Suphi Nejat Agirnasli, in zijn partij bekend als Paramaz Kizilbas, sneuvelde op 7 oktober in de strijd tegen IS. Hij was 30 jaar oud. Als socioloog deed hij onderzoek naar de arbeidsomstandigheden van havenarbeiders van Tuzla in Istanboel.
Bij zijn geboorte werd hij vernoemd naar de oprichter van de Communistische Partij van Turkije, Mustafa Suphi, en naar de eerste voorzitter van deze partij, Ethem Nejat. Beiden werden in 1921 vermoord door het leger. Zijn gekozen naam was een combinatie van Paramaz, de naam van een Armeense socialist die in 1915 samen met 19 kameraden werd opgehangen in Istanboel, en Kizilbas, de naam voor Alevieten. Zelf was hij noch Armeens noch Aleviet. Hij was ook geen Koerd. Hij was een communist die, zoals zijn vader na zijn dood schreef, naar Kobane ging uit revolutionaire solidariteit.
In 2011 werd Nejat opgepakt en naar Diyarbakir gebracht voor verhoor. Aantekeningen van zijn sociologisch onderzoek werden beschouwd als aanwijzingen dat hij lid zou zijn van een terroristische organisatie. Om in zijn levensonderhoud te voorzien vertaalde hij boeken. Zijn vertalingen van werk over de Egyptische farao Toetankhamon werd aangemerkt als 'actie plannen'.
Na zijn vrijlating verklaarde hij; 'Het systeem valt uit elkaar. Daarom zijn de machthebbers zo agressief'.
Suphi Nejat Agirnasli was actief in de studentenbeweging en later in andere linkse bewegingen. Hij was lid van de communistische MLKP. Zijn actieve solidariteit met de onderdrukten in zijn land deed hem ervoor kiezen zich aan te sluiten bij het Koerdische verzet in Kobane. Zijn strijd was een eerbetoon aan het internationalisme. Rest in power Paramaz!
Reactie toevoegen