Eurocrisis: De strijd in het zuiden vraagt om internationale solidariteit

Vijftien september 2012 zou wel eens een keerpunt kunnen betekenen in de geschiedenis van Europa. Honderdduizenden mensen verzamelden zich op de voornaamste pleinen van Portugal, het werd de grootste mobilisatie sedert de revolutie en de val van de dictatuur in 1974. De betogingen waren een protest tegen de meeste recente bezuinigingsronde opgelegd door de Troïka (EU, ECB en IMF) waarbij o.a. alle lonen met 7% zouden gekort worden. Wat nu zo belangrijk was aan deze gebeurtenis, is dat de regering gedwongen werd haar plan in te trekken. Dit is de eerste – en hopelijk niet de laatste – nederlaag inzake het opleggen van structurele hervormingen in Zuid-Europa.

Ook in andere zuidelijke landen in Europa neemt de sociale strijd toe. Zo begonnen de Indignados in Spanje op 25 september aan een nieuwe reeks acties met hun oproep “Bezet het Congres”. Tienduizenden mensen beantwoordden deze oproep waarop de overheid reageerde met harde repressie. De Spanjaarden eisen nu het aftreden van de regering die haar verkiezingsbeloften heeft laten vallen en de bezuinigingen opgelegd door de Troïka wil doorvoeren.

In Griekenland was er op 26 september opnieuw een algemene staking, het bewijst dat de verkiezingen de spanning niet hebben doen dalen en dat brutale repressie de strijdwil niet heeft gebroken. De Grieken beleven de zwaarste bezuinigingen in Europa, en hun levensstandaard is in een korte tijd dramatisch gedaald. Ook hier zijn de mobilisaties een antwoord op de woede en de wanhoop veroorzaakt door de crisis en de ongemeen harde bezuinigingen.

Dit stormachtig politieke weer in Zuid-Europa staat in fel contrast met de kalme situatie in het Noorden. Pas nu worden de gevolgen van de crisis zichtbaar voor de landen in Noord Europa, met de belangrijke bezuinigingen die in de sociale voorzieningen worden doorgevoerd. Maar vele mensen denken dat de zaken onder controle zijn en we hebben dus nog geen grote mobilisaties gezien zoals dat nu in het Zuiden het geval is. De publieke opinie in het Noorden ziet de crisis in het Zuiden als een probleem voor die economieën of zelfs als het gevolg van een soort defect in de ‘natuur’ van de mediterrane volkeren. En velen stellen daarom de vraag of de EU er niet beter aan toe zou zijn zonder deze zwakke economieën en deze wankele politieke toestanden.

In het Zuiden wordt Europa ook meer en meer als een probleem gezien. Net zoals in andere landen, werd in Spanje het lidmaatschap van de EU ooit geassocieerd met vooruitgang en welzijn. Na de integratie in de eurozone kenden vele landen een hoge economische groei (veel hoger dan in het Noorden)en dankzij Europese subsidies werd de infrastructuur verbeterd.

De huidige crisis is het resultaat van de contradicties die zich in die voorbije periode van groei hadden opgestapeld. Op economisch vlak was de werkelijkheid niet zo mooi als het er uit zag: de groei ging niet gepaard met een betere verdeling van de welvaart, de ongelijkheid nam integendeel zeer sterk toe. De neoliberale hervormingen resulteerden in privatiseringen van openbare diensten en in slechtere levensomstandigheden voor de meerderheid van de bevolking. De de-industrialisatie was groter in de zuidelijke economieën dan in die van het Noorden en dit werd gecompenseerd door de ontwikkeling van andere sectoren zoals toerisme en de bouwsector. Beide sectoren zijn gekenmerkt door seizoenarbeid en door precaire banen.

In het Zuiden is de inflatie steeds hoger geweest dan in het Noorden. Samen met de afbraak van de industrie had dit tot gevolg dat de concurrentiekracht daalde ten opzichte van de noordelijke economieën waar industriële goederen goedkoop werden geproduceerd. Dit had een negatieve handelsbalans tot gevolg omdat de zuidelijke landen meer importeerden dan exporteerden – opnieuw, in contrast met de landen van het Noorden. Dergelijke onevenwichten veroorzaken normaal devaluaties van de nationale munt om het tekort te corrigeren maar in de eurozone is dit niet meer mogelijk. Het onevenwicht werd gecompenseerd door een instroom van financieel kapitaal uit het Noorden, wat een handige uitweg was voor hun kapitaalsoverschot. Maar het gevolg was een dramatische toename van de privé schuldenlast die nog werd bevorderd door de lage reële rentevoeten als gevolg van de hoge inflatie.

Met het begin van de financiële crisis werden die twee ‘oplossingen’ onwerkbaar: kapitaal uit het Noorden investeerde niet meer in het Zuiden, financiële instellingen begonnen hun schulden af te lossen en weigerden nog leningen te verstrekken. Voor de bevolking was de impact hiervan rampzalig en dit werd nog verergerd door de neoliberale hervormingen die eerder al bezuinigingen hadden doorgevoerd in de sociale voorzieningen.

De crisis in het Zuiden van Europa kan dus niet worden verklaard door een inherente zwakheid van de economieën van het Zuiden of door tekortkomingen in de aard van de burgers. Zij moet worden begrepen als het gevolg van de manier waarop de eurozone werd opgebouwd, waarbij erkend moet worden dat de landen van het Noorden voordeel hebben gehaald uit de ingebouwde structurele ongelijkheden. De creatie van de eurozone op het einde van de jaren negentig was een korte termijn ‘oplossing’ voor de contradicties die eigen zijn aan de kapitalistische groei . Deze werden tijdelijk onderdrukt maar treden nu nog veel sterker op de voorgrond.

De strijd in Europa voor een rechtvaardige uitweg uit de crisis is ook een strijd tegen de Europese instellingen die blijven aandringen op meer soberheid, wat ook de gevolgen voor de bevolking mogen zijn. Maar dit betekent niet dat we moeten terugkeren naar nationalistische projecten of dat we een patriottisch eigenbelang tegen buitenstaanders moeten verdedigen. Zowel in het Noorden als in het Zuiden zijn de plaatselijke elites steenrijk geworden dank zij het Europees project en zij hebben er alle belang bij om deze antidemocratische instellingen in stand te houden terwijl de werkende klasse de kosten moet dragen.

Om een progressieve oplossing te vinden voor deze crisis, om een meer rechtvaardige en eerlijke maatschappij op te bouwen moeten we een massale internationale beweging creëren. Die beweging moet steunen op de solidariteit van de werkende mensen in alle landen. Nu de volkeren van zuidelijk Europa meer en meer in verzet komen, moeten wij ons hierbij aansluiten. De overwinning van het Portugese volk kan voor ons allen een voorbeeld zijn.

Dit is een vertaling van het hoofdartikel van het eerste nummer van borderless, het Engelstalige zusterblad van Grenzeloos. Zie de hele borderless. Vertaling redactie Grenzeloos.

Tags
Dossier
Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop