Een antikapitalistisch Nederland in een antikapitalistisch Europa

Het is wel duidelijk dat bijna geen enkele partij zich meer als onkritische verdediger van Europa durft op te werpen. Zelfs het CDA en de PvdA proberen zich te profileren als critici van de impopulaire Europese Unie; de PvdA heeft het zelfs over de negatieve gevolgen van Europa op publieke diensten. Dat staat in schril contrast met hun steun voor de versoepeling van het ontslagrecht en voor promoten van flexwerk. Eigenlijk zijn de enige partijen die nog opkomen voor een grotere rol van Europa GroenLinks en D66.
Alle bovengenoemde partijen steunen in tegenstelling tot de SP ook het Verdrag van Lissabon, de opvolger van de afgewezen Europese grondwet. Dit verdrag stemt voor 99 procent overeen met de Grondwet – omdat de vorm echter anders is, is er nu geen referendum nodig. Is elders een referendum onvermijdbaar en wordt het verdrag weer afgewezen - zoals in Ierland gebeurde – dan wordt het gewoon opnieuw geprobeerd. Het hoeft niet te verbazen dat dit soort gemanipuleer de scepsis ten opzichte van de EU voortdurend doet stijgen.
Hoe beperkt het debat is blijkt ook uit de kleine rol van de economische crisis in discussies over Europa. Van rechts tot en met GroenLinks wordt alleen maar gesproken over de rol die de EU zou moeten hebben in het toezicht hebben over banken. Over de rol van het neoliberale Europa in het veroorzaken van de crisis wordt maar weinig gesproken. De rol van de EU in het doorvoeren van de neoliberale agenda van privatiseringen en terugdringen van de rol van de overheid in de economie is iets dat de meeste partijen het liefst onbesproken laten.
Kortom, in plaats van een debat over de rol van de Europese Unie dat serieus ingaat op de grootste actuele problemen en de twijfels van de bevolking krijgen we woordenspelletjes en gepraat over het ‘imago van Brussel’.

Dat zelfs partijen als het CDA en de PvdA, partijen die het project van de Europese Unie altijd door dik en dun gesteund hebben en zelfs met hun Europese geestverwanten ervan aan de wieg hebben gestaan, nu proberen over te komen als hervormers laat zien hoe sterk de klap van het ‘nee’ tegen de Europese Grondwet is aangekomen. De komende verkiezingen zullen het karakter krijgen van een referendum voor of tegen de EU. De twee partijen die het meest als eurokritisch te boek staan, de SP en Geert Wilders’ PVV zijn de te verwachten winnaars. De PVV vaart er wel bij dat de discussie over de economische rol van de EU vermeden wordt: de partij is immers zelf ook neoliberaal tot op het bot.

Een duidelijke overwinning voor de SP zou natuurlijk toe te juichen zijn. Er zijn echter wel ook kritische kanttekeningen te plaatsen bij de benadering van de SP. de SP toont in haar campagne terechte kritiek op het neoliberale en ondemocratische karakter van de EU, maar slaat door met klagen over verspilling, bureaucratie en bemoeienis. Daarmee sluit ze ongetwijfeld aan bij een afkeer van heel de politiek dat onder een deel van de bevolking leeft en kan het haar stemmen opleveren. Daarmee wint ze misschien een slag, maar dreigt ze uiteindelijk de oorlog te verleizen. Verkiezingen zijn juist ook een kans om de kennis over politiek te vergroten. De SP vergroot met haar campagne alleen maar de weerzin tegen Europese samenwerking, wat consequenties kan hebben voor het draagvlak voor internationale solidariteit en strijd. Want zolang de EU the only game in town lijkt te zijn, zullen veel mensen die de noodzaak van internationale oplossingen zien voor partijen als de PvdA en GroenLinks blijven kiezen. De opstelling van SP ten opzichte van Europa blijft defensief en op internationaal vlak staat de partij redelijk alleen. De Europese christendemocraten, Sociaaldemocraten en liberalen werken jammer genoeg veel nauwer samen dan hun socialistische opponenten. Wat betreft de aanpak van internationale kwesties als arbeidsmigratie of het bestrijden van de crisis blijft de SP zwak staan. Natuurlijk kan er wel iets bereikt worden door oppositie voeren in het Europees parlement maar voor echte resultaten zijn internationale partners noodzakelijk.
Nederland is gelukkig niet het enige land waar links van de sociaaldemocratie een nieuwe politieke kracht is ontstaan. Om te voorkomen dat deze nieuwe partijen eenzelfde traject zullen volgen als de sociaaldemocraten is het noodzakelijk dat ze zich niet beperken tot defensieve eisen maar nieuwe vormen van strijd ontwikkelen en eigen alternatieven naar voren schuiven. Dat is precies wat antikapitalistische partijen als het Portugese Linkse Blok of de Franse NPA doen.
De economische crisis heeft de neoliberale orthodoxie aan het wankelen gebracht: om deze te doen vallen is er een duwtje nodig. In een vorige periode was het tegenhouden van de neoliberale aanvallen door de EU de eerste prioriteit van Europees links, nu is het tijd om ook voor onze eigen alternatieven aan de slag te gaan. Waarom bijvoorbeeld niet een Europese campagne voor een fatsoenlijk minimumloon in de hele EU? Of ijveren voor een verbod op ontslagen bij bedrijven die winst maken?
In verschillende Europese landen zullen antikapitalisten met dit soort voorstellen aan de verkiezingen deel nemen. Vaak gaat het nog om jonge, relatief kleine groeperingen. Dat is reden te meer om internationaal samen te werken voor een ander, sociaal en rechtvaardig, Europa.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop