Frankrijk, een uitgestelde overwinning

Minuten na de eerste exit polls in Frankrijk op 7 juli, vertelde Jean-Luc Mélenchon een grote menigte aanhangers dat het Nouveau Front populaire (NFP) een mandaat had gekregen om 'zijn hele programma' uit te voeren. Het was een opzwepend moment; de toespraak werd afgesloten met de openingsmaten van Ma France van Jean Ferrat, een van de mooiste linkse liederen in het nationale repertoire. Toch dreigde het spektakel verwachtingen te wekken die snel de bodem ingeslagen zullen worden. [leestijd 8 minuten]

Want links heeft niet echt gewonnen: de nieuw gekozen Nationale Assemblee telt zo'n 200 parlementsleden die aangesloten zijn bij het NFP of waarschijnlijk voor de coalitie zullen stemmen – waaronder de socialist François Hollande, wiens rampzalige presidentschap nog vers in het geheugen ligt – tegen 350 rechtse parlementsleden, van Emmanuel Macrons Renaissance tot Marine Le Pen en Jordan Bardella's Rassemblement national (RN). Links heeft dan wel de voorspellingen van een overwinning van extreemrechts getrotseerd – geen geringe prestatie – maar het heeft niet gezegevierd.

Het 'Nieuwe Volksfront' is 'nieuw' in de zin dat het niet zo volks is als zijn voorganger uit 1936. Van degenen die zich niet van stemming onthielden, stemde 57 procent van de arbeiders en 44 procent van de werknemers in de dienstensector voor het RN. Het was in de grote steden, waar de bevolking onevenredig burgerlijk en hoog opgeleid is, dat het NFP de meerderheid van haar zetels won. Dat gold vooral voor de Socialistische Partij (PS) en de Groenen. Mélenchons poging om de volkssectoren aan te spreken slaagde op één niveau: de mobilisatie van de banlieues, waar grote aantallen immigranten La France insoumise (LFI) in staat stelden indrukwekkende resultaten te behalen.

Toch moet zelfs een toevallige waarnemer van de Franse politiek geglimlacht hebben bij het lezen van de kop in Libération, het dagblad van de progressieve stedelijke kleinburgerij, daags na de eerste ronde van de parlementsverkiezingen: 'Parijs, hoofdstad van het nieuwe Volksfront'. Parijs, de duurste stad van Frankrijk, waar appartementen vaak meer dan 10.000 euro per vierkante meter kosten, koos inderdaad twaalf NFP-parlementsleden op een totaal van achttien, waarvan acht in de eerste ronde. Daarentegen waren de resultaten in arbeiderskiesdistricten die bijna een eeuw lang burchten van links waren, vaak van de Communistische Partij (PCF), rampzalig. Picardië [noordwest Frankrijk] kreeg dertien extreemrechtse parlementsleden van de zeventien; in Pas-de-Calais [noord Frankrijk], lang vervlochten met Maurice Thorez – die meer dan dertig jaar leider van de PCF was – eiste het RN tien van de twaalf zetels op, waarvan zes in de eerste ronde. In de Gard [zuid Frankrijk] won de partij elk kiesdistrict.

Je kunt daarom begrijpen waarom de secretaris-generaal van de CGT, Sophie Binet, geen blad voor de mond nam:

De komst van extreemrechts aan de macht is alleen maar uitgesteld... De arbeidersbastions in de Bouches-du-Rhône [zuid Frankrijk], het oosten, het noorden en het Seine-Maritime [noord Frankrijk] zijn gevallen voor extreemrechts. Dat is niet alleen een proteststem tegen Emmanuel Macron. Een groot aantal werkende mensen heeft uit overtuiging op extreemrechts gestemd. In duels met links hebben loonarbeiders hun stem uitgebracht op de RN-kandidaat. De precaire werkgelegenheid en de ineenstorting van de georganiseerde arbeid hebben de opmars van het RN versneld... Links, dat het land regeerde onder François Hollande, zwichtte voor de financiele wereld en keek toe hoe de toenemende ongelijkheid binnen de beroepsbevolking groeide, waardoor middenmanagers tegenover arbeiders kwamen te staan... Sommige formaties lieten de strijd voor de collectieve verbetering van de arbeidsomstandigheden varen ten gunste van welzijnsmaatregelen, terwijl ze elke confrontatie met het kapitaal afwezen. Links moet weer de partij van de arbeiders worden.

Ongetwijfeld beperkt dit probleem zich niet tot Frankrijk. Het volstaat om 'François Hollande' te vervangen door 'Bill Clinton', Parijs door New York, 'la France périphérique' door 'flyover country' en Maastricht door NAFTA om een soortgelijk sociologisch en politiek portret te schetsen van de Verenigde Staten, en ook van tal van andere landen. Zelfs als de komst van LFI echt links in Frankrijk nieuw leven heeft ingeblazen, zijn veel kiezers – in Picardië, Lotharingen, het noorden en het oosten – niet vergeten dat de socialisten bij cruciale politiek-economische kwesties, vooral als het ging om de EU, een entiteit die verantwoordelijk is voor de vernietiging van honderdduizenden banen, de armen ineen sloegen met liberaal rechts. Zo poseerden Hollande en Sarkozy in 2005 zij aan zij op de omslag van een celebrity magazine om op te roepen tot een 'ja' in het referendum over de Europese Grondwet en negeerden vervolgens, eveneens eensgezind, het verzet van 55 procent van de bevolking om het verdrag op te leggen dat de bevolking had verworpen.

De twee mannen namen het vervolgens tegen elkaar op in de volgende presidentsverkiezingen, waarbij de een ogenschijnlijk links vertegenwoordigde en de ander rechts, voordat de een de ander opvolgde in het Élysée en min of meer hetzelfde aanbodgerichte economische beleid voerde, zoals voorgeschreven door Brussel. Onder die omstandigheden is het niet verwonderlijk dat meer dan 10 miljoen kiezers voortaan op zoek gaan naar een politiek alternatief en zich richten tot 'degenen die nog nooit geregeerd hebben' – dat wil zeggen extreemrechts.

Maar je kunt altijd hopen dat er eindelijk lessen worden geleerd. Op de dag na de verkiezingen hebben alle partijen van het NFP, bij gebrek aan een meerderheid, bevestigd dat ze samen willen regeren en dat ze geen coalitie met centrum of rechts zullen aangaan die hen zou verplichten om het grootste deel van hun economische en sociale beloften op te geven. Ze lijken te begrijpen dat elke nieuwe regering die geen dringende sociale maatregelen neemt – nietigverklaring van de pensioenhervorming van Macron, verhoging van het minimumloon, hogere belastingen voor de heel rijken – extreemrechts bijna onvermijdelijk een nog hogere score zal geven bij de volgende verkiezingen.

Hoewel het RN gedijt bij xenofobe angsten en rancune, profiteert het ook van het gevoel van mensen uit de arbeidersklasse dat er politiek nooit iets verandert terwijl hun eigen leven steeds moeilijker wordt, waardoor ze de status quo omver willen werpen, 'gewoon om het een kans te geven'. Net als in de VS, waar de overwinning van Trump – dat wil zeggen, in de eerste plaats, de nederlaag van Clinton – de Democraten ertoe bracht Keynesiaans beleid voor te stellen dat (enigszins) brak met de vrijhandelsorthodoxie, hebben de snelle opmars van het RN plus de druk van LFI in ieder geval het voordeel gehad dat het Franse centrum-links, met name de socialisten, het neoliberale beleid niet bleef verdedigen op grond van het feit dat 'er geen alternatief' is voor globalisering en er geen redding is buiten de 'kring van redelijkheid'.

In de nasleep van de stembusgang is de opkomst van extreemrechts in Frankrijk alleen maar uitgesteld. Door het electorale 'spervuur' eindigde het RN op de derde plaats, met ongeveer 140 zetels in de Nationale Assemblee tegen ongeveer 160 voor het Ensemble van Macron en 180 voor het NFP (waarvan LFI er 74 haalde). Maar het won aanzienlijk meer stemmen: 37 procent in de tweede ronde, tegenover 26 procent voor het NFP en iets minder dan 25 procent voor Ensemble. Bovendien, overvallen door Macrons besluit om het parlement te ontbinden, stelde het RN alle kandidaten die ze had kandidaat, waaronder tientallen zonder politieke ervaring, die al snel door hun profielen op sociale media werden onthuld als openlijk racistisch, antisemitisch, homofoob of gewoon incompetent.

Bardella heeft deze 'fouten' al erkend: 'Er is nog werk aan de winkel wat betreft de professionalisering van onze lokale vertegenwoordigers en misschien ook de keuze van een bepaald aantal kandidaten. Om eerlijk te zijn, in een paar kiesdistricten waren de keuzes die we maakten niet goed'. Het RN kan voortaan rekenen op aanzienlijk meer overheidsgeld, zodat ze haar kaders beter kan voorbereiden. En ze zal bij de komende gemeenteraadsverkiezingen vrijwel zeker extra burgemeestersposten opeisen (op dit moment heeft ze er heel weinig), waardoor ze verder kan 'professionaliseren' en haar territoriale greep kan uitbreiden.

Alsof dat nog niet genoeg is, heeft het RN de komende maanden nog een voordeel: terwijl de coalities van haar rivalen fragiel zijn en al beginnen te rafelen en te wankelen, is haar eigen coalitie solide. Het is geen alliantie van partijen die elkaar verafschuwen, zoals bij de PS en LFI. Het RN weet al wie haar kandidaat zal zijn bij de volgende presidentsverkiezingen, die elk moment kunnen plaatsvinden: Marine Le Pen. Noch links, met nog een heleboel kanshebbers in de ring, noch Renaissance kan hetzelfde zeggen. Macron kan zich niet opnieuw kandidaat stellen en vier of vijf van zijn luitenanten wedijveren al om hem op te volgen.

De president kan ook geen nieuwe parlementsverkiezingen uitschrijven voor volgend jaar. In de tussentijd zal Frankrijk waarschijnlijk onbestuurbaar zijn. Het RN zal zich bij geen enkele coalitie aansluiten, omdat alle andere partijen tegen de partij zijn. Het NFP kan geen meerderheid krijgen tenzij ze een bondgenootschap sluit met Ensemble, maar de presidentiële coalitie is al aan het uiteenvallen. Eén fractie wil graag samenwerken met het NFP op voorwaarde dat ze LFI verbant (die op haar beurt heeft gewaarschuwd dat 'geen enkele uitvlucht, list of regeling aanvaardbaar is', een standpunt dat door de meeste socialisten wordt gedeeld). De andere fractie zou zich het liefst verenigen met veertig of vijftig rechtse parlementsleden, maar het gevoel lijkt niet wederzijds te zijn. Als een dergelijke alliantie zou worden gesmeed, zou Ensemble zelf uiteenvallen.

Na de huidige chaos te hebben veroorzaakt, vertrok de president naar de NAVO-top in Washington, met achterlating van een 'Brief aan de Fransen' waarin hij weigerde te erkennen dat ze hem hadden afgewezen en eiste dat de partijen tot een oplossing zouden komen die zowel het RN als LFI zou uitsluiten. Er is geen oplossing gevonden. Door de Nationale Assemblee te ontbinden heeft de kind koning aan het Élysée zijn speelgoed kapotgemaakt en anderen opgeroepen het te repareren. In de komende maanden zullen zijn impulsiviteit en egocentrisme hem gevaarlijker en onvoorspelbaarder maken, tot het punt dat zelfs de Economist die hem eens aanbad zich zorgen begint te maken: 'In plaats van de politieke verdeeldheid in Frankrijk te beslechten, zal het verrassingsbesluit van Emmanuel Macron om snel verkiezingen uit te schrijven waarschijnlijk een periode van impasse, ongerustheid en instabiliteit inluiden.'

De verkiezing van Macron in 2017 stelde de Franse bourgeoisie in staat om elementen van zowel links als rechts samen te brengen rond een programma van neoliberale hervormingen en 'de opbouw van Europa'. Politiek gezien is dat 'bourgeoisblok' nu geïmplodeerd. De linkervleugel heeft zich afgekeerd van een neoliberalisme dat grotendeels in diskrediet is geraakt en van een verachte president die alles lijkt te hebben verknald. Desondanks blijft het enthousiasme voor Europa het ideologische fundament van die alliantie. Daarbij komt nog de gehechtheid aan de Oekraïense zaak en de obsessieve russofobie, die vooral sterk leeft onder de goed opgeleide middenklasse. Die Atlantische hartstochten, die fanatiek door de media worden uitgedragen, zijn niettemin onvoldoende om het voormalige bourgeoisblok opnieuw samen te stellen, zoals Macron zou willen. In ieder geval niet in vredestijd.

Europa en Oekraïne zijn niet populair genoeg om een nieuwe coalitie te vormen die zowel LFI als het RN buiten de deur houdt, naar het model van de 'Derde Kracht' die van 1947 tot 1948 de pro-Amerikaanse partijen hergroepeerde tegenover de communisten en de Gaullisten. Toch hoopt François Bayrou, een vertrouweling van Macron die verantwoordelijk was voor zijn overwinning in 2017, nog steeds iets soortgelijks te bereiken door gebruik te maken van de ultra-atlantische wending in de Franse diplomatie na de discussie van de president over het sturen van troepen naar Oekraïne. Bayrou heeft de parameters van die potentiële alliantie tegen 'de extremen' uiteengezet:

Er zijn mensen die het er allemaal over eens zijn dat we de opbouw van Europa moeten voortzetten. Ze zijn het er allemaal over eens dat we door moeten gaan met het geven van hulp aan Oekraïne, op een moment dat Poetin zich publiekelijk heeft uitgesproken voor het Rassemblement national. Er zijn dus mensen die delen wat ik beschouw als de fundamentele waarden. Daar heb je een arc républicain [republikeinse boog], daar heb je gemeenschappelijke waarden. Ik sluit niemand uit. Maar ik denk niet dat LFI instemt met die waarden.

Het is twijfelachtig of iemand in Frankrijk alleen op basis van zulke 'gemeenschappelijke waarden' een regering zou kunnen vormen, zeker gezien de samenstelling van het huidige parlement. Parijs is geen Brussel, waar socialisten, conservatieven en liberalen het goed genoeg met elkaar kunnen vinden om te regeren. Maar er is ook geen parlementaire meerderheid om het programma van links, dat bij de parlementsverkiezingen als eerste uit de bus kwam, uit te voeren. Die impasse, veroorzaakt door Macron, kan extreemrechts alleen maar versterken, zelfs nadat een meerderheid van de Franse burgers in opstand kwam om te voorkomen dat extreemrechts aan de macht zou komen. De president blijft de beste campagneleider.

Dit artikel stond op Sidecar/NLR. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop