Over de weerstand tegen 'staal maken zonder kolen'

De verontwaardiging, de boosheid en misschien zelfs wel de angst voor wat zich voltrekt rond het staalbedrijf in IJmuiden waren en zijn groot. Ze gingen gepaard met plannen en enthousiasme voor Groenstaal, juist daar waar al meer dan honderd jaar staal op de traditionele manier, dus met kolen, gemaakt wordt. De bijval was er bij de werkers op het bedrijf, alsook bij de omwonenden in onder meer Wijk aan Zee en IJmuiden en bij klimaatactivisten. Het bedrijf Tata kwam in beweging, mokkend en morrend, maar de animo voor een transitie is niet groot. Toch volgde er strijd voor een groene toekomst, mooi in beeld gebracht door de documentaire van Human.

De afgelopen twee jaar is er een discussie losgebarsten over wat Groenstaal is of zou moeten worden, de Plus. Die discussie is te volgen in het dossier 'Groenstaal plus' bij webzine Solidariteit. Er waren en zijn meningsverschillen tussen de verschillende groepen, maar er is overeenstemming over de noodzaak het bedrijf om te vormen. 
De discussie gaat over drie problemen: Tijd - hoe kan de omvorming versneld worden. Geld - wie gaat de omvorming hoe financieren. Aansturing - kan zo'n omvorming gedaan worden door een commercieel bedrijf en/of een markt georiënteerde overheid? Op de achtergrond speelt een vierde probleem: energie, dat in de omvorming naar Groenstaal een doorslaggevende rol speelt. 
Voor het 'groene perspectief' moeten al deze problemen in de analyse en discussie betrokken worden.

Omvorming vereist omdenken

Zoals gezegd, wordt in het dossier van Solidariteit het begrip Groenstaal plus geïntroduceerd dat op een andere 'aansturing' gericht is. Om tot de gewenste omvorming te komen, is een nieuwe analyse nodig, samengevat met het begrip 'omdenken'. In de betrokken serie artikelen wordt dit in een aantal thema's uitgewerkt. Hier nog eens kort samengevat.

Ecosocialisme.

De begrippen ecologie en socialisme zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden (E 452-5)en (E 495-2).

Klimaat en groei en Jevons paradox.

Deze paradox werkt de noodzaak van het ecosocialisme uit. Met als voorbeeld: door technologische verbeteringen neemt het energieverbruik toe. Zo zijn elektrische auto's schoner en zuiniger in gebruik, maar vergt de productie veel meer energie en daardoor is ook de vervuiling groter. Om de economische groei en daarmee de welvaart te handhaven, is bijna de dubbele hoeveelheid energie nodig dan dat we met fossiele brandstof verstoken (E 462-3). Aanpakken van de CO2 uitstoot en economische groei gaan dus niet samen: we moeten krimpen met de economie en dat kan zonder dat de welvaart afneemt. Jason Hickel legt dat haarscherp uit. (1)

Financialisering en systeembreuk.

De gebruikelijke manier van bedrijfsvoering is investeren in het productieproces om zo producten te maken die met winst verkocht kunnen worden. Zo rendeert de investering. In die procedure is een kentering gekomen. Produceren wordt ondergeschikt gemaakt aan winst maken, deze omslag heet financialisering (2). Arthur Berkhout werkt dat op een leerzame manier uit (E 506-2)en (E 507-1). 
Deze ontwikkeling leidt tot een systeembreuk (E 504-3)(3). De discussie over deze breuk beperkt zich niet tot bedrijven, ook de internationale overheden, met Nederland als één van de koplopers, hebben hun organisatie zo ingericht dat ze feitelijk niet meer in staat zijn de economie om te vormen. Het gaat dan om de relatie tussen kapitaal en overheid (E 516-2).

Democratisering van het werk.

Tata kan zich niet onttrekken aan het krachtenveld rond de omvorming naar Groenstaal. Dat geldt ook voor de overheid die zich echter geen organiserende rol toekent. Er is inmiddels een departement dat de naam 'Klimaat en groei' draagt, maar zowel voor de ecologie als de leefbaarheid desastreuze gevolgen zal hebben en bijvoorbeeld aan de werkers van Tata geen dragende positie biedt. De broodnodige democratisering van de arbeid blijft dus geheel buiten beschouwing. (E 511-2). (4)

Het belang van energie

Na deze toelichting over 'tijd', 'geld' en 'aansturing', resteert aandacht voor het vierde probleem:

Energie.

Het argument voor de omvorming naar Groenstaal is de radicale terugdringing van de uitstoot van CO2, één van de grootste aanjagers van de opwarming van de aarde. De C staat voor carbon oftewel koolstof. Een chemisch element dat naast waterstof en zuurstof op onze planeet het meest voorkomt. In de discussie over Groenstaal speelt deze koolstof in het pleidooi voor de vervanging door waterstof een belangrijke rol. Beide elementen verbinden zich graag aan zuurstof, oxygen (O). De chemische reductie van ijzererts houdt de verbreking in van de verbinding ijzer/zuurstof, waardoor zuiver ijzer overblijft. De verbinding vervolgens van koolstof C aan zuurstof O, de verbranding, levert veel energie op.

Het effect dat die verbranding veel energie oplevert, is in de omvorming onderbelicht. Energie die juist voor het maken van staal zeer nodig is. De makke is dat waterstof, in tegenstelling tot koolstof, in ongebonden vorm nauwelijks in de natuur voorkomt. Waterstof produceren, kost meer energie dan het oplevert. Kolen zitten onder de grond en zijn te delven, terwijl waterstof gemaakt moet worden (E 502-2). Kolen in de vorm van koolmonoxide en methaan, twee gassen die ontstaan uit de traditionele manier van staal maken (Kooksfabrieken en Hoogovens), zijn ook een energiebron. Deze bron komt dus vrij bij de reductie van ijzererts en wordt vervolgens weer gebruikt. Dat is mogelijk, omdat hoogovengas en kooksgas, in het geval van Tata via de PEN centrale, omgezet worden in elektriciteit (PEN: Provinciaal Elektriciteitsbedrijf van Noord-Holland, nu Vattenfall).

Kolen en waterstof

Voor de omvorming, snel en op grote schaal, moet vanwege de energiebehoefte omgeschakeld worden naar groene stroom en in het verlengde daarvan is een waterstoffabriek nodig. Dat vergt een grote investering! Maar dat niet alleen, het vergt ook een maatschappelijke keuze: gebruiken we wind op zee voor een waterstoffabriek om Groenstaal te maken of voor andere essentiële industriële processen? Wat gaan we nog wel en wat gaan we minder maken? Wat betekent dit voor noodzakelijke energiebesparing en voor de elektrificatie van huishoudens en het wagenpark? We moeten snel omschakelen om de klimaatdoelen van Parijs te halen en wind en zon zijn nog niet onbeperkt beschikbaar. 
Loslaten van kolen is zeker voor de West-Europese staalindustrie een probleem. Het verzwakt de concurrentiepositie ten opzichte van de grote staalproducenten, vooral in China en India. De staalindustrie in Europa probeert op veel manieren met kolen door te gaan en toch de effecten van de CO2 uitstoot te verminderen.

In de aanloop naar Groenstaal in IJmuiden is geopperd de CO2 op te slaan. Dat idee is terecht van de baan. Het CO2 probleem is niet op te lossen door het op te slaan, maar door het niet meer te produceren. 
In België is geprobeerd de uitstoot van de verbinding koolstof/zuurstof om te zetten in ethanol (alcohol) volgens het procedé Steelanol. Maar onderzoek maakt duidelijk dat een Steelanol installatie noch een goede aanvulling is, noch een oplossing biedt voor koolstofvrije reductie van ijzererts. Het voornemen van Tata om de DRI (direct gereduceerd ijzer) op aardgas te laten draaien, maakt het mogelijk te kiezen voor een Steelanol installatie. Het is uitermate belangrijk om werkelijk over te gaan op waterstof. Tata moet daarin investeren, wil het Indiaas concern geloofwaardig zijn in de omvorming in de staalindustrie naar Groenstaal.

Groenstaal geen prioriteit voor Tata

Het parool van het neoliberalisme is dat de markt alle economische en politieke problemen kan oplossen. Vanaf de jaren 1980 hebben de ondernemingen alle ruimte gekregen om die kwesties door onderlinge concurrentie op te lossen. Al snel was de conclusie dat zo de winstgevendheid beperkt zou worden. Ook in de staalindustrie wereldwijd is het aantal spelers op de staalmarkt door fusies en concentraties sterk ingeperkt. Grote concerns werden ook multifunctioneel. Tata, oorspronkelijk staalgigant, heeft tegenwoordig 'consultancy' als belangrijkste activiteit. Op de website van Tata is te lezen dat het bedrijf één miljoen mensen in dienst heeft. 
Grote, logge en niet flexibele ondernemingen met sterke verbindingen met overheden zijn ongeschikt om belangrijke omvormingen door te voeren. Criterium is en blijft: groei en waarde voor aandeelhouders scheppen. Daarmee is de omvorming naar Groenstaal niet te verenigen. Bij elke investering van een groot bedrijf als Tata is rendement het criterium. Dat zal echter bij de omvorming naar Groenstaal lang uitblijven. Gevolg is dat het bedrijfsbeleid gericht zal zijn op het drukken van de kosten voor de omvorming en bedrijfsvoering. Dat verhoudt zich niet tot de noodzakelijke omvorming van staal maken zonder kolen. De directeur Staal van Tata, Narendran, bevestigde dit zonder enige aarzeling een paar maanden geleden bij het zondagse televisieprogramma Buitenhof. Dat was geen technische uitspraak, maar een conclusie uit financieel economische overwegingen.

Er is dus geen ruimte bij de bedrijfsleiding voor een maatschappelijke discussie met bijvoorbeeld omwonenden en klimaatactivisten. Tata bereidt wel een adviesaanvraag voor om de omvorming, van wat de bedrijfsleiding Groenstaal noemt, voor te leggen aan de Centrale Ondernemingsraad van Tata Steel Nederland. Daarin zijn de omwonenden en de klimaatbeweging niet betrokken en wordt verdeeldheid gezaaid. 
Uit het onderzoeksrapport Heracless is wel af te leiden in welke richting gedacht wordt. Slechts één DRI installatie die draait op aardgas, één EAF installatie (Electric Arc Furnace, een vlamboogoven met erg veel elektriciteit verbruik, maar CO2 neutraal) voor de schrotverwerking, Hoogoven 7 in de reserve stand en de Kooksfabriek 2 sluiten in 2028. Het wordt gissen wat de gevolgen zijn voor de werkgelegenheid. De overheid is opgestookt om fors mee te investeren, zonder dat het tot invloed leidt. 
Het is gebruikelijk voor ondernemingsraden, zeker bij de Hoogovens om 'onder voorwaarden' in te stemmen met een adviesaanvraag. In dit geval lijkt ons een 'nee, tenzij' het beste advies. Het 'tenzij' betreft de investering in een Waterstoffabriek en de sluiting van Kooksfabriek 2 in 2025. Daarnaast: geen afvloeiing van personeel, plus een nieuw plan in 2028 voor de rest van de omvorming.

Conclusie en oproep

Overheden hebben hun onafhankelijkheid en autonome functie definitief verloren. Voor de samenleving zijn ze door de doorgeslagen privatiseringen hun sociale betekenis geheel kwijt. Ze zijn onbetrouwbaar en niet in staat noodzakelijke omvormingen te beoordelen en te begeleiden. Klimaat en economische groei zijn onverenigbaar. Commerciële bedrijven zijn niet in staat of bereid grote omvormingen omwille van het klimaat door te voeren. Voor essentiële bedrijven, waartoe Tata Steel behoort, is 'de-privatisering' geboden. Als tegenhanger van 'privaat' is 'publiek eigendom' nodig. Dit impliceert een actieve democratisering, een actieve bemoeienis met de besluitvorming, gebaseerd op een collectief maatschappelijk belang. 
Coöperaties geven hieraan een goede richting, maar zijn in een 'marktomgeving' beperkt in hun mogelijkheden. Ontkoppeling van financieel rendement en economische groei is dan ook een voorwaarde. Ze biedt niet alleen perspectieven bij het vastgelopen openbaar vervoer en de onbetaalbaar woningen, maar opent ook de vraag 'waarvoor maken we groen staal' en waarom in IJmuiden. Een vraag die alle betrokkenen gezamenlijk raakt - werkers bij Tata, omwonenden en klimaatactivisten -. en die ook de ondernemingsraad en vakbeweging zich mogen aantrekken.

Zo beschouwd, is de voortdurende gang van omdenken naar omvormen een prima leidraad die verder gaat dan Tata en Groenstaal. 
Toegespitst op Tata roepen wij op tot een discussie over de besproken problemen van tijd, geld, aansturing en energie en vragen dan ook uitdrukkelijk om reacties op onze benadering.

Noten

(1) Jason Hickel,Minder is meer, hoe degrowth de wereld zal redden, (2021), Bergen, EPO boek, Minder is meer 
(2) Arthur Berkhout, Al het vaststaande verdampt, Hoe financialisering de economie overneemt en wat de vakbeweging daartegen kan doen. De Burcht, publicatie nr. 26, 2023. Al het vaststaande verdampt 
(3) Kohei Saito, Systeembreuk, een nieuwe visie op kapitaal, natuur en maatschappij, als antwoord op de klimaatcrisis, (2023) Amsterdam, Arbeiderspers. Systeembreuk 
(4) Isabelle Ferares en anderen, Democratizing the Corporation, the Bicameral Firm and beyond', (2024) Londen, Verso books. Democratizing the Corporation Tevens Jacobin boekbespreking.

Overgenomen van Solidariteit.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop