Nederland en de Eerste Wereldoorlog

Honderd jaar geleden begon de Eerste Wereldoorlog. Op 28 juli 1914 vielen soldaten van het Oostenrijk-Hongaarse leger Servië binnen. Niet veel later overschreden Duitse troepen de grenzen van België en Frankrijk. Een massaslachting die vier jaar zou duren en 20 miljoen mensenlevens zou kosten, had een aanvang genomen.

Wat opvalt bij de meeste herdenkingen en terugblikken, is dat ze zich beperken tot ooggetuigenverslagen van de verschrikkingen. Een enkeling werpt de schuldvraag op. Minder aandacht is er voor de onderliggende oorzaken en de verstrekkende gevolgen. De houding en het optreden van de linkse beweging in die dagen wordt eveneens vaak veronachtzaamd. Ook is er verrassend weinig belangstelling voor de toestand in Nederland tussen 1914 en 1918.

Sluiers

Toen op 28 juli 1914 de gevechtshandelingen tussen Oostenrijk-Hongarije en Servië begonnen, waren weinigen zich bewust dat dit de inleiding was tot een humanitaire ramp. In en om de loopgraven in Oost Europa en in Frankrijk en België zouden uiteindelijk 10 miljoen soldaten en 10 miljoen burgers sneuvelen. Bovendien zouden nog eens 20 miljoen mensen verder moeten leven met zware verminkingen.

Over hoe dit kon gebeuren is veel geschreven. In 2013 verscheen een studie van Christopher Clark.(1) Hij concentreert zich op de schuldvraag. Dieperliggende oorzaken én de anti-oorlogsbeweging blijven goeddeels buiten beschouwing. In de Grenzeloos van 27 april 2014 is inmiddels getracht dienaangaande een tipje van wat sluiers op te lichten.(2)

Socialisten, anarchisten en communisten hielden zich intensief bezig met de oorlogsdreiging en toen die eenmaal was uitgebroken, met de oorlog zelf. Aan het eind van de oorlog en in de chaos daarna vonden tal van revoluties plaats. De bekendste is ongetwijfeld die van Rusland in 1917. Overal in Europa waren er opstanden. In Berlijn, in Italië, in Turkije. In Noord-Duitsland, Beieren, Hongarije en Slowakije werden Rode Radenrepublieken uitgeroepen. Zelfs in Nederland kwam het tot een revolutiepoging!

Martin Ros

Vrijwel overal in Europa werden de revoluties onderdrukt. Alleen de Sovjet Unie hield stand. In Nederland kwam de zogenaamde 'revolutie van Troelstra' nauwelijks van de grond. Hoe was Nederland die Eerste Wereldoorlog doorgerold?

Nederland bleef neutraal tussen 1914 en 1918. Er werd niet gekozen voor het kamp van Duitsland en Oostenrijk-Hongarije, maar ook niet voor dat van Frankrijk, Engeland, Rusland en Amerika. Dat betekent niet dat de oorlog het land onberoerd liet. Onmiddellijk na de Duitse inval vluchtten één miljoen Belgen de Nederlandse grens over. Dat was een fikse toestroom, op een bevolking alhier van iets meer dan 6 miljoen. De meeste Belgen keerden echter vrij snel terug naar huis; in 1918 zaten er in Brabant en Limburg nog ongeveer 100.000 in verschillende vluchtelingenkampen.

Een ander gevolg van de oorlog was een massale mobilisatie van het leger. Om de neutraliteit eventueel te verdedigen werden zo'n 200.000 'Hollandse jongens' als dienstplichtigen onder de wapenen geroepen. De sociaaldemocratische journalist A.M. De Jong legde zijn ervaringen als soldaat in die vier jaren vast in het humorvolle, maar ook kritische boek “Frank van Wezel's roemruchte jaren”.(3) Hij laat zien hoe het steeds onrustiger werd in de barakken. De 'van boeken bezeten' Martin Ros zou daar later over zeggen: 'Nederland bleef buiten de oorlog, maar toch moesten tweehonderdduizend jongens en mannen het leger in, ze moesten op de kazernes blijven, ze verveelden zich kapot, want het was hier geen oorlog, maar ze mochten niet naar huis om eens lekker te neuken, geen wonder dat ze in opstand kwamen en dat ze hun kazernes in brand staken'.(4)

De gisting in het leger én in de maatschappij tijdens de Eerste Wereldoorlog is zeer uitgebreid geboekstaafd in een studie van Ron Blom en Theunis Stelling met als titel 'Niet voor God en niet voor het Vaderland'.(5) Martin Ros dáárover: 'Alles staat er in, de oorlog, de politiek, het soldatenleven, het matrozenleven, de sociaal-democraten, de anarchisten, de revolutionair-socialisten, en ga zo maar door, de opstand van Troelstra, niets hebben de twee schrijvers na jaren zwoegen in stoffige archieven aan hun aandacht laten ontsnappen, een prachtboek!'.

Verder kijken!

'Niet voor God en niet voor het Vaderland' is inderdaad een standaardwerk over Nederland in de Eerste Wereldoorlog. Het is een door de Universiteit van Amsterdam geaccepteerd proefschrift. Het is een geschiedswetenschappelijk verantwoord werk. In 1117 pagina's wordt goed gedocumenteerd ingegaan op diverse aspecten van het leven in Nederland tijdens WO1.

Uitgebreid wordt aandacht besteed aan de soms erbarmelijke levensomstandigheden en de onderdrukking van de dienstplichtigen. Maar ook de manier waarop de soldaten zich daartegen organiseerden en verweerden komt aan bod. Met het afbranden van de Harskamp-kazerne in 1918 als een climax van het soldatenverzet.

Tevens wordt ingegaan op de opstelling van verschillende linkse stromingen ten aanzien van het militarisme en de oorlog. Opmerkelijk was de 'godsvrede-politiek' van de sociaal-democraten, die tijdelijk overgingen tot het opschorten van de klassenstrijd., Tegelijk wordt beschreven hoe die klassenstrijd voortduurde. Enerzijds had je de kapitalistische profiteurs van de oorlog, de zogenaamde oorlogswinstmakers – OW'ers, en anderzijds grote groepen mensen die tot armoe en honger vervielen. In heel Nederland deden zich voedselrellen voor. In 1917 leidde dit tot een volksopstand die bekend werd als het Aardappeloproer. In sommige gevallen weigerden soldaten, als 'arbeiders in uniform', op de opstandige menigten te schieten, in enkele gevallen sloten ze zich zelfs aan.

Bijzondere belangstelling betonen de schrijvers voor de radicale acties van de matrozen op de marineschepen en aan die van de troepen gelegerd in Nederlands Indië. Bij die acties ging directe belangenbehartiging vaak hand in hand met een streven naar maatschappijverandering. Dat streven naar een betere wereld kreeg in Nederland in november 1918 zijn hoogtepunt in de ongeorganiseerde en mislukte 'revolutie-poging van Troelstra'.

Het is merkwaardig dat bij alle herdenkingen en terugblikken dit standaardwerk van Blom en Stelling volkomen wordt genegeerd. Kennelijk is er binnen de heersende geschiedschrijving weinig ruimte voor een maatschappijkritische benadering. De ellende van de oorlog mag volop in de etalage worden gezet, de strijd ertegen lijkt uit de historie en het bewustzijn te worden weggeveegd. Wie daar geen genoegen mee wenst te nemen, kijkt nog even naar de voetnoten bij dit artikel. En in de schrifturen die daar worden genoemd!


 

  1. Christopher Clark – Slaapwandelaars. Hoe Europa in 1914 ten oorlog trok (2013)
  2. Rob Lubbersen – WO1, een donderslag bij heldere hemel? (www.grenzeloos.org 27 april 2014)
  3. A.M. De Jong – Frank van Wezel's roemruchte jaren (1928)
  4. Rob Lubbersen – Soldatenstrijd tot de bodem uitgezocht (www.grenzeloos.org 1 juni 2004)
  5. Ron Blom en Theunis Stelling – Niet voor God en niet voor het Vaderland. Linkse soldaten, matrozen en hun organisaties tijdens de mobilisatie van '14-'18 (2004)
Soort artikel

Add new comment

Plain text

  • Allowed HTML tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web page addresses and email addresses turn into links automatically.
  • Lines and paragraphs break automatically.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop