'Vraag me niet om kalm te zijn, want ik ben je verzoeken beu. Hoe lang blijf je zeggen dat ik hetzelfde ben als degenen die me willen vermoorden?'

Mamadou Ba is een van de leiders van SOS Racismo in Portugal en een bekende linkse, antiracistische activist. Vanwege zijn activisme wordt hij regelmatig met de dood bedreigd. In augustus stuurde een fascistische organisatie een dreigbrief naar een tiental mensen, waaronder Mamadou Ba, en sommeerde hen het land te verlaten. Racistisch geweld is een reële dreiging. Eind juni nog werd een zwarte man vermoord door een racist die hem vertelde 'terug te gaan naar zijn eigen land'. In reactie op deze ontwikkelingen publiceerde Mamadou Ba het volgende artikel in de Portugese pers.

'“If we must die, O let us nobly die,
So that our precious blood may not be shed
In vain; then even the monsters we defy
Shall be constrained to honor us though dead!”
Claude Mckay. [1]

De afgelopen jaren zijn er duizenden klachten over rassendiscriminatie ingediend bij de bevoegde instantie, de Commissie voor Gelijkheid en tegen Rassendiscriminatie, om nog maar te zwijgen van de honderden gevallen van racisme die tot klachten bij rechtbanken hebben geleid. Enkele tientallen van deze gevallen hebben zelfs aanleiding gegeven tot een groot openbaar debat in het land. Ik wil u alleen maar aan enkele van de gevallen herinneren die aanleiding hebben gegeven tot een openbare discussie.

In februari 2015 hebben tientallen politieagenten zes zwarte burgers op het politiebureau van Alfragide gemarteld. Tijdens de mishandeling en foltering hebben de agenten racistische beledigingen aan het adres van de slachtoffers geuit.
In februari 2107 was de Roma-gemeenschap van Santo Aleixo da Restauração, in de gemeente Moura, het doelwit van doodsbedreigingen. Deze werden op muren in het dorp geschilderd, inclusief hakenkruizen. En er waren in de stijl van de nazi-pogroms brandstichtingen die huizen, dieren, auto's en zelfs het kerkgebouw waar de families de religieuze eredienst hielden, niet spaarden.
In dezelfde maand februari 2017 brak er een controverse uit over het bestaan van een school waar de leerlingen allemaal de Roma etniciteit hadden.
In juli 2017 weigerde de voorzitter van de parochieraad van Cabeça Gorda, in de gemeente Beja, toe te staan dat een lid van de Roma-gemeenschap werd begraven en dat er een dienst voor hem werd gehouden in het plaatselijke mortuarium.
In januari 2018 stelde een groep ouders van kinderen uit de vierde klas van de Major David Neto Basisschool in Portimão mishandeling, racisme, vreemdelingenhaat en discriminatie van de leerlingen aan de kaak.
In 2018 werd Nicol Quinayas tijdens de Sint Jansnacht (23 juni) aangevallen door een beveiliger van een openbaar vervoer-bus in Porto. Het slachtoffer en de mensen die met haar waren, deden aangifte van racistische beledigingen. Er was toen ook een groot debat in de Portugese samenleving.
In januari 2019 werd de Coxi-familie, die in het district Chícharos Valley –  bekend als 'Jamaica' – woont, op brute wijze aangevallen door politieagenten.
In december 2019 werd een Kaapverdische student, Luis Giovani Rodrigues, doodgeslagen in Bragança. De details van de mishandelingen en zijn dood werden bijna een week lang verborgen gehouden.
In januari 2020 werd Claudia Simões bij een bushalte in Amadora en later in de politiewagen die haar naar het politiebureau reed, aangevallen door politieagent Carlos Canha, omdat haar achtjarige dochter haar pas niet bij zich droeg.
In februari 2020 was Moussa Marega het doelwit van voortdurende racistische gezangen van aanhangers van Guimarães. Nadat hij in zijn eentje de beledigingen onder ogen had gezien, verliet hij in een groot gebaar van moed het veld.
In juni 2020 vermoordde Evaristo Martinho, na drie dagen van racistische beledigingen en expliciete doodsbedreigingen, de zwarte acteur Bruno Candé Marques op klaarlichte dag op straat in Moscavide.

De verkiezing van drie zwarte parlementsleden, afkomstig uit sociale bewegingen en met een staat van dienst in de strijd tegen racisme, op hetzelfde moment als de verkiezing van een openlijk racistisch jurist tot parlementslid, heeft de uiting van racisme nog zichtbaarder gemaakt. [2] Het debat werd explicieter en extremer met de uitbarsting van een stortvloed van haat in de publieke arena via sociale media, bij de omroepen en in de politieke arena. Naarmate de escalatie toenam, werd het racistische parlementslid de woordvoerder van het alledaagse racisme, en werden uitingen die eerder verborgen waren gebleven expliciet.

De groeiende terroristische aanval van extreem-rechts vanaf juni in de openbare ruimte, met een golf van racistische graffiti op verschillende gebouwen en muurschilderingen in de regio van Lissabon, met de expliciete dreiging van geweld en dood, is in lijn met deze escalatie. De escalatie culmineerde in de aanval op het SOS-hoofdkwartier, de ku klux klan-parade en doodsbedreigingen aan het adres van activisten en gekozen functionarissen. [3] Als duidelijke aansporing tot haat en geweld overschrijden deze laatste bedreigingen duidelijk alle rode lijnen van het politieke debat. En ze zijn het natuurlijke gevolg van de racistische escalatie die de extreemrechtse jurist, André Ventura, heeft veroorzaakt, een escalatie waardoor terroristische acties van neonazistische groeperingen gelegitimeerd worden. De laksheid waarmee de parlementaire partijen de racistische agenda van André Ventura hebben aangepakt, hetzij door nalatigheid, hetzij door overeenstemming of politiek tactiek, heeft de voorwaarden geschapen voor de schaamteloze bevestiging van racisme in de openbare ruimte. André Ventura, die het racistische discours van de straat naar het parlement heeft gebracht en al diegenen die door nalatigheid, overeenstemming of stilzwijgen ervoor kiezen om dit te voeden of niet aan te pakken, zijn verantwoordelijk voor de terroristische uitspattingen van extreemrechts. De financiële huurlingen van de economische elite van het land, die een project financieren dat de democratie verstikt, zullen zich ook moeten verantwoorden voor de ellende die de opkomst van fascisme en racisme met zich meebrengt.

In feite wordt het onmogelijk om het racisme onder het tapijt te vegen. De opeenvolging van gevallen van racistisch geweld heeft ertoe bijgedragen dat de sluier van het structurele karakter van racisme in de Portugese samenleving is opgelicht. Ontkenning en het gebrek aan discussie over het bestaan ervan en de soms tragische gevolgen, zoals bij de recente moord op acteur Bruno Candé Marques, zijn niet langer houdbaar. Aandringen op het ontkennen van racisme of het relativeren van de dimensie en de gevolgen ervan voor de levens van duizenden van onze medeburgers, betekent dat we de verantwoordelijkheid voor de verdediging van de democratie niet op ons nemen, betekent dat we collectief medeplichtig worden aan de dreiging die ervan uitgaat. Er kan geen sprake zijn van een collectief leven of van de mogelijkheid van een levensvatbare democratische samenleving, zolang sommige van haar leden systematisch worden geconfronteerd met geweld en uitgesloten van de nationale verscheidenheid. Helaas zijn er, ondanks alle bewijzen, nog steeds mensen die blijk blijven geven van een buitengewone ethische kleingeestigheid en een verontrustende politieke oneerlijkheid door systematisch en hysterisch aan te dringen op het gelijkstellen van antiracisme met racisme.

Zijn deze mensen - die vragen om kalmte, terughoudendheid en gezond verstand van de slachtoffers van racisme – zelf wel eens verbaal of fysiek aangevallen omdat ze zwart of Roma zijn? Is het hen ooit onmogelijk gemaakt een openbare ruimte te betreden, een huis te huren of een baan te krijgen, of is hun een derde minder betaald voor het doen van hetzelfde werk als hun collega? Zijn ze vervolgd en is hun privéleven zo verwoest dat ze uitgeput raken? Zijn ze permanent en systematisch gechanteerd of vervolgd? Zijn ze ooit midden op straat in een hinderlaag van extreemrechts gelopen? Zijn ze gedwongen geweest te verhuizen omdat ze vrezen voor hun veiligheid en die van hun familie? Hebben ze hun telefoon- of sociale-media-account moeten veranderen omdat ze niet meer tegen allerlei beledigingen en dreigementen, waaronder doodsbedreigingen, kunnen? Heeft één van die  mensen dit soort dingen meegemaakt?

Daarom wordt, in het licht van terroristische acties van extreemrechts, de roep om kalmte van degenen die denken dat praten over racisme juist racisme bevordert, ondraaglijk en klinkt het als onverschilligheid voor racistisch leed en geweld. Al heel lang voeden neonazi's en racistische moordenaars, zoals de moordenaar van Bruno Candé Marques, zich met deze onverschilligheid en het relativeren van degenen die 'verstandig' willen zijn en racisme niet aan willen pakken. Kalmte, terughoudendheid en/of stilzwijgen tegenover racistisch geweld is een vorm van medeplichtigheid die geen enkele democraat zich kan veroorloven. Zolang de morele en ethische waarde van racisme niet hetzelfde gewicht in de schaal legt als andere vormen van geweld die de menselijke waardigheid aantasten, zullen we institutionele vervreemding en weinig politieke investeringen in de strijd tegen racisme blijven houden.

Vraag me niet om kalmte of terughoudendheid, want ik ben uw verzoeken beu. Hoe lang gaat u mij nog beschuldigen van het feit dat ik verantwoordelijk ben voor het racisme waarvan ik het slachtoffer ben? Hoe lang blijft u zeggen dat ik hetzelfde ben als degenen die mij aanvallen en willen vermoorden? Hoe lang blijft u mij vragen om te wachten terwijl u een deel van mij vermoordt of dreigt te vermoorden? Tot wanneer? Of hebben ze zich nog niet gerealiseerd dat elke dood of dreiging met een racistische dood, de dood is van het idee van menselijke waarden dat ze zo graag prediken? Alleen aanvaarding van de dood van het begrip mensheid zelf kan ertoe leiden dat een politieke gemeenschap zich niet bedreigd voelt door racistische doodsbedreigingen. Het enige fatsoen dat ik verwacht van degenen die aandringen op het ontkennen of relativeren van racisme is dan ook dat zij de intelligentie en de moed hebben om racisme te doden voordat het ons doodt.

Voor mij en voor de overgrote meerderheid van geracialiseerde mensen wordt het in deze lucht steeds moeilijker om te ademen, en het is voor ons al ondraaglijk om de samenleving en haar instellingen weg te zien kijken van ons lijden en onze pijn. We hebben het overleefd omdat het ons nooit heeft ontbroken aan de moed om het verstikkende racisme dat ons leven belemmert te weerstaan. We zullen dat hoe dan ook blijven doen. Het valt nog te bezien hoe lang het de samenleving en haar instellingen zal ontbreken aan de moed om het monster onder ogen te zien. Of we doden het monster, of het zal ons allemaal doden.

Daarom is er, als we een gemeenschappelijke collectieve toekomst willen, maar één keuze: de democratie verdedigen nu het nog kan en de barbaarsheid van extreemrechts vastberaden onder ogen zien.

Exclusieve tekst van Mamadou Ba voor de Portugese krant Expresso. In het Engels vertaald door International Viewpoint en gepubliceerd met toestemming van de auteur. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.

Voetnoten
[1] Uit het gedicht 'If We Must Die' van Festus Claudius 'Claude' McKay (1889-1948), Jamaicaans schrijver en dichter.
[2] De drie zwarte vrouwelijke parlementsleden zijn Joacine Katar Moreira, een onafhankelijk parlementslid, Beatriz Gomez Diaz van het Linkse Blok en Romualda Fernandes van de Socialistische Partij. André Ventura werd in het parlement gekozen als vertegenwoordiger van de partij die hij heeft opgericht: Chega! (Genoeg!), een rechtse, nationalistische, populistische partij.
[3] Tot de doelwitten behoren Joacine Katar Moreira, Beatriz Gomez Diaz, Mariana Mortágua, een ander Links Blok-parlementslid, en Mamadou Ba, van SOS Racismo.

Soort artikel

Add new comment

Plain text

  • Allowed HTML tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web page addresses and email addresses turn into links automatically.
  • Lines and paragraphs break automatically.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop