Europa’s vrijhandelspolitiek een ramp voor de armen

Zoals het met kip gaat, gaat het ook met melk, met tomaten, met uien en met zo veel andere producten. Om het Europese bedrijfsleven te beschermen is Europa voor vrijhandel. Arme landen in het zuiden worden onder druk gezet om vrijhandelsakkoorden met de Europese Unie te tekenen. Formeel, zo wordt door Europa benadrukt, gaat het om wederzijdse voordelen. Europa kan makkelijker naar landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika exporteren, en die landen kunnen hun producten makkelijker in de EU kwijt.

Het probleem is echter dat Europa heel veel te exporteren heeft en de arme landen in het zuiden weinig. En wat ze exporteren zijn vooral grondstoffen die goedkoop worden uitgevoerd om elders verwerkt te worden. De cacao komt goedkoop uit Afrika en in België of Nederland wordt er dure chocolade van gemaakt. De koffie komt uit de tropen maar wordt in Europa gebrand en gemalen. En hetzelfde geldt voor de vele delfstoffen die in de zuidelijke landen worden gedolven.

Die levering van goedkope grondstoffen voor de industrie in het noorden levert de arme landen in het zuiden bitter weinig op en is eerder een rem dan een stimulans voor verdere ontwikkeling. “Een nieuwe vorm van kolonialisme”, noemt Dot Keet van het Centrum voor Afrikastudies van de Universiteit van de Westkaap de vrijhandelsverdragen dan ook. Deze bevlogen onderzoekster en activiste geeft schrijnende voorbeelden van de gevolgen van de vrijhandelsverdragen voor de armen in Afrika.

Ook Rafael Barrera van het Colombiaanse netwerk tegen de vrijhandel heeft geen goed woord over voor de Europese vrijhandelspolitiek. “Er wordt gezegd dat Europa zo veel investeert in Latijns-Amerika”, zegt hij schamper. “In werkelijkheid kopen Europese bedrijven voor een habbekrats bedrijven in ons continent op. Vaak zijn dat voormalige staatsbedrijven die zo nodig geprivatiseerd moesten worden. Waterbedrijven, elektriciteitsbedrijven en telefoonbedrijven komen dan in buitenlandse handen en de prijzen gaan flink omhoog.” Hij vertelt dat in Colombia alle supermarkten inmiddels in Europese handen zijn en dat geldt ook voor het enige landelijke dagblad, zij het dat het bezit daarvan door de Europese eigenaren gedeeld wordt met de vice-president en de minister van Defensie.

Keet en Barrera waren begin april samen met collega’s uit Azië in Nederland om op een aantal bijeenkomsten te vertellen en te discussiëren over de gevolgen van het Europese vrijhandelsbeleid. In Den Haag hadden ze zelfs even de mogelijkheid om in discussie te gaan met Claude Maerten, een vertegenwoordiger van de Europese Commissie. De zuiderlingen luisterden met verbazing naar zijn uiteenzetting die erop neerkwam dat de vrijhandel juist in het belang is van de zuidelijke landen; dat Europa het juist doet om de landen in het zuiden te helpen ontwikkelen en dat er geen sprake is van druk van de kant van de EU. Hier stonden letterlijk twee werelden tegenover elkaar. Maar helaas, halverwege de bijeenkomst moest de heer Maerten al weer weg, zijn taxi stond al een kwartier voor de deur te wachten.

De bijeenkomsten met Keet, Barrera en de vertegenwoordigers van organisaties uit India en Indonesië zijn het begin van een campagne die bedoeld is om de gevolgen van de vrijhandelsverdragen in Nederland bekend te maken. Op zaterdagavond 17 mei is in de Plantage Doklaan 10-12 in Amsterdam een avond waarin verder over deze zaken wordt gepraat en plannen worden gemaakt voor acties. Aanvang 20.00 uur.

Meer informatie over verdere activiteiten op dit vlak op www.globaleurope.wordpress.com of www.andereuropa.nl.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop