie, waarover een heel brede consensus kan worden bereikt: een onmiddellijk staakt-het-vuren, de binnenkomst van massale hoeveelheden hulp via alle toegangswegen naar de Gazastrook, de bescherming van konvooien en humanitaire hulpverleners (van wie er velen zijn gedood), de hervatting van de missie van de UNRWA, wiens rol onvervangbaar is, een stopzetting van de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en het herstel van de rechten van de Palestijnen die zijn onteigend, de vrijlating van Israëlische gijzelaars en Palestijnse politieke gevangenen, enzovoort.
We verdedigen het recht van de Palestijnen op verzet, inclusief gewapend verzet, zonder 'maar'; maar dat betekent niet dat we Hamas politiek steunen of ontkennen dat er op 7 oktober oorlogsmisdaden zijn gepleegd, zoals veel onafhankelijke bronnen bevestigen. Die bronnen omvatten Physicians for Human Rights-Israel (PHRI); bedoeïenendorpelingen in de Negev die Israël weigert te beschermen, maar die herhaaldelijk zijn aangevallen door Hamas; Israëlische activisten die hun leven hebben gewijd aan het verdedigen van de rechten van Palestijnen...
Hamas is nu de belangrijkste militaire component van het Palestijnse verzet, maar heeft Hamas ook een emancipatoir project? We hebben altijd de bewegingen geanalyseerd die betrokken waren bij de bevrijdingsstrijd die we steunden. Waarom zou het nu anders zijn?
Onze rol als internationalisten is ook om een lijn te trekken, hoe dun ook, tussen de huidige taken en een emancipatoire toekomst. Wij verdedigen het principe van een Palestina waar de inwoners van dat historische land 'tussen de zee en de rivier' samen kunnen leven (inclusief de terugkeer van Palestijnse vluchtelingen). Dat zal niet gebeuren zonder diepgaande sociale omwentelingen in de regio, maar we kunnen inhoud geven aan dat perspectief door de organisaties te steunen die nu samen optrekken, Joden en Arabieren/Palestijnen, tegen alle verwachtingen in. Ze nemen allemaal grote risico's om die Joods-Arabische solidariteit in de huidige context te blijven tonen. We zijn hen onze solidariteit verschuldigd.
Joods-Arabische solidariteit is ook een van de sleutels tot de ontwikkeling van internationale mobilisaties, vooral in de Verenigde Staten waar de Jewish Voice for Peace-beweging een heel belangrijke rol heeft gespeeld in het tegengaan van de propaganda van de pro-Israëlische lobby's en het openen van de ruimte voor protest.
Hoe analyseer je de strategie van China's buitenlands beleid en het conflict met Taiwan?
Ik denk dat de prioriteiten van Xi Jinping zijn om China's wereldwijde expansie en consolidatie voort te zetten, om te concurreren met de Verenigde Staten op het gebied van hoogwaardige technologie voor zowel civiel als militair gebruik, om te streven naar belangrijke diplomatieke allianties (een achilleshiel tegenover de Verenigde Staten), om zijn eigen invloedssfeer te ontwikkelen in regio's die in dit stadium als strategisch worden beschouwd (zoals de Stille Zuidzee), en om zijn militaire lucht- en ruimtevaartcapaciteiten en zijn surveillance- en desinformatiecapaciteiten te versterken. De invasie van Taiwan zou niet op de agenda staan.
China's expansiepad verschilt van dat van zijn voorgangers. De tijden zijn veranderd. Beijing heeft slechts één grote conventionele militaire basis, in Djibouti. Het sluit echter overeenkomsten met een groeiend aantal landen om toegang te krijgen tot hun havens. Sterker nog, het neemt ze geheel of gedeeltelijk in bezit, waardoor het een uitgebreid maritiem netwerk van verbindingspunten heeft voor zowel civiel als militair gebruik. De veiligheidsdiensten in Chinese bedrijven in het buitenland worden verzorgd door militairen, waardoor het leger informatie kan verkrijgen en contacten kan leggen.
Het Chinese beleid is imperialistisch van aard en het is moeilijk in te zien hoe het anders zou kunnen zijn. Elke grote kapitalistische macht moet de veiligheid van zijn investeringen en communicatie garanderen en de politieke en financiële winstgevendheid van zijn verplichtingen.
Beijing heeft zijn soevereiniteit uitgeroepen over de hele Zuid-Chinese Zee, een belangrijke internationale doorgangszone, die het heeft gemilitariseerd zonder rekening te houden met de maritieme rechten van de buurlanden. Het eigent zich visbestanden toe en exploreert de zeebodem. Een autoritair regime gebruikt autoritaire methoden waar het maar denkt dat het kan. Natuurlijk kan een zogenaamd democratisch imperialistisch regime hetzelfde doen...
Naast de langdurige oorlogssituaties in Syrië, Jemen, Soedan en de Democratische Republiek Congo, is er een oorlog in Birma waarover in het Westen weinig wordt gesproken. Kan je iets zeggen over de huidige stand van dat conflict?
Eerst iets over Soedan. Er is een schat aan ervaring met volksverzet in dat land, onder extreem moeilijke omstandigheden, die meer bekendheid (en steun) verdient.
Birma was een schoolvoorbeeld. Op 1 februari 2021 grepen de militairen alle macht in een staatsgreep. De volgende dag ging het land in verzet in de vorm van een wijdverspreide werkonderbreking en een enorme beweging van burgerlijke ongehoorzaamheid. De putsch werd afgebroken, maar bij gebrek aan onmiddellijke internationale steun kon het leger niet worden afgezet. Het leger heroverde geleidelijk het initiatief door genadeloos hard op te treden. In de centrale regio, die aanvankelijk vreedzaam was, moest het volksverzet ondergronds gaan en vervolgens gewapend weerstand bieden. Het zocht steun bij gewapende etnische bewegingen die actief waren in de staten van de bergachtige periferie van het land.
Het is moeilijk om je een bredere burgerlijke verzetsbeweging voor te stellen dan die in Birma – maar de gewapende strijd werd een vitale noodzaak en baseerde haar legitimiteit op het bewijs van zelfverdediging. Dat stelde haar in staat om de vuurproef te doorstaan en zich geleidelijk aan te organiseren in de vorm van onafhankelijke guerrillastrijders of guerrillastrijders die verbonden waren aan de regering van nationale eenheid, de uitdrukking van het parlement dat door de militairen was ontbonden en (eindelijk) was opengesteld voor etnische minderheden.
Het conflict nam verschrikkelijk harde vormen aan, waarbij vooral het leger het monopolie op het luchtruim had. Het was ook complex, met elke etnische staat zijn eigen kenmerken en politieke keuzes. Geleidelijk aan verloor de junta echter de overhand. De junta kreeg steun van China (een buurland) en Rusland, maar bleek niet in staat om Peking de veiligheid van zijn investeringen en de bouw van een haven met toegang tot de Indische Oceaan te garanderen. Haar internationale isolement is groter geworden en haar ASEAN-bondgenoten zijn verdeeld geraakt.
Nu verliest het leger in veel regio's terrein en is het front van de oppositie tegen de junta breder geworden. Birma heeft een heel rijke geschiedenis, maar helaas is die weinig bekend in het Westen.
Concluderend lijken de verergering van de economische crisis en de toename van conflicten op zowel internationaal als regionaal niveau te wijzen op een keerpunt in de internationale context dat ons dwingt om het beleid van internationalistische solidariteit te heroverwegen. Welke wegen zijn er om een internationalisme op te bouwen dat is afgestemd op de veranderende aard van internationale conflicten in de 21e eeuw?
Er is een diepgaande herpositionering, met de tegenstelling tussen 'kampisme' en internationalisme als belangrijkste krachtlijn. We kunnen veel verschillen in analyse hebben, maar de vraag is of we alle slachtoffers verdedigen.
Elke macht kiest de slachtoffers die hem passen en laat de anderen in de steek. Wij weigeren in dat soort logica te stappen. Wij verdedigen de rechten van de Kanaken in Kanaky, wat Parijs er ook van mag denken, de Syriërs en de volkeren van Syrië tegenover de onverbiddelijke dictatuur van de Assad-clan, de Oekraïners onder de stortvloed van Russisch vuur, de Palestijnen onder de stortvloed van Amerikaanse bommen, de Puerto Ricanen onder het koloniale bewind van de VS, de volkeren van Birma zelfs als de junta wordt gesteund door China, de Haïtianen aan wie bescherming en asiel wordt geweigerd door de zogenaamde 'internationale gemeenschap'.
We laten de slachtoffers niet in de steek uit geopolitieke overwegingen. We steunen hun recht om vrij over hun toekomst te beslissen en, als dat aan de orde is, hun recht op zelfbeschikking. We staan aan de kant van progressieve bewegingen over de hele wereld die de logica van de 'grootste vijand' verwerpen. Wij staan niet in het kamp van welke grootmacht dan ook, of het nu een Japans-Westerse, Russische of Chinese mogendheid is. Bezetting is een misdaad in Oekraïne, net als in Palestina.
Geconfronteerd met de militarisering van de wereld hebben we een wereldwijde anti-oorlogsbeweging nodig. Dat is gemakkelijk gezegd, maar moeilijk gedaan. Kunnen we vertrouwen op lokale grensoverschrijdende solidariteit (Oekraïne-Rusland, India-Pakistan) om dat te bereiken? Of op de enorme solidariteitsbeweging met Palestina? Of op sociale fora zoals die in Nepal?
We moeten ook de klimaatkwestie integreren in de problematiek van de anti-oorlogsbewegingen en, omgekeerd, zouden militante milieubewegingen er baat bij hebben, als ze dat nog niet gedaan hebben, om de anti-oorlogsdimensie in hun strijd te integreren. Hetzelfde geldt voor kernwapens.
De persoonlijkheid van Greta Thunberg lijkt mij de belichaming van het potentieel van de jongere generaties die geconfronteerd worden met het geweld van de 'polycrisis'. Maar haar inzet vereist vasthoudendheid, die ze zeker niet mist, en het vermogen om op lange termijn te handelen, wat geenszins gemakkelijk is. Mijn generatie activisten werd in beweging gebracht door het radicalisme van de jaren zestig en, voor ons in Frankrijk, door de baanbrekende ervaring van mei 68. Dat was een hele stimulans. Hoe is de situatie nu?
Dit artikel werd op 16 april op Viento Sur gepubliceerd. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.
Reactie toevoegen