Oppression Olympics? Nee bedankt

Oppression Olympics is een term voor ruzie over welke vorm van onderdrukking de ergste is. “Waarom ben je bezig met racisme, je weet toch dat kapitalisme de echte vijand is.” “Waarom ben je bezig met vrouwenrechten, dat gaat maar over een deel van de bevolking, en mannen dan?” “Waarom een holebitrans pride optocht, is het milieu niet veel belangrijker?” 

Dit is problematisch omdat het verdeeldheid in de hand werkt. Al die vormen van onderdrukking bestaan en zijn geldig om te bevechten, als we gaan ruzie maken over welke de ergste is: dat is een onmogelijke discussie die ons niet verder helpt en ook niet echt sympathie creëert voor elkaars strijd.

Al die specifieke strijden zijn nodig. Telkens als we iets opzijzetten of minimaliseren ten voordele van een andere strijd, verliezen we. En we winnen als we elkaar steunen en onze strijden elkaar kunnen informeren en versterken. Vaker dan niet kunnen we die strijd samen voeren.

Toen ik pas actief werd als mensenrechtenactiviste, oorspronkelijk in de antiracistische en andersglobalistische beweging, kregen wij heel vaak te horen “alles wat ons verdeelt verzwakt ons”. Deze specifieke term kwam van één linkse partij, maar de meeste andere dachten er net zo over. Die organisaties klaagden dan ook alles aan dat niet ten goede kwam aan “de gehele arbeidersbeweging”. Dus iets tegen geweld tegen vrouwen kon niet, want dat verdeelde zogezegd de beweging, dus verzwakte het ons. Iets rond racisme kon wel, maar enkel als het gekaderd werd binnen antikapitalisme: kapitalisme is de enige échte onderdrukking, racisme bestaat enkel om de arbeiders te verdelen en tegen elkaar op te zetten.

Dat is reductionisme: je hebt één hokje en je klopt op alles tot het netjes in dat hokje past. Ik hou wel eens van een beetje politieke filosofie dus ik vind het wel indrukwekkend, het intellectueel kronkelend denkwerk waartoe sommige marxisten bereid zijn om toch maar niet pakweg patriarchaat of white supremacy als onderdrukkend systeem te erkennen naast of samen met kapitalisme. Indrukwekkende intellectuele spielerei en het is interessant om te kijken hoe ver je één paradigma kan drijven, maar in de praktijk werkt het belemmerend.

Ondertussen is een groot deel van de progressieve bewegingen deze kortzichtige visie ontgroeit. We gebruiken termen zoals kruispuntdenken of intersectionaliteit: werken met/nadenken over meerdere vormen van onderdrukking tegelijk. Maar dat is wel eens moeilijk. Er zijn nog heel wat onduidelijkheden en conflicten en tegenstanders van die aanpak. Vandaar de paraplutitel van deze columns: overvallen op de kruispunten.

Die strijden erkennen wil ook zeggen: erkennen dat we regelmatig bezig zijn met iets specifieks, zonder het grote geheel uit het oog te verliezen. Een betoging zoals Take Back The Night, tegen geweld tegen vrouwen en transpersonen, is fundamenteel belangrijk niet alleen voor vrouwen. Een samenkomst enkel voor people of colour, om te spreken over racisme en ervaringen uit te wisselen, zou ook door witte mensen gesteund moeten worden. Dit gebeurt echter zelden en dat is jammer. Het is zeker jammer omdat een deel van de ergste aanvallen op dergelijke initiatieven komt van de linkerzijde, die hun Marx wel kennen maar de rest wel eens uit het oog verliezen.

Het kan anders. Solidariteit en samen vechten betekent ook erkenning van elkaars onderdrukkingen. En ruimte creëren voor elkaar.

Dit stuk verscheen als column in de serie 'Overvallen op de kruispunten '– een nieuwe en (on)regelmatige column van Evie Embrechts op De Tweede Sekse Blog. Alle reacties welkom en veel leesplezier.

 

Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop