(A)sociale woningbouw

Blijf zitten waar je zit en verroer je niet, anders heb je een fikse huurverhoging aan je broek. Het is de uiterst simpele kern van de voor de rest zo ingewikkelde huurplannen van minister Dekker (zie kader). De liberale bewindsvrouw wil nog steeds de prijs van 600.000 huurwoningen vrijgeven. Dat zou tot meer doorstroming moeten leiden op de vastzittende woonmarkt. Een platte bezuiniging, oordelen tegenstanders, die waarschuwen voor het onbetaalbaar worden van huizen. Buiten kijf staat dat door zittende huurders extra bescherming te bieden de woningmarkt definitief op slot gaat.
Daarmee is de inmiddels bekende neoliberale hervormingscyclus bijna voltooid. Of het nu de zorg, de sociale zekerheid of de energiesector is: wat begint met mooie beloften over lagere kosten, betere service en minder bureaucratie verzandt keer op keer in hogere lasten, een verstikkende bureaucratie en gefrustreerde klanten. De liberalisering van de volkshuisvesting slaat alles. De huren dreigen onbetaalbaar te worden, jongeren kunnen nu helemaal fluiten naar een huis en de overheid raakt iedere grip op de woningbouwcorporaties en daarmee het huisvestingsbeleid kwijt. Waar is hier de nooduitgang?

Sprookje
Volgens PvdA-kamerlid Staf Depla zal het met de weinig geliefde plannen van Dekker zo'n vaart niet lopen. 'Ik denk dat, behalve de minister dan, straks niemand meer echt haast heeft om dit beleid door te voeren', liet hij in NRC Handelsblad weten. 'Dan gaan we na de verkiezingen van volgend jaar maar eens een goed plan maken.' Het is echter maar de vraag of zo'n alternatief PvdA-plan daadwerkelijk zal breken met Dekkers neoliberale beleid. De Nederlandse woningmarkt heeft namelijk niet zomaar last van een verkoudheid; een hartinfarct is een toepasselijker vergelijking. De vastzittende woningmarkt waar Dekker over spreekt is een reeël probleem. De oplossing ligt alleen niet bij het bevorderen van doorstroming door het verhogen en vrijgeven van de huren, het slopen van sociale woningbouw en het bijbouwen van dure huizen.
Een sprookje, zo noemde Marja Elsinga van het aan de TU Delft verbonden onderzoeksbureau OTB onlangs in NRC de mede door het kabinet gepropageerde opvatting van doorstroming op de woningmarkt. De meeste 'scheefwoners' - veelverdieners die ten onrechte goedkope huurwoningen bezet zouden houden - kunnen volgens Elsinga helemaal niet zoveel meer besteden aan woonlasten. Ze zouden vaak niet eens een hypotheek kunnen krijgen voor het huis dat ze nu huren. Het idee dat het hier om een gezonde markt gaat is volgens de onderzoekster al net zo utopisch. 'In deze markt ontkomt de overheid niet aan regulering want de schaarste is veel te groot.'
Het bestaan van structurele schaarste is een argument dat nog eens boven op de algemene bezwaren tegen marktwerking komt. Het streven naar winst gaat namelijk hoe dan ook ten koste van het streven naar wat het beste voor mensen is. Het is tenslotte het een of het ander: óf goede en betaalbare woonruimte heeft de allerhoogste prioriteit, óf de portemonnee van de verhuurder.

Woontoeslag
De schaarste op de woningmarkt uit zich niet alleen in de wachtlijsten voor sociale huurwoningen in een stad als Amsterdam, die oplopen tot boven de tien jaar. Door de enorme vraag naar woningen en het geringe aanbod is doorstromen voor de middenklasse vrijwel onmogelijk. Het ontbreekt simpelweg aan woningen voor hen. Anders gezegd: in populaire steden is een 'zwart gat' ontstaan tussen sociale woningbouw en de onderkant van de commerciële sector. Er zijn amper woningen met een huur tussen de zeshonderd en negenhonderd euro. Dat werd pijnlijk zichtbaar bij de Amsterdamse wijk IJburg. De nieuwe woningen die bedoeld waren voor de doorstromende middenklasse, bleken uiteindelijk enkel haalbaar voor de rijken.
Zomaar duurdere woningen bijbouwen en die tegen commerciële prijzen verhuren is dan ook niet de oplossing. Net als vroeger de arbeidersklasse, is nu ook de middenklasse in een situatie beland waarbij zij via de markt geen toegang meer heeft tot betaalbaar wonen. Een verbreding van het huidige sociale huisvestingsbeleid is dan ook onvermijdelijk. Binnen dat grote segment sociale woningbouw - met huren tot grofweg duizend euro - kan doorstroming niet bereikt worden door mensen de markt op te schoppen. Financiële prikkels zijn wél mogelijk. Dat wat niet al via de huursubsidie geregeld kan worden, kan vorm krijgen door een inkomensafhankelijke woontoeslag. Variabele huren dus, voor hetzelfde soort woning; 'huur naar inkomen', in de woorden van de lokale partij Amsterdam Anders/De Groenen. Een iets duurdere woning wordt dan vanzelf aantrekkelijker voor mensen die wat meer verdienen. Van financieel profiteren van het sociale systeem is bovendien geen sprake meer.

Bouwen om te slopen
Zo'n 'breed model' van sociale volkshuisvesting blijft echter toekomstmuziek zolang er sowieso veel te weinig betaalbare woningen zijn in Nederland. Het huidige beleid versterkt dat tekort alleen maar. Naoorlogse volkswijken met veel sociale woningbouw vallen ten prooi aan de sloopkogel. Ze maken plaats voor grotere, duurdere huizen. De komende jaren zal er alleen maar meer gesloopt worden, denkt professor André Thomsen van de TU Delft. Uit een mede door hem uitgevoerde enquête onder woningbouwcorporaties in 2004 bleek dat de toename van sloopactiviteiten varieert van een verdubbeling buiten de Randstad tot het drie à viervoudige in de Randstad en de vier grote steden. En dat terwijl slopen volgens Thomsen alleen symptoombestrijding is. 'Veel beter is het om wijken of delen van wijken op te knappen. Bewoners moeten daar ook een rol in krijgen. Juist verantwoordelijkheid en zorg van bewoners voor hun leefomgeving draagt bij aan de verbetering van wijken.'
Terwijl overheid, projectontwikkelaars en woningbouwcorporaties door grootschalige sloop het tekort aan betaalbare woningen doen groeien, strooiden gemeenten en provincies de afgelopen jaren gul met subsidies voor bedrijventerreinen. Al die extra kantoorruimte is naar nu blijkt gebouwd voor de sloop. Eind 2005 stond 5,7 miljoen vierkante meter kantoorruimte leeg, ofwel veertien procent van het totale kantorenbestand. Het grootst is de leegstand in Woerden (ruim een kwart); in Amsterdam gaat het om twintig procent en in Rotterdam om dertien procent. Het toont het gebrek aan rationele coördinatie in het Nederlandse bouwbeleid - of is het onwil? Er is ruimte genoeg voor meer en betaalbare woningen. Het ontbreekt alleen aan een overheid die prioriteiten stelt én die daar uitvoering aan kan geven.

Sociale woningbouwcorporaties
Dat laatste is een heikel punt. Voor iedere koerswijziging in het volkshuisvestingsbeleid is medewerking van de woningbouwcorporaties nodig. Die zijn daarvoor bedoeld en die hebben daar ook de (financiële) mogelijkheden toe. Sinds het Rijk in 1995 alle financiële banden doorsneed, bulken ze van het geld. Ze houden miljarden euro's - opgebouwd met publiek geld - in hun kassen. Helaas lijken de meeste hun maatschappelijke taak te zijn vergeten. Doordat de corporaties een van de vele voorbeelden zijn van vage, verzelfstandigde organisaties die ergens tussen markt en overheid zweven, is er momenteel niemand die hen daartoe kan dwingen. Ieder daadwerkelijk alternatief staat of valt dan ook met de vraag in hoeverre deze verzelfstandiging ongedaan gemaakt kan worden. Dat is een radicale beslissing waar durf voor nodig is. Durf om te breken met gevestigde belangen. Alleen een echt links alternatief zal dat lef hebben - een mooie lakmoesproef dus voor de voorstanders van een 'linkse lente'.
In Amsterdam heeft een groep activisten en verontruste burgers geen zin om op dat moment te wachten. Zij zijn druk bezig een eigen, alternatieve woningbouwvereniging op te richten. Zo'n initiatief ontbeert natuurlijk de enorme financiële middelen die de gevestigde corporaties wel hebben. Het kan deze daarom ook nooit vervangen. Maar het roept bij mensen wel de vraag op waar het om gaat: waar stond dat 'sociale' bij woningcorporaties en woningbouw ook al weer voor?




Wat is er aan de hand?
* Vorige maand moest minister Dekker (Volkshuisvesting, VVD) voor de zoveelste keer haar huurplannen aanpassen. Zo vlak na de desastreus verlopen raadsverkiezingen hadden ook regeringspartijen CDA en D66 even geen zin in nog meer impopulaire maatregelen.
* De liberalisering van twintig procent van de woningmarkt gaat desondanks nog steeds door. Concreet betekent dat, dat de huur van deze huizen enorm kan stijgen; zelfs een verdubbeling is mogelijk.
* Het verschil met de oude plannen is dat een woning pas wordt 'vrijgegeven' als de zittende huurder vertrekt. Dat betekent overigens niet dat de huidige huurders rustig achterover kunnen leunen. Ook zij zullen hun huur de komende jaren aanzienlijk sneller op zien lopen dan hun lonen.
* Behalve een ideologisch drijfveer heeft minister Dekker ook nog een ander, minder verheven motief voor haar ambitieuze plannen. Ze wil namelijk stevig bezuinigen. Het is de bedoeling dat de woningbouwcorporaties daarbij 300 miljoen euro voor hun rekening nemen. Als goedmakertje krijgen ze van haar de mogelijkheid om hogere huren te gaan vragen en zo meer geld te verdienen.
* Onder het motto 'Houd huren betaalbaar' demonstreert op 8 april op de Dam in Amsterdam een brede coalitie tegen de huurplannen van Dekker. Meer informatie hierover is te vinden op houdhurenbetaalbaar.nl

Add new comment

Plain text

  • Allowed HTML tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web page addresses and email addresses turn into links automatically.
  • Lines and paragraphs break automatically.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop