Van kwaad tot erger in Fukushima

De situatie verergert van uur tot uur op de nucleaire site van Fukushima in Japan. De beheerders van de installatie hebben blijkbaar geen greep meer op de loop van de gebeurtenissen. Het risico op een grote catastrofe groeit met de dag, een ramp nog groter dan die van Tsjernobyl dreigt.

Het complex van Fukushima Daichi bestaat uit 6 kernreactoren op basis van kokend water, volgens een concept van General Electric. Het vermogen van deze reactoren schommelt tussen 439 MegaWatt (reactor 1) tot 1067 MW (reactor 6). De brandstof van reactor 3 bestaat uit MOX (een mengeling van verarmd uraniumoxide en plutonium), de anderen werken met uranium. De indienstneming ervan gebeurde tussen 1971 en oktober 1979. Het gaat hier dus om oude machines, die al ruim de leeftijd van 20 jaar hebben overschreden. Hierdoor zijn deze installaties meer en meer onderhevig aan slijtage dat incidenten kan veroorzaken.

Buiten de reactoren beschikt de site over opslagplaatsen voor vast radioactief afval. De uitbater van de centrale, de groep Tepco, staat er om bekend geen volledige informatie te geven en is weinig betrouwbaar wat betreft wat wel wordt verteld.

De reactoren 5 en 6 waren buiten gebruik voor de aardbeving. De risico’s lijken hier eerder beperkt, maar op dinsdag 15 maart werd een lichte verhoging van de temperatuurn opgetekend. Daarentegen hebben verschillende ernstige incidenten de vier andere reactoren getroffen: vier ontploffingen van waterstofgas, een brand, drie gedeeltelijke kernfusies.

De problemen zijn begonnen met reactor nr. 1. Dinsdag 16 maart, leek het dat de kern van deze reactor tot 70 procent gesmolten was, en die van reactor nr. 2 tot 33 procent, volgens de uitbater van de centrale (New York Times, March 15). De berichten over het smelten van de kern van reactor 3 spreken elkaar tegen maar volgens de Japanse overheid zou het vat van deze installatie beschadigd zijn (Kyodo News, March 15). Volgens het Franse ASN “is er geen twijfel dat er zich in de reactors 1 en 3 een begin van smelten van de kernen heeft voorgedaan, en het is zeker ook het geval in reactor nr. 2” (Le Monde, 16 maart). Het reactorvat van nr. 2 zou ook lek zijn (Le Monde, 15 maart). Volgens het AIEA is er een hevige brand in reactor nr. 4 geweest met een waterstofexplosie tot gevolg. Ook hier zou het reactorvat beschadigd zijn, maar deze reactor was tijdens de tsunami stilgelegd en daarmee zou het risico op het vrijkomen van radioactiviteit kleiner zijn.

Het ongeval heeft de opslagbekkens met gebruikte brandstofstaven eveneens getroffen. In die installaties moeten net zoals in de reactorvaten van de centrales de brandstofstaven voortdurend afgekoeld worden door een waterstroom. Wanneer er niet meer voldoende water is, stijgt de temperatuur van deze staven tot de rest van de vloeistof begint te koken en de overdruk slaat een gat in het beschermende omhulsel (BBC News, 15 maart).

De situatie ontsnapt aan elke controle
De heldhaftige werknemers van de centrale offeren hun leven (zoals de “opruimers” van Tsjernobyl voor hen), maar zij controleren de situatie niet meer. Ze proberen de reactoren af te koelen met zeewater. Een wanhoopspoging zonder precedent, waarvan men de mogelijke gevolgen ontkent (zeewater bevat een hele reeks stoffen die in staat zijn om met de stoffen in de installaties te reageren). De temperatuur in sommige installaties is zo hoog (vooral in de bekkens) dat de arbeiders niet dichterbij kunnen komen. De pogingen om water op de reactoren te sproeien met een helikopter moesten worden gestaakt: de radioactiviteit is te hoog.

Volgens het Japanse veiligheidsagentschap is de hoeveelheid straling (maat van radioactiviteit) binnen de site 10 millisievert per uur (10mSv/u), tien keer het aanvaardbare niveau op één jaar.*

De catastrofe vanTsjernobyl lijkt zich onder onze ogen te herhalen. De gevolgen zoudenzelfs erger kunnen zijn dan in de Oekraïne 20 jaar geleden. In feite, wanneer reactor 3 volledig zou smelten, dan zou naar alle waarschijnlijkheid het reactorvat het begeven. De kernsplijtstof zou zich dan verspreiden in het omhulsel dat het niet zal kunnen tegenhouden. In die nachtmerrieachtige hypothese, is het niet enkel het iodiumisotoop, of Caesium of zelfs het uraniumisotoop dat zal vrijkomen in de omgeving, maar ook Plutonium 239, wat het meest gevaarlijke van alle radioactieve elementen is. Zo zou er een echt apocalyptisch scenario ontstaan, waarin alle leven in de bestraalde zones onmogelijk wordt. De omvang van die zones hangt af van de kracht waarmee en de hoogte waarop de radioactieve deeltjes in het milieu zouden terechtkomen.

Mobiliseren tegen kernenergie!
Laat ons hopen dat we hiervan gespaard zullen blijven, maar de balans zal sowieso verschrikkelijk genoeg zijn. Maar laat ons wel bewust zijn van het feit dat hett zich wel kan voordoen. En laat ons daar dan de conclusie uit trekken: we moeten stoppen met atoomenergie, volledig en zo vlug mogelijk. We moeten niet enkel af van de civiele toepassing van kernenergie maar ook van de militaire toepassing (de twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden). Laat ons hier massaal voor mobiliseren, overal, in heel de wereld. Laat ons door de straten lopen, symbolische plaatsen bezetten, petities ondertekenen. Atoomenergie is een technologie van leerling-tovenaars. Laten we onze besliste weigering uiten, met alle middelen, individueel en collectief. Laat ons een golf van verontwaardiging en afschuw creëren tot de machthebbers verplicht zullen zijn om onze wil te volgen. Het gaat over ons leven, over dat van onze kinderen en al het leven op aarde.

Men mag geen enkel krediet geven aan de regeringen. Erger nog: zij stellen dat de oorzaak van de catastrofe van Fukushima – de meest vernietigende tsunami van de laatste duizend jaar- “uitzonderlijk” is, dus uniek, dat aardschokken van deze omvang geen andere gebieden ter wereld bedreigen, enzovoorts. Het is het liedje dat de Franse en Britse atoomaanhangers neuriën, in koor met hun politieke vrienden. Alsof andere uitzonderlijke, en dus unieke, zaken (het neerstorten van een vliegtuig, een terroristische aanval…), geen andere catastrofes zouden kunnen uitlokken, in andere streken!

In het beste geval doen regeringen toegevingen, kondigen ze een controle van de veiligheidsnormen aan, of een bevriezing van investeringen, of een moratorium op beslissingen om centrales langer open te houden, zelfs de sluiting van de meest afgeleefde installaties tegen te gaan. Dit is de lijn die op de meest spectaculaire wijze wordt gevolgd door Angela Merkel, die een bocht van 180° heeft gemaakt. Het risico is groot dat in het merendeel van de gevallen deze houding enkel bedoeld is om de bevolking te doen indutten, zonder radicaal af te zien van kernenergie.

Want het kapitalisme kan op korte termijn kernenergiezo maar niet opgeven. Als intrinsiek productivistisch systeem, kan het niet zonder groei van de materiële productie, en dus een toenemende uitzuiging van de natuurlijke hulpbronnen.

De relatieve vooruitgang van de efficiëntie in het gebruik van deze hulpmiddelen is er effectief, maar wordt meer dan gecompenseerd door de verhoging van de productie in absolute cijfers.

Als we kijken naar de andere gevaren die dreigen –die van de klimaatsverandering, de politieke spanningen (de revoluties in de Arabische wereld!) die wegen op de aanvoer van fossiele brandstoffen, dan is de kwestie van de energievoorziening werkelijk de kwadratuur van de cirkel voor dit vraatzuchtig systeem.

Durf het onmogelijke vragen: een andere maatschappij!

Uiteindelijk is de enige realistische oplossing het onmogelijke te durven vragen: we moeten het perspectief verdedigen van een maatschappij die niet voor de winst produceert, maar voor de bevrediging van reële menselijke behoeften (niet vervreemd door koopwaar), democratisch vastgelegd, met respect voor de natuurlijke beperkingen en de werking van het ecosysteem.

Een maatschappij waar de basisbehoeften worden bevredigd en het welzijn van de mensen wordt afgemeten aan wat er echt toe doet: de vrije tijd. Tijd om lief te hebben, om te spelen, om te genieten, te dromen, samen te werken, te scheppen, te leren.

De weg naar dit noodzakelijke alternatief zal er zeker niet komen door individueel ecologisch verantwoord gedrag (die overigens onontbeerlijk zijn), maar door collectieve en politieke strijd voor eisen die zeker ambitieus zijn, maar ook perfect verwezenlijkbaar, zoals:

  • Radikale en collectieve arbeidsduurmindering, zonder loonverlies, met compenserende aanwervingen en een drastische vermindering van het werkritme. Men moet minder werken, allemaal werken en minder produceren;
  • Het schrappen van deze ongelofelijke massa onnodige en schadelijke producten, die de markten op een kunstmatige wijze opblazen (ingeplande slijtage van producten), ofwel enkel de leegte van ons bestaan moeten vullen, ofwel degenen die zich hiertegen verzetten onder de knoet te houden (wapenproductie) met conversie van de werknemers in zulke sectoren;
  • De nationalisatie zonder schadeloosstelling van de energiesector en de financiële sector. Energie is een gemeenschappelijk goed van de mensheid. Haar collectief weer in bezit nemen moet gebeuren door een breuk met de geboden van de winst en is een onontbeerlijke voorwaarde voor een rechtvaardige overgang naar hernieuwbare energiebronnen. Een overgang die rationeel en snel dient te gebeuren. Deze overgang zal bovendien aanzienlijke geldmiddelen vergen, die de inbeslagname van de bankmiddelen, verzekeraars en andere kapitalistische parasieten ruimschoots rechtvaardigt;
  • De radicale uitbreiding van de publieke sector (gratis en kwaliteitsvol openbaar vervoer, een openbaar bedrijf voor isolatie van woningen, enzovoorts) en eveneens radicale terugdringing van koopwaar alsook van het geld: gratis basisgoederen zoals water, energie, brood, tot het niveau dat overeenkomt met een redelijke consumptie.

Het kapitalisme brengt dood en verderf. Moge de ramp in Fukushima ons verlangen naar een eco-socialistische maatschappij aanmoedigen. Een maatschappij van vrije samenwerkende producenten (m/v), die op een voorzichtige en respectvolle manier omgaan met onze mooie planeet, de Aarde. Er is er maar een...

* De norm van 1 milisievert per jaar geldt voor de civiele bevolking. Voor medewerkers van de centrale is de norm meestal 50 milisievert per jaar. (In Fukushima is de norm tijdelijk verhoogt naar 250 milisievert per jaar)

Tags
Reactie van:

theo vd velde

za, 03/26/2011 - 16:27

lof,hulde precies de vinger op de zere, plekken ,vind echter dat onderzoek naar kernfusie wel door met gaan,jammer dat het zich minstens even grote zich echter in de toekomst voordoende probleem van het kernafval niet belicht werd , ga zo door .

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop