Nederlandse filmsuccessen

Pubermeisjes
Alles Is Liefde is een enorme feel-good-movie. Zes stellen komen vlak voor Sinterklaasavond in de knoei. Hun relaties staan op knappen. Met Sinterklaas zelf gaat het trouwens ook niet geweldig. Op Sinterklaasavond komt het gelukkig met állemaal weer goed. De film zit uiterst professioneel in elkaar. Bijna gelikt. Er wordt heel sterk geacteerd door o.a. Carice van Houten, Michiel Romeyn en Jeroen Spitzenberger. De cameravoering is vlot en verrassend. De muziek is mooi en ondersteunend. De dialogen van Kim van Kooten zijn spits en meermalen goed voor een gulle lach. Naarmate de film vordert valt wel steeds meer op hoe simpel het verhaal is, hoe schematisch en dus voorspelbaar. Je hebt zes koppels, ze krijgen problemen, maar onontkoombaar gaan we naar een happy end voor allen. Alles is liefde en Sinterklaas bestaat, als je er maar in gelooft. Eigenlijk is de ontknoping van de film een sentimentele draak. Iedereen valt uiteindelijk (weer) in de armen van zijn of haar geliefde. De in de bioscoop ruimschoots aanwezige pubermeisjes van een jaar of 13, die steeds zaten te gadverren als Paul de Leeuw zijn vriend weer eens op de mond zoende, hadden er na afloop een warm applaus voor over. Als ze écht geloven dat altijd alles zo gemakkelijk goed komt, oeioeioei, dan staan hen nog wat teleurstellingen te wachten. Aan de andere kant: deze geleende gelukzaligheid pakt niemand hen meer af!

Schoonheid
Van een heel ander kaliber is Control. Een film van Anton Corbijn over het leven van Ian Curtis, de zanger van de Engelse popgroep uit de zeventiger jaren Joy Division. Niks feel-good en niks happy end: Ian Curtis verhangt zich op 23-jarige leeftijd. Een zwart-wit-film, maar vooral zwart. Net als bij Alles Is Liefde is de afwikkeling niet helemaal overtuigend, wat schematisch en voorspelbaar. De wanhoopsdaad van Ian Curtis wordt lang van tevoren min of meer aangekondigd met beelden van een katrol aan het plafond in zijn huis. Zijn motieven worden ook bijna puntsgewijs aangeduid: de toenemende ernst van zijn epilepsie-aanvallen, de uitputting door nachtelijke optredens overal in het land, de spanning van een geplande reeks concerten in Amerika en niet in de laatste plaats zijn verliefdheid op een Belgische journaliste en de onvermijdbare scheiding van zijn vrouw en dochtertje. Allemaal zaken waarbij Ian steeds meer denkt gewekte verwachtingen niet te kunnen inlossen en de controle over zijn leven te verliezen. Toch, als hij zichzelf ophangt, vraag je je af ‘Moet dat nou’. De ontknoping wordt, hoewel we weten dat het zo gegaan is, niet goed invoelbaar gemaakt. Verder is het een schitterende film. Bijna documentair. Met fabuleus naturel acteerwerk. Kenners zeggen dat Sam Riley een hele goeie Ian Curtis neerzet, inclusief diens ‘snelwandelen-op-de-plaats-act’ tijdens de optredens. En dat de manager van Joy Division inderdaad dat opgewonden-sarcastische standje was, dat we in de film te zien krijgen en die voor de komische noten zorgt. Aan de muzikale noten mankeert, voor de liefhebbers van Joy Division, ook niets. En de beelden. De beelden zijn wonderschoon. Anton Corbijn trakteert ons. Zet de film op elk willekeurig moment stil en je ziet een prachtige foto. Hij slaagt erin om met die beelden perfect de sfeer op te roepen van Engeland in de zestiger en zeventiger jaren: de Coronationstreetachtige straten in de arbeidersbuurten, de blokkendoosflats in de nieuwbouwwijken, de hoekige auto’s in de natte straten, de interieurs van de huizen met hun voor die tijd moderne platenspelers, televisies en zitbanken, de keukens met hun granieten gootstenen met afwasrekje, de kleding waarbij colberts en stropdassen nog werden gedragen onder beatle-achtige kapsels. Elk beeld een plaatje. Het mooiste shot komt aan het slot. Bij het crematorium klimt de camera langzaam omhoog, de zwarte rook uit de schoorsteen verwaait tegen de achtergrond van een somber, lichtglooiend noordengels landschap en een donkergrijze lucht. Weg. Droevig, maar van een onvergetelijke schoonheid.

Onnederlands?
Het idee dat Nederlandse films per sé houterig en kneuterig moeten zijn, is al lang achterhaald. Ook is het al lang niet meer zo dat je bij een Nederlandse film onmiddellijk denkt aan toneelmatig over-acteren door lieden die voortdurend in hun blote kont lopen. Is er dan niks Nederlands meer aan Nederlandse films? Als je Alles Is Liefde neemt, dan zitten daar nog wel Nederlandse accenten in: Sinterklaas, twee zoenende homo’s, een prins van Oranje die het doet met een verkoopstertje. Maar verder? Het is een soort remake van de Engelse film Love Actually , waar een kerstman de rol van Sinterklaas vervult. De inspiratie is dus geput uit een niet-Nederlands voorbeeld. De spelers en makers zijn weliswaar Nederlanders, maar de kwaliteit van hun prestaties voldoet aan internationale maatstaven. Voor Control geldt dat eigenlijk alleen Anton Corbijn een Nederlandse betrokkene is. Volgens zijn paspoort dan. Anton Corbijn, Control en Alles Is Liefde zijn van een internationale allure! Terecht succesvol!

Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop