Aanvankelijk moet de bank projecten voor regionale integratie ondersteunen, vooral op infrastructureel vlak: spoorwegen, wegen, pijpleidingen. Hopelijk komen onderwijs en onderzoek erbij. Meerdere landen willen ook hun farmaceutische industrie ontwikkelen ten koste van de multinationals, in het belang van de volksgezondheid. Ook kan Bancosur de lidstaten helpen om hun voedselsoevereiniteit te waarborgen. De bank moet de publieke sector voortrekken, anders dan de Wereldbank die de privé-sector voortrekt.
Voordat de bank er is, moet er eerst een debat komen over stemrecht bij de beslissingen. Bij het IMF en Wereldbank is de regel: een dollar, één stem. Totaal ondemocratisch natuurlijk. Voor Bancosur stelt Ecuador voor: één land, één stem.
Het voorstel van Ecuador, dat ik hielp opstellen, schrijft ook voor dat alle documenten van de bank openbaar moeten zijn en dat haar bestuurders zich voor hun beslissingen moeten verantwoorden aan de nationale parlementen. Een democratisch alternatief dus. Volgens het voorstel wordt het eerste grondbeginsel van Bancosur respect voor de mensenrechten.
Het ontstaan van onafhankelijke, regionale ontwikkelingsbanken is iets historisch nieuws. In Latijns-Amerika gaat het ernaast om een sociale of zelfs socialistische oriëntatie van een aantal deelnemende regeringen. Pas zes jaar geleden had niemand dit zich kunnen voorstellen.
Reactie toevoegen