Geen terugkeer van het centrum, extreemrechts stabiel en links verder verzwakt

Veel van het commentaar op de verkiezingsuitslag is samen te vatten als ‘het centrum is terug’. Dat D66 fors wint terwijl de PVV 11 zetels in moet leveren is echter bepaald geen beslissende trendbreuk. En voor links is er nog minder reden om feest te vieren.

Extreemrechts stabiel en sterk

Ten eerste heeft parlementair extreemrechts getoond opmerkelijk stabiel te zijn. Ongeveer een derde van de zetels in het parlement blijft in handen van extreemrechts. Het verlies van de PVV wordt gecompenseerd door de winst van JA21 en FvD. Omdat ondertussen BBB duidelijk tot extreemrechts gerekend kan worden, is dit blok eerder gegroeid dan gekrompen. Een nieuw centrum rechts kabinet, met of zonder GL-PvdA, zal de maatschappelijke problemen niet oplossen en verdere groei van extreemrechts dreigt.

Het midden verschuift naar rechts

Zo stabiel als extreemrechts is, zo instabiel is dat befaamde midden. Een van de echte verrassingen van deze verkiezingen is dat het verlies van de VVD zo beperkt bleef. Maar dat wil niet zeggen dat die partij niet aan het veranderen is. Onder Yeşilgöz is de partij duidelijk verder naar rechts opgeschoven. De VVD verloor aan de ‘linkerkant’ stemmen van vrijzinnige liberalen die naar D66 overstapten maar dat verlies werd aan de rechterkant gecompenseerd door een toestroom van voormalige PVV-ers die zich blijkbaar kunnen vinden in de nieuwe oriëntatie van de partij. Zo wordt de VVD steeds minder de rechtervleugel van dat midden en steeds meer de natuurlijke bondgenoot van extreemrechts.

Ook D66 is naar rechts opgeschoven. Rob Jetten is niet langer de politicus die ‘klimaatdrammer’ als geuzennaam omarmde en kwam opdagen bij een demonstratie van XR. In plaats daarvan heeft D66 zich nu ook aangesloten bij de aanvallen op de politiek machteloze groep die zo vaak verantwoordelijk wordt gesteld voor alles wat misgaat: vluchtelingen. De partij wist rechtse standpunten over het verhogen van defensie-uitgaven, het buiten Europa vastzetten van asielzoekers en bezuinigen op uitkeringen met een vaag progressief sentiment te combineren en zo de verkiezingen te winnen. Alleen de schijn is progressief. Het resultaat van die draai is trouwens slechts twee zetels meer dan in 2021. Ook hier is de zogenaamde trendbreuk dus helemaal niet zo substantieel.

GL-PvdA verzwakt

De opgang van D66 ging voor een groot deel ten koste van GroenLinks-PvdA. In veel mindere mate trok D66 stemmen van voormalige VVD en NSC stemmers. Het fusieproject was een poging om uit het dal te klauteren waarin Groen Links en de PvdA in 2021 zaten. De PvdA was daar in 2017 al terecht in gekomen. Dat jaar leed de PvdA een historische nederlaag van 29 zetels. Dat was de afstraffing voor de keuze van de partij om, na het voeren van een campagne die zich richtte tegen de VVD, ervoor te kiezen om als deel van het tweede kabinet Rutte mee te helpen bij het uitvoeren van een harde bezuinigingsagenda. Het samenwerkingsverband wordt hier liever niet aan herinnerd. Om een aantrekkelijk alternatief te zijn probeert GroenLinks-PvdA juist een ander geluid te laten horen. Tegelijkertijd is hun politieke horizon beperkt tot het streven naar regeringsdeelname bij de eerstvolgende verkiezingen. Kiezen voor oppositievoeren om vanuit die positie een tegenmacht op te bouwen lijkt letterlijk onvoorstelbaar te zijn voor leiding ervan. Deelname een aan centrumrechts kabinet met D66 en VVD zal waarschijnlijk slecht aflopen voor de partij.

Frans Timmermans was de belichaming van de spagaat waarin de nieuwe partij gevangen zit. Tijdens de verkiezingen verklaarde hij ‘geleerd te hebben’ van de ervaring van Rutte II toen er ‘onnodig hard’ bezuinigd werd. Timmermans was natuurlijk zelf minister in dit kabinet, een kabinet waar hij sterk voorstander van was. Een ander wapenfeit van Timmermans is zijn eerdere rol in het blokkeren van samenwerking met de SP. ‘Vertrouw nooit iemand die ooit communist is geweest’, had hij daarover gezegd. Timmermans is op zijn manier een integere politicus die overtuigd is dat samenwerken met gematigd rechts in een centrum kabinet het doel moet zijn. Maar die overtuiging helpt niet om als leider van een linkse oppositiepartij te overtuigen. Zo wist GroenLinks-PvdA de naar D66 neigende stemmers niet binnenboord te houden en slaagde ze er ook niet om nieuwe stemmers te winnen.

Links in zijn geheel verzwakt

Een tweede verrassing was de zoveelste nederlaag van de SP. Al bijna twee decennia lang slaagt de partij er niet in om nieuwe parlementszetels te winnen. Van het historische record van 2006, toen de partij 25 zetels scoorde, is weinig meer over. Ontmoedigend is de gebrekkige zelfkritiek van de partij. Vaker wel dan niet werd een teleurstellende verkiezingsuitslag geweten aan factoren buiten de partij. Met een nieuwe partijleider en strijdbare retoriek leek de partij in de peilingen aan de vooravond te staan van een kleine heropleving maar in plaats daarvan volgde de zoveelste teleurstelling.

Een deel van de verklaring voor dat falen is de vergrijzing van het krimpende ledenbestand en van de sociale basis van de partij. Opvallend is waar veel voormalige SP-kiezers naar toe gaan. Als mensen van partijen wisselen, stappen ze meestal over naar een partij die direct naast hun oude thuis ligt. In het geval van de SP is het aantal afhakers dat juist radicaal afslaat, in dit geval naar extreemrechts, opvallend hoog. De ‘economisch linkse maar sociaal conservatieve’ oriëntatie houdt mensen dus niet af van een keuze voor extreemrechts.

Er is al met al dus weinig reden voor het gejuich over de zogenaamde terugkeer van het politieke centrum als alternatief voor extreemrechts. Dit centrum is niet alleen instabiel, de inhoud ervan wordt ook steeds rechtser. Links heeft natuurlijk nog minder reden tot gejuich. Dat de Partij voor de Dieren zich wist te handhaven en extreemrechts wat meer verdeeld is dan voorheen is een schrale troost. Deze verkiezingen lieten ook opnieuw zien dat buiten de grote steden BIJ1 eigenlijk niet bestaat. In Amsterdam wist BIJ1 2,4 procent te scoren maar Amsterdam is Nederland niet. Dat de partij een consistent links verhaal heeft, tegen militarisering en NAVO en tegen racisme, is niet genoeg. Het is onduidelijk wat hun toekomst is. Na deze verkiezingen staat Nederlands links in ieder geval op een historisch dieptepunt.

Een werkelijk links beleid

De neergang van Nederlands links is natuurlijk niet uniek, rechts is wereldwijd in opmars. Het zou een vergissing zijn om de verkiezingsuitslag geheel te wijten aan bijvoorbeeld de rol die specifieke personen speelden. Natuurlijk lijken verkiezingscampagnes wel steeds meer op showbusiness. Veel mensen stemmen niet op basis van een doordachte politieke overtuiging maar laten zich leiden door ‘vibes’ zoals Jetten het stelde. Maar dat laat de vraag open waarom bepaalde politieke stromingen erin slagen om die gevoelens aan te spreken. Waarom neemt woede zo vaak de vorm aan van racisme en steun voor extreemrechts, en waarom weet een centrumrechtse partij als D66 zich op te werpen als een bron van hoop en optimisme?

Een PvdA-strateeg weet hun verlies aan ‘gebrekkige communicatie’; de partij heeft een goed verhaal maar brengt het niet overtuigend omdat ze nog ‘te veel respect heeft voor intelligentie’. Meer platte demagogie en loze beloftes zouden dus moeten compenseren voor het gebrek aan strategie. Misschien dat dat kan helpen om zetels te winnen maar niet om links beleid te voeren.

Voor een werkelijk links beleid dat breekt met neoliberalisme, dat op thema’s als de woningnood en gezondheidszorg kiest voor de belangen van de grote meerderheid en serieuze maatregelen neemt om de klimaatcrisis tegen te gaan, bestaat in Nederland op het moment geen publiek dat groot genoeg is om het mogelijk te maken. Daarvoor moeten genoeg mensen dergelijk beleid niet alleen willen, ze moeten er ook overtuigd van zijn dat het mogelijk is. Zolang ze dat niet zijn zullen mensen kiezen voor gematigd rechts als alternatief voor extreemrechts. Of ze sluiten zich aan bij de grote groep van niet-stemmers.

Focusgroepen en communicatiestrategieën kunnen dit fundamentele probleem niet oplossen. Het opbouwen van dergelijke steun zal een kwestie van lange adem worden, tegen de stroom in. Het vergt mensen organiseren en aanspreken op hun dagelijkse zorgen en dat verbinden met een visie die niet stopt bij de eerstkomende verkiezingen. Het vergt strijd, debat en overtuiging. Het vereist sterke sociale bewegingen en een politieke organisatie die daar uitdrukking aan geeft. Hoe eerder we dit met nuchtere ogen aanzien en er mee beginnen, hoe beter.

Foto: Sebastiaan ter Burg / CC BY-SA 2.0.

Reactie van:

Henry Groenhuis

zo, 11/09/2025 - 14:15

Er lijkt mij toch wel behoefte aan een linkse communicatiestrategie gezien de vereisten "debat en overtuiging". Zo'n strategie verbindt actuele affaires met (overgangs)eisen en (voorlopige eind)doelen.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop