Tell Freedom: Vijftien Zuid-Afrikaanse kunstenaars in KAdE

Wie is Jan van Riebeeck? Weet u het? Uit een korte rondvraag in mijn kennissenkring bleek zowat niemand hem te kennen. In Zuid-Afrika is dat anders. Daar leerden kinderen op school zelfs dat hun nationale geschiedenis met deze man begint. Hij is de eerste Nederlandse kolonist die in de Kaap voet aan wal zette, in 1652.

Anderhalve eeuw lang, tot de Britse machtsovername aan het einde van de achttiende eeuw, waren de geschiedenis van Nederland en Zuid-Afrika verbonden. Voor beide naties heeft deze gemeenschappelijke geschiedenis, een geschiedenis van geweld en onderdrukking (63.000 slaven werden door de Nederlanders aangevoerd), diepe invloed gehad op wat ze vandaag zijn. Maar in Nederland is deze geschiedenis naar de marges verdrongen, een zijsprong die er verder niet toe doet. Wie is die Jan van Riebeeck ook al weer? Dat zegt alles over de manier waarop Nederland omgaat met de eigen geschiedenis, en het nationaal zelfbeeld dat daarmee wordt opgebouwd (‘witte onschuld’).

Dit is één van de vele interessante ideeën die je kan lezen in de catalogus van de lopende tentoonstelling Tell Freedom in kunsthal KAdE in Amersfoort. Vijftien jonge Zuid-Afrikaanse kunstenaars komen er aan bod. De organisatoren leggen uitdrukkelijk een band met de gemeenschappelijke geschiedenis van Zuid-Afrika en Nederland. Zij plaatsen hun tentoonstelling in het kader van de inspanningen die een aantal kunstpodia en musea de laatste tijd doen om eurocentrische paradigma’s te betwisten, en onze blik op kunst te dekoloniseren. De catalogus is interessant, met bijdragen uit Zuid-Afrika en Nederland (Manon Braat en Nkule Mabaso - de curatoren -, Zahira Asmal, Nomusa Makhubu, Margriet van der Waal, Thulile Gamedze, Jessica de Abreu, Jyoti Mistry en Simone Zeefuik). De catalogus is enkel beschikbaar in het Engels, wat dan weer bizar is gelet op de inzet van de tentoonstelling.

De tentoongestelde kunstenaars zijn allemaal opgegroeid na het officiële einde van de Apartheid (1994). Ik had harde kritiek verwacht op het huidige regime, maar dat is niet echt het geval. Verschillende werken vertolken wel hoe de erfenis van de Apartheid vandaag doorwerkt, maar ik had toch wat meer woede en bitterheid verwacht over hoe de elites de beloftes van de bevrijdingsstrijd verkwanseld hebben. Of moet je dit tussen de lijnen lezen? Thulile Gamedze schrijft in de catalogus hoe zwarte kunstenaars in Zuid-Afrika commercieel succesvol zijn, maar afhankelijk blijven van witte galerijhouders, curatoren, investeerders en stichtingen. Is het dan een vorm van zelfcensuur? Wie het weet mag reageren…

Veel werken zijn een onderzoek naar de eigen geschiedenis, het eigen verleden. Nu zijn wel meer kunstenaars met hun eigen identiteit bezig, maar hier krijgt die zoektocht een diepe maatschappelijke betekenis. Het is een strijd tegen de wijze waarop eeuwen overheersing onderdrukkende betekenislagen heeft gelegd over de identiteit en geschiedenis van mensen. In de catalogus staan hierover boeiende bijdragen. Zahira Asmal schrijft over de inwoners van de Kaap, hun classificatie door de Apartheid en daartegenover hun echte geschiedenis (‘allemaal bruin’). Nomusa Makhubu leert ons dat Mandela zijn voornaam Nelson kreeg van zijn meester op school, want het was de gewoonte dat blanken zwarten van een ‘christelijke’ naam voorzagen om hen te kunnen aanspreken, met als gevolg dat zwarten hun eigen naam en een naam van de onderdrukker hadden.

Tenzij je goed vertrouwd bent met Zuid-Afrika moet je wel wat geduld hebben met de tentoonstelling. Elk werk wordt begeleid met een relatief lange tekst die uitleg geeft over de kunstenaar en de gebruikte symbolen en verwijzingen, voor mij dikwijls nieuw. Van elke kunstenaar staan er weliswaar verschillende werken, maar je moet toch vijftien keer van kunstenaar overschakelen. Dat vraagt allemaal energie. Maar je geduld wordt wel beloond. Zelf werd ik bijvoorbeeld stil van het werk van Dineo Seshee Bopape, een gelaagde installatie rond de herinnering aan pre-koloniale opstanden. Je blik wandelt door de installatie, tot je erin wordt opgenomen, en willekeurig een van de verspreide herinneringen gaat lezen. Van Neo Matloga hangt er een prachtige houtskooltekening. Die is helaas niet opgenomen in de catalogus, naar ik vermoed omdat elke kunstenaar een werk speciaal voor deze tentoonstelling heeft gemaakt, en het nog niet beschikbaar was voor de catalogus. Je moet dus gaan kijken, en er de tijd voor nemen.

De tentoonstelling loopt nog tot 6 mei 2018.

Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop