Volgens de gegevens van de Internationale Arbeidsorganisatie (Genève) was in 2010 18, 2 procent van alle arbeidscontracten in Nederland een contract voor bepaalde tijd. Het waren gedwongen contracten en geen contracten van mensen die verkozen een kortere arbeidsweek te werken. Nederland was daarmee nummer drie op de lijst van Europese landen wat betreft het sluiten van tijdelijke arbeidscontracten. De eerste twee landen waren zogenaamde `zwakke broeders’ in de Europese economie Spanje ( 25,6%) en Portugal ( 22% ).
Vooral jongeren zijn het slachtoffer van de `flexibilisering van de arbeid.’ Volgens een zojuist gepubliceerde studie van de G20 landen getiteld `The Challenge of Promoting Youth Employment’ heeft 10% van de jongeren in Duitsland tussen de 15 en 20 jaar geen werk, geen beroepsopleiding, en geen andere opleiding. In Frankrijk is dat percentage 12% ,in de Verenigde Staten 15% in Spanje 18% in Italië 20 in Turkije 30%. Volgens de OCDE (Organisatie voor Economische Samenwerking in Europa) zijn de jongeren de eerste werklozen doordat hen vrijwel uitsluitend contracten voor bepaalde tijd worden aangeboden. Van Spanje weten we intussen dat het percentage jeugdigen dat werkloos is, meer dan 50% van alle werkende jongeren is Van de nog werkende jongeren heeft in Spanje 70% een contract voor bepaalde tijd, In Frankrijk en Italië is dit momenteel 40%.
Deze cijfers tonen onweerlegbaar, dat de jongeren de eerste en zwaarst getroffenen zijn bij de afbraak van het levenspeil van de bevolking door de banken en de politici die hen daarbij helpen. Ook in Nederland. Dit zijn de eerste resultaten van wat ze noemen `de flexibilisering van de arbeid als remedie tegen de crisis’. Intussen blijven de winsten van de banken stijgen en worden er nog overal flinke bonussen door directeuren en bestuurders opgestreken zowel bij de banken als in de grote ondernemingen.
Reactie toevoegen