Zelf betrokken bij de strijd van ongedocumenteerde werknemers en actief in vakbondsland, was ik wel bekend met het fenomeen organizing. Elders in deze Grenzeloos kun je lezen over de schoonmakers van Schiphol. Hun organisatiegraad schoot binnen het jaar omhoog nadat FNV Bondgenoten deze organizing methode geïntroduceerd had. Dit soort vakbondswerk bestaat uit veel individuele gesprekken om mensen in beweging te krijgen op punten die elk apart te winnen zijn. Want succes smaakt naar meer. Je wordt er sterker door. Maar het gaat er vooral ook om dat je als organizer in dienst van de bond niet vóór mensen aan de gang gaat, maar samen mét mensen: ze moeten het vooral zelf doen. Het levert actieve, mondige, betrokken vakbondsleden op die zich bewust zijn van hun kracht en niet bang zijn samen de strijd te gaan.
De naamsbekendheid van het fenomeen community organizing heeft door Obama, die ooit drie jaar als organizer, werkte een enorme groei gemaakt. De belangrijkste uitgangspunten zijn een persoonlijke aanpak, actie met als doel een reactie los te krijgen en haalbare doelen. Door de campagnes op haalbare doelen te richten en niet te groot beginnen lopen mensen niet met hun kop tegen de muur en wordt voorkomen dat ze gedemoraliseerd afhaken. Community organizing maakt gebruikt van bestaande netwerken van organisaties als kerken, culturele verenigingen, buurthuizen, bewonersorganisaties of scholen. Deze worden gebruikt om mensen in beweging te krijgen. Het streven is om mensen iets te laten ondernemen en niet te blijven steken in de onvrede en geklaag. Er wordt veel tijd gestoken in de individuele relaties, mensen worden serieus genomen en uitgedaagd om na te denken over eigen belangen. Vooral bij ongedocumenteerde migranten die gewend zijn in de marges van de samenleving te werken heeft deze aanpak meteen effect op hun eigenwaarde en enthousiasme. Al snel komt een hoop positieve energie los. Daarnaast zijn evaluaties van alle activiteiten die in het kader van community organizing zijn ondernomen een belangrijk onderdeel van van de methode.
Omdat het een methode is die mensen insluit en deelgenoten maakt worden ze samengebracht, er wordt daadwerkelijk een gemeenschap gecreëerd. Mensen horen ergens bij, en belangrijker nog, ervaren dat ze grip krijgen op hun eigen leven.
Dat klinkt allemaal goed. En in Londen leverde het in ieder geval een zeer enthousiaste en kleurrijke massa aan demonstranten op.
Wie bepaalt wat?
Maar toch bleef er iets knagen. Het was niet alleen vanwege het religieuze element dat meer dan gemiddeld de kop op stak, of vanwege het podium waarop vooral oudere mannen het woord voerden. Hoewel ook dat te denken gaf.
Wat het meest intrigeerde was dat ene zinnetje op de duizenden oranje posters van de actie. Onder de leus ‘strangers into citizens’ stond alleen nog vermeld: ‘call by the Citizens Organising Foundation for a pathway to legal status for long-term migrants’. Deze ‘weg naar legale status voor lang verblijvende migranten’ klonk zo naar politieke compromissen, dat het toch enigszins vloekte met alles waar ik çommunity organizing voor hield: het voorop zetten van mensen zelf, hun belang, hun actie. Op één of ander manier had ik verwacht dat democratie en zelforganisatie een veel grotere rol zou spelen.
In Londen werd me al gauw duidelijk dat ook daar de methode weer leidde tot actieve, betrokken mensen, maar dat de inhoud op de oude manier bepaald werd. De organisatie van Strangers into Citizens bijvoorbeeld wordt gevormd door zo’n 120 organisaties – samen goed voor een half miljoen leden. Een groot aantal kerken zijn aangesloten en daarnaast ook wijkcomités en vakbondsafdelingen. Alle organisaties betalen contributie, van dit geld zijn 15 organizers in dienst genomen. Die organiseren weliswaar van onderop maar de stichting met de 120 erkende instituties en hun besturen bepalen de campagnes en bepalen vooral ook wat de ‘haalbare doelen’ zijn. Op die manier worden de campagnes inhoudelijk gezien op zijn zachtst gezegd nogal ‘voorzichtig’ ingevuld, maar meer belangrijk is dat het geen weg is naar verdere emancipatie van kritische burgers.
Op zich is er niets mis mee als je haalbare doelen voorop stelt en het succes van je overwinning gebruikt om de volgende stap te zetten. Maar dan moet er wel een duidelijke weg met meer stappen zijn. Anders zal het net als in Nederland, na het generaal pardon voor mensen die voor 1 april 2001 een asielaanvraag deden, alleen maar vele malen moeilijker geworden voor wie daarna binnenkomt. Als je werkelijk de mensen respecteert en naar hun mening vraagt, dan zijn zij niet degenen die het hun lotgenoten moeilijker willen maken. Dat wordt anders als de oude politieke instituties het spel blijven bepalen.
Eén van de voorwaarden bij de Engelse legaliseringsregeling is dat een werkgever of community sponsor, vaak een priester, je een referentie bezorgd, een soort betrouwbaarheidsgarantie. De afhankelijkheidsrelatie wordt zo formeel verstevigd. Aan de andere kant kun je je voorstellen dat bijvoorbeeld legalisering van abortus niet snel als campagnedoel uit de bus zal komen, hoewel de problematiek ongetwijfeld aan de orde is in de gemeenschappen zelf. Met gevestigde instituties aan het roer, de religieuze voorop, kan ik allerlei enge scenario’s bedenken waar leiders van die instituties zich een machtig wapen in handen spelen om hun eigen belangen te dienen. Terwijl respect en zelforganisatie voorop lijken te staan, is het ontbreken van een democratisch element dat daar vorm aan geeft essentieel in de beoordeling.
Maar met die kennis is me alleen maar duidelijker geworden waar de mogelijkheden liggen. Want verrijk je deze methode van organizing met basisdemocratische principes dan wordt het al snel interessanter.
Kies je met de vakbeweging sociaal economische thema’s als invalshoek, dan kun je via (community) organizing vakbondsstrijd verbreden tot een politieke beweging – een beweging van betrokken, strijdbare, solidaire en kritische burgers die echte veranderingen snel dichterbij kunnen brengen.
Reactie toevoegen