Obama is niet links en niet progressief

‘Change we can believe in’ luidt Obama’s verkiezingsleus en het is precies die belofte van verandering die tienduizenden mensen op de been brengt. Obama is uitzonderlijk populair onder jonge Amerikanen, de zogenaamde ‘generatie O’. Tienduizenden blanke en zwarte jongeren geloven in de verandering. De volle zalen die Obama trekt en het feit dat hij mensen die al decennia lang niet stemmen naar de stembus weet te krijgen, laten zien dat Obama’s campagne gebaseerd is op massale mobilisatie. Obama wil president worden van een verweesde natie waar sinds 11 september nooit op een inspirerende manier leiding aan is gegeven; een land dat door kille, neoliberale, militaristische zakkenvullers in een economische en politieke crisis is gestort; een wereldrijk dat in een uitzichtloze oorlog verwikkeld is.
Obama is een zwarte kandidaat die acceptabel is voor veel blanken. Hij stelt blanken gerust, maakt geen issue van de traditioneel zwarte onderwerpen en werpt zich uitdrukkelijk op als een kleurenblinde kandidaat. Een positie die populair is onder zowel blanke als zwarte leden van de middenklasse. Voor de zwarte onderklasse, die dag in dag uit met het alledaagse racisme in de VS te maken heeft, is het minder vanzelfsprekend.
Obama mag dan zwart zijn, hij is zeker niet links en ook niet heel erg progressief. Wie serieus kijkt naar het stemgedrag en de plannen van Obama ziet dat hij geen leiding kan geven aan de fundamentele veranderingen die hij belooft. Obama mag een vredesduif lijken, hij zal zich, mocht hij inderdaad president worden, snel ontwikkelen tot een havik met een scherpe snavel en bloedige klauwen. Zo keert hij zich tegen de oorlog in Irak. Maar in 2004 nog stelde Obama en public dat er wat betreft Irak weinig ruimte zat tussen zijn opvattingen en die van Bush. En sinds januari 2005 heeft Obama voor meer dan 300 miljard dollar aan oorlogskredieten gesteund. Bovendien verzwijgt Obama in zijn campagne dat hij van plan is zestigduizend soldaten in Irak te houden om ‘tegen het terrorisme te vechten’. Zo groot is het verschil tussen Obama en McCain uiteindelijk niet. Zo steunde Obama ook de herbevestiging van de Patriot Act, de zwaarste aanval op de burgerrechten in de VS in de afgelopen vijftig jaar.
Ook als het om Israël gaat loopt Obama achter rechts aan. Zo sprak Obama vorig jaar tijdens een bijeenkomst van het AIPAC, de Amerikaanse pro-Israël lobby, waar hij braaf verkondigde wat van hem verwacht werd. Hij lepelde een eenzijdige geschiedenis van de regio op en beloofde militaire steun voor het land dat de mensen van Gaza uithongert en bombardeert.
Obama mag zich dan presenteren als de kampioen van de armen en de midden-klasse, voor een groot deel is dat retoriek in plaats van werkelijkheid. Zo steunde Obama in het verleden meer dan eens wetten die de positie van werknemers verslechterden. Zelfs iemand als Clinton, niet bepaald links te noemen, heeft meer steun onder de blanke arbeidersklasse dan Obama. Ook arme en slecht opgeleide zwarten voelen zich amper door Obama vertegenwoordigt. Hij wordt daarentegen wel gesteund door hoogopgeleide, succesvolle zwarten, die in Obama een lotgenoot herkennen, een zwarte die de Amerikaanse droom heeft waargemaakt.
Toen de senator begin 2007 in San Francisco was, weigerde hij zijn foto met de burgemeester van die stad te laten nemen. De reden: burgemeester Gavin Newsom neemt het al jaren op voor de homogemeenschap en is een warme voorstander van het homohuwelijk. Een foto waarop de beide heren samen stonden zou wel eens de indruk kunnen wekken dat Obama ook voor het homohuwelijk is. Is deze Obama de hoop voor progressief Amerika?
Natuurlijk zijn nuances belangrijk. Natuurlijk is het walgelijk dat uiterst rechts de race card speelt. Natuurlijk is Obama een betere kandidaat dan McCain, die behalve neoliberaal en oorlogszuchtig ook nog eens tegen bijvoorbeeld abortus is. Natuurlijk is Obama minder dan Clinton een kandidaat van het Democratische partij-establishment. Maar Obama zal de change die hij belooft niet waarmaken. Misschien gaat het de linkse mensen die hem steunen daar ook niet om. Waar het om gaat is dat Obama echt kan winnen en dat dit een klap in het gezicht van de rednecks en van religieus rechts zou zijn.
Of en welke ruimte er is voor een onafhankelijke linkse kandidaat moet de komende maanden blijken. De kandidatuur van Ralph Nader en zijn running mate Matt Gonzales, die buiten de Green Party om een gooi doen naar het presidentschap, lijkt eerder een stapje achteruit dan vooruit. Misschien dat de Green Party Cynthia McKinney kandideert, een voormalige Democrate met een goede staat van dienst in de strijd tegen de oorlog de afgelopen jaren. Dat zou interessant zijn. Maar zowel Nader als McKinney zouden het onvoorstelbaar zwaar hebben tegen het populisme en de ijzersterke retoriek van Barrack Obama. Het blijft de vraag of Obama inderdaad de kandidaat wordt die het tegen McCain op moet nemen. De kandidatuut kan hem nog gemakkelijk ontgaan, want Clinton heeft veel meer steun onder het partij-establishment, die een grote stem heeft in het nomineren van de presidentskandidaat. En ook als Obama het op mag nemen tegen McCain is een overwinning verre van zeker: het racisme onder de Amerikaanse bevolking moet niet onderschat worden.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop