Paniek om de nieuwe vijand

Door middel van constante propaganda worden moslims voorgesteld als tegelijkertijd een bedreiging van buitenaf en een interne vijand. De retoriek van botsende beschavingen dient in het westen als deel van de rechtvaardiging van oorlog en bezetting. Voor islamitische fundamentalistische krachten is het een voorwendsel om de controle over hun eigen bevolking verder aan te scherpen.
Islamofobie, racisme en groeiende tegenstellingen tussen arm en rijk gaan ondertussen hand in hand. Niet alleen in het westen maar over de hele wereld zijn migranten en etnische minderheden oververtegenwoordigd in sectoren met de slechtste werkomstandigheden en de laagste lonen. Antikapitalisme en antiracisme horen dan ook onlosmakelijk met elkaar verbonden te zijn. Helaas gaan wereldwijd delen van links en meer in het algemeen de arbeidersbeweging mee in de islamofobe en nationalistische logica. In plaats van solidair te zijn met arbeiders over de hele wereld hanteerden delen van links en de vakbonden enkele maanden geleden in Groot-Brittannië leuzen als ‘British jobs for British workers’. In mijn land, Denemarken, konden we de roep ‘Denemarken voor de Denen’ horen. Argumenten voor het inperken van migratie, zogezegd om ‘social dumping’ tegen te gaan, of het spreken over een ’intregratie probleem’ op manieren die alle ongelijkheden tussen bevolkingsgroepen negeren, zijn nog wijder verspreid.
Het is jammer genoeg niet alleen islamofoob uiters rechts dat de mythe van een tegenstelling tussen het verlichte, tolerante Westen en een achtergeblven islamitische wereld heeft (aanvaard). Deze mythe heeft de laatste jaren sterk aan invloed gewonnen en leidt soms tot gedrag dat slechts als panisch beschreven kan worden. Deze morele paniekerij wordt bijvoorbeeld zichtbaar in de debatten over de islamitische hoofddoek. Mensen die zich normaliter beschrijven als feministisch en progressief geven opeens blijk van welhaast een obessie met dit kledingstuk – een kledingstuk dat op bijgelovige wijze allerlei bijzondere krachten krijgt toegedicht: hoofddoeken creëren een scheiding tussen mannen en vrouwen, hooffdoeken beperken de mogelijkheden tot emancipatie, en zo gaat het maar door.
Links islamofobie
Het Franse verbod op het dragen van gezichtsbedekkende sluiers laat zien hoe ook grote delen van links meegaan in de stemmingmakerij van de islamofoben. Afgezien van het feit dat slechts een kleine minderheid van de Franse moslims dit soort sluiers draagt is het enige gevolg van de wet het stigmatiseren van een hele bevolkingsgroep. Voor vrouwen die gedwongen worden gezichtssluiers te dragen betekent de wet extra problemen omdat zij nu ook nog een boete riskeren. Toch werd de wet gesteund door de meerderheid van de linkse oppositie die het voorstel afschilderde als ‘feministisch’ en ‘in het belang van vrouwen’.
In de Deense context lijken het vooral de oudere generaties van linkse activisten te zijn die zich druk maken om de hoofddoek. Racisme en seksisme worden ondergeschikt verklaard aan zogenaamd meer algemene sociale problemen als armoede en werkeloosheid. Maar in toenemende mate zijn de mensen die onder deze problemen lijden dezelfden als de slachtoffers van seksisme en racisme: vrouwen zijn oververtegenwoordigd in slecht betaalde banen en de lagere sociale klassen zijn steeds minder blank. De dagen van de mannelijke, blanke fabrieksarbeider zijn definitief voorbij, hoezeer delen van links hier ook nostalgisch naar terugverlangen.
Helaas zijn het niet alleen conservatieven, nationalisten, priesters en imams die heilig geloven in de rol van de natie, de staat, religie en cultuur. Ook zelfverklaarde progressieven en zelfs socialisten blijven denken in deze categorieën. Twee recente voorbeelden laten dat zien. Zowel de Deense radicaal-linkse Rood-Groene Alliantie – RGA – als de Franse Nouveau Parti Anticapitaliste – NPA – stelden recent een vrouw die de hoofddoek draagt kandidaat. In Frankrijk ging het om Ilham Moussaid, in Denemarken om Asmaa Abdol-Hamid. Dat het kandidaat stellen van een jonge allochtone vrouw door radicaal-links in beide landen tot haatcampagnes van rechts leidde hoeft niet te verbazen. Meer alarmerend waren de reacties van delen van links.
Ik zal mij concentreren op de aanvallen op Abdol-Hamid omdat deze kwestie zich in mijn eigen organisatie afspeelde. De discussie in de NPA vertoonde echter sterke parallellen met die in de RGA. De argumenten tegen Abdol-Hamid’s kandidatuur, zowel van buitenaf als van binnenuit, draaiden om een handvol punten.
Ten eerste zou het geen goed idee zijn om een allochtone, islamitische kandidate te hebben omdat dit tot discussies zou leiden die afleiden van meer belangrijke kwesties, kwesties van belang voor ‘de gewone mensen’. Alsof moslima’s niet tot de ‘gewone mensen’ kunnen behoren en alsof racisme en culturele uitsluiting niet ‘gewone mensen’ treffen!
Een tweede argument was dat een gelovige moslima eigenlijk niet een goede socialiste kan zijn omdat haar geloof onverenigbaar zou zijn met feminisme en het verdedigen van homo-rechten. Daarnaast was er de terugkerende suggestie dat iemand die de hoofddoek draagt stiekem een fundamentalist is – of toch minstens iemand die niet vertrouwd kan worden om consequent stelling te nemen tegen fundamentalisme.
In beide gevallen werden de kandidates in het beste geval afgeschilderd als hopeloos naïef en verward omdat zij stelden tegelijkertijd zowel links en feministisch als moslima te kunnen zijn. In het slechtste geval werden Abdol-Hamid en Ilham Moussaid ervan beticht als Trojaanse paarden reactionaire en seksistische ideeën links binnen te smokkelen.
Vooral feministen zouden hun oren moeten spitsen als, zoals in deze affaires, het uiterlijk van vrouwen zo centraal staat en er automatische verbanden gelegd worden tussen uiterlijke kenmerken en persoonlijke opvattingen en vaardigheden. In beide gevallen werden aan de kandidates eisen en vragen gesteld waar andere kandidaten nooit mee werden geconfronteerd. Openlijk protestantse vertegenwoordigers van de Rood-Groene Alliantie kregen bijvoorbeeld nooit met dezelfde tegenwerpingen te maken.
Onderdrukking of verzet?
De opkomst van islamofobie in west-Europa dwingt links om opnieuw aandacht te besteden aan religie en religiekritiek. De kritiek van de jonge, opkomende linkse bewegingen in Europa was gericht tegen de christelijke kerk, een deel van bestaande machtsstructuur waartegen deze bewegingen zich verzetten. Maar de islam en moslims zijn in geen enkel Europees land dominant – integendeel. Dit heeft ook gevolgen voor de rol van hun religie: is het deel van de rechtvaardiging van ongelijkheid of van de identiteit van een gediscrimineerde minderheid?
Ten tweede kan links de erfenissen van kolonialisme en imperialisme niet blijven negeren. Maar al te vaak werden deze gerechtvaardigd met retoriek over het bevrijden van de bevolking aldaar van het juk van de inheemse heersers. Het westen zou er ‘beschaving’ komen brengen. En het was niet uitzonderlijk dat grote delen van links hierin meegingen. We horen nu de echo’s van deze holle frasen in de toespraken van de voorstanders van de oorlog in Afghanistan.
Het idee dat westerse staten daadwerkelijk zo geïnteresseerd zijn in het lot van bijvoorbeeld Afghaanse vrouwen dat ze bereid zijn daar miljoenen voor uit te geven en jarenlang oorlog te voeren kan alleen post vatten als we vergeten dat ook de o-zo democratische westerse rechtsstaten in laatste instantie de belangen van de elite dienen. En als we bovendien vergeten dat ook in het liberale westen de emancipatie van vrouwen nog lang niet voltooid is en dat de strijd tegen vrouwenonderdrukking niet alleen in de zogenaamde Derde Wereld gevoerd moet worden.
Maar een eerste voorwaarde om als links deze kwesties tegemoet te treden is ophouden de strijd tegen racisme en islamofobie weg te wuiven met het argument dat ‘er meer belangrijkere zaken’ zijn die eerst opgelost moeten worden (waarna, zo lijkt het idee te zijn, racisme op magische wijze zal verdwijnen...)
In plaats van te panieken over religie en cultuur moeten we deze nuchter zien voor wat ze zijn: door mensen gemaakt en voortdurend aan verandering onderhevig. Religie is geen geestesziekte en maakt iemand niet tot een gedachteloze robot. ‘Mensen maken religie, religie maakt de mens niet’ merkte Marx al op. Culturele verschillen tussen mensen zijn niks nieuws maar het lijkt er helaas op dat de nederlagen van de arbeidersbeweging in de afgelopen decennia mensen meer bevattelijk gemaakt hebben voor populisten en nationalisten die hun eigen interpretatie van sociale problemen naar voren schuiven. Om de neergaande spiraal van nederlaag en nationalisme te doorbreken moet links eigen alternatieven naar voren schuiven en hiervoor vechten. Geduldig werken aan het creëren van eenheid in bewegingen voor gedeelde rechten en in bondgenootschappen tegen alles wat ons verdeelt en verzwakt is van levensbelang voor links in Denemarken, Europa en wereldwijd.

Nina Trige Andersen is actief in de Deense Rood-Groene Alliantie, onder andere als lid van hun queer groep.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop