Olie, tovenaarsleerlingen en fanatieke gelovigen


Eén van de minst begrepen verschijnselen binnen de internationale politiek is de relatie tussen de VS en Saoedi-Arabië. Dat de daders van de aanslagen op 11 september bijna allemaal afkomstig waren uit dit land toont de noodzaak aan om de situatie te analyseren. Een oppervlakkige toeschouwer valt meteen op dat het enige land dat volledig voldoet aan het vijandbeeld van de islamitische staat – extreem vrouwvijandig, ondemocratisch, geregeerd door een corrupte en decadente elite – een innige band met de VS onderhoudt. In het onderstaande artikel geeft de Libanese Midden-Oosten deskundige Gilbert Achcar zijn visie op deze relatie en gaat hij in op de rol van religie in Saoedi-Arabië. Welk belang heeft de VS bij het in stand houden van deze relatie?
Door eigen keuzes op het gebied van de energiepolitiek zijn de economieën van de VS, de EU en Japan afhankelijk geworden van de olie van het Arabisch schiereiland. De inkomsten uit die olie zou een industriële ontwikkeling van de Arabische wereld - Saoedi-Arabië, maar ook Jordanië, Syrië en Egypte- mogelijk maken. Maar dan zou de Arabische wereld economisch zelfvoorzienend worden. Omdat de Arabische landen dan minder zouden importeren, zou er minder reden zijn om olie te exporteren, waardoor de prijs van olie zou stijgen. Het Saoedische vorstenhuis heeft zijn eigen reden om tegen industrialisering te zijn. Industrialisatie zou de hele traditionele inrichting –op het gebied van de godsdienst, de verhouding tussen de seksen, de ondemocratische monarchie zelf- in gevaar brengen.
De Saoedische koninklijke familie besteedt de inkomsten uit de olie vooral aan luxeconsumptie. Ook een relatief grote groep ambtenaren en militairen deelt in de welvaart. Maar juist in die middengroepen bestaat veel onvrede over de eenzijdige manier waarop de economie van het land afhankelijk is van olie en de decadentie van het koningshuis.
De VS stelt de status-quo niet ter discussie en is steeds meer afhankelijk geworden van Saoedi-Arabië. Het land is een steeds belangrijkere markt voor de Amerikaanse wapenindustrie geworden en een belangrijke markt voor Amerikaanse staatsobligaties. Het koningshuis staat in eigen land zo geïsoleerd dat het ook steeds afhankelijker wordt van Amerikaanse hulp. Zowel de VS als het koningshuis lijken er vanuit te gaan dat elke poging het wankele staatsgebouw te hervormen tot een volledige instorting zou leiden. (Arthur Bruls)
Het is een publiek geheim dat het Al-Qaida netwerk en zijn financierder en leidsman Osama bin Laden bondgenoten waren van de Verenigde Staten, toen deze in de jaren tachtig hulp nodig hadden om de positie van de voormalige Sovjet Unie in Afghanistan te ondermijnen. De islamitische huurlingen zijn nu tegen hun voormalige baas in opstand gekomen. Het doet denken aan de revolte van de Cipayes in 1857-1858, toen inheemse detachementen van het Brits-Indische leger revolteerden tegen hun officieren. De Engelse pers van die dagen schreeuwde moord en brand. In de New York Daily Tribune commentarieerde een nog onbekende Karl Marx: ‘[D]e wreedheden zijn te erg voor woorden (¼) Maar dat optreden weerspiegelt niet meer dan het gedrag van Engeland in India zelf (¼) Het is een wet dat de geschiedenis zich wreekt en dat de wapens niet gesmeed worden door onderdrukten maar door de onderdrukkers’.
De roep om wraak in de Amerikaanse media verhult dat de regering van de VS zelf verantwoordelijk is voor het kwaad dat in haar schoot is uitgebroed. Die waarheid valt niet te ontkennen. De tovenaarsleerlingen in Washington en Langley (zetel van de CIA) creëerden een monster dat zich nu tegen hen keert. Na de oorlog tegen de Sovjets bestreden de fanatieke gelovige leden van Al-Qaida de nieuwe vijand: de machthebbers in hun landen van oorsprong, in Saoedi Arabië, Egypte, Tsjetsjenië, Tunesië, enzovoort.
Met hulp van de Saoedische monarchie trachtte de Pakistaanse militaire dictatuur alles in het werk te stellen het Afghaanse vuur te blussen en de verspreiding van terreur tegen te gaan. Ze steunden de Taliban bij hun mars op Kabul. Onder welwillend toezicht van Washington veroverden de fundamentalisten vanuit de vluchtelingenkampen in Pakistan het grootste deel van het land. Ze bleken echter niet in toom te houden. Als een sinistere demon kwamen ze in opstand tegen hun schepper en vermoordden op 11 september 2001 mannen en vrouwen die geen enkele verantwoordelijkheid droegen voor de Amerikaanse onderdrukking.

Wahhabisme
Het Saoedisch koninkrijk is een van de oudste bondgenoten van de VS. Het werd gesticht in de eerste decennia van de twintigste eeuw door Ibn Saoud. De olie in de Golf wekte de rivaliteit tussen de Engelsen, die sinds lang in de regio aanwezig waren, en de Amerikanen die later op het toneel verschenen. Niettemin gelukte het de Amerikaanse Standard Oil (Chevron) als eerste van Ibn Saoud in 1933 een concessie in de wacht te slepen. In datzelfde jaar kwamen diplomatieke betrekkingen tot stand.
Washington voelde beter dan de Engelsen de religieuze mores aan van een koning die in het drinken en sigarenroken van Winston Churchill een schromelijk gebrek aan respect zag. Een puritanisme dat de Noord Amerikanen trouwens ook zelf aanleiding gaf in de 16e en 17e eeuw in verzet te komen tegen de Engelsen. Beter dan wie ook leek het Witte Huis de aangewezene om begrip te tonen voor het fundamentalisme van zijn Saoedische bondgenoot. En dat des te sterker naarmate het belang van het koninkrijk voor Washington toenam. Het is sinds lang de belangrijkste olieleverancier van de VS en kan op dit moment met een defensiebudget dat op de negende plaats van de wereldranglijst prijkt, worden gezien als de voornaamste afnemer van de Amerikaanse wapenindustrie. Welbeschouwd heeft Saoedie Arabië veel weg van een islamitisch Texas.
Deze door de Amerikanen geprotegeerde staat kent van oudsher een scheiding der machten tussen het Saoedische huis dat de controle uitoefent over de economie, de defensie en de buitenlandse politiek en de religieuze wahhabitische instellingen die het voor het zeggen hebben in religieuze zaken, het onderwijs en het dagelijkse leven.
De opkomst van het progressieve Arabische nationalisme in de jaren vijftig – onder leiding van de charismatische Gamal Abdel-Nasser die in 1952 de Egyptische monarchie ten val bracht en zijn sympathie voor de Sovjet Unie niet onder stoelen of banken stak, betekende het keerpunt in de scheiding tussen het Saoedische koningschap en de wahhabitische instellingen. Het wahhabisme manifesteerde zich als het beste ideologische en sociale bolwerk tegen het Arabisch anti-imperialisme met zijn sympathie voor het atheïstisch communisme. Sindsdien fungeerde het fundamentalisme als het scherpste wapen in de strijd tegen communisme en nationalisme, waaraan de VS met hun invloed in Ryad graag leiding gaven.

Bin Laden tegen Ryad
De Verenigde Staten zijn in twee opzichten verantwoordelijk voor de bloei van het antiwesterse fundamentalisme van de laatste dertig jaar - eerst in de jaren zeventig, uitlopend op de Iraanse revolutie en daarna in de jaren negentig met 11 september als hoogtepunt. Dubbel verantwoordelijk omdat de VS bijdroegen aan de nederlaag van de linkse en progressieve nationalistische krachten in de islamitische wereld en zo de weg plaveiden voor een politieke islam, die ze met propaganda voor het fundamentalisme zelf gestimuleerd hadden.
De economische crisis en de groeiende sociale onzekerheid, verergerd door de dagelijkse vernedering van de islamitische bevolking die zich identificeert met Palestina en Irak, heeft een hoogst explosieve mengsel gebrouwen van antiwesters islamitisch verzet.
Het antiwesters fundamentalisme, waaraan de Saoedische monarchie zo veel bijdroeg, liet ook het eigen koninkrijk niet onberoerd. De invloed van de Iraanse revolutie deed zich in 1979 voelen in een opstand van de shiitische minderheid in het oosten van het land, maar wellicht nog spectaculairder in Mekka bij de uitbarsting van geweld van een groep wahhabitische extremisten. In 1994 brak zelfs een opstand uit in de stad Burayda waarbij honderden arrestaties werden verricht.
De strijd van Osama bin Laden tegen de eigen Saoedische monarchie past precies in deze tweede golf van ultrafundamentalistisch verzet. Hij maakt daarbij dankbaar gebruik van de manschappen die hun kennis en ervaring opdeden in de oorlog in Afghanistan. Bij een eerste aanval in november 1995 kwamen in Ryad vijf Amerikaanse soldaten om het leven; vervolgens werden 19 Amerikaanse militairen gedood bij de zelfmoord aanslag op de Khobar Towers in Dhahran. In dat jaar keerde Bin Laden ten gevolge van Amerikaanse en Saoedische druk uit Soedan - waar hij zijn toevlucht had genomen - terug in Afghanistan. Hij hergroepeerde er het Al-Qaida netwerk en smeedde een alliantie met de Taliban.
Over de meedogenloze geweldsuitbarsting is sinds 11 september veel onzin verteld! Zo gaat het hardnekkige verhaal dat het Saoedische koninkrijk zelf bij Bin Laden aan de touwtjes trekt. Niets is minder waar, want het is juist het Saoedische regime dat tot grote schrik van Washington het meest bedreigd wordt door Bin Laden. Zijn strijd op dit moment beoogt in de eerste plaats het terugroepen van de Amerikaanse troepen uit Saoedie Arabië en het beëindigen van de protectie die de VS aan het regime verlenen. Daar was het met de aanval op de Twin Towers om te doen.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop