Universiteit BV - Hoezo geen politiek?

Tempo- en prestatiebeurs, afschaffing universitaire democratie; de student heeft het niet gemakkelijk in Nederland. Vanaf de eerste grote bezuinigingsoperaties begin jaren ’80 is het onderwijs één van de sectoren waar de neoliberale tuinmannen het hardst in hebben gesnoeid.
Over de directe economische gevolgen van de bezuinigingsoperaties is reeds veelvuldig geschreven. Maar nu pas zien we de lange termijn effecten van dit beleid. Het bedrijfsleven is in het financiële gat gesprongen dat de overheid heeft achtergelaten. Deze ontwikkeling is één aspect van de in de jaren tachtig begonnen verrechtsing van het ideologisch klimaat die op diverse manieren haar sporen heeft nagelaten in het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. We zien een opvallende ontwikkeling waarbij verrechtsing en depolitisering elkaar afwisselen, dan weer hand in hand gaan en slechts heel af en toe conflicteren.

De student als product
In het voorbeeld van de IS activisten zien we een universiteit die geen politiek engagement wil en politieke activiteiten verbiedt. Dit is geen geval op zich, maar maakt deel uit van een veel langere ontwikkeling. Na de Tweede Wereldoorlog waren de universiteiten niet langer opleidingsinstituten voor een kleine elite maar werden zij massaal bezocht door een sociaal divers publiek. Een ruime academische vorming werd voor velen het ideaal en deze vrijheid werd ook bevochten. De breed geschoolde democratische student bleek echter een gevaar voor de gevestigde structuren en de jaren zeventig kenmerkten zich door omvangrijke studentenprotesten. Gedurende de jaren tachtig kwam er een tegenoffensief op gang, waarbij marktgerichtheid en efficiëntie de kernwoorden waren. Waar dat toe heeft geleid kunnen we nu zien: het ideaalbeeld van de student is niet langer een kritisch en breed geïnteresseerd individu, maar een snelle ondernemer die efficiënt investeert in zijn ‘kenniskapitaal’. Zoals voormalig Shell topman Cor Herkströter het samenvatte: ‘Het wetenschappelijk onderwijs is kwalitatief van hoog niveau indien de afgestudeerden zodanig zijn opgeleid dat zij probleemloos op de arbeidsmarkt kunnen worden ingezet.’

De ondernemende universiteit
Terwijl studenten minder tijd hebben en meer moeten werken, zien we een universiteit die om de begroting sluitend te krijgen in zee gaat met het bedrijfsleven, al dan niet vrijwillig. Tot welke excessen dit leidt wordt ironisch samengevat door Volkskrant journalist Sander van Walsem in een commentaar op het toekennen van wetenschappelijke eretitels aan commerciële sponsoren: ‘Dat [de verdeling van leerstoelen op basis van wetenschappelijke prestaties] was het geval tot de universiteiten hun hoogleraren door zoutjesfabrikanten lieten salariëren, hun onderwijsprogramma's gingen inkopen bij commerciële instellingen, en de Piepers [Roel Pieper, ex-directeur van Philips] van deze wereld een toga om de schouders hingen. En uiteraard staat deze ontwikkeling niet op zichzelf. Universiteiten relateren hun succes vooral aan de mate waarin zij zich de mores van het bedrijfsleven hebben toegeëigend’.
De grote verliezer is hier natuurlijk de kritische wetenschap. Daar waar het onderwijs en de politieke discussie in het nauw komen, nemen grote posters en monitors met reclameboodschappen de maatschappelijke vorming van de student over.

Verrechtsing
De universiteit dient zich niet meer in te laten met het politiek debat, maar moet geschoold personeel aanleveren voor de krappe arbeidsmarkt. Dergelijke pleidooien voor depolitisering zijn zeker de laatste jaren niet van de lucht. In feite gaat het hier om een fundamentele ideologische koerswijziging, de uitkomst van een wisselwerking tussen depolitisering en verrechtsing.
Dat deze tendensen hand in hand gaan zien we ook terug in het voorbeeld van de Vrije Universiteit. Terwijl het studenten verboden wordt om een politieke mening te verspreiden in deze instelling, lopen wetenschappers van de VU voorop in het publiceren over een nieuwe, controversiële genetica. In een protest tegen ‘de opkomst van een nieuwe eugenetica’ stellen de actiegroepen De Fabel van de illegaal en Nogen dat als het aan VU-wetenschappers op dat gebied ligt ‘goed en kwaad voortaan geen kwestie meer is van moraal en democratische besluitvorming, maar van biologie’. Als onwenselijk bestempeld gedrag wordt in hun visie niet veroorzaakt door sociale omstandigheden, maar door genetische ‘afwijkingen’. Achter de a-politieke wetten op de Vrije Universiteit blijkt zich een buitengewoon rechts onderzoeksprogramma te kunnen verschuilen.

Mannenbolwerk
Een ander voorbeeld van de ideologische omslag op de universiteit is de slechte positie van vrouwen. Op dit gebied is het altijd treurig gesteld geweest in Nederland. Zo stelde onderzoekster Greta Noordenbos in 1995 nog dat slechts 2,3% van de professoren in Nederland vrouw is en dat wereldwijd alleen Botswana het slechter doet. Het is een voorbeeld van de patriarchale verhoudingen in de academische wereld, die een uitdrukking zijn van de dominante positie van mannen in de wereld. Om iets aan die dominantie te doen werd op het hoogtepunt van de tweede feministische golf de instelling van speciale vakgroepen "vrouwenstudies" bevochten. Deze tak van wetenschap diende andere vakgebieden kritisch te toetsen en verder te werken aan de feministische theorie. Nu, bijna dertig jaar later, is er weinig meer over van de vakgroepen vrouwenstudies op de universiteiten. Ze zijn voor het grootste deel wegbezuinigd.
Saskia Poldervaart, docente vrouwenstudies aan de Universiteit van Amsterdam (UvA), vertelt dat het op die universiteit louter te danken is aan enthousiaste studenten dat de vakgroep niet volledig is verdwenen. Tijdens de bezuinigingsronde in 1995 kreeg vrouwenstudies de toezegging dat er een vervangende ‘werkgroep vrouwenstudies’ mocht komen. Maar geld blijft een probleem. En ieder jaar moet er geknokt worden om nieuwe programmaonderdelen goedgekeurd te krijgen. Toch ziet Poldervaart ook lichtpuntjes: ‘We zijn nu 6 jaar verder en vooral de student-leden van de werkgroep functioneren uitstekend. Het is een soort academische gemeenschap geworden met veel connecties naar allerlei actiegroepen, waardoor de studievereniging ‘De Sirenen’ ook zeer maatschappelijk betrokken is.’
Maar landelijk gezien stemt het beeld toch pessimistisch. De positie van vrouwen op de universiteiten blijft slecht. Het enige verschil met een aantal jaren geleden is dat steeds minder mensen het erover hebben. In de ogen van bestuurders bestaat het probleem daarom niet meer. Het analyseren en aanwijzen van de rol van ideologie in als ‘politiek neutraal’ gepresenteerde ontwikkelingen en maatregelen is een uitdaging voor linkse studenten en academici. Meer daarover in het volgende nummer van Grenzeloos.

In het volgende nummer van Grenzeloos het vervolg van deze reportage, over kritisch verzet op de universiteit.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop