Nederlands Sociaal Forum in voorbereiding

Tot voor kort vonden de meeste activisten de eigen beweging nog te zwak en de betrokkenheid van de grotere ngo’s (niet gouvernementele organisaties) te gering voor een groot project als de organisatie van een nationaal Sociaal Forum. Die stemming sloeg het afgelopen jaar om. Het succes van de demonstratie op 20 september vorig jaar speelde daarbij een belangrijke rol. Het platform ‘Keer Het Tij’ bracht op die dag twintigduizend mensen bij elkaar in Amsterdam, en liet daarmee zien dat massaal verzet tegen het asociale beleid van Balkenende II mogelijk is.
Het initiatief voor een Nederlands Sociaal Forum werd dan ook genomen door ‘Keer Het Tij’, samen met twee andere netwerken: de Sociale Alliantie en de Nieuwe Dialoog. De deelname van de Nieuwe Dialoog (een netwerk van ngo’s als Milieudefensie en NOVIB) en de Sociale Alliantie (onder andere FNV, CNV en kerkelijke sociale organisaties) geeft goede mogelijkheden om de beweging behoorlijk te verbreden.

Kansen
De globaliseringsbeweging in Europa kreeg de afgelopen jaren een behoorlijke stimulans met de Europese fora in Florence (2002) en Parijs (2003). Tienduizenden activisten gingen met elkaar in debat, wisselden ervaringen uit en namen gezamenlijk initiatieven tot actie op Europese schaal. De massale internationale actiedag tegen de oorlog in Irak op 15 februari 2003 was het voorlopige hoogtepunt. De fora dragen bij aan de versterking van internationale contacten en netwerken van activisten en maatschappelijke organisaties. Stapje voor stapje ontstaat zo een werkelijk internationale beweging die de hegemonie van het neoliberalisme praktisch en ideologisch kan betwisten. De ervaringen met het ESF en het WSF spelen bovendien een belangrijke rol in de groei van de beweging in tal van Europese landen. Ook buiten Zuid Europa, waar de beweging al langer een massaal karakter heeft, schoten de afgelopen jaren lokale en nationale fora als paddestoelen uit de grond.
Ondanks verschillen in omvang, samenstelling en sociale worteling, zijn de diversiteit en de offensieve politieke ambitie de kenmerken van de globaliseringsbeweging wereldwijd. Hier ligt ook de grootste kracht van de beweging. Milieubewegingen, derdewereldorganisaties, vakbondsgroepen, radicale en minder radicale activisten, allemaal werken ze samen in een beweging en vanuit de overtuiging dat een andere wereld en een ander Europa nodig en mogelijk is.
In Nederland bleef de beweging jarenlang beperkt tot kleine, radicale groepen. Samenwerkingsverbanden als ‘de Wereld is Niet Te Koop’ slaagden er niet in om dat te doorbreken en om voor meer samenhang en continuïteit te zorgen. De organisatie van het eerste NSF biedt goede mogelijkheden om daar verandering in brengen.
De drie netwerken die het initiatief namen voor het NSF ‘vertegenwoordigen’ gezamenlijk honderden organisaties en - alleen de FNV al - meer dan een miljoen leden. Maar ook met die goede uitgangpositie zal een werkelijke verbreding en duurzame versterking van de beweging niet vanzelf gaan.

Transparant
Allereerst is het belangrijk dat de bijdrage van de grotere maatschappelijke organisaties niet blijft steken bij een ‘formele’ deelname aan het forum. De aanwezigheid van een aantal landelijke vakbondsbestuurders betekent nog lang geen engagement van de vakbeweging met de doelstellingen van de globaliseringsbeweging. Daarvoor is een actieve betrokkenheid noodzakelijk van vakbondsgroepen en kaderleden in instellingen en bedrijven. Die betrokkenheid is er nu niet of mondjesmaat, en zal dus moeten worden georganiseerd. Dat kan bijvoorbeeld door vakbondskaderleden van multinationale concerns met ervaring in het internationale vakbondswerk expliciet te benaderen om workshops op het forum te verzorgen.
Verder kan die versterking en verbreding van de beweging alleen maar gestalte krijgen als het forum transparant en democratisch georganiseerd wordt. Op de eerste plenaire vergadering van de initiatiefgroep maakte een deel van de tachtig aanwezigen duidelijk bezorgd te zijn over het democratisch gehalte van het initiatief. Een terechte angst, want met de interne democratie binnen de grote organisaties is het in veel gevallen niet best gesteld. Bovendien zijn er behoorlijk wat negatieve ervaringen op dit vlak met platforms en samenwerkingsverbanden in de afgelopen jaren. Democratie in de beweging is niet alleen een principieel punt. Een van de grootste problemen van dit moment is het tekort aan politiek en organiserend kader. Nieuwe mensen actief betrekken bij de beweging kan het beste in een open en democratische organisatie. Het NSF zal van begin af aan open moeten staan voor de bijdrage op alle niveaus van activisten uit grote en kleine organisaties en vooral ook uit locale groepen. Een kleine groep ‘professionals’ die de touwtjes in handen heeft kan soms sneller een groot evenement van de grond trekken, maar op de langere termijn levert dat geen versterking van de beweging op.

Landdag
In de evaluatie van de Europese fora in Florence, en vooral die in Parijs, kwam vaak eenzelfde kritiekpunt naar voren: te veel grote plenaire bijeenkomsten van meer dan duizend mensen, met achter de tafel de bobo’s uit de beweging, en te weinig nadruk op de kleinere symposia en werkgroepen waar ruimte is voor een actieve deelname aan de discussie en uitwisseling van ervaringen. Ook hier gaat het weer om de vraag: hoe bouwen we de beweging zo op dat er maximale mogelijkheden zijn voor mensen om zelf actief en blijvend betrokken te zijn. Massale debatten met de – internationale – kopstukken van de beweging kunnen soms verhelderend werken om keuzes en meningsverschillen helder voor het voetlicht te krijgen. Maar als dat soort happenings de fora gaan overheersen, dan loert het gevaar dat ze verworden tot traditionele landdagen van de beweging. In het nu voorliggende voorstel van de coördinatiegroep wordt uitgegaan van vier grote plenaire bijeenkomsten in twee en een halve dag. Geen goed plan: de kleinere symposia en werkgroepen worden dan al snel in de marge gedrukt.

Het eerste Nederlandse Sociale Forum kan het meest stimulerende en belangrijke moment sinds jaren worden voor de anders-globalisme beweging in ons land. Met het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie vanaf juli voor de boeg, is er een mooie gelegenheid om op een actieve manier de voorbereiding op te tuigen. Acties rond de vele conferenties en topontmoetingen in het komende halve jaar kunnen het pleidooi voor een ander Europa en het aankomende NSF onder de aandacht brengen.
Zo’n stimulans is hard nodig. Zonder actieve oppositie vanuit de vakbeweging en met als grootste oppositiepartij een PvdA die vooral z’n best doet om zo min mogelijk op te vallen, heeft rechts nagenoeg vrij spel in Nederland onder Balkenende. Dat moet anders. Hoe, dat is waar het NSF over moet gaan.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop