Koolstofneutraliteit is een grote oplichterij

Onderzoekers en organisaties waarschuwen voor misbruik van het sleutelbegrip koolstofneutraliteit dat op COP26 wordt besproken. 'Compensatieprojecten' moeten van de baan en de aandacht moet  weer worden gericht op het oorspronkelijke doel: het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen (BKG).

Er gaat geen dag voorbij zonder dat nieuwe landen, gemeenschappen, bedrijven of producten beloven 'koolstofneutraal' te worden, ook in landen die niet bekend staan als de meest klimaatvriendelijke. Het tijdsbestek ligt min of meer ver weg, van 2030 tot 2070, meestal 2050. Op de huidige COP 26 in Glasgow is de officiële doelstelling nummer 1 'om tegen het midden van de eeuw wereldwijde koolstofneutraliteit te bereiken en de doelstelling van +1,5°C binnen bereik te houden'.

Wie belooft koolstofneutraliteit?

Veel landen, waaronder zeer grote producenten van fossiele brandstoffen (olie, gas of steenkool), zoals Saudi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten, Rusland en China, hebben verklaard dat ze streven naar koolstofneutraliteit. Eind oktober berekende het Milieuprogramma van de Verenigde Naties dat in totaal '49 landen en de EU zich hebben verplicht tot het formaliseren  van de doelstelling van een netto-emissieneutrale uitstoot, wat 'meer dan de helft van de huidige mondiale uitstoot van broeikasgassen vertegenwoordigt'. Deze cijfers zijn exclusief India, 's werelds op drie na grootste uitstoter van broeikasgassen na China, de Verenigde Staten en de EU, dat op 1 november heeft aangekondigd dat ze ernaar streeft in 2070 neutraal te zijn.

Ook bedrijven doen massaal mee. Volgens een Brits onderzoek (The Energy & Climate Intelligence Unit en Oxford Net Zero, maart 2021) heeft één op de vijf van de 2000 grootste multinationals ter wereld aangekondigd dat ze er uiteindelijk naar zullen streven koolstofneutraal te worden. Dat is het geval voor veel oliemaatschappijen (het Franse TotalEnergies, het Nederlands-Britse Shell, het Britse BP, het Italiaanse Eni en Saudi Aramco) en luchtvaartmaatschappijen (Air France, EasyJet, Delta, ...). De reuzen van de digitale industrie (Google, Apple, Facebook, ...), de sector consumptiegoederen (Amazon, Carrefour, Unilever, Nestlé, ...) en de financiële wereld (BNP Paribas, Société Générale, HSBC, ...) hebben deze doelstelling ook vastgesteld.

Wat is koolstofneutraliteit?

Het begrip 'koolstofneutraliteit' of 'netto-nul uitstoot' kan in een vergelijking worden samengevat: de globale uitstoot van broeikasgassen door de Homo sapiens min de vastlegging van broeikasgassen in natuurlijke reservoirs (vegetatie, bodem, oceaan, enzovoort) of kunstmatige reservoirs (via technologieën zoals het rechtstreeks opvangen van CO2 in de atmosfeer of het afvangen en ondergronds opslaan ervan) is gelijk aan nul.

In het Akkoord van Parijs, dat in 2015 werd ondertekend, staat dat, om de stijging van de gemiddelde mondiale temperatuur ten opzichte van de pre-industriële periode (1850-1900) te beperken tot 'ruim onder de 2°C' en zo mogelijk tot 1,5°C, 'in de tweede helft van deze eeuw een evenwicht moet worden bereikt tussen antropogene [door de mens veroorzaakte] emissies door bronnen en verwijderingen door putten van broeikasgassen'. Er is echter geen duidelijke scheidslijn getrokken tussen de vermindering van de BKG-uitstoot enerzijds en het gebruik van deze putten anderzijds.

​​​​​​​Waarom wordt dit concept aangevochten?

Steeds meer ngo's, maar ook instellingen en academici, stellen het misbruik van koolstofneutraliteit aan de kaak. Om koolstofneutraliteit te bereiken, geldt een basisbeginsel: de actoren moeten eerst de door hun eigen activiteit veroorzaakte emissies vermijden, ze vervolgens verminderen, bijvoorbeeld door het energieverbruik te verminderen en ten slotte, als laatste redmiddel, hun resterende emissies compenseren. Het probleem is dat veel bedrijven, zoals sommige oliemaatschappijen, meteen naar de laatste fase gaan. 'Dit vergt minder menselijke en financiële inspanningen van de bedrijven, die blijven vervuilen en vernietigen terwijl ze zichzelf een schoon geweten geven', aldus Alain Karsenty, econoom bij het Centre de coopération internationale en recherche agronomique pour le développement.

Volgens de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (IPCC) veronderstelt koolstofneutraliteit - die tegen het midden van de eeuw moet worden bereikt om een temperatuurstijging van 1,5°C niet te overschrijden - 'echter vooral dat we de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen nu reeds drastisch en continu verminderen, met 6 tot 8% per jaar, dat wil zeggen 45% tegen 2030', aldus Françoise Vimeux, klimatologe bij het Institut de recherche pour le développement. Vandaag echter 'neemt de uitstoot niet af en blijft hij zelfs toenemen', aldus de wetenschapper. Volgens een onlangs gepubliceerde studie van het Global Carbon Project ligt de mondiale CO2-uitstoot opnieuw dicht bij de recordniveaus van vóór de covid epidemie , terwijl de VN op dezelfde dag opriep tot 'meer ambitie' met het oog op de 'komende storm'.

In mei schreven drie gerenommeerde wetenschappers, waaronder voormalig IPCC-voorzitter Robert Watson, in een artikel in The Conversation, dat ze zich pas laat realiseerden dat koolstofneutraliteit een 'gevaarlijke valstrik' was. Een 'geweldig idee, in theorie', maar in de praktijk 'vermindert het het gevoel van urgentie om emissies onmiddellijk te beperken'. In een rapport van internationale ngo's, waaronder Friends of the Earth, dat in juni 2021 werd gepubliceerd, werd koolstofneutraliteit een 'grote zwendel' genoemd, terwijl in een ander rapport, dat in februari werd gepubliceerd (Friends of the Earth International, 22 februari), van koolstofneutraliteit werd gesproken als een 'rookgordijn' om 'passiviteit te verbergen'. Het Milieuprogramma van de Verenigde Naties merkt op dat de toezeggingen van zo'n 50 landen om de langetermijndoelstelling van een netto-emissieneutraal broeikaseffect te verwezenlijken 'aanzienlijke onduidelijkheden bevatten' en roept op om de maatregelen niet uit te stellen tot na 2030.

​​​​​​​Waarom ligt vooral koolstofcompensatie onder vuur?

Koolstofcompensatie is een veel bekritiseerd instrument dat door bedrijven wordt gebruikt om koolstofneutraliteit te bereiken. Concreet geven bedrijven geld aan projecten om de CO2-uitstoot te verminderen (bosbehoud, enzovoort) of vast te leggen (boomaanplant, enzovoort), meestal in het buitenland. Zo heeft Air France zich ertoe verbonden om vanaf 2020 de uitstoot van haar vluchten op het Franse vasteland, dat wil zeggen '450 vluchten en 57 000 klanten per dag', te compenseren met projecten in Brazilië, Peru, Kenia, India en Cambodja. Met een van deze projecten, tegen ontbossing in Brazilië, is '22 miljoen ton CO2-equivalent' gemoeid. Samen met hernieuwbare energie zijn bossen bijzonder populair bij bedrijven: 'Het is gemakkelijk visueel te communiceren, het is sexy en bovenal kost het minder', zegt bosbouwspecialist Alain Karsenty.

Dit mechanisme stelt bedrijven in staat de befaamde koolstofkredieten te verkrijgen die tot in het oneindige kunnen worden gegenereerd; ze worden gekocht en verkocht op de vrijwillige koolstofcompensatiemarkt. Deze kredieten worden gelabeld door certificeringsinstanties zoals Verra, Gold Standard of Plan Vivo, die de hoeveelheden CO2 die door de projecten worden vastgelegd of vermeden, beoordelen. Dit validatieproces is niet eenduidig, omdat het moeilijk is dergelijke evaluaties en prognoses uit te voeren.

In de berekeningen wordt bijvoorbeeld niet noodzakelijkerwijs rekening gehouden met het feit dat een boom er tientallen jaren over doet om volwassen te worden en dus om CO2 doeltreffend te kunnen absorberen. Het hangt ook af van de boomsoort en het soort bos. Oude bossen met hun grote bomen en bodems houden de meeste koolstof vast. 'In Congo plant Total alleen acacia's omdat ze snel groeien, maar ze sterven ook sneller,' zegt Alain Karsenty. 'De meeste ervan zullen uiteindelijk als brandhout worden gebruikt.' Monocultuur betekent ook minder biodiversiteit en minder veerkracht. Het is dus onmogelijk om de duurzaamheid van een dergelijk project voor honderd of tweehonderd jaar te garanderen. Het bos in kwestie kan afbranden, maar het kan ook worden omgehakt of gedecimeerd door parasieten zoals schorskevers, die met de klimaatverandering in aantal toenemen. Om nog maar te zwijgen van de hitte- en waterstress die de boomsterfte doet toenemen. Al deze CO2 zal dan vrijkomen in de atmosfeer.

Bovendien leven inheemse bevolkingsgroepen op land dat vaak erg in trek is bij ontwikkelaars van koolstofcompensatieprojecten. Specialisten wijzen op het risico van landroof en schendingen van hun rechten. Natuurlijke koolstofputten kunnen niet worden gedwongen meer koolstof op te nemen: 'Bossen en oceanen absorberen nu al 56% van de mondiale emissies, het maximum dat ze kunnen absorberen', waarschuwt klimatologe Françoise Vimeux. 'Het is waarschijnlijk dat een toename van de broeikasgasemissies de werking ervan zou verstoren, zodat deze putten minder efficiënt zouden worden...' Geo-engineering-technologieën zoals het ondergronds afvangen van CO2 'bestaan niet op grote schaal, zijn riskant, energie-intensief en erg duur', aldus de klimatoloog.

​​​​​​​Hoe kan koolstofneutraliteit beter worden beheerd?

In een in maart 2021 gepubliceerd advies heeft het Franse agentschap voor ecologische overgang (Ademe) benadrukt dat koolstofneutraliteit alleen 'echt zin heeft op wereldschaal'. Volgens het agentschap zijn economische actoren, lokale overheden en burgers die zich verbinden tot koolstofneutraliteit 'niet 'koolstofneutraal' en kunnen ze dat ook niet worden of beweren dat ze 'koolstofneutraal' zijn, wat op hun schaal geen zin heeft. Anderzijds kunnen ze door hun respectieve acties hun bijdrage aan deze mondiale doelstelling vergroten.' In plaats van de voorkeur te geven aan de financiering van een compensatieproject door derden, 'nodigt' het agentschap al deze niet-overheidsactoren uit om 'te investeren in een echt koolstofarm project op hun eigen grondgebied: werken aan het ecologisch ontwerp van hun producten, een nieuw mobiliteitsaanbod op hun grondgebied voor te stellen en hun eigen huizen te renoveren'.

Om hun koolstofneutraliteitsverbintenissen in een kader te plaatsen, kunnen bedrijven ook benchmarks en normen onderschrijven, bijvoorbeeld in het kader van het Science Based Targets-initiatief of het Net Zero Initiative-project. Hoe dan ook, 'een 'netto nul'-verbintenis die niet voorziet in spectaculaire en constante emissiereducties op korte termijn, maar steunt op compensatiesystemen, is niets anders dan greenwashing om de aandacht af te leiden van de kwestie', benadrukt Greenpeace, dat net als andere ngo's oproept tot de 'verwerping van koolstofmarktprojecten en koolstofcompensatiemechanismen bij de interpretatie van artikel 6 van de Overeenkomst van Parijs', over de regels waarvan wordt onderhandeld tijdens COP26,

'De enige nul die telt is die van de emissies aan de bron, waarnaar we in de komende decennia moeten streven om onszelf een kans te geven de klimaatverandering binnen de perken te houden', benadrukt de ngo. Anders zal neutraliteit een fata morgana blijven.

Artikel gepubliceerd op 4 november 2021 door het dagblad Libération en overgenomen op  A l’encontre. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.

Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop