Hoe stond de vroege arbeidersbeweging tegenover homoseksualiteit en jodendom? Vanaf de zestiger jaren in de vorige eeuw namen socialisten vaak het voortouw in de bestrijding van de discriminatie van homo's. Antisemitisme was al langer, in ieder geval na de Tweede Wereldoorlog, taboe. Maar hoe was dat rond 1900? Ron Blom pakt deze vraag aan in zijn mini-biografie van Jacob Israël de Haan. Jacob de Haan was een socialist, jood en homo die leefde van 1881 tot 1924.
1900 In 2012 publiceerde Ron Blom een dikke levensbeschrijving van Frank van der Goes, pionier van het socialisme rond de overgang van de negentiende naar de twintigste eeuw. Dat boek telde 516 pagina's. De biografie van Jacob de Haag is van een aanzienlijk bescheidener omvang: 39 bladzijden. Ron zoemt in dit boek vooral in op de stellingname van links ten opzichte van homoseksualiteit en jodendom in de periode rondom het jaar 1900.
Pelsjassen De discussie over 'socialisme en joden' is zeker niet nieuw. Het is de verdienste van een andere biograaf dat onderwerp recent opnieuw onder de aandacht te hebben gebracht. Dat betreft Jan Willem Stutje die met zijn in 2012 verschenen boek over Ferdinand Domela Nieuwenhuis aantoont dat in kringen rond deze voorman van de opkomende arbeidersbeweging het antisemitisme zeker geen onbekend verschijnsel was. Dat is Stutje vooral door enkele anarchistische erfgenamen van Domela niet in dank afgenomen. Maar ook in het boek van Ron Blom over Jacob de Haan blijkt dat antisemitisme in de oude linkse beweging zeker voorkwam. Als motieven voor dit antisemitisme komen drie redenen naar voren. In de eerste plaats de moeite die de 'roden' hadden om het joodse proletariaat voor hun strijd te winnen. Veel arme joden waren nogal 'oranjegezind' en voelden zich niet aangetrokken tot de socialistische beginselen. In de tweede plaats werden rijke joden vaak gezien als hardvochtige uitbuiters. En deze kapitalisten waren aan uiterlijk en uiterlijkheden gemakkelijk herkenbaar. Dat gold ook voor 'rechtse tegenstanders' bínnen de internationale arbeidersbeweging, die als 'die pelsjassen' werden geïdentificeerd en dat is dan de derde reden voor diverse vormen van jodenhaat.
Overigens was antisemitisme in de de vroege arbeidersbeweging geen exclusief Nederlands verschijnsel. In De Begraafplaats Van Praag van Umberto Eco zijn tal van schrijnende voorbeelden uit Frankrijk en Italië te vinden.
Decadent Na Stutje en Eco voegt Blom aan de discussie over 'oud links en het jodendom' weinig nieuwe feiten en inzichten toe. Dat is wel het geval bij het thema 'oud links en homoseksualiteit'. Althans, hij slaagt erin voor dit onderwerp belangstelling te wekken. Jacob Israël de Haan was in zijn socialistentijd weliswaar van joodse origine, echter geen belijdend jood, maar wél 'belijdend' homo. Hij was op vele fronten actief voor de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de voorloper van de PvdA. Hij schreef voor verschillende sociaaldemocratische organen, zoals dagblad Het Volk en het Zondagsblad, en speelde een rol bij de grote spoorwegstaking van 1903. Zijn homoseksualiteit kreeg vorm in vriendschappen, maar vooral in zijn homo-erotische roman Pijpelijntjes. De publicatie van dit boek in 1904 leidde tot zijn ontslag bij het Zondagsblad. Slechts weinigen namen het voor hem op. In die dagen was 'omgang met het gelijke geslacht' nog verboden. Ook binnen de SDAP was er afwijzing. Homoseksualiteit werd binnen de sociaaldemocratie veelal afgedaan als 'walgelijk', als een 'ziekte', in het beste geval als 'een aangeboren ziekte' (want dan kon je het ook niet helpen). Soms had de afwijzing een 'klassekarakter'. Dan werd de herenliefde betiteld als een vorm van burgerlijke decadentie, als een daad van verdorven rijke mannen met onderworpen en afhankelijke arme mannen.
Bijvangst Voor Jacob de Haan was de afkeuring van Pijpelijntjes en de manier waarop hij daarna werd bejegend genoeg reden om de SDAP te verlaten. Hij keerde de linkse beweging de rug toe en bekeerde zich weer tot het jodendom. Erg veel krijgen we daarover bij Ron Blom niet meer te lezen. We krijgen trouwens überhaupt opmerkelijk weinig informatie over het privé-leven van De Haan. Er waren vriendschappen, er was een vrouw, hij kwam gewelddadig aan zijn eind in 1924. Het wordt genoemd, maar hoe of wat blijft geheel duister. Zo krijg je de indruk dat Ron Blom zich niet heel erg verdiept heeft in het leven van Jacob de Haan en dat we het moeten doen met een 'bijvangst' van zijn werk voor de wél uitvoerige biografie van Frank van der Goes. Niettemin lukt het hem om interesse te wekken voor de opvattingen in de vroege arbeidersbeweging over homoseksualiteit en daarin zijn hem nog niet velen voorgegaan.
roblubbersen[at]grenzeloos.org
'Kanalje verenigt u, maar blijft uzelf' Jacob Israël de Haan en de socialistische beweging over homoseksualiteit en jodendom – Ron Blom, Amsterdam 2013. Uitgeverij De Buitenkant. € 10,-.
Reactie toevoegen