De laatste dag van onze kennismaking

Sinéad in een Malcolm X shirt. Sinéad, zwanger, kaal en schreeuwend op de cover van The Lion and the Cobra (waar haar buik niet op staat). Sinéad op een pro-abortus bijeenkomst. Sinéad met het Public Enemy logo op de zijkant van haar hoofd. Sinéad loopt over St. Mark's Place, haar 'favoriete plek in het universum'. Sinéad tijdens de Golfoorlog die weigert concerten te geven nadat het volkslied is gespeeld. Sinéad geeft uitleg over het Engelse kolonialisme en de Ierse Hongersnood. Sinéad met MC Lyte. Sinéad hangt een Palestijnse vlag aan haar microfoonstandaard. Sinéad die een foto van paus Johannes Paulus II verscheurt tijdens Saturday Night Live (SNL).

Het zou makkelijk zijn om een stuk over Sinéad O'Connor te beginnen met haar lijden en verguizing. Daar was zeker geen gebrek aan. Sinéad stond ergens voor. Ze werd een symbool. En zoals veel mensen die symbolen worden, werd ze vaak verguisd. Op 26 juli stierf Sinéad zonder ooit de excuses te krijgen die haar toekwamen. We zien opnieuw hoe makkelijk het is om van iemand te houden als ze dood is en hoeveel moeilijker het is als ze nog leeft. Zelfs in de dood leert ze ons. Had ze maar kunnen voelen hoeveel ze voor ons betekende toen ze nog hier was.

Shuhada' Sadaqat ‒ de naam die ze aannam na haar bekering tot de Islam in 2018, terwijl ze nog steeds optrad en muziek opnam onder haar geboortenaam ‒ werd geboren in Dublin in 1966. Ze beschreef haar jeugd als emotioneel en lichamelijk getekend en haar moeder, bij wie ze woonde nadat haar ouders uit elkaar gingen, als gewelddadig en grof. In een interview voor de documentaire Nothing Compares (2022) maakt ze twee opmerkingen over haar vroege leven die ik bijzonder treffend vind:

- Ik ben mijn hele jeugd in elkaar geslagen vanwege de sociale omstandigheden waaronder mijn moeder opgroeide en waaronder haar moeder opgroeide en waaronder haar moeder en haar moeder opgroeiden.

- Mijn vader is het type man dat niet wilde dat iemand praatte over wat er gebeurd was en dat is wat er mis was met mij.

Het is een één-tweetje. De eerste klap wortelt haar eigen trauma in de structuur van de samenleving ‒ de Ierse kolonisatie, de katholieke kerk en hun historische en interpersoonlijke effecten. De tweede, hoe juist die structuur de voorwaarden schept om dat soort geweld aan te pakken ‒ dat wil zeggen, helemaal niet. Proberen een cyclus te doorbreken door te praten over wat er gebeurd is, ondanks een taboe om dat te doen, is een terugkerend thema in het leven van Sadaqat.

Toen ze 15 was, werd Sadaqat betrapt op winkeldiefstal en naar een heropvoedingscentrum gestuurd dat werd geleid door rooms-katholieke nonnen. Voor straf moest Sadaqat soms de nacht doorbrengen in het hospitiumgedeelte van de aangrenzende Magdalena Laundry (een soort inrichting voor 'gevallen vrouwen') 'om me eraan te herinneren dat als ik me niet zou gedragen, ik net zo zou eindigen als die vrouwen,' herinnerde ze zich. Sommige vrouwen zaten al sinds de jaren 1920 opgesloten en daar zaten ze dan, roepend om verpleegsters die nooit kwamen. Ze waren vaak sekswerkers, of zwanger geraakt, of verkracht door een dokter of een vader of een plaatselijke priester en ze werden altijd geacht boete te moeten doen volgens de maatschappij en de rechtbanken. De eerste song die Sadaqat schreef, 'Take My Hand', ging over haar nachten in de hospicevleugel van de inrichting.

In 1992 bracht Sadaqat een a capella versie van Bob Marley's War ten gehore tijdens Saturday Night Live, waarbij ze de foto van haar moeder van paus Johannes Paulus II op het podium vernietigde uit protest tegen het seksueel misbruik van kinderen door de katholieke kerk. Ze keek recht in de camera en hield de spookachtige noot van de laatste tekst van het nummer vast: evil. Het was de methode van Sadaqat samengevat: de vernietiging van de foto ('de foto zelf had aan de muur van mijn moeders slaapkamer gehangen sinds de dag dat de fucker werd geïnstalleerd in 1978') als catharsisch, symbolisch terugwinnen van haar eigen jeugd en een sociaal-politieke aanklacht tegen iets groters dan zijzelf, allemaal tegelijk. Het verwerken van ons verleden, onze trauma's, is privé al moeilijk genoeg, maar om het in het openbaar te doen, voor miljoenen mensen en op de een of andere manier ook ten dienste van anderen, is ongelooflijk dapper. Zoals Kathleen Hanna van Bikini Kill het verwoordde, 'we hadden allemaal zoiets van feministische podiumkunst op tv, wanneer gebeurt dat nu eens?'

Sadaqat was haar tijd ver vooruit. En zoals de meeste vrouwen die hun tijd ver vooruit waren, werd ze venijnig onder de loep genomen. 'Het was erg traumatiserend,' herinnert ze zich. 'Het seizoen was geopend om me te behandelen als een gekke teef.' Krantenkoppen luidden: 'SINEAD THE SHE DEVIL, SHUT UP SINEAD, Shut Up? Ik? NOOIT!' Menigten joelden haar uit. Joe Pesci en Frank Sinatra dreigden haar in elkaar te slaan. Ze werd meedogenloos bespot door de media. De Washington Times noemde haar 'het gezicht van pure haat'. De Anti-Defamation League veroordeelde haar. De National Ethnic Coalition of Organizations liet een stoomwals honderden van haar albums verpletteren voor het hoofdkantoor van haar platenmaatschappij. Ze was 26.

Maar Sadaqat had gelijk en dat wist ze. In 1993, een jaar na haar Saturday Night Live optreden, werden de naamloze graven van 155 vrouwen blootgelegd op het terrein van een van de wasserijen. Bijna tien jaar later erkende de paus publiekelijk het langdurige misbruik binnen de kerk, waaronder het seksueel misbruik van kinderen door priesters. De Ierse staat volgde een paar jaar later met een formele verontschuldiging voor de wasserijen en een compensatieprogramma van 50 miljoen pond voor overlevenden, waaraan de verantwoordelijke religieuze ordes weigerden financieel bij te dragen.

Tijdens de uitreiking van de Grammy's van 1989 bracht Sadaqat het Public Enemy-logo op de zijkant van haar hoofd aan ter ondersteuning van hiphopartiesten die de show boycotten omdat hiphop en rap niet als serieuze categorieën beschouwd werden en die erkenning verdienden. Nu, op 11 augustus, vieren we terecht de vijftigste verjaardag van Cindy Campbell en DJ Kool Herc's Back to School Jam in de Bronx ‒ de officiële geboorte van hiphop ‒ met veel bijval.

Sadaqat was een product van haar vele tegenstanders: haar familie en hun misbruik, de katholieke kerk, de Ierse staat, kapitalisme, seksisme, Engels kolonialisme, mannen, de media en de muziekindustrie. (Haar eerste platenmaatschappij Ensign heeft op schandalige wijze geprobeerd haar tot een abortus te dwingen en haar te brandmerken als een klassieke vrouwelijke act met lang haar, korte rokken en make-up, wat Sadaqat ertoe aanzette haar hoofd kaal te scheren en haar kenmerkende leren jasjes en Doc Martens schoenen weer aan te trekken). Zowel tegen als van datgene zijn wat pijn doet, wat onderdrukt, was de beladen toestand van haar wezen, zoals het dat van iedereen is. Haar antwoord op de spanning komt denk ik het duidelijkst naar voren in een interview met Tony Lindo in het reggae tv-programma Viddyms, de dag nadat ze de foto verscheurde: 'het enige wat je kunt doen is dat mensen hun geschiedenis bestuderen.' Dat deed ze, ze bestudeerde haar geschiedenis en ze zong. Dezelfde stem die haar moeder als kind had gekalmeerd ('mijn moeder was een beest en ik kon haar kalmeren met mijn stem. Ik kon mijn stem gebruiken om de duivel in slaap te laten vallen'), de stem die door het martelende heropvoedingsgesticht was gekomen, was de stem die haar die geschiedenis liet kanaliseren ‒ haar eigen geschiedenis en die van de wereld.

'Mensen zeggen je hebt je carrière verkloot,' merkte Sadaqat op. 'Maar ze hebben het over de carrière die ze voor mij in gedachten hadden... Ik heb hun carrière verkloot, niet de mijne.' Ze heeft altijd toegegeven dat ze meer een vrijheidszangeres dan een popster was. En toch is haar impact op de populaire muziek, op wat het betekent om een artiest te zijn, onuitwisbaar maar onderschat. Zoals Jason King schreef in een recent stuk voor NPR, was ze 'een pionier in het beschrijven van haar leven in mainstream pop en hielp zo ruimte te maken voor toekomstige generaties van 'mijn-leven-is-mijn-kunst', 'dark pop' sterren zoals Amy Winehouse, Frank Ocean, SZA en Olivia Rodrigo.' Haar confessionele verhalen, de volheid van haar innerlijkheid en haar overtuiging dat artiesten niet slechts passieve entertainers zijn, maar het recht hebben om na te denken en te provoceren, zijn goed te zien als Billie Eilish zich uitkleedt om een punt te maken over degenen die commentaar geven op haar lichaam en als Megan Thee Stallion haar SNL-optreden gebruikt om ons, als samenleving, op te roepen om zwarte vrouwen te beschermen.

'Ze jammerde voor de geest van haar mishandelende moeder, voor de geesten van personages die ze verzon in songs als Jackie, voor de geesten van echte, jonge zwarte mannen die zinloos werden gedood door de staat, voor de Ierse slachtoffers van de hongersnood en voor zoveel anderen met wie ze zich verbonden voelde,' schrijft King. 'Nu zij er niet meer is, wie zal er voor Sinéad zingen?

Sadaqat zong voor haar geesten en was principieel en intelligent en humeurig en mooi en vreemd en punk en een stijlicoon en moest zoveel dingen zijn die deze wereld haat voor miljoenen mensen die geconditioneerd zijn door een maatschappij die zich voedt met straf als spektakel. Maar ze is ook geliefd. En gemist. En verdiende beter.

Ik hoop dat ze eindelijk vrede heeft.

Dit stuk verscheen oorspronkelijk op Spectre, Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop