Hoe één imam nog geen roze zomer maakt

De 'El Mumni' discussie rammelt aan twee kanten. Enerzijds is de progressieve en tolerante Nederlandse natie een mythe, anderzijds is het beeld dat zowel Nederlanders als veel Moslims zelf hebben van de islamitische religie en 'cultuur' beperkt en/of foutief. In Nederland heerst onder sommige bevolkingsgroepen, in het bijzonder in conservatief christelijke kringen, nog steeds een hardnekkige homofobie. De islamitische wereld kent diverse vormen van homoseksualiteit die, zo niet geaccepteerd, oogluikend toegestaan of zelfs gevierd en bezongen zijn.
In plaats van een eenvoudige discussie tussen de progressieve Nederlandse cultuur en de conservatieve islamitische wereld, lijkt het erop dat zowel homofobie als homoseksualiteit 'culturele' grenzen overschrijden. Het debat over de islam en homoseksualiteit kan dan ook alleen maar gevoerd worden boven het cultureel- nationalistische rookgordijn uit.

Homoseksualiteit en de islam
Volgens Peter Drucker, Grenzeloos redacteur en samensteller van het boek Different Rainbows, waarin diverse vormen van (homo)seksualiteit buiten de Westerse wereld besproken worden, is de Nederlandse 'wij zijn tolerant en jullie niet' houding gebaseerd op een eenzijdig beeld van de Derde Wereld. ‘In veel derdewereldlanden, inclusief Moslim- landen, wordt homoseksualiteit minder dan in Nederland gezien als een eigenschap van een kleine minderheid, en meer als een wijdverbreid menselijk potentieel’, aldus Drucker. Hij vervolgt: ‘Er is ook minder sprake van het soort afzondering, of zelfs gettovorming van homoseksuelen, die in West-Europa heel gewoon zijn geworden. Zo concludeert Stephen O. Murray in zijn boek Islamic Homosexualities dat ondanks het zware taboe op homoseksualiteit in islamitische landen, seks tussen (getrouwde) mannen en jongens daar nog heel gewoon is. Ook een (anonieme) Marokkaanse jongen die in het tv-programma 'Het andere gezicht' te horen was, merkte op dat Marokkaanse 'hetero' jongens - zelfs in Nederland - veel gemakkelijker met hem gaan vrijen dan Nederlandse jongens’.
Voor de sociale oorzaken van het homofobe gedrag van groepen allochtone jongeren is weinig aandacht. In een recent artikel in De Groene Amsterdammer stelt islamkenner professor Jacques Waardenburg dat ‘de islam over en weer wordt gebruikt als dekmantel voor problemen van andere aard, zoals sociaal-economische afstanden en tegenstellingen’. Die sociaal-economische achtergronden zijn er namelijk wel degelijk bij de homofobie van allochtone jongeren. Drucker: ‘In een maatschappij waar in het bijzonder onder Marokkaanse jongeren een onevenredig grote werkeloosheid heerst en zij gemarginaliseerd en gecriminaliseerd worden, zoals in Nederland, is het logische gevolg dat deze jongeren een eigen subcultuur ontwikkelen die hen een gevoel van eigenwaarde verschaft. Deze jongeren, die niet noodzakelijkerwijs veel afweten van de islam, hebben de neiging om Nederlandse vooroordelen tegen moslims om te keren en trots deze waarden, die de hen omringende maatschappij veroordeelt, te claimen.’

Homofobie in Nederland
Natuurlijk hebben de islam en haar volgelingen niet het alleenrecht op homofobie. In een artikel getiteld ‘Racistische ondertonen in debat rond imam’ in het blad De Fabel van de illegaal geeft Sarah Bracke voorbeelden van christelijke homofobie:
‘Onlangs nog werd een Vlaamse priester die openlijk voor zijn homoseksualiteit durfde uit te komen onder druk gezet om ‘psychologische begeleiding’ te accepteren. Enkele jaren geleden zette een Italiaanse bisschop uiteen hoe de huidige Westerse samenleving getekend zou zijn door een 'zieke vrijheid' en een ‘homo nihilisme'. Homo- en transseksualiteit zouden het gevolg zijn van het goddeloze karakter van deze samenleving. In datzelfde jaar vroeg RPF- Tweede Kamerlid Leen van Dijke zich in een interview af waarom een praktiserend homoseksueel beter zou zijn dan een dief’.
De toon van deze christenen is in het algemeen beschuldigend als het over homo’s gaat: zij zijn verantwoordelijk voor het normverval in de Westerse wereld. Opvallend is dat deze beschuldigen grotendeels overeenkomen met de verwensingen die allochtonen als groep naar hun hoofd geslingerd kregen naar aanleiding van de uitspraken van El Mumni.
Conservatieven prediken het einde van de beschaving en bijbehorende westerse normen en waarden. Het bijvoeglijk naamwoord 'westers' kan in dit geval staan voor zowel het liberale waardepatroon van Frits Bolkestein of Paul Scheffer, als voor de christelijke normen en waarden van Leen Van Dijke. Rechts heeft in plaats van de homo's een alternatieve, gemeenschappelijke, vijand gevonden. Ineens behoort vrijheid van seksuele voorkeur tot de Westerse waarden, en stuurt men geheel volgens de voorspelling van de uiterst conservatieve politicoloog Samuel Huntington aan op een 'Clash of Civilizations' tussen de westerse en de islamitische wereld.

Progressief nationalisme met een bruin randje
‘Het lijkt wel alsof de kritiek op de islam ongenuanceerder, harder, beledigender en kwetsender mag zijn. Immers, men valt wel over uitspraken van een imam, maar niemand maakt zich ook maar enigszins druk over uitlatingen van ‘intellectuelen’ zoals Pim Fortuyn of demagogen zoals Theo van Gogh. Wij moeten het dulden vertegenwoordigers van de meest pestilente achterlijkheid, doodsvijanden van de westerse beschaving, moreel inferieure geitenneukers, vrouwenonderdrukkers en homohaters te worden genoemd.’
Aldus reageren drie moslimstudenten op het ‘imamdebat’ in Het Parool van 9 juni. Inderdaad wordt hier gemeten met twee maten. De Nederlandse samenleving en haar normen en waarden worden als morele standaard genomen waaraan allochtonen moeten voldoen. Deze houding gaat uit van het bestaan van één Nederlandse cultuur, die bovendien superieur is.
De media hebben aldus een nieuw beschavingsoffensief gestart richting de ‘achterlijke allochtoon’.
Beschavingsoffensieven zijn niet nieuw, aan het einde van negentiende eeuw voerden de liberale rijkelui eenzelfde soort offensief tegen de in haar ogen achterlijke arbeidersklasse. En ook het Nederlandse ‘ethische’ imperialisme in het koloniale Indië van rond die tijd. Door de nadruk te leggen op de ethische missie van Nederland bij het koloniseren van de Indië verschafte men zich een (paternalistische) legitimering voor een buitenlands beleid dat ondanks de 'verlichte' retoriek gebaseerd bleef op racisme en economische exploitatie. Interessante bijkomstigheid is dat verschillende bronnen stellen, dat de reden voor de Nederlandse koloniale oorlog tegen Atjeh, de onder de bevolking aldaar wijdverbreide homoseksualiteit was!

In alle drie de beschavingsoffensieven is de morele standaard die van de heersende, liberale bovenlaag. Het subject dat beschaafd dient te worden is in het ene geval de arme autochtone onderklasse en in het andere een gekoloniseerde bevolking. Deze twee bevolkingsgroepen komen samen in de allochtoon van de twintigste eeuw: aan de onderkant van de samenleving en afkomstig uit het zuiden van de wereld. En waar de ‘sociaal liberalen’ honderd jaar geleden de kar trokken bij het 'ethische' imperialisme en de 'opvoeding' van de arbeidersklasse, staan ook nu zogenaamde ‘progressieve’ intellectuelen voorop. Een voorbeeld hiervan is Opzij- redactrice Ciska Dresselhuis, die een 'ban op hoofddoekjes' voorstelde. Dresselhuys vergeet hierbij de benepen kledenvoorschriften en schoonheidsidealen die haar eigen Westerse samenleving vrouwen opdringt via reclame en media. Zoals een radicale jonge feministe onlangs opmerkte: ‘Dresselhuys haar onderdrukkende en verwerpelijke carrièrefeminisme vraagt eerder om een ‘ban op lippenstift’!’

Schijntolerantie
Dat grote groepen Christenen weinig tolerant zijn is bekend. Maar in het debat rond El Mumni voerden juist de niet religieuzen de boventoon. Dat hun tolerantie weinig voorstelt blijkt nog het duidelijkst uit het feit dat al vroeg in de discussie over de islam en homofobie stemmen opgingen die pleitten voor de onmiddellijke deportatie van Imam El Mumni naar het land waar hij ooit woonde. Maar ook ten opzichte van seksualiteit is de liberaal seculiere tolerantie flinterdun. Homoseksualiteit is iets dat door velen van hen in een hoekje geduwd wordt. Het traditionele gezin, de gevestigde rolpatronen en de beperkingen van de gangbare vormen van seksualiteit zijn zaken die vooral niet ter discussie gesteld moeten worden.
Maar echte tolerantie komt niet neer op het negerende of marginaliserende 'leven en laten leven'. Het betekent open staan naar elkaar toe, en naast de normen en waarden van de ander, ook de eigen positie ter discussie stellen en heroverwegen. Dit is niet gebeurd in de afgelopen discussie, en in die zin kan dan ook niet gesproken worden van een debat.

Eind goed al goed?
Door al die opschudding lijkt het misschien wel of de uitspraken van El Mumni ervoor hebben gezorgd, dat Nederland zich nu eensgezind heeft uitgesproken tegen homofobie. Maar helaas. Een gezamenlijke vijand of een bondgenootschap met het racisme kan nooit leiden tot seksuele bevrijding. Racisme en homofobie zijn uitingen van hetzelfde soort onverdraagzaamheid en bekrompenheid, van een kortzichtige houding die in alle sectoren van de samenleving voorkomt. Om maar eens een 'traditioneel' Nederlandse uitdrukking te parafraseren: Één homofobe Imam maakt nog geen roze zomer!

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop