Ander Europa
De EU zal de loonkloof dichten, en andere fabels
Berlijn: immobiliënkapitalisten onteigenen!
Die Linke koos nieuw voorzitterschap
Interessant leesvoer over Green Deal(s)
De pandemie heeft de komst van een nieuwe reeks crisissen versneld, met de ontplooiing van de Europese Green Deal als gevolg, waaraan gekoppeld de EU-fondsen in het kader van het historisch 'Next Generation' initiatief. Om deze context te analyseren heeft ODG het boek "Green deals in the time of pandemics - the future will be contested now" uitgebracht, van de hand van ingenieur en onderzoeker Alfons Pérez,. Hierin wordt een diepgaande analyse gemaakt van de economische beleidsmaatregelen en instrumenten en hun relatie tot groene groei, digitalisering, extractivisme, overmatige schuldenlast en nieuwe bezuinigingsmaatregelen; Het boek behandelt ook manieren om uit de economische, sociale en ecologische tsunami te geraken die op komst is.
De EU heeft zich ten doel gesteld om tegen 2050 klimaatneutraal te worden en heeft daartoe de European Green Deal (EGD) gepromoot en goedgekeurd; een uitgebreid plan van hervormingen om de Europese economie te heroriënteren naar een groene overgang. De EGD is de meest tastbare green deal tot nu toe, maar hij heeft ernstige beperkingen en risico's die de doeltreffendheid ervan in twijfel trekken.
De EGD ontkoppelt economische groei en productie van energie- en materiaalverbruik, maar houdt geen rekening met de uitbesteding van industriële processen, of het effect van invoer. De uitstoot daalt binnen de EU, maar blijft van invloed op de klimaatverandering daarbuiten. "Het is niet bewezen dat het mogelijk is om te blijven groeien en tegelijkertijd het emissieverbruik te verminderen," zegt Alfons Pérez.
Over de EU-fondsen:Een andere factor die meespeelt, zijn de EU-fondsen, 750 miljard euro aan subsidies en kredieten, gefinancierd door de uitgifte van EU-schuld, met het risico dat miljoenen worden gestoken in valse oplossingen zoals groene waterstof en greenwashing van grote mijnbouw- en oliebedrijven.
Deze fondsen wijzen ook op een groen herstel op basis van technologie en digitalisering, waardoor de winning van kritieke materialen als nikkel, kobalt of lithium drastisch zal toenemen, waarbij voorbij wordt gegaan aan de ernstige sociale en milieugevolgen die zich zullen voordoen in landen als Congo, Indonesië, Chili, Bolivia, Argentinië, Zambia of Australië, om er maar een paar te noemen.
Tot slot wijst het boek op enkele 'vergetelheden' in de Europese Green Deal: de biofysische grenzen erkennen en respecteren, een economie opbouwen die gericht is op het genereren van welzijn, banen die zorg dragen voor het leven centraal stellen, het werk herverdelen en de arbeidstijd verkorten, en ervan uitgaan dat ons herstelbeleid niet ten koste mag gaan van andere regio's. Reden genoeg dus om de brochure down te loaden, er desnoods een Engels woordenboek bij te nemen, en meer te vernemen over de 'Green Deal'. Oh ja, de reden waarom er Deal(s) staat in de titel wordt uitgelegd op blz. 16. (hm)Een repliek op de Oproep tot kwijtschelding van de overheidsschuld door de ECB
We publiceerden onlangs een oproep voor kwijtschelding van staatsschulden door de Europese Centrale Bank. De oproep ging uit van een reeks linkse economen, academici, politici en verantwoordelijken uit sociale bewegingen. Op 27 februari verscheen een alternatieve oproep in Le Monde [efn_note] Le Monde, 27 februari 2021, « D’autres solutions que l’annulation de la dette existent pour garantir un financement stable et pérenne » [/efn_note], geschreven door 7 Franse economen en internationaal ondertekend door een tachtigtal linkse academici, waarin ze hun meningsverschil met de eerdere oproep proberen uit te leggen. Onder de bekendere ondertekenaars vermelden we Michel Aglietta, Jacques Généreux, Adam Tooze en Michel Husson (één van de auteurs). Het leek nuttig ook deze oproep breder kenbaar te maken, als bijdrage tot het belangrijk debat over geld en schuld.
Van de oproep verscheen ook een Engelstalige versie, Cancelling a debt we already own is a lure, die soms wat afwijkt van de Franse.
Het einde van de gezondheidscrisis is nog niet in zicht, maar het bezuinigingsmuziekje begint al wel door te klinken. Niettegenstaande de begrotingsorthodoxie sprongen overheden de economie bij omwille van de sanitaire toestand, maar nu luidt het hier en daar al dat nieuw aangegane schuld moet worden terugbetaald door te snijden in pensioenen en openbare diensten, en door de belastingen voor de meeste mensen te verhogen. Niets zou dodelijker zijn. De verslechtering van de sociale situatie, de wederopbouw van onze openbare diensten en de dringende noodzaak van een ecologische transitie vereisen dat er onverwijld een grootscheeps plan voor overheidsinvesteringen wordt gelanceerd. Meer in het algemeen moeten de staten een ambitieus antwoord bieden aan de sociale, ecologische en gezondheidsnoden, en daarvoor zijn middelen nodig. In deze context stellen sommige van onze collega's, met wie wij ook veel gemeen hebben, de volgende oplossing voor: de Europese Centrale Bank (ECB) zou de schuld moeten kwijtschelden gekoppeld aan het overheidspapier dat zij bezit. Volgens hen zou dit ons in staat stellen opnieuw budgettaire manoeuvreerruimte te krijgen, en dit zonder iemand te benadelen. Dit standpunt heeft bijgedragen tot het debat over economie en monetaire politiek, maar wij delen hun analyse niet. Dit voorstel komt neer op het fetisjiseren van de schuld/BBP-ratio terwijl de kredietwaardigheid van de meeste landen van de eurozone niet onder druk staat. Het ontneemt zelfs de idee van schuldkwijtschelding zijn subversieve kracht. Het geeft ook geen nieuwe manoeuvreerruimte, wel integendeel. Achter de technische illusie is haar radicalisme slechts een façade: een boekhoudkundige truc alleen kan het machtsevenwicht binnen de eurozone of tussen de lidstaten en de kapitaalmarkten niet veranderen. Waarom zou men dan zoveel politieke energie besteden aan de verdediging van een voorstel dat de aandacht afleidt van wat werkelijk telt in de huidige periode? De term "annulering door de ECB" spreekt tot de verbeelding, maar stemt niet overeen met de werkelijkheid. Deze schuld wordt niet rechtstreeks door de ECB aangehouden, maar via het Eurosysteem door de nationale centrale banken. Dit zou bijvoorbeeld betekenen dat de Banque de France zou afzien van haar vordering op de Franse Staat. Het kapitaal van de Banque de France is echter volledig in handen van de Franse Staat: het zou dus gaan om het kwijtschelden van een schuld die wij aan onszelf hebben. Hoe kunnen wij geloven dat een dergelijke operatie een reëel, positief en duurzaam effect op de overheidsfinanciën kan hebben? De overheid, die een onbeperkte levensduur heeft, "rolt haar schuld om": zij leent opnieuw om vervallende effecten terug te betalen. Het centrale vraagstuk is dus dat van de herfinanciering, d.w.z. de voorwaarden voor nieuwe leningen, en met name de rentevoeten, die om institutionele, economische en politieke redenen kunnen variëren. De rente op de Franse overheidsschuld is echter negatief voor looptijden van leningen van minder dan 20 jaar en bijna nul voor looptijden daarboven. De hoogte van de staatsschuld is op zichzelf nooit een probleem voor een geavanceerde economie als Frankrijk. Empirische studies hebben geen kritische schulddrempel aan het licht gebracht. Onder deze omstandigheden heeft het geen zin de schuld kwijt te schelden om terug te keren naar een zogenaamd duurzaam niveau. Bovendien heeft een schuld rond de 60% van het BBP, dicht bij de Maastrichtnorm dus, in de jaren 2000 de voorstanders van bezuinigingen er nooit van weerhouden hun destructief beleid te voeren, waarvan de gezondheidscrisis een van de gevolgen is. Ook al is gebleken dat bezuinigingen niet doeltreffend zijn, toch is bezuinigen een economisch beleid op zich. Het is niet gesteund op feiten, maar op ideologische keuzes. Om de chantage van de overheidsschuld te neutraliseren zoals we die kennen in de eurozone, moet worden afgestapt van de logica van overheidsfinanciering door de markten. Het voorstel om de schuld in handen van het Eurosysteem kwijt te schelden doet echter precies het tegenovergestelde: het bestaat erin de schuld die buiten de markt om wordt aangehouden kwijt te schelden en vervolgens te vervangen door nieuwe schuld, weliswaar "groen", maar aangegaan op de financiële markten. Dit zou alleen maar kunnen bijdragen tot een versterking van de reeds te centrale rol van de financiële markten. Een ander argument dat door de voorstanders van deze annulering naar voren wordt gebracht, is dat het zeker geen wondermiddel zou zijn, maar de verdienste zou hebben dat het politiek gemakkelijk uitvoerbaar zou zijn zonder "iemand te kwetsen". De gok is dat de private schuldeisers geen bezwaar zouden hebben tegen deze vermindering van de schulden van de openbare schuldeiser, alsof openbare en private kredietverleners geheel afgescheiden groepen zouden vormen. De geschiedenis van de herschikking van de overheidsschuld en, meer recent, het geval van de Griekse crisis tonen aan hoezeer de belangen en overtuigingen van de technocratie en de financiële wereld met elkaar verweven zijn. Uiteindelijk zou de vermeende frisse wind van een annulering zeer snel teniet worden gedaan door de risicopremie die de markten zouden aanrekenen bij het toekennen van staatsleningen. Voor een voorstel met twijfelachtig nut is dit risico erbij nemen niet lonend. Er bestaan echter andere oplossingen om een stabiele duurzame financiering en onze economische soevereiniteit te waarborgen. Daartoe moet er budgettaire manoeuvreerruimte gecreëerd worden door belasting te heffen op vermogende particulieren en multinationals, die hun belastingen de afgelopen 40 jaar hebben zien dalen, of door belasting te heffen op de buitengewone winsten die bepaalde activiteiten in de pandemieperiode maken. Er zouden serieuze politieke inspanningen moeten geleverd worden om een echte coördinatie tot stand te brengen tussen het begrotingsbeleid en het monetair beleid. De begrotingsregels die overheidsinvesteringen in de weg staan moeten afgeschaft worden, zodat we de sociale en klimaatuitdagingen kunnen aanpakken. De ECB moet verdragsrechtelijk de rol van koper in laatste instantie van staatsschuldpapier krijgen; zulk papier moet omgezet worden in een zogenaamd eeuwigdurende schuld met lage rentevoet. De financiële sector moet ernstig gereguleerd worden, met de mogelijke oprichting van een openbare banksector. Nationale thesaurieën zouden voorschotten moeten kunnen krijgen van de ECB (overdraft facility) en er zou een Europees “thesauriecircuit” van de 21e eeuw moeten komen, naar het voorbeeld van het vroegere Franse circuit du Trésor [efn_note] Na de Tweede Wereldoorlog en tot in de jaren 1970 bestond in Frankrijk de wettelijke mogelijkheid, circuit du Trésor genoemd, dat banken aan de overheid moesten lenen tegen opgelegde voorwaarden. Zie Eric Toussaint, The Challenges for the European Left regarding Debt and the Banks. [Noot van de vertaler] [/efn_note] reeds bestaande circuit in Frankrijk, waarbij moeten komen name aan de banken een bodem wordt opgelegd voor het aanhouden van overheidseffecten en, waarom niet, de invoering van een rekening-courantkrediet voor de nationale thesaurieën bij de centrale bank (of zelfs een eventuele Europese thesaurie). Ongetwijfeld zullen deze voorstellen op hevig verzet stuiten van de verdedigers van de status quo, maar zij bevatten tenminste een reëel emancipatorisch potentieel.PETITIE tegen het Energiecharterverdrag
Kort samengevat is het Energiecharterverdrag een internationale overeenkomst die aan energiebedrijven en investeerders toelaat om overheden te beboeten als deze klimaat- en milieumaatregelen nemen die de winsten van de bedrijven kunnen in het gedrang brengen, of als die bedrijven zelfs maar vrezen dat dit het geval kan zijn. Kernuitstap? Bedreiging voor de nucleaire sector! Miljardenclaim, zoals het geval Vattenfall in Duitsland aantoont. Stop kolencentrales? Het Duitse energiebedrijf RWE eist 1,4 miljard van de Nederlandse staat… Het mechanisme is hetzelfde als dat in tal van vrijhandelsverdragen, waar een ISDS- of ICS-clausule bedrijven toelaat hun ‘schadeclaims’ voor een soort uitzonderingsrechtbanken te verdedigen. Het is nauwelijks te geloven dat het onze regeringen zelf zijn die een dergelijke overeenkomst getekend hebben, en dat de Europese Unie er een voortrekkersrol in speelde. De winsten van privébedrijven hebben blijkbaar voorrang op onze klimaatbekommernissen. Het is de plicht van onze regeringen en van de EU om dit bedreigend verdrag ongedaan te maken. Uitgebreidere informatie over dit verdrag vindt u in Wat schuilt achter het Energiecharterverdrag? en in diverse brochures hieronder. De petitie wordt ondersteund door tal van organisaties en koepels. Via de link hieronder komt u op de site van CAN, het Climate Action Network. Ook via de site van Corporate Europe Observatory kunt u de petitie tekenen. Naar de petitie
Hits: 0
Italië: Mario Draghi is het probleem, niet de oplossing
Steun uit Europees Parlement voor repressief Spaans gerecht
EU-handelspolitiek tegenover China: agressief in de strijd tegen degradatie
Werkersrechten vergeten in Europese landbouwpolitiek
“Verbazend genoeg hebben arbeiders nooit een plaats gehad in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) , een vlaggenschip van het EU-beleid (…) Terwijl GLB-subsidies nu terecht afhangen van het respecteren van elementaire milieunormen, openbare gezondheid en dierenwelzijn, speelt het respect voor mensen- en werkersrechten niet de minste rol bij de toekenning van directe betalingen. Het is dan ook niet te verbazen dat het GLB tot nog toe gefaald heeft bij de verbetering van de werkomstandigheden van de landarbeiders.”
De open brief wijst er ook op dat dit soort arbeid door overheden als ‘essentieel’ wordt bestempeld tijdens de Covid-19 crisis, maar wie die arbeid uitvoert, al dan niet als EU-burger, migrant of vluchteling, doet dit vaak in onmenselijke omstandigheden, tegen een hongerloon, met zeer lange werkdagen, vaak in het zwart, en met ondermaatse huisvesting. De briefschrijvers stellen hun hoop op het Europees Parlement, dat de uitkering van landbouwsubsidies afhankelijk wil zien van het respecteren van de gangbare voorwaarden zoals die door collectieve arbeidsovereenkomsten, nationale en Europese wetgeving en de Internationale Arbeidsorganisatie worden bepaald. [caption id="attachment_20296" align="aligncenter" width="670"] Klikken voor de brief en de ondertekenaars[/caption]Verdachte aanwezigen in ‘groene Commissie’
Opnieuw politie op Griekse campussen
Kan centrum-links in Europa een nieuwe crisis doorstaan?
“Het is fundamenteel fout voor radicaal links om akkoord te gaan met een politieke lijn die gewoon complementair is aan die van de sociaaldemocratie. We hebben geen nood aan radicaal linkse partijen die deals sluiten met de sociaaldemocratie om het aantal huisuitzettingen te beperken, het minimumloon met 50 € te verhogen of wat ontslagen in de openbare sector ongedaan te maken. Als men echt denkt dat dit de weg is die moet gegaan worden moeten we ons binnen het kader van de sociaaldemocratie opstellen, en proberen enkele verbeteringen te verkrijgen. Maar voor een politieke stroming die beweert een alternatieve maatschappijvisie te hebben kan zoiets aannemen als politieke horizon neerkomen op het overboord gooien van deze visie.”
In Spanje en Portugal zijn er al spanningen ontstaan in dit model, zeker nu de Europese Commissie onpopulaire voorwaarden stelt aan de toekenning van de gelden van het corona-herstelfonds. En al maakt Groot-Brittannië geen deel meer uit van de EU, de wederwaardigheden van Jeremy Corbyn’s beweging binnen Labour tonen aan hoe verbeten de oude garde in zulke partijen zal tekeer gaan tegen een ernstig vernieuwingsproject.Geld, steeds bron van polemiek (2)
Frank Slegers:
Ik heb toch wat vragen bij deze oproep.
Als ik het goed begrijp gaat het om het volgende. De Europese Centrale Bank (ECB) koopt op de secundaire markten grote hoeveelheden overheidsobligaties op, uitgegeven door de overheden van de lidstaten. De overheden van de lidstaten lenen door de uitgifte van obligaties geld op de financiële markten. Obligaties zijn vastrentende schuldpapieren opgenomen door financiële instellingen. Vervolgens koopt de ECB deze schuldpapieren dus op, als onderdeel van haar anti-crisisbeleid. Zo wordt het voor de lidstaten makkelijker om leningen te plaatsen, ook voor lidstaten waarvan de kredietwaardigheid onder druk staat, en wordt de rente op deze leningen laag gehouden, want de financiële instellingen weten dat zij de overheidsobligaties kunnen doorverkopen aan de ECB.
Het zou eenvoudiger zijn als de ECB deze obligaties rechtstreeks opkocht bij de overheden van de lidstaten, maar dat mag niet volgens de Europese Verdragen. Vandaar deze omweg, die eigenlijk op het zelfde neerkomt. Als de politieke weg er is, vindt men in Europa altijd een juridische sluipweg.
Wat gebeurt er nu wanneer de ECB deze schulden kwijtscheldt? Dan heeft zij – in figuurlijke zin, want in feite gaat alles digitaal, via de boekhouding van de ECB, de centrale banken en de banken in de lidstaten – geld van de drukpersen laten rollen en dit cadeau gedaan aan de overheden van de lidstaten.
Is het dan zo eenvoudig om de grenzen van de overheidsfinanciën open te breken? Gewoon geld bijdrukken en uitdelen?
Volgens een hoop moderne economen wel. Zij wijzen erop dat er geen risico is op geldontwaarding, inflatie dus, en dat het eerder deflatie is die dreigt.
Maar klopt dit wel? Sinds de financiële crisis van 2007/2008 werd inderdaad veel geld ‘bijgedrukt’ en in de economie gepompt, zonder dat dit tot noemenswaardige inflatie geleid heeft, tenminste als men naar de consumptieprijzen kijkt. Maar er is wel zoiets als ‘asset inflation’: het geld verdween in de financiële sector, en leidt daar tot enorme prijsstijgingen op de aandelenbeurzen, de immobiliënmarkten, de goudmarkt, van de bitcoin, en noem maar op: enorme financiële zeepbellen, economische tijdbommen waarvan de vraag alleen is wanneer ze afgaan. Dus zo onschuldig is het draaien van de geldpersen niet.
Nu zullen onze moderne economen wel allerlei voorwaarden koppelen aan het draaien van de geldpersen, maar dat is in deze oproep niet uitdrukkelijk terug te vinden.
Anderzijds stelt de oproep voor de ruimte die vrijkomt door het kwijtschelden van de schulden te gebruiken voor investeringen in de energietransitie en in het opvangen van de coronacrisis. Inderdaad: normaal gesproken zal een nationale overheid wanneer een obligatie moet afgelost worden een nieuwe lening uitschrijven om de vorige te betalen. Overheden betalen zelden hun schuld af: vervallen schulden worden gefinancierd door nieuwe leningen, en op de overheidsbegroting weegt enkel de rente die moet betaald worden op de schuldmassa. Wanneer overheden de obligaties in handen van de ECB echter niet moeten terugbetalen schept dit ruimte om leningen aan te gaan voor andere doeleinden, zoals het financieren van de energietransitie of de coronaschade.
Maar waarom zouden de overheden van de lidstaten zich voor deze financiering dan wel weer moeten wenden tot de financiële markten? Kan men ook hiervoor de Europese geldpersen niet laten draaien? Of obligaties rechtstreeks plaatsen bij de ECB? Of wordt het dan te veel van het goede? Waar ligt dan de grens?
Ik heb de indruk dat de initiatiefnemers vooral het statuut van de ECB willen aanvallen, want dit statuut hindert in de eurozone de monetaire financiering van overheidsbeleid. Dat hangt samen met het feit dat het economisch beleid nog grotendeels in handen van de lidstaten is, in tegenstelling tot het monetair beleid: de fameuze weeffout van de Economische en Monetaire Unie (EMU). Het voorstel komt neer op een ingewikkelde weg om monetaire financiering van nationaal economisch beleid mogelijk te maken. Maar het hangt met haken en ogen aan elkaar.
Alhoewel de auteurs aangeven dat hun voorstel maar een onderdeel is van het beleid dat zij voorstaan, wordt de rekening toch voor een stevig stuk doorgeschoven naar de ECB. Zo dreigt de slogan ‘laat de rijken de crisis betalen’ vervangen te worden door ‘laat de ECB de crisis betalen’.
Herman Michiel: Franks overwegingen overlappen deels met een vorige reactie, naar aanleiding van voorstellen over ‘eeuwigdurende obligaties’ of ‘consols’ (zie hier). Kan de Europese Centrale Bank (ECB) zo maar geld creëren uit het niets? Zal dit niet leiden tot ongewenste inflatie? Anderzijds vermeldt hij een aantal punten waar de oproep had verder kunnen gaan: waarom zou de ECB dan niet direct staatspapier kopen in plaats van de omweg van de secundaire markt? En komen de rijken er dan niet al te gemakkelijk van af, aangezien er geen nood aan belastingen meer is als de ECB toch geld naar behoeven drukt? MMT Laat me misschien eerst even verduidelijken dat, waar Frank spreekt van de ‘moderne economen’ een welbepaalde stroming bedoeld is, die van de Modern Monetary Theory waaraan namen verbonden zijn als Bill Mitchell, Tomas Fazi of Stephanie Kelton. MMT gaat door voor ‘heterodox’ en neokeynesiaans, en wordt door mainstream economen verguisd omdat het bijvoorbeeld de rol van private banken in vraag stelt, en de centrale bank in dienst ziet van de overheid. Zoals binnen elke school bestaan er ook binnen MMT uiteenlopende opinies, en ook buiten deze school zijn er auteurs die aan de overheid een grote rol toekennen in de monetaire politiek, en geld in een democratisch perspectief zien. Zo is Mary Mellor eerder afwijzend wat MMT betreft, maar haar (zeer leesbaar) boek Money, Myths, thruts and alternatives (2019) is evengoed een pleidooi voor een nieuw financieel systeem in dienst van duurzaamheid en sociale noden. Het lijkt me daarom beter de discussie over de oproep tot kwijtschelding van ECB-schulden niet meteen te koppelen aan een theorie van ‘onze moderne economen’, maar naar de intrinsieke sterktes en zwaktes van het voorstel te peilen. Wat er zeker niet aan het voorstel, noch aan de MMT-theoretici kan verweten worden is dat ze beweren dat geld ‘uit het niets’ kan gecreëerd worden. Geld wordt uit het niets gecreëerd, dat zullen ook mainstream-economen bevestigen. Als een bank een lening toestaat aan een particulier of een bedrijf creëert ze dit geld door een louter digitale operatie. Er moeten geen spaarders langsgekomen zijn die voor hetzelfde bedrag spaargeld neergeteld hebben, er moet geen goud in de kluizen van de bank liggen om die lening te kunnen toestaan. De bank moet er wel een stukje eigen kapitaal kunnen tegenover plaatsen (vaak minder dan 10%) en de operatie wordt genoteerd door de centrale bank. Het kan dan misschien verbazing wekken dat een bank kan interest vragen op een som die ze zo maar zelf gecreëerd heeft, maar zo is het. Hetzelfde is waar voor de centrale bank zelf. Nemen we de ECB, die in de voorbije jaren voor duizenden miljarden euro private en publieke schuldpapieren heeft opgekocht; het geld daarvoor werd gecreëerd – gedrukt zoals sommigen graag zeggen - door computers in Frankfurt. Wie nog gelooft in enige binding tussen geld en goud zou natuurlijk zeer verbaasd zijn te horen dat de goudvoorraad van de ECB slechts 505 ton bedraagt, met een monetaire waarde van ongeveer 22 miljard euro, een onooglijke peulschil in vergelijking met de euro’s in omloop, zowel die in cash (een kleine fractie) als op bankrekeningen. Als de ECB dus met haar zelf gecreëerd geld overheidsschuld koopt (wat in de EU betekent dat ze overheidsobligaties overkoopt van banken en beleggers, want verdragsrechtelijk mag ze die niet rechtstreeks van de overheden kopen) heeft die overheid dus een schuld bij de ECB. Nu is de ECB geen private bank, maar een Europese instelling, opgericht en gefinancierd door de lidstaten, dus uiteindelijk door u en mij. Die schuld terugbetalen komt erop neer dat we de schuld “aan onszelf” betalen, zoals in de oproep staat. De ECB betaalde de overheidsobligaties met zelf gecreëerd geld, maar voor de terugbetaling ervan moet een overheid over het nodige belastinggeld en eventueel andere inkomsten beschikken. De “kwijtschelding van overheidsschuld door de Europese Centrale Bank” betekent dus niets anders dan dat de ECB het door haar zelf gecreëerde geld niet terugeist [efn_note] Er is nog een ander aspect dat we hier buiten beschouwing laten. Een overheid moet jaarlijks interest betalen op de door haar uitgegeven obligaties. Als die in handen zijn van de ECB betaalt ze die interest dus aan de ECB. Het is zo dat de ECB die interest terugbetaalt aan de betrokken overheid, wat eigenlijk ook aantoont dat de ECB geen private bank is, maar een overheidsinstelling. [/efn_note]. Zo eenvoudig is het dus om de grenzen van de overheidsfinanciën open te breken, zoals Frank het formuleert. Maar kan zo iets pijnloos gebeuren? Wat zijn de gevolgen? Zou de veralgemening van zoiets niet tot enorme inflatie leiden? Inflatie? Laat ons eerst kijken hoe leningverstrekking gebeurt bij de gewone banken. De bank creëert eerst het geld ‘uit het niets’, maar als de lening helemaal is terugbetaald is dit geld ook in het niets verdwenen, vernietigd zoals men zegt, het staat niet meer in de boeken van de bank. Was dit niet het geval, dan zou er met elke nieuwe lening definitief meer geld ter beschikking zijn, met een stijgende inflatie als gevolg. Wat nu als de overheid haar schulden niet zou terugbetalen aan de ECB? De overheidsschuld in de eurozone bedroeg in 2019 tienduizend miljard euro, 84% van het Eurozone-BBP; in 2020 zal daar natuurlijk een heel pak bijgekomen zijn. Met 25% van deze schuld op de balans van de ECB gaat het dus over meer dan 2500 miljard euro. Bovendien suggereert de oproep dat de kwijtschelding geen eenmalige operatie moet zijn, maar dat monetaire financiering ook in de toekomst kan gebruikt worden om bijvoorbeeld de ecologische transitie te helpen bekostigen. Hoe zou in zo’n geval een exploderende geldhoeveelheid kunnen vermeden worden? Het klopt dat de oproep niet ingaat op dit probleem, wat jammer is omdat het de geloofwaardigheid ervan vermindert. Verdedigers van de MMT-theorie doen dit nochtans wel. Zo wijzen Mitchell en Fazi erop dat belastingen integraal deel uitmaken van hun visie. Door belastingen te innen wordt geld uit omloop genomen, net zoals de terugbetaling van een lening aan een private bank het gecreëerde krediet terug vernietigt. Het is dan een beleidskeuze wie wordt belast en waarvoor, of men de sociale ongelijkheid erdoor wil terugdringen dan wel versterken. De oproep vermeldt weliswaar “belastinghervormingen om de ongelijkheid te verminderen”, maar geeft niet aan dat dit ook een essentiële functie vervult bij de monetaire financiering van overheden. Eric Toussaint en andere leden van CADTM die de oproep ondertekenden pleiten in een commentaar achteraf voor verdergaande maatregelen zoals een covid-belasting op de grote fortuinen en de grote bedrijven, zonder evenwel op de economische rol te wijzen die een dergelijke belasting speelt in de geldkringloop. Er zijn dus wel degelijk mogelijkheden om het gevaar op inflatie te bestrijden, een gevaar dat momenteel in Europa denkbeeldig is; de ECB zou maar al te graag wat inflatie creëren maar het lukt niet… Maar, zegt Frank, er is wel zoiets als ‘asset inflation’: het geld dat de ECB probeerde in de economie te injecteren (door de ‘kwantitatieve versoepeling’ of QE) verdween in de financiële sector, en leidt daar tot enorme prijsstijgingen op de aandelenbeurzen, de immobiliënmarkten, de goudmarkt, van de bitcoin, enzovoort, wat tot het barsten van nieuwe ‘zeepbellen’ kan leiden met alle economische narigheid voor gevolg. “Dus zo onschuldig is het draaien van de geldpersen niet”, besluit Frank. Net op dit punt is het voorstel tot kwijtschelding van overheidsschulden veel veiliger dan de blinde geldinjecties zoals die door de ECB bedreven worden en inderdaad voor een groot deel terechtkomen in de financiële sector, zonder merkbaar effect op de reële economische activiteit. Bij kwijtschelding van overheidsschulden door de ECB daarentegen gaat het om een politieke beslissing waarover politieke afspraken kunnen gemaakt worden. De internationale oproep stelt zo’n afspraak voor: dat dezelfde bedragen geïnvesteerd worden in ecologische en sociale wederopbouw. Andere bedenkingen Franks bezwaren tegen het voorstel tot kwijtschelding van staatsschulden gaan eigenlijk twee tegengestelde richtingen uit. Enerzijds het gevaar op inflatie, al dan niet in de financiële sector, anderzijds vraagt hij zich af of de ECB-geldpersen dan ook niet kunnen draaien voor de leningen die de overheden aangaan om een equivalent bedrag te investeren in de ecologische en sociale wederopbouw. Eenmaal men inziet dat er wel degelijk maatregelen zijn die niet alleen de inflatie in toom kunnen houden, maar ook de sociale ongelijkheid terugdringen, is er inderdaad geen reden om van de centrale bank geen democratisch instrument van openbaar nut te maken, ten dienste van duurzame sociale ontwikkeling. “Er is alleen wat politieke moed voor nodig”, zegt men er dan soms bij, maar dat is natuurlijk een reusachtig understatement van de fenomenale macht die de financiële spelers veroverd hebben en die ze zomaar niet zouden prijsgeven omwille van argumenten van democratie en sociale rechtvaardigheid. ECB-voorzitter Lagarde heeft trouwens al laten weten dat de oproepers hun tijd verspillen… De internationale oproep heeft bijgevolg vooral een politiek opvoedende waarde. Hij toont aan dat het anders zou kunnen, dat samenlevingen niet moeten gekluisterd zijn aan schulden waar alleen een financiële elite van geniet. Het kan aanzetten tot sociale contestatie en politieke strijd. Het is daarom ook belangrijk dat een dergelijke oproep zo precies en geloofwaardig mogelijk is. Kritieken en commentaren erop hebben dus zeker hun plaats. Ik zit zelf ook met enkele vragen. Hoe pareert men het bezwaar dat het voorstel onrechtvaardig is, omdat wie veel schulden heeft er veel kwijtgescholden wordt? We zitten natuurlijk in een uitzonderlijke situatie, en men kan met reden zeggen dat niemand corona-of klimaat-veilig is als niet iedereen het is. Maar bij een courant gebruik van monetaire financiering van overheden zouden regels moeten gehanteerd worden die voor iedereen aanvaardbaar zijn. Andere vraag. De ECB kan natuurlijk maar schulden in euro kwijtschelden, wat dus slechts bij 19 van de 27 lidstaten mogelijk is. Wat met Bulgarije, Denemarken, Polen…? In theorie zou ook hun centrale bank als financier van de overheid kunnen fungeren, maar dan rijst een probleem van schaalgrootte. Hoe zal de munt van een klein land in zijn betrekkingen met het buitenland, voor zijn import, beoordeeld worden als er aan monetaire financiering van de overheid gedaan wordt? Dit is veel minder een probleem voor een groot economisch blok als de eurozone, maar dat geldt waarschijnlijk niet voor de ‘kleintjes’. Natuurlijk, als het systeem in zwang zou komen in de eurozone zou het een grote aantrekkingskracht kunnen uitoefenen op de lidstaten buiten de eurozone, die zich nu om begrijpelijke redenen weinig aangetrokken voelen tot het vervoegen van de club. Dit zijn natuurlijk ook bespiegelingen op de langere termijn… Het debat wordt ongetwijfeld voortgezet.Borrell: koekje van eigen deeg
Researchopdracht “Data for the public good” (NL, BE)
9 februari 2021 – De ngo access!Nfo zoekt in diverse landen, o.a. Nederland en België, onderzoekers die thuis zijn in het databeleid in hun land: “Access Info Europe is currently seeking independent, country-level researchers for several European countries to act as national researchers for the first edition of the Global Data Barometer (2020–2021).”
Er wordt een vergoeding voorzien.
Alle info op de website van access!Nfo
Hits: 0
RWE: Kohle bitte…
De Commissie toont haar nieuwe wapens
De Commissie toont trots haar nieuwe arsenaal. De lidstaten moeten de aanbevelingen van het Europees Semester uitvoeren om geld uit het corona-herstelfonds te kunnen ontvangen. Dit is de weg naar een autoritair Europa.
Vorige week stond er een opmerkelijk bericht in de pers. De Europese Commissie had het kabinet van de Bondskanselier en de ministeries van Financiën en Economische Zaken duidelijk gemaakt dat Duitsland zijn hervormingsprogramma zou moeten verbeteren om in aanmerking te komen voor de ongeveer 24 miljard euro waarop het land recht heeft uit het wederopbouwfonds. Volgens het Handelsblatt en de Frankfurter Allgemeine zou Duitsland met name zijn al te progressieve belastingstelsel moeten hervormen, de betaalbaarheid van zijn pensioenstelsel moeten versterken, gereglementeerde beroepen moeten openstellen en het gunstigere belastingtarief voor gehuwden (Ehegattensplitting) moeten afschaffen. Dit is eigenaardig. Als er voorwaarden zijn om het geld uit het wederopbouwfonds te krijgen, gaat dat dan niet over de concrete besteding van middelen, digitalisering, klimaatbescherming en het mechanisme van de rechtsstaat? Valt het Duitse systeem van huwelijkssplitsing nu onder de bevoegdheid van de EU? Of draagt het, zonder dat we het tot nu toe hebben gemerkt, bij tot de inter-Europese onevenwichtigheden die wel degelijk correctie behoeven en dus binnen de bevoegdheid vallen van de macro-economische toezichts- en correctieprocedures die sinds lang met sancties worden onderbouwd? [efn_note]De auteur verwijst hier naar de bepalingen van het Sixpack die de Commissie de bevoegdheid geven tussen te komen als ze meent dat het economisch beleid van een land tot ‘onevenwichtigheden’ leidt. [Noot van de vertaler] [/efn_note] Zelfs als dit het geval zou zijn (al is dit verre van duidelijk), wat heeft dit dan met het corona-herstelfonds te maken? Laten we de feiten eens op een rijtje zetten en een en ander nagaan. Voorwaardelijkheden vinden hun weg naar het herstelfonds Zoals bekend hebben de marathononderhandelingen van de Europese Raad van juli 2020 geleid tot de oprichting van een herstelfonds dat zal worden gefinancierd via gezamenlijk leningen, en dat in de komende drie jaar voor 312,5 miljard euro subsidies en voor 360 miljard euro leningen zal verstrekken. Een vijfde van het geld is bestemd voor versnelde digitalisering en een derde voor klimaatbescherming. Op basis van een verdeelsleutel op basis van het welvaartspeil, de ernst van de corona-impact vorig jaar en het werkloosheidspercentage, zullen de middelen over de deelnemende landen worden verdeeld. Het is normaal dat bij de aanwending van dergelijke fondsen voorwaarden worden gesteld en controles worden aangewend. De doelstellingen moeten worden vastgesteld en er moet ongetwijfeld worden gecontroleerd of de middelen niet in een moeras van corruptie wegzinken. Daar is iedereen het over eens. Maar de Commissie, het Europees Parlement (EP) en sommige lidstaten - vooral de noordelijke ‘vrekkige vijf’, waarbij Duitsland door zijn voorzitterschap zich in vergelijking gematigder opstelde - wilden méér, namelijk dat toekenning van gelden gekoppeld wordt aan voorwaarden die niets te maken hebben met de doelstellingen en procedures van het fonds. Het EP wilde met name een hard rechtsstaatmechanisme om op te kunnen treden tegen Polen en Hongarije (zie hierover Andreas Nölke), en de Commissie wilde met name een koppeling met de landenspecifieke aanbevelingen van het Europees Semester. De onderhandelingen over deze voorwaarden sleepten zich bijna een half jaar voort. Het akkoord in de zogeheten trialoogprocedure [efn_note]’Triloog’ of ‘trialoog’ is EU-jargon voor overleg en petit comité tussen vertegenwoordigers van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie als deze drie instellingen het niet eens worden over een bepaald standpunt; men zoekt dan naar een compromis . Als informele vergadering kan men er ook geen verslagen van vinden. [Noot van de vertaler][/efn_note] tussen de Commissie, de Raad en het EP werd pas kort voor Kerstmis, op 17 december 2020, bereikt. Helaas ging de berichtgeving daarover vrijwel uitsluitend in op de kwestie van de rechtsstaat. Hierdoor bleef een cruciaal feit verborgen, namelijk dat de Commissie de koppeling aan de landenspecifieke eisen van het Europees Semester zonder meer gewonnen had (hier het betreffende document). De Commissie heeft nu precies wat ze altijd al gewild had. Het Europees Semester Het Europees Semester bestaat, althans onder die naam, sinds 2011 en omvat verschillende procedures waarmee de EU haar leden met variërende nadruk hervormingsaanbevelingen kan doen, zonder dat zij daarvoor de wetgevende bevoegdheid gekregen heeft. Het gaat onder meer om de algemene landenspecifieke aanbevelingen die sinds de lancering van de Europa 2020-strategie [efn_note] De ‘Europa-2020 strategie’ werd in 2010 gelanceerd als opvolger van de ‘Lissabonstrategie’ en had als bedoeling om van de EU de ‘meest concurrerende sociale markteconomie’ te maken. [Noot van de vertaler][/efn_note] aan de lidstaten zijn gericht. Voorts is er de van sancties voorziene buitensporigtekortprocedure voor leden van de eurozone, die is voortgekomen uit het stabiliteits- en groeipact van 1997, dat zelf zijn oorsprong vindt in de convergentiecriteria van Maastricht van 1992. Dan is er ook nog de in 2012 ingevoerde macro-economische toezicht- en correctieprocedure, die ook in het ultieme geval sancties kan opleggen bij niet-naleving. Een ingewikkelde wildgroei van procedures dus, die men dan wijselijk bundelt met de jaarlijkse Semester-cyclus, al was het maar om te voorkomen dat de aanbevelingen van de afzonderlijke procedures elkaar te duidelijk zouden tegenspreken. Het Europees Semester is geen slechte zaak. Waarom zou de Commissie het beleid van de EU-landen niet vergelijken, doelstellingen en zo mogelijk best practices vaststellen, de generaliseerbaarheid en overdraagbaarheid van de vastgestelde praktijken bekijken en advies formuleren? En waarom zou men er niet ook voor mogen zorgen dat er daarmee iets méér gebeurt dan “lezen, lachen en klasseren”, dat de betrokken regeringen dus tenminste serieus met de aanbevelingen moeten omgaan en een antwoord moeten formuleren aan de Commissie? Ook al apprecieert men de aanbevelingen van het Semester natuurlijk niet altijd even veel (om het zacht uit te drukken), toch moet de EU niet nalaten om naast gemeenschappelijke wetgeving ook dergelijke vormen van ‘zachte’ coördinatie na te streven. Maar opgepast: als in een geleidelijk proces de aanbevelingen steeds meer vergezeld gaan van de mogelijkheid tot sancties, zullen het op een gegeven moment geen aanbevelingen meer zijn, maar instructies aan wettelijk verkozen wetgevers, zoals ook Europese richtlijnen en verordeningen uiteindelijk instructies zijn. Hier, bij het Semester, gaat het echter om materies waarvoor de EU geen wetten heeft uitgevaardigd die voor iedereen bindend zijn, en waarvoor de EU in de Verdragen vaak helemaal geen regelgevende bevoegdheden heeft gekregen. Dat is wat er nu aan het gebeuren is. Een procedure die bedoeld was voor zachte coördinatie, krijgt steeds meer de allures waardoor niet-bindende aanbevelingen worden omgezet in dwingende instructies die worden ondersteund door sancties. De Commissie zoekt al lang naar bestuursmogelijkheden buiten de Europese wetgeving om, en met succes. De recente geschiedenis van de Europese integratie is juist geen geschiedenis van de uitbreiding van de Europese wetgevende bevoegdheden, maar een geschiedenis van steeds meer instructies buiten de wetgeving om. De EU heeft tijdens en na de eurocrisis een grote stap gezet door de op sancties gebaseerde macro-economische correctieprocedures in te voeren. Het ging nog verder in 2014, toen de EU de mogelijkheid creëerde om structuurfondsen in te houden bij niet-naleving van de aanbevelingen van het Semester. Zij is nu op deze weg voortgegaan, voorzien van de ruime voorwaarden van het corona-herstelfonds. Een aanzienlijk deel van de aanbevelingen moet nu worden uitgevoerd om geld uit het fonds te kunnen opnemen (zie blz. 12, 33 en 53 van het Raadsdocument). Vreemde keuze van eisen aan Duitsland Het dreigement aan het adres van Duitsland om middelen uit het herstelfonds in te houden is in de eerste plaats een symbolische daad. De Commissie wil haar nieuwe martelwerktuigen demonstreren en denkt blijkbaar: als we het doen, dan doen we het goed. Voor haar machtsvertoon heeft zij gekozen voor politiek bijzonder controversiële aanbevelingen, zoals de afschaffing van het gunstigere belastingtarief voor gehuwden; ook met een vergrootglas ontwaart men daarin geen aangelegenheid met een grensoverschrijdende draagwijdte. Als men zo te werk gaat, is het omdat men boel zoekt. Bovendien is deze aanbeveling helemaal niet terug te vinden in de huidige landenspecifieke aanbevelingen van 2020; er is alleen een algemene verwijzing naar de blijvende geldigheid van de aanbevelingen van het jaar daarvoor (in punt 24). Daar, in de aanbevelingen voor 2019, staat de kritiek op het belastingtarief voor gehuwden in paragraaf 16. Hier volgt een selectie van aanbevelingen uit 2019 waar een grensoverschrijdende draagwijdte wel aanwezig was (namelijk een verwijzing naar macro-economische onevenwichtigheden in de eurozone) en die dus beter hadden gepast in verband met het herstelfonds: Een te gematigde loonstijging (paragraaf 2), te lage overheidsinvesteringen, met name op gemeentelijk niveau (paragrafen 3 en 7), te lage onderwijsuitgaven (paragraaf 8), woningbouw die achterblijft bij de doelstellingen (paragraaf 13) en een verdere daling van de reikwijdte van collectieve loononderhandelingen -alsof de Commissie daar in Zuid-Europa niet juist de oorlog aan had verklaard – (paragraaf 18). De Commissie had ook kunnen kiezen voor politiek minder controversiële aanbevelingen, zoals het corrigeren van het lage niveau van milieubelastingen in Duitsland (paragraaf 15) of, bijvoorbeeld, het versterken van het onderwijzend personeel op scholen (paragraaf 19). En in de context van de pandemie, die uiteindelijk de aanzet heeft gegeven tot het herstelfonds, zou een aanmaning om de aantrekkelijkheid van de verpleegkundige beroepen te vergroten, heel begrijpelijk zijn geweest (deze eis is wel terug te vinden in de huidige aanbevelingen van 2020, aldaar punt 19). De provocatie van de Commissie zal de ambtenaren van de kanselarij en de betrokken ministeries echter geen slapeloze nachten bezorgen. Het kan vrijwel worden uitgesloten dat het machtsvertoon uiteindelijk zal leiden tot het inhouden van middelen uit het herstelfonds waarop Duitsland recht heeft. Het Duitse herstel- en weerbaarheidsplan, waarop de Commissie nu heeft gereageerd, is hoe dan ook voorlopig. Het definitieve, gecorrigeerde plan moet in april van dit jaar aan de Commissie worden toegezonden, en zal dan door haar worden beoordeeld en, naar verwachting, door de Raad worden goedgekeurd als groen licht voor het vrijgeven van de financiële middelen. Dit mag echter niet verhullen dat de Europese integratie hier een glibberig pad is ingeslagen. Europese integratie op het verkeerde spoor Laten we omwille van de duidelijkheid een onderscheid maken tussen twee vormen van Europees beleid. In een eerste categorie brengen de lidstaten beleidsterreinen onder waarop zij gezamenlijk willen optreden op basis van de grensoverschrijdende draagwijdte. Dan wordt in heel Europa een gemeenschappelijke discussie gevoerd over de alternatieve beleidskeuzes. Hoe meer dergelijke pan-Europese discussies worden gevoerd, hoe meer een Europese publieke ruimte zich ontwikkelt, wat momenteel niet erg het geval is. Op die manier kan geleidelijk een gemeenschappelijke politieke ruimte met echte Europese partijen ontstaan, en kan de Europese politiek via verkiezingen democratisch worden gecontroleerd. Dit is zo de positieve benadering van Europese politiek, maar momenteel wijst weinig erop dat dit werkelijkheid zal worden. Helaas heeft met name de misplaatste invoering van de euro de totstandkoming van een gemeenschappelijke politieke ruimte een slechte dienst bewezen, omdat daardoor de conflictlijnen zijn versterkt die niet tussen de Europese partijen, maar tussen de landen lopen. Dit is precies het tegenovergestelde van een gemeenschappelijke politieke ruimte; de wijze waarop conflicten worden behandeld kan niet worden gedemocratiseerd, want partijen zijn verkiesbaar, landen niet. Maar wensen wij, als goede Europeanen, niet allemaal dat de kansen om deze visie te verwezenlijken in de toekomst weer toenemen? Landenspecifieke richtlijnen uit Brussel, die van land tot land verschillen, zijn echter iets heel anders. Zij kunnen in beginsel niet op Europees niveau worden gedemocratiseerd, d.w.z. zij kunnen niet door middel van democratische verkiezingen op Europees niveau worden gecontroleerd, omdat zij niet één maar 27 verschillende inhouden hebben. En op het niveau van de lidstaten hebben zij tot gevolg dat de democratie wordt vernietigd. Zulke richtlijnen verwijzen niet naar een toekomstig democratisch Europa, maar naar de nachtmerrie van de versterking van het reeds bestaande technocratische, autoritaire Europa. Zij zijn ook tekenend voor de Brusselse hoogmoed om beter dan de burgers ter plaatse te weten wat er in de politiek van de lidstaten moet gebeuren. De balans van deze hoogmoed is rampzalig. Helaas wordt dit zelfs door het progressieve politieke spectrum grotendeels beaamd. De verleiding om mee te doen ligt voor de hand; de machtsmiddelen die in autoritair Europa sluimeren zijn immers onuitputtelijk en verleidelijk. Wie wil er niet een paar kruimels? Zou dit alles, zo vraagt men zich her en der af, niet wat aanvaardbaarder zijn als het Europees Parlement of de sociale partners een voet tussen de deur zouden krijgen? Of misschien het Comité van de Regio's? Ik kan alleen maar met klem waarschuwen tegen het zich neerleggen bij het autoritaire karakter van de Europese politiek. De enige verstandige manier om met deze aberraties van de Europese integratie om te gaan is ze te terug te dringen en af te schaffen. Voor het herstelfonds betekent dit dat alle voorwaarden die niets te maken hebben met het daadwerkelijke gebruik van de fondsen fundamenteel moeten worden verworpen. (*) Martin Höpner is een Duitse politoloog verbonden aan het Max Planck-instituut in Keulen, waar hij werkt rond vergelijkende politieke economie. Hij doceert ook aan de Universiteit van Keulen. De tekst die we hier in vertaling brengen verscheen als vrij artikel op 4 februari in Makroskop; verwijzingen naar Duitstalige bronnen in het oorspronkelijk artikel hebben we achterwege gelaten. We danken de auteur voor de toelating tot vertalen en publiceren.
Commissie kop van Jut
7 februari 2021 – De Europese Commissie en vooral haar voorzitter Ursula von der Leyen waren afgelopen week de kop van Jut. Volgens inmiddels zowat iedereen zouden zij over de productie en de levering van vaccins slecht onderhandeld hebben met Big Farma: te traag, te voorzichtig, te zuinig, slecht onderhandeld, enzovoort.
Waar de Europese vaccinatiestrategie de legitimiteit van Brussel een boost moest geven, keert zich dit nu als een boemerang tegen haar.
Maar is schadenfreude wel op zijn plaats, ook al draagt men de EU niet in het hart?
Was een race onder de 27 lidstaten om elk voor zich contracten af te sluiten met de farmaceutische industrie te verkiezen?
Al met al is de rol van de EU beperkt gebleven: in naam van de lidstaten werden gemeenschappelijke vooruitbetaalde bestellingen geplaatst bij een aantal farmaceutische bedrijven. De uiteindelijke beslissing over de aankoop en gans de verdere vaccinatiestrategie blijven een bevoegdheid van elk van de lidstaten.
Minder Europa?
Het is dus niet vanzelfsprekend uit de vaccinperikelen te besluiten dat Brussel in deze te veel macht naar zich heeft toegetrokken.
Als men de coronacrisis in zijn geheel bekijkt is dat zeker niet het geval. De paradox is eerder dat de EU er alles aan doet om de grenzen tussen de lidstaten open te houden, maar elke lidstaat verder haar eigen aanpak ontwikkelt van de coronacrisis. Die combinatie is niet echt houdbaar. Angela Merkel heeft al gedreigd de Duitse grenzen te sluiten als naburige lidstaten het virus niet krachtdadiger zouden aanpakken. Dat leidde tot meer Europees overleg. Dat lijkt inderdaad de keuze: ofwel elk voor zich, ofwel allemaal samen.
Maar gans het coronabeleid in handen van Brussel geven is ook niet vanzelfsprekend. Het volstaat te kijken naar de weerstand die de avondklok in Nederland oproept, om zich de problemen voor te stellen als dergelijke avondklok door Brussel werd opgelegd.
Meer of minder Europa in de coronacrisis? Nu is dat niet het echte probleem: alle lidstaten hebben immers boter op het hoofd. Allemaal hebben zij de teugels in naam van economische belangen te vroeg losgelaten, met als gevolg de derde coronagolf die Europa nu overspoelt. Maar het is toch zinvol na te denken over het samenspel tussen de lidstaten en de Europese instellingen in dergelijke crisis.
Coronapaniek
Een verklaring voor de gespannen zenuwen die opspelen in de vaccincrisis zit in de toenemende paniek over het virus zelf. Het bewustzijn neemt immers toe dat de vaccins niet het einde van de tunnel betekenen, maar dat we integendeel afstevenen op een derde coronagolf {als gevolg van het halfslachtig coronabeleid tijdens de vorige golf…).
De zenuwen staan zo gespannen dat we op weg zijn naar een echte vaccinoorlog. Dat ging zo ver dat de Europese Commissie dreigt de export van in de EU geproduceerde vaccins tegen te houden. Daarbij werd zelfs even een streep gehaald door het protocol over Noord-Ierland in het Brexitakkoord, om de export van vaccins naar die vermaledijde Britten tegen te houden, maar dat bleek dan toch niet houdbaar. De Franse president Emmanuel Macron was van zijn kant niet te beroerd om hoogstpersoonlijk in de media zijn twijfels uit te spreken over de effectiviteit van het Britse vaccin voor mensen ouder dan 65. Tot daar deze voorstanders van een open multilateraal wereldsysteem dat functioneert volgens regels. Overigens zijn de concurrenten natuurlijk geen haar beter, maar misschien wat minder hypocriet.
Het is ontnuchterend hoe in deze pandemie die wereldwijd enkel op solidaire wijze kan bestreden worden, van solidariteit met de dag minder sprake is. Aan de touwtjes van de poppenspelers van Big Farma vechten de poppetjes die onze leiders zijn elkaar de tent uit. (fs)
Hits: 0
ECB: kwijtschelding van de overheidsschuld!
Vandaag verschijnt in verschillende Europese kranten (onder andere Le Monde, La Libre Belgique, L’Avvenire, Der Freitag) een standpunt van economen, academici, politici en verantwoordelijken uit sociale bewegingen waarin ze voorstellen dat staatsschulden die op de balans staan van de Europese Centrale Bank (ECB) worden kwijtgescholden. In ruil zouden de betrokken lidstaten zich ertoe verbinden hetzelfde bedrag te investeren in de ecologische transitie en het herstel na de coronacrisis. Onder de tientallen ondertekenaars vinden we zowel de marxistische econoom Costas Lapavitsas als de gewezen sociaaldemocratische eurocommissaris Andor Laszlo, en naast Eric Toussaint (CADTM) ook Thomas Piketty. Een voorstel dat als eerste voordeel heeft dat het debat over wat geld eigenlijk is erdoor wordt aangewakkerd, en dat de mystificatie ervan wordt in vraag gesteld. Ander Europa vertaalde de oproep, die u hieronder kunt lezen.
Kwijtschelding van de overheidsschuld in handen van de Europese Centrale Bank om ons lot weer in eigen handen te nemen Het debat over de kwijtschelding van de schulden in handen van de Europese Centrale Bank (ECB) heeft veel stof doen opwaaien in Frankrijk, maar ook in Italië, Luxemburg en België, in de wandelgangen van de Europese instellingen, onder vertegenwoordigers van de ECB zelf en de verschillende ministeries van Financiën van de eurozone. Dit debat is gezond en nuttig. Voor het eerst sinds lange tijd worden monetaire kwesties in het openbaar besproken. Geld houdt even op een aangelegenheid te zijn die onttrokken wordt aan collectieve beraadslaging en toevertrouwd wordt aan een centrale bank die onafhankelijk is van de politieke machten maar afhankelijk van de financiële markten. De burgers ontdekken, soms tot hun ontsteltenis, dat bijna 25% van de Europese overheidsschuld nu in handen is van hun centrale bank. Wij zijn 25% van onze schuld aan onszelf verschuldigd en als wij die terugbetalen, zullen wij het geld elders moeten vinden, ofwel door opnieuw te lenen om de schuld door te rollen in plaats van te lenen om te investeren, ofwel door de belastingen te verhogen of de uitgaven te verminderen. Het kan echter ook anders. Als economen, verantwoordelijken en geëngageerde burgers van verschillende landen vinden wij het onze plicht erop te wijzen dat de ECB de Europese staten vandaag de middelen zou kunnen verschaffen voor hun ecologische wederopbouw, maar ook om de sociale, economische en culturele schade te herstellen die is veroorzaakt door de verschrikkelijke gezondheidscrisis die wij doormaken. Niet dat de staten niet zijn opgetreden, er zijn wel degelijk beschermende maatregelen genomen, maar die zijn nog steeds zeer ontoereikend. Het Europese herstelplan, dat uitgaat van een budget van nauwelijks 300 miljard euro aan subsidies over drie jaar, staat ver af van de 2000 miljard euro waarom het Europees Parlement had gevraagd. Moeten we eraan herinneren dat de Europese Rekenkamer in 2018, vóór de gezondheidscrisis, al aangaf dat er minimaal 300 à 400 miljard euro per jaar extra moet worden geïnvesteerd om de ecologische transitie in Europa te financieren? We zijn er nog lang niet, zeker niet met de gezondheidscrisis. Nee, wij beschouwen de kwijtschelding van overheidsschulden niet als een doodnormale gebeurtenis, ook niet als deze door de ECB worden aangehouden. We weten dat schuldkwijtscheldingen stichtingsmomenten zijn. Dit was het geval op de Conferentie van Londen in 1953, toen Duitsland kon genieten van de kwijtschelding van twee derde van zijn staatsschuld, waardoor het land weer op de weg naar welvaart kon komen en zijn toekomst in Europa kon verankeren. Maar maakt Europa vandaag niet een crisis van uitzonderlijke proporties door die om even uitzonderlijke maatregelen vraagt? Overigens hebben we het geluk dat de ECB als crediteur niet bang hoeft te zijn om zijn geld te verliezen. Ons voorstel is dan ook eenvoudig: laten we een contract sluiten tussen de Europese staten en de ECB. Deze laatste verbindt zich ertoe de overheidsschulden die zij in handen heeft af te schrijven (of om te zetten in renteloze eeuwigdurende leningen), terwijl de staten zich ertoe verbinden dezelfde bedragen te investeren in ecologische en sociale wederopbouw. Deze bedragen belopen nu bijna 2.500 miljard euro voor geheel Europa. Dat is genoeg om aan de verwachtingen van het Europees Parlement te voldoen en vooral om het algemeen belang veilig te stellen. De ECB kan zich dit zeker veroorloven. Zoals een zeer groot aantal economen erkent, zelfs onder degenen die zich tegen deze oplossing verzetten, kan een centrale bank zonder problemen met negatief kapitaal werken. Zij kan zelfs geld scheppen om deze verliezen te compenseren, zoals bepaald in Protocol nr. 4 bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Ten tweede is annulering, in tegenstelling tot wat sommige beleidsverantwoordelijken beweren, met name de ECB, juridisch niet uitdrukkelijk verboden door de Europese Verdragen. Enerzijds kunnen alle financiële instellingen ter wereld afzien van vorderingen, en de ECB is daarbij geen uitzondering. Anderzijds komt het woord ‘afschrijving’ noch in het Verdrag, noch in het Protocol betreffende het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) voor. Misschien zou het in strijd zijn met de geest van het Verdrag, maar was dat ook niet het geval voor de kwantitatieve versoepeling (QE) die Mario Draghi doorvoerde? In deze aangelegenheid komt het alleen op politieke wil aan; er zijn voorbeelden genoeg in de geschiedenis dat juridische problemen door politieke akkoorden kunnen te boven gekomen worden. Laten we tot slot een misverstand uit de weg ruimen: het is duidelijk dat de kwijtschelding van de door de ECB aangehouden overheidsschuld, zelfs indien daaraan de voorwaarde van herinvestering is verbonden, niet het alfa en omega van een economisch beleid kan zijn. Vooreerst zou de ECB alleen ingrijpen om begrotingsruimte vrij te maken voor de lidstaten en zou zij uiteraard niet zelf investeren. Sommigen denken dat de lage of negatieve rentevoeten in Europa voldoende zijn om de staten aan te zetten om te lenen en daarmee te investeren. Dit blijkt niet uit de gestage daling van het gemiddelde niveau van de overheidsschuld in de Europese Unie tussen 2015, toen de negatieve rentetarieven verschenen, en het begin van de gezondheidscrisis. Vele staten hebben hun schuld afgebouwd in plaats van te lenen om te investeren, ondanks de negatieve rentevoeten. Er is geen reden waarom dit zou veranderen. Het tussen de staten en de ECB gesloten pact daarentegen zou deze strategie van ontlopen van de verantwoordelijkheid verhinderen. Natuurlijk is dat niet voldoende en moeten er nog andere maatregelen genomen worden, zoals een hervorming van de criteria voor schulden en tekorten, ecologisch en solidair protectionisme, belastinghervormingen om de ongelijkheid te verminderen en het gedrag te veranderen, een impuls voor de investeringsbanken en een hervorming van de regels inzake staatssteun. Ook moet een nieuwe wijze van Europese beslissingen worden ingevoerd, met name door de overgang naar stemming bij gekwalificeerde meerderheid in belastingzaken. Europa kan het zich niet langer veroorloven zich stelselmatig door zijn eigen regels te laten tegenhouden. Andere landen in de wereld maken maximaal gebruik van hun monetair beleid, ter ondersteuning van het begrotingsbeleid, zoals China, Japan of de Verenigde Staten. De Bank of Japan gaat zelfs zo ver dat zij haar macht van geldschepping gebruikt om rechtstreeks aandelen op de markt te kopen via beursgenoteerde indexfondsen (ETF's), waarmee zij de grootste belegger van het land is geworden. We moeten ook overwegen de macht van de ECB om geld te scheppen te gebruiken voor de financiering van ecologische en sociale wederopbouw onder democratische controle. De kwijtschelding van de overheidsschulden van Europa, in ruil voor investeringen van de staten, zou een eerste krachtig signaal zijn dat Europa zijn lot weer in eigen handen neemt. Ondertekenaars: https://annulation-dette-publique-bce.com