Filmjubilea

Net als met Kerst is de zomer een tijd om weer eens wat oudere films te vertonen. Veel mensen zijn met iets anders bezig of gewoon ergens anders. Zonde om met iets nieuws te komen. Zonde van de investering. Deze zomer lijkt dat niet helemaal op te gaan. Minstens twee knoerten van blockbusters kwamen vers op de schermen, Jurassic World  en Mission Impossible Rogue Nation. Die slepen hun miljoenen in elk seizoen wel binnen. Desalniettemin vierden enkele 'ouwetjes' hun jubileum met hervertoning. We 'gedenken' er twee én we pakken twee nieuwelingen mee.

Kunstplus

Filmmakers vragen zich soms af óf en wát voor invloed hun maaksel op de wereld, de tijd en de mensheid zal hebben. Maken ze dingen die hun tijd of tijdgeest slechts weerspiegelen of veranderen ze daar ook iets aan? Het valt moeilijk vast te stellen. Waarschijnlijk is er altijd sprake van weerspiegeling van een verschijnsel of van een opvatting die er al is. Immers, waar anders haalt de filmmaker zijn thematiek of ideeën vandaan. Maar het kan zijn dat het daarbij gaat om nog nauwelijks waarneembare verschijnselen of opvattingen die nog slechts bij een kleine minderheid leven. Als een regisseur dat naar boven haalt en wellicht weet te versterken, dan mag je spreken van een kunstplus, een artistiek cadeau aan de bestaande werkelijkheid. Het is zelfs mogelijk dat een filmmaker zonder pretenties zo'n bijdrage levert en omgekeerd kan een regisseur die 'de wereld wil veranderen' de plank volledig misslaan en hooguit wat lucht verplaatsen. Het blijft interessant om films op hun effect en potentie te wegen. Maar ook bij films uit een wat verder verleden is het moeilijk daar definitieve uitspraken over te doen.

Vier films die deze zomer de bioscopen haalden, hebben iets van doen met een jubileum, met een gedenkwaardige gebeurtenis in het verleden. Laten we die op hun bedoeling dan wel uitkomst nader bekijken.

De Kleine Prins

Honderdvijftien jaar geleden werd Antoine de Saint-Exupéry geboren. In 1943 schreef hij Le Petit Prince. Dit jaar ging een filmische bewerking van dat boek in première als De Kleine Prins. Mooi gemaakt. Met twee stijlen, animatie en stop-motion-picture. Animatie voor het verhaal (meisje leest Le Petit Prince van Antoine de SE) en stop-motion-picture voor het verhaal-in-verhaal (Le Petit Prince). Mét oorspronkelijke tekeningen van Antoine de SE (onder andere de kindertekening van een slang die een olifant heeft opgeslokt, die door volwassenen voor een tekening van een hoed wordt aangezien). De moraal van het verhaal is dat je alleen met je hart de waarheid kunt zien. Maar er zit véél meer in. Zoals de strijd van de kleine prins ter verdediging van fantasie, creativiteit, vriendschap en ware liefde, die bedreigd worden door machtswellust (de Koning), ijdelheid (de applausgeile Hoedafnemer) en hebzucht (de Zakenman).

Mike Osborne heeft in zijn film enkele symboolfiguren uit Le Petit Prince weggelaten (de Dronkenlap, de Lampontsteker en de Geograaf). Maar in het kaderverhaal van het meisje heeft hij weer enkele hedendaagse elementen toegevoegd: de overgeorganiseerde overgeordende moderne wereld waarin regels en voorschriften vastliggen en het vrije bestaan danig wordt beknot. Ook voert hij de kleine prins, eenmaal volwassen geworden, op als De Grote Sukkel, de loonslaaf die louter leeft voor zijn werk en voor zijn baas. Maar het meisje en de prins breken uit en maken weer plek voor verbeelding en voor een sterrenstralender universum, of althans voor het verlangen daarnaar én de hoop op verwezenlijking.

Hiroshima Mon Amour

Zeventig jaar geleden werden twee atoombommen geworpen op Japan. Bij één van de grootste oorlogsmisdaden uit de geschiedenis werden in twee klappen meer dan 200.000 jongens en meisjes, baby's en kleuters, vrouwen en mannen letterlijk weggevaagd. In 1959 maakte Alain Resnais de film Hiroshima Mon Amour. Een love story die zich afspeelt op één van die twee plekken, veertien jaar later. De film begint met beelden van Hiroshima vlak na de atoomaanval. Via de film van Resnais zagen miljoenen mensen voor het eerst de enorme verwoesting en het menselijk leed, door één bom aangericht. Schokkend. En dat was ook de bedoeling van Resnais. Een waarschuwing! Een doorbreking van de toenmalige euforische atoomtijdperkpropaganda. Overigens brak hij met Hiroshima Mon Amour nog wat meer heilige huisjes van de vijftiger jaren af. In de film worden meerdere taboes doorbroken. Een Franse actrice wordt verliefd op een Japanse architect en die liefde wordt ook geconsumeerd. Ondanks dat beide geliefden zijn getrouwd. Ondanks dat ze van een verschillend ras zijn. Een bruine man en een blanke vrouw samen in bed, minder dan 15 jaar daarvoor behorend tot vijandige naties en nog getrouwd ook, dat was geen gesneden koek in de vijftiger jaren. Alain Resnais maakte er in prachtige beelden en in de schitterende taal van Marguerite Duras (de schrijfster van het scenario) een aangrijpend en verteerbaar relaas van. De film liet sporen na, werd overladen met prijzen en wordt nog altijd beschouwd als een van de invloedrijkste films in de geschiedenis.

The Sound Of Music

Vijftig jaar geleden kwam The Sound Of Music in de bioscopen. In Den Haag zou hij daar maar liefst 138 weken onafgebroken in Euro Cinema draaien. Bezoekers kwamen na verloop van tijd zo'n beetje uit de hele wereld om naar deze film te kijken, maar niet of nauwelijks uit de linkse beweging. 1965 en volgende jaren waren een periode van koude oorlog tussen Amerika en de Sovjet Unie, van kernwapendreiging en atoompacifisme, van toenemend verzet tegen de oorlog in Vietnam. The Sound Of Music werd beoordeeld als een weke vorm van verstrooiing voor oudere dames. Had hoofdrolspeler Christoffer Plummer (Kapitein Von Trapp) niet zelf gesproken over 'The Sound Of Mucus', oftewel over Het Geluid Van Slijm? Achteraf gezien is dat oordeel enigszins een miskenning van enkele emancipatoire elementen in de film. De regisseur Robert Wise heeft het verhaal van de Oostenrijkse familie Von Trapp vlak voor de Tweede Wereldoorlog toch echt enige progressieve trekjes meegegeven. Soms méér dan in het waargebeurde verhaal het geval was. Zo was Kapitein Von Trapp lang niet zo'n anti-fascist als in de film. De familie is na de Anschluss in 1938 bij Duitsland ook niet voor de nazi's door de bergen gevlucht, maar keurig met de trein naar Italië vertrokken en van daar naar Engeland gegaan. De Rooms-Katholieke kerk krijgt in de film een tolerante en toegevende rol toegespeeld die meer past bij de zestiger jaren dan bij de vooroorlogse periode. En het aankomende nonnetje Maria (Julie Andrews) durft wel héél brutaal te zijn tegen haar baas en toekomstige echtgenoot Von Trapp. Wel een houding die prima overeenstemt met de opkomende antiautoritaire jeugdbeweging in de tijd dat de film gemaakt werd. Mogelijk is het effect van The Sound Of Music wat dit betreft onderschat.

Taxi Teheran

Vijfenvijftig jaar geleden werd in Iran ene Jafar Panahi geboren. Hij zou zich ontpoppen tot een kritische filmmaker.
Wie geen bezoek wil brengen aan een islamitische dictatuur, in dit geval van sjiitische aard, maar toch iets van de sfeer van Iran wil opsnuiven, hij of zij kope een kaartje voor Taxi Teheran. In die film biedt Jafar Panahi je anderhalf uur beelden van de stad vanuit een taxi. Hij zit zelf achter het stuur en vervoert verschillende passagiers. Zoals een onbehouwen 'vrije jongen' die andere dieven best de doodstraf gunt, zoals een heel wat genuanceerdere lerares (net als alle vrouwen in de film natuurlijk gehoofddoekt), zoals een 'klein mens' (persoon met dwerggroei) die illegale dvd's verhandelt, zoals een echtpaar dat een verkeersongeluk heeft gehad, zoals twee bijgelovige ouwe vrouwen met een kom goudvissen, zoals een buurman barstend van het begrip voor zijn berover, zoals een geschorste  kritische advocate én zijn eigen bijdehante jonge nichtje. De chauffeur is dus geen echte taxi-chauffeur en ook zijn klanten zijn geen echte klanten, maar acteurs. Wie iets verwacht in de geest van de semi-documentaire NCRV-serie met Marten Spanjer komt bedrogen uit. Er wordt geacteerd. Het maakt Taxi Teheran geforceerd. Je krijgt wel wat indrukken mee, van het straatbeeld en ook van de sfeer van religieuze repressie, maar het is te veel voorgebakken. Het is allemaal net niet echt. Dat Panahi op diverse festivals met prijzen is overladen, onder andere met een Gouden Beer in Berlijn, is dan ook waarschijnlijk meer een beloning voor zijn moed en slimheid om de islamitische censuur te omzeilen (Pahani heeft een werkverbod), dan met de kwaliteit van deze film. De Iraanse vrouw waarmee ik deze film bezocht, herkende vooral de zedenmeesterij van de autoriteiten in het dagelijkse leven. Zoals die groep vrouwen die werd opgepakt omdat ze een volleybalwedstrijd wilden bijwonen. Nichtje Hana zegt daarover in de film zo ongeveer: 'De juf zegt dat je je aan regels moet houden en de werkelijkheid moet laten zien. Maar als je de werkelijkheid toont waar hun regels toe leiden dan is dat zwartkijkerij en dan mag het weer niet!' Misschien moeten we later zeggen dat ook deze film bijdroeg aan de doorbraak van een nieuwe tijd (in Iran), het zou kunnen, maar ik waag het te betwijfelen.

 

Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop