Naar aanleiding van het hervatten van het Cambodja Tribunaal publiceren we dit artikel over de Rode Khmer en de houding van internationaal links ten opzichte van hun misdadige regime.
Specifiek geeft Rob Lubbersen ook de positie van de IKB (nu Grenzeloos), over het Cambodjaanse regime weer.
Begin 2012 is in Phnom Penh het Cambodja Tribunaal na een pauze van enkele maanden opnieuw van start gegaan. Het proces tegen de leiders van de Rode Khmer die verantwoordelijk zijn voor de dood van ongeveer 1,5 miljoen Cambodjanen tussen 1975 en 1979 (Killing Fields!), is weer op gang gekomen.
In februari van dit jaar werd Duch, commandant van martelkamp S-21 en in 2010 berecht met een gevangenisstraf van 35 jaar met aftrek van 16 jaar, alsnog tot levenslang veroordeeld. In maart trok één van de niet-Cambodjaanse rechters van het Tribunaal, de Zwitser Laurent Kasper-Ansermet, zich terug vanwege inmenging door de Cambodjaanse regering. Maar het proces ging door. Momenteel, in mei 2012, worden er dagelijks getuigen gehoord in de aanklachten tegen de vier overgebleven verdachten. Dat zijn:
* Nuon Chea, als 'broeder nummer 2' ooit na Pol Pot de machtigste man van de Rode Khmer,
* Khieu Samphan, ten tijde van het Rode Khmer-bewind staatshoofd,
* Ieng Sary, van 1975 tot 1979 minister van Buitenlandse Zaken,
* Ieng Thrith, toenmalig minister van Sociale Zaken.
De laatste woont de rechtszaak overigens niet bij, omdat zij hiervoor te dementerend zou zijn.
Hieronder bij wijze van achtergrondinformatie:
1. Een historische schets van de Rode Khmer-periode.
2. Een impressie van de beoordeling van die periode in die tijd door Nederlandse trotskisten.
3. De titels van enkele aanbevolen boeken over de Rode Khmer.
1. Historische schets
Op 17 april 1975 werd Phnom Penh bevrijd. Althans, dat dachten toen heel veel mensen. De rechtse moordenaarsbende van Lon Nol en zijn Amerikaanse bondgenoten werden op die dag de hoofdstad van Cambodja uitgejaagd. Veelal jonge soldaten van de Rode Khmer trokken de stad in. Echter, in plaats van bevrijding brachten zij de voortzetting van een gruwelijke episode in de geschiedenis van dit kleine land in Zuidoost Azië.
“Oud volk en nieuwe mensen”
Toen de Rode Khmer de straten van Phnom Penh binnentrokken, was er aanvankelijk grote blijdschap. De soldaten, sommigen nog geen 15 jaar oud, gingen gekleed in sobere zwarte pyjama's en liepen op uit oude autobanden gesneden rubberen sandalen. Ze werden als bevrijders verwelkomd. De euforie duurde niet lang. Al snel begonnen de soldaten de stad met kalashnikovs in de aanslag te ontruimen. Binnen twee weken waren er van de twee miljoen bewoners van Phnom Penh nog hooguit tweeduizend over. Wie niet mee wilde of kon, ziek of zwak, werd afgeschoten. De rest van de bevolking werd in alle richtingen het platteland opgedreven. Hetzelfde gebeurde met de inwoners van de andere Cambodjaanse steden. De chaos was gigantisch.
Als reden voor deze geforceerde exodus gaven de Rode Khmer de vrees voor Amerikaanse terreurbombardementen. Het was een reddingsactie voor 'eigen bestwil' van alle betrokkenen. Dat stond wel erg haaks op de meedogenloosheid waarmee de evacuatie werd uitgevoerd. Duizenden kwamen om door uitputting, mishandeling en executie. Van de Twaalf Geboden Voor Revolutionaire Soldaten die elke ochtend moesten worden opgedreund, was het eerste gebod "Je dient de arbeidersklasse en de boeren lief te hebben, te eren en bij te staan." Tien van de geboden bevatten voornamelijk dit soort vermaningen om vooral vriendelijk en behulpzaam te zijn voor het volk. Gebod nummer 10 deed dat ook, maar zei er nog iets bij: "Tegenover arbeiders en boeren, tegenover de hele bevolking, dien je je uiterst deemoedig op te stellen. Tegenover de vijand, de Amerikaanse imperialisten en hun lakeien, dien je ononderbroken te koken van haat."
Voor de arme boerenjongens in zwarte pyjama behoorden de stedelingen kennelijk tot de vijand. De stad, dat was voor hen de decadente parasiet die al eeuwenlang het platteland uitzoog. De Rode Khmer waren al eerder een scherp onderscheid gaan maken tussen 'het oude volk', dat waren de dorpelingen die de revolutie waren toegedaan, en 'de nieuwe mensen' uit de steden die volstrekt 'onbetrouwbaar' waren en dus terecht rechteloos. De belangrijkste reden voor de hardvochtige ontruiming van de steden, zoals later door enkele leiders is toegegeven, was dan ook een combinatie van verachting en angst voor verzet en contrarevolutie.
“Socialisme in alle opzichten”
De ontruiming van de steden was de eerste maatregel van de zegevierende Rode Khmer. Het was niet de enige. Andere maatregelen waren:
* sluiten van alle markten,
* afschaffen van het geld,
* executeren van alle vertegenwoordigers van het oude regime,
* sluiten van alle tempels,
* oprichten van communes met gemeenschappelijke eetzalen,
* uitzetten van Vietnamezen en versterken van de grens met Vietnam.
Elke maatregel zou verstrekkende gevolgen hebben, maar de laatste lijkt het meest verrassend. In beide landen werd immers voor het socialisme en tegen de Amerikanen en hun zetbazen gevochten. Maar bij de Rode Khmer was oud zeer en de angst voor overheersing door de veel grotere en sterkere Vietnamese buur steeds meer de toon gaan zetten. Toen twee weken na Phnom Penh op 1 mei 1975 Saigon werd bevrijd, zagen de Rode Khmer Vietnam als een geduchte bedreiging. De anti-Vietnamese sentimenten bereikten een hoogtepunt tijdens de uitvoering van het "Vierjarenplan Voor De Opbouw Van Het Socialisme In Alle Opzichten". Dit plan beoogde van Cambodja in 1980 het meest socialistische land ter wereld te maken. Eerst moest alles en dus iedereen op de rijstproductie worden gezet. Met de opbrengst daarvan zou vervolgens het land in razend tempo worden geïndustrialiseerd.
Het plan was volkomen onhaalbaar. Met de chaotische situatie in het land werd geen rekening gehouden. De praktische uitwerking was pover. Nergens werd echt aangegeven hoe één en ander gedaan moest worden. Dankzij "het juiste politiek bewustzijn" kon alles bereikt worden. Niet dus. Het Vierjarenplan mislukte. In Alle Opzichten. In plaats van zelfkritiek te beoefenen, een dagelijkse plicht voor elke Rode Khmer, werden er zondebokken aangewezen. Vietnamezen, intelligentsia, agenten van allerlei geheime diensten en nog veel meer vijanden van wat nu Democratisch Kampuchea heette, zouden de uitvoering van het Vierjarenplan gesaboteerd hebben. Op grote schaal werden voornamelijk in eigen rijen 'verraders' gevonden. Na de uitroeiing van de aanhangers van het oude regime en de massale sterfte tijdens en als gevolg van de ontruiming van de steden, waren nu de kameraden aan de beurt. Er werd begonnen met 'zuiveringen'.
Killing fields
Alleen al in de gevangenis S-21, een voormalige middelbare school in Phnom Penh, werden 14.000 'dissidente Rode Khmer' opgesloten, tot bekentenissen gemarteld om uiteindelijk evengoed te worden afgeslacht. Mannen, vrouwen en kinderen. De mentale en fysieke wreedheid was weerzinwekkend. In het verhoorreglement stond onder .andere: "Houd je niet van de domme - je hebt geprobeerd de revolutie te saboteren. (...) Spreek niet over je immorele gedragingen noch over wat jij beschouwt als de essentie van de revolutie. (...) Als je zweepslagen of elektrische schokken krijgt, mag je in geen geval schreeuwen. (...) Als je mijn orders niet opvolgt, krijg je tien zweepslagen of vijf elektroshocks."
Sommige revolutionairen die al twintig jaar actief waren, bekenden zowel voor Vietnam als voor Amerika en de Sovjet Unie te hebben gespioneerd. In het conflict tussen China en de Sovjet Unie had de leiding van de Rode Khmer voor China gekozen, dus beschuldigingen aan het adres van de Russische geheime dienst KGB konden er ook nog wel bij. Naarmate het Vierjarenplan verder vastliep, namen niet alleen de zuiveringen toe, maar werden ook de aanvallen op Vietnam wilder. In 1979 was het afgelopen. Na een reeks grensincidenten maakten het Vietnamese leger en 'afvallige' Rode Khmer in enkele dagen een einde aan het zogenaamde Democratisch Kampuchea. Volgens ruwe schattingen heeft het regime van de Rode Khmer dan zo'n anderhalf miljoen Cambodjanen het leven gekost. Bijna een kwart van de zeven miljoen zielen tellende bevolking. De oogst van vier jaar wanbeheer, honger, uitputting, ziekte, folter en moord. Cambodja was voorgoed het land van de 'killing fields' geworden.
Angkar
Wie waren die Rode Khmer? Wie waren er verantwoordelijk voor hun daden? Van twee hoofdrolspelers is het leven vrij uitvoerig beschreven. We hebben het dan over Pol Pot, de organisatienaam van Saloth Sar, en over Duch, de organisatienaam van Kaing Guek Eav. Pol Pot was de Broeder Nummer Eén van de Rode Khmer en Duch was zijn beul, de kampcommandant van S-21. Dat we informatie hebben over hun handel en wandel is niet helemaal vanzelfsprekend. Geheimhouding werd door de Rode Khmer als een belangrijk wapen gezien in de strijd tegen alomtegenwoordige, zichtbare, onzichtbare en denkbeeldige vijanden. Zo werd pas in 1977, twee jaar na de revolutie, onthuld dat de Communistische Partij van Kampuchea (CPK) de macht uitoefende. Daarvoor was er slechts sprake van een organisatie, Angkar, almachtig maar duister. Ook werd pas in 1977 de leidende rol van Pol Pot bekend. Paranoia was aan de orde van de dag. Maar was die onterecht? En hebben we hier te maken met gevaarlijke gekken?
Uit de biografieën blijkt dat niet. Familie, vrienden, leerlingen en zelfs sommige slachtoffers beschrijven Pol Pot en Duch in positieve bewoordingen. Intelligent, vriendelijk, geduldig, toegewijd, gastvrij. Het beeld rijst op van aardige, idealistische mannen met een groot rechtvaardigheidsgevoel. En toch zou Pol Pot na veertig jaar gezamenlijke strijd zijn beste kameraad Son Sen laten vermoorden. In één moeite door gingen ook diens vrouw en negen kinderen eraan. En Duch beval persoonlijk de executie van de man die vijftien jaar eerder zijn studie betaald had én hem lid had gemaakt van de CPK. Wat dreef Pol Pot en Duch tot zulk uiteenlopend gedrag. Wat maakte hen tot de slagers van een rode revolutie?
“Arme-boerisme”
Historische gebeurtenissen hebben zelden één oorzaak. Karakters van personen zijn niet onbelangrijk. Maar ze worden gevormd onder invloed van omstandigheden. En omstandigheden bepalen welke karaktertrekken de meeste kans krijgen om te gedijen. Cambodja was al eeuwenlang een land met een vrij strenge boeddhistische cultuur. Soberheid, discipline, het belang van het collectief boven dat van het individu werden vrij algemeen als normen aanvaard. Het schiep een basis voor zeer autoritaire verhoudingen. Prins Norodom Sihanoek regeerde sinds de onafhankelijkheid in 1953 als een god-koning, een absoluut vorst die door de grote massa ook als zodanig werd geaccepteerd. De biografen van Pol Pot en Duch veronderstellen dat zij, ondanks hun revolutionaire doelstellingen, toch een tik van de boeddhistische en autoritaire molen hebben meegekregen. Dit zou bijvoorbeeld blijken uit de nogal onmarxistische verheerlijking van het simpele leven van de arme boeren, wat wel het 'arme-boerisme' van de Rode Khmer wordt genoemd. Iets wat mogelijk nog is aangejaagd door het schuldgevoel van de leiders over een relatief luxueus stadsleventje in hun eigen jonge jaren.
De keuze voor de stalinistische en maoïstische stroming binnen de linkse beweging, is in het licht van de autoritaire traditie niet verwonderlijk. Het heeft op zijn beurt een neiging naar 'het autoritaire' zeker versterkt. Pol Pot werd in 1952 tijdens een studie in Parijs lid van de stalinistische Franse communistische partij (PCF). In 1966 was hij in China een enthousiast getuige van Mao's Culturele Revolutie. Het behoeft nauwelijks betoog dat in die sferen weinig democratische waarden en humaniteit werden opgezogen. Stalin en Mao leerden dat elke mogelijke oppositie keihard in de kiem moest worden gesmoord. Ook medestanders moesten voortdurend worden gewantrouwd. Pol Pot en Duch doorliepen een school van genadeloze paranoia. En van megalomanie. Pol Pot verklaarde bij de lancering van het Vierjarenplan dat met 'het juiste politieke bewustzijn' de socialistische heilstaat eenvoudig gerealiseerd kon worden. Later meende hij dat het een makkie zou zijn om het veel grotere en sterkere Vietnam te verslaan. Voorbeelden van een weergaloze zelfoverschatting die een schrijnend gebrek aan competentie moesten maskeren. Het Cambodjaanse volk zou er zwaar voor gestraft worden.
183 atoombommen
Achteraf lijkt het vreemd dat de Rode Khmer zo te keer hebben kunnen gaan. Dat ze op het moment van de intocht in Phnom Penh in 1975 zeer waarschijnlijk zelfs op steun van een meerderheid onder de Cambodjanen konden rekenen. De voorgeschiedenis verklaart veel. Sihanoek voerde na de verlossing van Frankrijk in 1953 een grillig beleid. Tot op heden zijn de pracht en praal van zijn paleizen in Phnom Penh te bewonderen. Daar draaiden de boeren voor op. In 1967 onderdrukte hij op bloedige wijze een boerenopstand. Hij liet weliswaar de Vietnamezen over de Ho Chi Minh Route door Cambodja trekken in hun strijd tegen de Amerikanen, maar hij vervolgde zijn eigen communistische landgenoten. Duch werd twee jaar in één van zijn gevangenissen opgesloten. Anderen, zoals Pol Pot, verborgen zich jarenlang in de jungle en leefden een leven vol ontberingen. Zij gingen in 1968 over tot de gewapende strijd.
In 1970 werd Sihanoek afgezet door Lon Nol, een fascistisch dictator en goede vriend van de Verenigde Staten. De Amerikanen voerden van 1970 tot 1975 bombardementen uit van ongekende omvang op de Ho Chi Minh Route. En op de zéér wijde omgeving. In die periode vielen er anderhalf keer zoveel bommen op Cambodja als er in de hele Tweede Wereldoorlog op Duitsland en Japan zijn gegooid. De explosieve kracht ervan was gelijk aan die van 183 atoombommen van Hiroshima-kaliber. Een kwart van de landbouwgrond werd onbruikbaar. Bendes van Lon Nol plunderden wat er van het platteland over was. Een derde van de zeven miljoen Cambodjanen vluchtte naar de steden. Er kwamen 800.000 mensen om.
De ontreddering was immens. De verharding was navenant. In deze periode won de Rode Khmer enorm aan aanhang en ging de haat voor de vijand naar een kookpunt. Woede en wraakgevoelens streden om voorrang. Velen werden daarbij ook nog oprecht gedreven door het verlangen naar een betere wereld. De Rode Khmer, die de Amerikanen hadden overleefd en Lon Nol hadden verslagen, mochten hun plan trekken. Zelfs eerder gevluchte Cambodjanen en sympathiserende buitenlanders kwamen naar Phnom Penh om het land te helpen bij de wederopbouw. Soms werden zij rechtstreeks van het vliegveld afgevoerd naar de martelkamers van Duch's S-21. Er was immers een kans dat zij in den vreemde met verkeerde politieke ideeën waren besmet ...
VS steunen Pol Pot
Toen de Vietnamezen samen met Rode Khmer-dissidenten in 1979 een einde maakten aan de heerschappij van Pol Pot, kon Cambodja nog niet gelijk zijn wonden likken. Er werd wel een regering gevormd door de Cambodjaanse Volkspartij (CPP) onder leiding van Heng Samrin, die in 1985 werd opgevolgd door de huidige machthebber Hun Sen. Maar de uiteengeslagen Rode Khmer hergroepeerde zich aan en achter de grens met Thailand. Hoewel al spoedig duidelijk werd dat zij een waar schrikbewind hadden uitgeoefend, kregen zij tot 1990 wapens en steun van China én van de Verenigde Staten.
China deed in 1979 een korte militaire aanval op Vietnam in een poging de Vietnamese positie en die van de nieuwe regering in Cambodja te ondermijnen. De Amerikanen voerden in de Verenigde Naties campagne vóór de Rode Khmer als enige vertegenwoordiger van Cambodja. Broederlijk werkten China en Amerika met Pol Pot samen in een warm segment van de Koude Oorlog tegen de Sovjet Unie. En dus tegen de Sovjet bondgenoten Vietnam en Cambodja. Tevergeefs, ondanks alle schade die Pol Pot en consorten nog konden aanrichten. De CPP bleef aan het bewind. En na afloop van de Koude Oorlog in 1990 begon de Rode Khmer in rap tempo te verpieteren. In 1997 werd Pol Pot door een restant volgelingen in de jungle afgezet en het jaar daarop overleed hij.
Van de leiders van de Rode Khmer is tot nu toe alleen Duch veroordeeld. In februari 2012 kreeg hij levenslange gevangenisstraf. Vier anderen staan nog terecht voor het Cambodja Tribunaal. Terzijde: Nixon en Kissinger, de verantwoordelijken voor de bomtapijten die vijf jaar lang dood en verderf zaaiden, zijn 'natuurlijk' nooit gedagvaard. Evenmin als Ronald Reagan die in het kader van zijn 'doctrine' (de vijand van mijn vijand is mijn vriend) de Rode Khmer ook na hun nederlaag nog jarenlang in staat stelde tot het plegen van terreurdaden tegen het Cambodjaanse volk.Van de leiders van de Rode Khmer is tot nu toe alleen Duch veroordeeld. In februari 2012 kreeg hij levenslange gevangenisstraf. Vier anderen staan nog terecht voor het Cambodja Tribunaal. Terzijde: Nixon en Kissinger, de verantwoordelijken voor de bomtapijten die vijf jaar lang dood en verderf zaaiden, zijn 'natuurlijk' nooit gedagvaard. Evenmin als Ronald Reagan die in het kader van zijn 'doctrine' (de vijand van mijn vijand is mijn vriend) de Rode Khmer ook na hun nederlaag nog jarenlang in staat stelde tot het plegen van terreurdaden tegen het Cambodjaanse volk.
2. De toenmalige beoordeling door de Nederlandse trotskisten
Achteraf is het vaak eenvoudiger dan op het moment zelf om een bepaalde gebeurtenis of een tijdperk van een oordeel te voorzien. Er is meestal meer informatie beschikbaar en er is meer gelegenheid geweest om deze informatie te 'zeven' op juiste en onjuiste berichten. Maar ook achteraf is de geschiedenis altijd voorwerp van voorkeuren, keuzes, rangschikking van feiten, het 'wegen' van gegevens en interpretatie. Precies zoals op het moment dat de geschiedenis in de praktijk 'geschreven' wordt.
Een extra probleem ten tijde van het Rode Khmer-regime was dat de grenzen van Cambodja/Kampuchea volledig op slot gingen. Er kwam heel weinig nieuws naar buiten. Het was moeilijk een betrouwbaar beeld te vormen. De pro-Amerikaanse pers was eerst negatief over de Cambodjaanse revolutie en verstilde toen de Khmer buurland Vietnam aanvielen. De pro-Russische pers was aanvankelijk positief, maar koos later voor Vietnam. De pro-Chinese pers stond van het begin tot het eind vierkant achter de Rode Khmer. Daarvan getuigde onder andere de reactie in de maoïstische Rode Tribune op de berichten over de gruwelen van de 'killing fields': "Waar gehakt wordt vallen spaanders!".
Gezien de geopolitieke belangen van al deze 'bronnen' was hun geloofwaardigheid bijna vanzelfsprekend in het geding. Daarom is het interessant te kijken naar de beoordeling vanuit een radicaal linkse stroming zonder imperialistisch of socialistisch 'vaderland'. Dan komen we onherroepelijk terecht bij de 'trotskisten' van de Vierde Internationale. Hoe keken zij, die zich 'revolutionaire socialisten' noemen, aan tegen de ontwikkelingen in Zuid Oost Azië in de periode 1975-1979? De trotskisten - bekend om hun kritiek op zowel kapitalisme, sociaaldemocratie als stalinisme - gaven in Nederland in 1975 een blad uit met als naam Proletaries Links. In 1978 werd dat Klassenstrijd. Hoe werd in die bladen over de gebeurtenissen in en rond Cambodja geschreven? Hieronder een bloemlezing.
Van voorbeeld tot 'manifestatie van stalinistische ontaarding'
* In de Proletaries Links (PL) van 22 mei 1976 werden nog "de vietnamese en indochinese revoluties tot een voorbeeld en stimulans" beschouwd. Vooral omdat ze weigerden "een koers in te slaan naar een kapitalistiese etappe en een bondgenootschap met de nationale bourgeoisie".
* In de PL van 12 november 1977 werd melding gemaakt van het 17-jarige bestaan van de Communistische Partij van Kampuchea (CPK) en van een terugkeer in de openbaarheid van Sihanoek, hetgeen ongetwijfeld "de internationale positie van het CPK-regiem" zou hebben versterkt.
* In de PL van 14 januari 1978 werd ingegaan op de groeiende tegenstellingen tussen Vietnam en Cambodja. De verantwoordelijkheid daarvoor werd hoofdzakelijk gelegd bij het regime van Cambodja, dat door "dwang", "zuiveringen" en "gedwongen volksverhuizingen" niet erg populair zou zijn in eigen land en nu de aandacht wilde afleiden door "ultranationalistiese en chauvinistiese rethoriek". Het artikel besloot met: "Net als het Sino-Sowjetkonflikt is het Cambodjaans-Vietnamees konflikt weer een van de ernstigste manifestaties van de Stalinistiese ontaarding. Stop deze onzinnige oorlog!"
Ongewenste oorlogen
* In de PL van 11 februari 1978 nam de IKB (Internationale Kommunisten Bond, uitgever van PL) in een paginagroot artikel afstand van de schermutselingen tussen Vietnam en Cambodja. Er was een duidelijke voorkeur voor de Vietnamese positie. De Rode Khmer werden gekapitteld vanwege hun deportaties, zuiveringen, nationalisme en "door en door reaktionaire opvatting" over de mogelijkheid van een socialisme in één land. Toch werd in het conflict geen keuze gemaakt. In Vietnam ontbrak ook nog het nodige aan interne democratie en het ging hier om een conflict tussen twee arbeidersstaten en was dus, zoals de vette kop boven het artikel aangaf: "EEN OORLOG DIE ER NIET MAG ZIJN".
* In de Klassenstrijd van 27 januari 1979 werd wederom hard uitgehaald naar "het smerige verdeel- en heersspelletje van de chinese leiding". Maar ook de Russen werden niet vrijgepleit: "Het stalinistiese dogma van het socialisme in één land maakt de indochinese revolutie voor beide (grootmachten) ondergeschikt aan de eigen direkte belangen". Het standpunt bleef "Tegen iedere militaire interventie", ook die van Vietnam in Cambodja. Tegelijk werd geconstateerd: "Solidariteit met de indochinese volkeren is nu meer ooit nodig".
* In de Klassenstrijd van 10 maart 1979 riep de IKB na de invasie van China in Vietnam op : "Alle chinese troepen weg uit Vietnam". Want "de chinese leiding maakt een karikatuur van het socialisme en verkracht elk beginsel van internationalisme". Maar ook bleef "de Vietnamese inval in Kampuchea door niets goed te praten". Weliswaar werden Pol Pot's daden schandelijk genoemd, maar het was "de taak van de arbeiders en boeren van Kampuchea (zelf) dit regiem omver te werpen en hun eigen heerschappij te vestigen".
* In de Klassenstrijd, opvolger van PL, van 19 augustus 1978 werd scherp stelling genomen tegen Chinese aanvallen op Vietnam, die werden beschouwd "als een afschrikwekkend gevolg van het Sino-Sovietkonflikt". "Revolutionairen kunnen slechts met alle kracht reageren tegen deze kontra-revolutionaire houding. Onderhandelingen tussen China en Vietnam, tussen Vietnam en Kampuchea zijn van levensbelang voor de revolutionaire ontwikkeling. Er mag geen gewapend konflikt tussen arbeidersstaten zijn!".
Zelforganisatie
* In de Klassenstrijd van 16 juni 1979 werd het bewind van Pol Pot sterk afgekeurd in termen van “staatsterrorisme” en “barbaarse methoden”. Desondanks kreeg ook de Vietnamese inval geen bijval, omdat die meer geïnspireerd zou zijn door een streven naar hegemonie dan door het welzijn van de Cambodjanen. “Tegen dit soort gevolgen van de theorie van het 'socialisme in één land' en de burokratiese ontkenning van socialistiese demokratie zullen revolutionairen zich zeer duidelijk moeten opstellen. Het perspektief van een politieke revolutie om de leidende burokratiese kaste omver te werpen zal daarbij leidraad moeten zijn."
* In de Klassenstrijd van 10 november 1979 vond een omslag plaats. “Hoewel de IKB al eerder de inval van Vietnam in Kampuchea veroordeelde, is het nu niet verstandig de terugtrekking van de vietnamese troepen te eisen. Op 21 september j.l. besloot de Verenigde Naties onder aanvoering van de VS met 71 stemmen voor, 35 tegen, 34 onthoudingen en 12 blanco het verdreven regiem van Pol Pot te blijven erkennen als wettelijke vertegenwoordiger van Kampuchea. Dit terwijl de door de Vietnamezen in het zadel geholpen regering van Heng Samrin het overgrote deel van het land en de bevolking onder haar kontrole heeft. Bovendien schijnt de bevolking van Kampuchea vooralsnog niet onwelwillend tegenover hun nieuwe machthebbers te staan.”
“Daarom ligt het des te meer voor de hand dat deze uitspraak in feite een zet is in het imperialistiese spel om de verloren positie in Indochina enigszins terug te winnen.” “De massa van arbeiders en boeren in Kampuchea zal echter uiteindelijk ook niet veel opschieten met een permanente bezetting door een vietnamees leger en een door haar in het zadel gehouden regering. De enige manier waarop de bevolking van Kampuchea zich voor eens en altijd kan ontworstelen aan onderdrukking en buitenlandse overheersing is door zelf het heft in eigen hand te nemen.”
Schematisch?
Het moge duidelijk zijn. Na aanvankelijk enthousiasme over de revoluties in Zuid Oost Azië werd al snel door de Nederlandse trotskisten een kritische opstelling gekozen. Er werd in ieder geval niets 'goedgepraat'. De klassieke kritiek op de stalinistische theorie van 'socialisme in één land' en op de stalinistische praktijk van 'staatsterrorisme' werd onverbloemd geventileerd, zonder de kant van 'het westen' te kiezen. De afwijzing van de Vietnamese aanval op het Kampuchea van de Rode Khmer doet echter schematisch en formalistisch aan. "Er mag geen gewapend konflikt tussen arbeidersstaten zijn." Terwijl die aanval met veel recht als een verdedigingsoorlog gezien kan worden. En inderdaad door de meeste Cambodjanen als een bevrijding werd ervaren. Pas toen de Amerikanen voor Pol Pot kozen, ging Klassenstrijd over tot steun aan de Vietnamese positie. Daarbij werd de zelforganisatie van de bevolking vanzelfsprekend gepresenteerd als uiteindelijk de enige (juiste) weg naar het "ontworstelen aan onderdrukking en buitenlandse overheersing".
3. Aanbevolen literatuur
De hieronder genoemde boeken geven gezamenlijk een behoorlijk goed zicht op de politiek van de Rode Khmer en op de mensen die daar als dader of als slachtoffer bij betrokken waren:
* Brother Number One, door David Chandler (1999). Een politieke biografie van Pol Pot.
* De Poort, door François Bizot (2003). Een verbitterd verslag van de Franse antropoloog Bizot over zijn gevangenschap in 1971 in een kamp van de Rode Khmer in de jungle, onder leiding van commandant Duch. Tevens een levendige beschrijving van de ontruiming van Phnom Penh in 1975, in het bijzonder van de Franse ambassade.
* The Lost Executioner, door Nic Dunlop (2005). Een meeslepend en goed gedocumenteerd boek over de succesvolle speurtocht van fotograaf Dunlop naar de verblijfplaats, de persoon en de 'carrière' van kampcommandant Duch.
* Eerst Doodden Ze Mijn Vader, door Loung Ung (2007). Het ooggetuigenverslag door een jong meisje van de ontruiming van Phnom Penh en van het leven daarna op het platteland tijdens het regiem van de Rode Khmer.
* De Glimlach Van Pol Pot, door Peter Fröberg Idling (2009). Een reconstructie van het bezoek in 1978 van een linkse delegatie uit Zweden aan het Kampuchea van Pol Pot, ingebed in een aangenaam leesbare, bijna filmische terugblik op de periode voor, tijdens en na de Rode Khmer.
Dit artikel verscheen eerder op solidariteit.nl
Reactie toevoegen