Na het FNV congres: de balans

Op 10 en 11 mei hield de FNV haar congres, het eerste congres na de fusie in 2014. Twee dagen lang praatten de afgevaardigden van verschillende sectoren in Papendal over het beleid voor de komende jaren en tot slot werd door het al eerder door de FNV-leden gekozen Ledenparlement (LP) het algemeen en het dagelijks bestuur gekozen. Grenzeloos sprak over het congres met Lot van Baaren werkzaam in de Geestelijke Gezondheidszorg en als FNV-kaderlid herkozen in het Algemeen Bestuur van de FNV.

Grenzeloos: Wat is je algemene beoordeling van het congres?

Lot: ‘Ik denk dat het een goed congres was. De sfeer was goed en de honderden deelnemers bespraken plenair meer dan 400 amendementen over de koers van de FNV. Die wijzigingsvoorstellen op de congresresolutie waren ingediend door 44 verschillende sectoren, lokale en andere netwerken en daarmee uitdrukking van een serieuze voorbereiding door veel mensen. De congresresolutie is de samenvattende en koersbepalende tekst die in concept voorlag en waarop bijgestuurd kon worden. Die bijsturing wordt later verwerkt in het concept meerjarenbeleidsplan dat uitdrukking was van het twee jaar durende visietraject dat aan het congres vooraf ging.

Maar natuurlijk is er altijd ruimte voor verbetering, want het traject had dieper de hele bond in moeten gaan met meer tijd voor achterban-raadpleging. En met zoveel mensen serieus debatteren terwijl iedereen in drie minuten zijn eigen verhaal moet vertellen én eigenlijk op bestuur en andere sprekers wil reageren…, tja...

Zelf had ik misschien scherper bij willen sturen, maar in een organisatie met meer dan een miljoen leden en heel veel verschillende opvattingen, gaan veranderingen niet zo snel als je wel zou willen. Op belangrijke punten heeft die bijsturing wel plaats gevonden, denk ik. En ik vond het goed te zien dat jonge en vrouwelijke leden het woord voerden en invloed hadden. Het was echt een congres van dé nieuwe FNV, goede onderlinge verhoudingen, gezonde spanning rond de bestuursverkiezing, maar vooral eensgezind. Dat was te merken aan de tekstvoorstellen die vaak met zo’n driekwart van de stemmen goedgekeurd werden. Maar op een aantal punten toch ook afgewezen, met name waar het de focusagenda betrof.

Wat was naar jouw mening het belangrijkste thema op het congres?

In de media en ook door sommige betrokkenen, is gesteld dat het vooral ging om de vraag of we moeten ‘actievoeren’ of ‘polderen’: de confrontatie met de werkgever aangaan of in geïnstitutionaliseerde overleggen samenwerken met werkgevers en regering. Laat ik eerst duidelijk maken dat dat dus níet het belangrijkste discussiepunt was.

Het polderen voorbij

Het echte polderen is in de FNV de afgelopen jaren heel wat minder populair geworden en er zijn, denk ik, niet veel mensen meer die vinden dat de bond het vooral van het polderen moet hebben. Die periode hebben we echt achter ons liggen. Dat inzicht is ook erg versterkt doordat de werkgevers en hun organisatie het VNO-NCW nogal geradicaliseerd is en veel minder dan vroeger bereid zijn om tot overeenstemming met de vakbeweging te komen. Bovendien zijn er nogal wat aangesloten werkgevers die afgesloten akkoorden gewoon niet uitvoeren. Dat maakt het er voor de polderaars in de vakbeweging niet echt gemakkelijker op.

Daar komt bij dat de afgelopen jaren, ook al zijn de krachtsverhoudingen voor de vakbeweging heel ongunstig, er toch juist ook door acties succes wordt geboekt. Dat begon al met acties van de schoonmakers en daarna die in de zorg. Maar ook bij de acties van Young&United over het jeugdloon, de stakingen voor een goede CAO in de Metaalsector en de recente acties op Schiphol leverden resultaat op. Daar moest wel heel hard geknokt worden, maar ik denk dat er nog maar weinig mensen in de FNV zijn die denken dat je aan welke onderhandelingstafel dan ook iets substantieels kan bereiken zonder op zijn minst de dreiging van acties. En om met acties te kunnen dreigen en actie te kunnen voeren moeten de mensen georganiseerd zijn en bereid zijn om in actie te komen. Ook op dat vlak is de afgelopen jaren, onder andere door ‘organising’ vooruitgang geboekt en activerend vakbondswerk, de vertaling van organising naar het reguliere vakbondswerk, gaat steeds normaler worden. Dat is hard nodig om uit het defensief te komen. De aanvallen op verworvenheden gaan onverminderd door en worden door internationale interventies steeds agressiever. En natuurlijk is er discussie nodig over hoe op een internationaal speelveld de nationale afspraken over werkgelegenheid en sociale zekerheid politiek gezien afgehecht moeten worden en waar dan. Al die veranderingen, ook in manier van werken van de ondersteunende werkorganisatie, gaat niet zonder horten en stoten.

Wat was dan het belangrijkste thema?

Het ging meer om de verhouding tussen de centrale regie en coördinatie van het FNV-bestuur en de autonome ruimte van de afzonderlijke sectoren. En daarvan afgeleid direct de mate van het bepalen van eigen en bredere thema's, met ietwat meer op de achtergrond ook de methode van organiseren en resultaat boeken.

Om dat goed te begrijpen moet je weten dat er binnen de FNV heel veel verschillen in tradities en posities van sectoren zijn. Je hebt sectoren die goed georganiseerd zijn, waar de organisatiegraad hoog is en een sterke traditie van acties is: de havens, het openbaar vervoer, Tata-steel. Aan de andere kant sectoren waar de organisatiegraad laag is. Dienstverlenende sectoren bijvoorbeeld: detailhandel, horeca, call-centers, waar veel scholieren en studenten met een bijbaantje werken. En denk aan de schoonmaak en de zorg, waar we nu een paar jaar actiever bezig zijn om de organisatiegraad te verhogen.

Naast verschillen in organisatiegraad zijn er verschillen in thema’s, verschil in de cultuur, de taal die je gebruikt om mensen te organiseren. Herkenning en erkenning van problemen zijn belangrijk als je mensen lid wilt maken en houden.

Zolang zitten we nog niet allemaal bij elkaar op het niveau van kaderleden of de werkorganisatie die hen daarbij ondersteunt. De afgelopen jaren heeft zich dat intern moeten zetten onder de regie van een bestuur dat te maken had met enerzijds oude verhoudingen tot de politiek en anderzijds druk van onderop met een nieuw niveau van georganiseerde kaderleden in een Ledenparlement als hoogste orgaan.

Waar het volgens mij om gaat is een goed evenwicht te vinden tussen centralisatie en ruimte voor de sectoren. Natuurlijk moeten we met de FNV als geheel duidelijke prioriteiten stellen, maar we moeten er niet in doorschieten. Mensen in de sectoren, ook in die sectoren die niet per sé een prioriteit zijn, moeten zich wel in de bond kunnen herkennen. Ze moeten niet het gevoel hebben dat de zaken waar zij mee geconfronteerd worden niet van belang zijn en ze bij wijze van spreken alleen een soort soldaten in het FNV-leger zijn.

Ik denk dat die angst voor een te rigide centrale regie door een nieuw FNV-bestuur een grote rol heeft gespeeld op het congres. De eerste congrestekst met het centrale hoofdthema 'de race naar beneden' was erg scherp op alleen die focus ingezet. Het sloot te weinig aan bij het brede visietraject dat daaraan voorafging.

In dat opzicht heeft dit congres bijgestuurd.

Waar heeft die bijsturing dan vooral plaatsgevonden, op welke punten?

Er is veel aan het veranderen door digitalisering en robotisering, nieuwe verdienmodellen als platform-economie en door de klimaatverandering. Dat betekent dat werk in sommige sectoren sterk gaat veranderen of verdwijnen. In andere sectoren komt nieuw werk en komen nieuwe bedrijven. Er is door het congres aangegeven dat we daar bij moeten zijn. Dat betekent tijd en energie investeren om ook daar een sterke positie op te bouwen. Echte banen ontstaan niet vanzelf in die nieuwe economie, integendeel. Speerpunten zijn nodig en belangrijk, maar breed nadenken en praten over alle ontwikkelingen om ons heen ook.

En bij een punt als structureel verlies van werkgelegenheid door robotisering en transitie naar een duurzame economie werd natuurlijk gepleit voor herverdeling van arbeid, maar is nu toegevoegd dat er ook een herverdeling van kapitaal aan te pas moet komen. Een duidelijker stellingname tegenover de aandeelhouderseconomie. Of de 32-urige werkweek als norm, daar waren een aantal amendementen over. Het congres bleek fifty-fifty verdeeld, dus die discussie staat na jaren weer op de agenda van het Ledenparlement.

En verder vooral ook bijsturing waar het om het aantal hoofdpunten ging. Want de focus en centrale regie lieten weinig ruimte voor een bredere vakbeweging. Er zijn mensen die zeggen: de race naar het putje met de doorgeslagen flexibilisering is zo sterk, dat we ons als vakbeweging helemaal daarop moeten concentreren. Ik ben het daar niet mee eens en wil een vakbeweging die zich ook uitspreekt op actuele en maatschappelijke thema’s. De sociaa-economische strijd die zich concentreert op werk en inkomen, koopkracht en echte banen is natuurlijk een kerntaak van de vakbeweging, daar kan geen misverstand over bestaan. Maar we moeten ons ook druk maken over zaken als milieu en klimaatverandering, racisme, seksisme, vluchtelingen en dergelijke thema’s. Je kunt makkelijk zeggen dat je je niet met dit soort politieke thema's moet bemoeien, maar die bemoeien zich wel met jou en hebben direct invloed op je positie en kracht. Je moet ze dus benaderen in het belang van je leden. En discussies in de bond hebben dan vaak te maken met hoe je dat belang ziet: op de korte termijn of de lange termijn, hoe en waar verwerf je draagvlak, wie zijn je bondgenoten, waar richt je je pijlen op?

Brede vakbeweging

Als op den duur half Nederland onder water komt te staan door de stijging van de zeespiegel, is er ook een probleem met het werk en inkomen van heel veel werknemers. En woon- of zorgkosten bepalen je besteedbaar inkomen. Ik ben dus blij met de extra hoofdpunten die nu in de tekst toegevoegd worden over milieu, huisvesting, publieke dienstverlening, het belastingstelsel en racisme, seksisme en discriminatie.

Die laatsten lijken misschien op het eerste gezicht een probleem van de mensen die daar direct door getroffen worden en dat is trouwens al meer dan de meerderheid. Maar of het nou gaat om arbeidsmigranten of vrouwen, mensen van kleur of jongeren, het huidige systeem vereist de hoogste winst en dus de laagste loonkosten en als er mensen (structureel) als 'anders' weggezet worden en geen werk vinden, gaan ze uiteindelijk voor minder werken en drukken ze de lonen van iedereen. Waar werknemers tegen elkaar uitgespeeld worden, nationaal en internationaal, worden we per saldo allemaal de dupe.

Dan is er ook nog een heel praktische argument waarom dat soort zaken voor de vakbeweging van groot belang zijn. De vakbeweging bestaat voor een heel groot deel uit witte mannen van, laat ik zeggen, boven de vijftig. Die hebben weinig directe last van seksisme of racisme. En van de gevolgen van de klimaatverandering zullen ze alleen maar het begin meemaken. Maar een groot deel van de arbeidersklasse bestaat uit vrouwen, mensen met een migratieachtergrond, zoals dat tegenwoordig heet, en jongeren. Voor hen ligt het anders. Zij worden met de uitwerking van discriminatie geconfronteerd en als tweederangs werknemers gezien. Ze krijgen lagere lonen, parttime- en oproepbaantjes of komen er qua baan helemaal niet meer tussen. En voor jongeren is de klimaatverandering iets waar ze meer en meer mee te maken zullen krijgen. Als we als vakbeweging niet uit willen sterven, zullen we de belangen van die groepen moeten behartigen in het brede verband van de samenleving die we willen.

Het is goed je open te stellen voor samenwerking met andere sociale bewegingen, coalities te vormen. Ook op dat vlak zijn de afgelopen jaren positieve ontwikkelingen te zien. De FNV werkt, in een serieus te nemen brede coalitie, samen in de strijd tegen internationale handelsverdragen als TTIP, CETA en TiSA. En we hebben onlangs samen met Milieudefensie en Woonbond een manifest voor eerlijke omschakeling naar duurzame energie getekend, met een (sociale) sluiting van de kolencentrales en omschakelen naar een sociale en duurzame economie. De FNV heeft zich ook actief aangesloten bij de antiracistische activiteiten van het 21 maart comité. En zo zijn er meer voorbeelden. Dat is heel belangrijk, omdat we die strijd daarmee kunnen versterken, maar ook omdat we daarmee naar groepen die zich traditioneel misschien niet herkennen in de vakbeweging duidelijk kunnen maken dat we er ook voor hen zijn.

De angst van sommigen dat een bredere werking van de vakbeweging ten koste gaat van de sociaal-economische strijd is mijns inziens ongegrond. Door bredere thema’s op te pakken worden we juist sterker en kunnen we ook de sociaal-economische strijd beter voeren.

Op het FNV-congres heeft het Ledenparlement als hoogste orgaan van de bond het algemeen- en het dagelijks bestuur gekozen. Het is dus ook de plaats bij uitstek waar de democratie in de FNV tot uitdrukking komt. Hoe zit het met die democratie? Sommige waarnemers omschreven het congres bij voorbaat als ‘ondemocratisch gedoe’?

Tja, democratie is natuurlijk in de eerste plaats een kwestie van participatie, van meedoen. Er zijn in de directe voorbereiding van dit congres vele tientallen bijeenkomsten georganiseerd door lokale FNV afdelingen en binnen de sectoren. Zowel bijeenkomsten over het beleidsplan, als bijeenkomsten waar verschillende kandidaat-bestuursleden met elkaar in debat gingen.

Interne democratie

Ik heb al gezegd dat er een behoorlijke betrokkenheid sprak uit al die wijzigingsvoorstellen Ook bij de bestuursverkiezing bleek wel dat dit niet een congres was dat blind achter de leiding aan liep. Het hele congres was via een lifestream door iedereen in het land te volgen.

Kijk, natuurlijk kan je zeggen dat een heel groot deel van de 1,1 miljoen FNV leden op geen enkele manier bij het congres betrokken was of zich betrokken voelde, dat is waar. Daarbij moet je wel bedenken dat in de FNV de interne democratie decennia op een laag pitje heeft gestaan. De benadering was toen: leden, maak je geen zorgen, wij regelen het wel voor jullie. Men had het over de vakbeweging als sociale ANWB en de vakbond als zaakwaarnemer. De afgelopen jaren is er veel strijd gevoerd om de leden, om de vereniging centraal te stellen. Maar een praktijk van decennia laat natuurlijk zijn sporen na.

Behalve participatie heeft democratie natuurlijk ook een formele, een institutionele kant. Hoe zijn de zaken geregeld, waar liggen de bevoegdheden. Ook op dat vlak is er de afgelopen tijd veel veranderd. In de oude FNV liep de invloed van de gewone vakbondsleden via de congressen en bondsraden van de afzonderlijke bonden en bepaalden vervolgens nog geen 20 voorzitters de agenda. Nu hebben we een direct door de leden in de sectoren gekozen voorzitter en Ledenparlement van zo'n honderd kaderleden als hoogste orgaan. En dat Ledenparlement kiest de leden van het bestuur. Dat zijn belangrijke verworvenheden.

De verkiezing van het bestuur was een spannende zaak. De eerst kandidaat die ter stemming kwam, de (enige) kandidaat voor de post van algemeen secretaris werd verworpen en ook de voormalige vicevoorzitter Ruud Kuin werd niet gekozen. Hoe beoordeel je de verkiezingen?

Nou, in de eerste plaats maakt de gang van zaken duidelijk dat het met de interne democratie niet zo slecht gesteld is als sommige critici geloven en dat het Ledenparlement duidelijk een eigen oordeel heeft uitgesproken.

Bestuur

Laat ik beginnen met het totale bestuur van 17 mensen, waarvan er vijf vrouw zijn en eentje van kleur. Dat is geen goede zaak waar het om de afspiegeling van de leden en daarmee de herkenning gaat. Dus dat is vast de eerste uitdaging voor dit nieuwe bestuur. Verder zijn er naast de eerder gekozen voorzitter Han Busker, maar vier bestuursleden herkozen. De twee dagelijks bestuursleden Mariette Patijn en Coen van der Veer en twee kaderleden in het algemeen bestuur (waarvan ik er zelf één ben). Qua continuïteit en ervaring met de volle agenda’s ook nog een flinke uitdaging. Net als een start zonder algemeen secretaris. Het draagvlak voor Masja Zwart (kandidaat algemeen secretaris) was jammer genoeg net te smal. Het is niet anders en een nieuwe verkiezing wordt georganiseerd. Met de overduidelijke keuze voor Kitty Jong als kaderlid in het dagelijks bestuur is wat mij betreft ook nog eens een extra signaal afgegeven dat de vereniging haar invloed wil verzilveren. Ook een product van de democratiseringsslag.

Het nieuwe algemeen bestuur, dat volgens de nieuwe statuten alleen nog kaderleden kent, is een aardige afspiegeling van ervaring uit verschillende sectoren in de FNV. Met kaderleden uit de industrie, onderwijs, zorg, agrarisch, overheid, ZZP, diensten, bouw, senioren, lokaal en gelukkig ook de sector jong, is er gekozen voor een gevarieerd team. Jammer dat de sectoren metaal en vervoer geen kandidaten hadden gesteld.

Maar wel een forse kanttekening, want de gemiddelde leeftijd van de kaderleden had een stuk jonger gemogen! En juist dat is volgens mij nog steeds de allerbelangrijkste uitdaging de komende periode: het winnen van jonge leden en kaderleden. En dan ook nog zoveel en zo gemotiveerd dat ze actief gaan zijn tot in de top van de vakbeweging.

En dan de samenstelling in meer politieke zin. Er werd in de media gespeculeerd over het feit dat Ruud Kuin slachtoffer is geworden van een richtingenstrijd. Maar het beeld dat bijvoorbeeld door het Financieel Dagblad wordt geschetst dat Ruud een typische polderaar is, of als zodanig wordt gezien en dat hij daarop ‘afgerekend’ is, slaat nergens op. Ruud was juist degene die het meest scherp tegenover de ‘oude’ FNV stond, heeft tegenover het polderen en het zaakwaarnemerschap de organisingcampagnes gezet. Hij is een grote pleitbezorger van activerend vakbondswerk, een ongelooflijk harde werker met een heel duidelijke visie, neergelegd in de eerste versie van de congresresolutie. Maar ook iemand die vuur trekt, eigenzinnig is en soms erg ver voor de troepen uit loopt met een eigen agenda, waarin hij niet altijd iedereen voldoende ‘meeneemt’. Bovendien vooral exponent van de centrale regie en dat alles zal een rol hebben gespeeld. Maar vergeet ook niet dat mensen ineens hele platte zaken, die niets met politiek te maken hebben, hun keuze voor een kandidaat laten beïnvloeden: ‘hij mag dan vicevoorzitter zijn, maar was achter het spreekgestoelte de draad kwijt’, of ‘hij herkende me niet eens’, om maar duidelijk te maken dat de Nederlandse vakbeweging ook nog verre van de sterke politiek geëngageerde beweging is, die de vakbeweging elders wel vaak is.

Ik ben blij met Kitty Jong, Tuur Elzinga en Zakaria Boufangacha en ga ervanuit dat zij hun verkiezingsbelofte nakomen met accenten op internationale zaken en solidariteit, op een agenda die jongeren aanspreekt met een moreel kompas en organisatiemethoden die verbinden en versterken.

Dus wat is je conclusie?

Met de aangescherpte resolutietekst en dit bestuur dat meer team kan zijn dan het vorige, denk ik dat we stappen vooruit gezet hebben op weg naar een activerende bond met een bredere en internationale agenda die ruimte biedt voor sectorspecifieke invulling, ook op het punt van vakbekwaamheid bijvoorbeeld. Een bredere agenda die haar ook voor nieuwe groepen aantrekkelijk maakt.

Dat is broodnodig in deze tijden van opkomend racisme en rechts populisme, naast klimaatverandering, agressieve internationale bedrijfsovernames, verdere privatiseringen en marktwerking, flexibilisering, technologische innovatie en daarmee gepaard gaande aanvallen op sociale voorzieningen en andere verworvenheden.

Als je het over de jaren bekijkt, zie ik na de oude FNV met autonome bonden, de polder en het zaakwaarnemerschap in een sterk veranderend politiek klimaat de reactie daarop met organisingcampagnes, kleinere herkenbare sectoren en een sterke centralisatie van het bestuur. Maar met behulp van een brede democratische invloed van de vereniging en haar kaderleden vinden we met dit congres meer balans. Waarbij activering en democratisering geborgd zijn en verder uitgewerkt kunnen gaan worden. En waar ook een aangepaste analyse bij komt, die meer past bij deze tijd: arbeid en kapitaal weer scherper tegenover elkaar, naast bredere maatschappelijke thema’s omdat die onlosmakelijk verbonden zijn met de samenleving die we voorstaan.

Dossier
Soort artikel
Reactie van:

Peter van Vught

ma, 05/15/2017 - 15:33

Sinds kort ben ik, weer, lid van de FNV (Publiek Belang) geworden. Ik werk als postbezorger op basis van een contract van 9 uur per week voor Koninklijke Postnl. Het is ontzettend lastig merk ik om binnen de FNV aan te sluiten bij een actieve groep collega's. Er komt geen info naar mij toe over hoe en waar ik collega-leden kan benaderen. Dus ja, er is nog een wereld te winnen wat betreft activerend vakbondswerk. En verder moet ik bijv. voor een arbeidsvoorwaarden ledenvergadering naar Deventer terwijl ik in Oosterbeek woon en Arnhem toch echt veel dichter in de buurt ligt. Kortom, werk aan de winkel wat betreft interne organisatie. Overigens heb ik een deel van het congres gevolgd via de live-stream. En helaas, ik hoor bij de oudere generatie vakbondsleden en doe mijn best om collega's lid te maken van de FNV, maar er is een erg negatieve stemming richting de FNV heb ik inmiddels gemerkt. We zullen als FNV hard moeten werken om het vertrouwen terug te winnen.

Reactie van:

Jan Braem

di, 05/16/2017 - 11:03

Jammer dat Lot, het niet heeft over de onderkant van de Arbeidsmarkt. In de congresresolutie die is vastgesteld dat: ".....diversiteit de norm in de samenleving moet zijn". De SW had ook een kandidaat maar het Ledenparlement heeft de daad niet bij het woord gedaan. En waarom niet, als je er naar vraagt dan is iedereen niet thuis!

Ha Jan, we zien elkaar vast vrijdag in Den Hommel en dan kunnen we constateren dat de hele congresresolutie gaat over een eerlijkere verdeling van de rijkdom en dat het congres overduidelijk koos voor het stoppen van de race naar beneden, omdat het veel te druk wordt aan 'de onderkant'. En dat we ons daar dus sterk voor gaan maken. Jij en ik en iedereen die mee wil doen.
Dat jijzelf niet gekozen bent, wil niet zeggen dat we de SW laten vallen.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop