Red het pensioenstelsel

De vakbeweging heeft een historische, moedige stap gezet door niet te bezwijken onder de grote druk die door de regering en in mindere mate de werkgevers uitgeoefend werd om toch een pensioenakkoord te sluiten. Historisch, omdat na 35 jaar polderen dit weleens de voorbode kan zijn voor een echt Nieuwe Vakbeweging.

Moedig, omdat de leiding van de vakbeweging door te volharden ook de interne discussie geopend heeft en door rechtop te blijven het debat aan kan gaan met de wereld van de politiek en maatschappelijke bewegingen. Een waar publiek debat.

Houd stand

Minister Koolmees is met concessies gekomen, zij het niet spijkerhard: vertraagde verhoging AOW-leeftijd - openheid voor indexatie op termijn - onderzoek naar de mogelijkheid om flexwerkers en zzp'ers op te nemen in het pensioenstelsel. Maar dat moet wel uit de te krappe begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de regering Rutte III is kennelijk niet bij machte deze 'aan te zuiveren'.

Alles overziend, is de afwijzing van dit bod volstrekt terecht. Aan de eisen van de vakbeweging is absoluut onvoldoende tegemoetgekomen. Door niet te zwichten voor deze afkoop, staat de regering in haar kleurloze hemd.

Maar dat is niet de belangrijkste overwinning. Door geen akkoord te sluiten, heeft de vakbeweging aangegeven dat het in de polder uitermate moeilijk is om werkelijk op te komen voor een sociaal en leefbaar Nederland. Voor de werkenden en niet werkenden, voor jong en voor oud. En dat is de dikste streep door de rekening van Rutte en zijn bevriende werkgevers. Door stand te houden heeft de vakbeweging mede de weg geopend, gesteund door de linkse partijen, voor het werken aan een echt socialer Nederland. Dat is pure winst, maar tevens het begin van een langdurige strijd. Doorgaan dus.

Bangmakerij

De handreikingen waren slechts een gebaar om de werkelijke agenda door te kunnen voeren: omgooien van het pensioenstelsel. Dat was het plan van de regeringscoalitie. De chef van de werkgevers, De Boer, jammerde tot tranen geroerd over een gemiste kans, de man van de schijnheiligheid die ons ooit uitschold voor 'labbekakken'. De achterban van de FNV was de schuld, zei hij. Rutte volgde hem en bleek zijn lach kwijt.

Voorlopig is de afbraak van één van de laatste stukjes 'verzorgingsstaat' een halt toegeroepen. Dreigementen voor de mogelijke korting op de pensioenen in 2020 slaan nergens op. Bangmakerij. De AOW en de aanvullende pensioenen zijn nog tot in lengte van dagen goed te financieren, het is slechts een politieke keuze dat niet te doen. En daarom moet het roer om. Zonder angst dus.

Aan de slag

Er moet nog veel gebeuren. Belangrijk is dat het een brede, maatschappelijke discussie wordt van vakbondsleden, linkse politieke en maatschappelijke organisaties. Duidelijk moet zijn dat dit niet alleen een kwestie van ouderen is. We hebben in ieder geval één sociale zekerheid: jong wordt oud, binnen en buiten de vakbeweging en in alle sectoren.

Onze inzet is een collectief en sociaal stelsel van oudedagsvoorzieningen met als uitgangspunt het huidige pensioenstelsel dat vriend en vijand het beste van de hele wereld noemen. Elke aanpassing dient het sociale en collectieve karakter veilig te stellen en kan daarom geen deel uitmaken van een verzekeringssysteem dat op een commerciële basis rust. Dat laatste willen de werkgevers met achter hun grote kar de club van Rutte als bijwagen.

Gedurende de lange onderhandelingen kwam er weinig van de discussies naar buiten, vrijwel alles bleef achter gesloten deuren. Die tijd is en moet voorbij zijn. Alle standpunten en overwegingen moeten glashelder zijn. Over hoe de betaling van de pensioenen en de AOW er voor staat, hoe toekomstbestendig het systeem is. De feiten over de arbeidsmarkt, de flexibele contracten, de vergrijzing, de financiële situatie van de pensioenfondsen moeten openbaar worden. Ze zullen vast en zeker rooskleuriger zijn dan De Boer, Rutte en Koolmees ons doen geloven. Het gaat hun immers om iets anders, namelijk verdere privatisering en individualisering van ons bestaan.

Met één ding had Koolmees gelijk: de pensioenfondsen zijn eigendom van werknemers en werkgevers. Nou ja, bijna gelijk. De aanspraken van de werkgevers zijn heel betrekkelijk. Ze dragen aan de pensioenpotten bij via het door de werkenden opgebrachte geld die heel goed in staat zijn dat te beheren en veilig te maken voor de toekomst. Aan het werk dus.

Dit stuk verscheen eerder als commentaar op Solidariteit.

Dossier
Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop