Federico Fuentes sprak met Tobias Drevland Lund, parlementslid voor de radicaal-linkse partij Rødt (Rode Partij) in Noorwegen, over de opkomst van de partij, de Noorse politiek en de oorlog van Rusland tegen Oekraïne. Lund vertegenwoordigt het kiesdistrict Telemark in het Noorse Storting (parlement) en zit in de Noordse Raad, een adviesorgaan voor Noordse interparlementaire samenwerking.
Er is veel bekend over radicaal links in West-Europa, zoals Podemos en Syriza, maar veel minder over Noords radicaal links. Kunt u ons iets vertellen over de opkomst van de Rode Partij?
De Rode Partij is opgericht in 2007. Ze ontstond uit een fusie van twee verschillende partijen. De ene was de Communistische Arbeiderspartij, een traditioneel maoïstische partij. De Communistische Arbeiderspartij deed niet mee aan verkiezingen en zag zichzelf als een activistische partij met een sterke focus op vakbonden. Hoewel ze historisch gezien een belangrijke rol speelde in veel arbeidersconflicten, raakte de Communistische Arbeiderspartij na de val van de Sovjet-Unie in verval. De andere partij was de Rode Electorale Alliantie, een links-populistische partij die deelnam aan verkiezingen.
De Rode Partij werd opgericht met als doel een moderne, radicale en socialistische beweging voor verandering in de Noorse politiek op te bouwen. We hebben ons laten inspireren door andere Europese links-populistische en socialistische krachten, zoals Podemos en Syriza die u noemde. We hebben ons ook sterk laten inspireren door de Deense Rood Groene Alliantie: we zien onszelf als hun Noorse tegenhanger. We hebben veel contact met hen om samen strategieën uit te stippelen en gemeenschappelijke partijprogramma's en beleid te ontwikkelen.
Het heeft ons tien jaar gekost om onze partij op te bouwen tot het punt waarop we parlementszetels konden behalen. We zijn voor het eerst in het Noorse parlement gekomen bij de verkiezingen in 2017, waarbij onze partijleider een zetel behaalde. Bij de parlementsverkiezingen in 2021 overschreden we de nationale kiesdrempel van 4 procent, we waren de eerste nieuwe partij die de drempel overschreed sinds de invoering ervan in 1989 en behaalden 8 zetels.
In die periode heeft de Rode Partij ook een belangrijke groei van het aantal leden doorgemaakt: we zijn van ongeveer 1.500 leden toen ik in 2010 tot de partij toetrad, naar ongeveer 14.000 leden gegaan. Nu hebben we een veel sterkere organisatie en talrijke gemeenteraadsleden.
De opkomst van de Rode Partij kan gedeeltelijk worden verklaard door de neergang van de sociaaldemocratische Arbeiderspartij, die de Noorse politiek sinds de Tweede Wereldoorlog heeft gedomineerd. We zijn in staat geweest teleurgestelde sociaaldemocratische kiezers en vakbondsleden te bereiken die van oudsher sociaaldemocratisch zijn en die hun partij naar rechts hebben zien opschuiven. Die kiezers willen een alternatief. Ons doel is een sterk socialistisch volksalternatief op te bouwen.
Ik ben optimistisch over een mooie toekomst voor links-socialistische partijen in Europa, vooral als we van elkaar kunnen leren en de val van de sociaaldemocratische partijen kunnen opvangen met de opkomst van radicaal-linkse partijen. Gezien de opkomst van extreemrechts en de stijging van de kosten van levensonderhoud, hebben we meer dan ooit behoefte aan radicaal links.
Terwijl de Noordse landen doorgaans worden geassocieerd met sterke sociaaldemocratische regeringen, zijn bij recente verkiezingen in Zweden en Finland conservatieve en rechts-populistische partijen in de regering gekozen. Is de situatie in Noorwegen vergelijkbaar? Zo ja, hoe verklaart u de opkomst van die partijen?
Bij de parlementsverkiezingen in 2021 hebben we een centrum-linkse regering gekozen, gevormd door de Arbeidspartij en de Agrarische Centrum Partij. Bij die verkiezingen behaalden partijen links van het midden hun grootste aantal stemmen in vele jaren, samen meer dan 100 van de 169 parlementszetels. Die stemming was een krachtig signaal voor verandering, na acht jaar conservatief/rechtspopulistisch bestuur, waarin de populistische rechtse Progress-partij zeven van de acht jaar samen met de conservatieven regeerde.
Ondanks de duidelijke boodschap van de kiezers dat er verandering moest komen, werden de kiezers helaas al snel teleurgesteld door de regering van de Arbeiderspartij, die niet in staat was de problemen van de gewone mensen aan te pakken, zoals de stijgende elektriciteits- en voedselprijzen, de huisvestingskosten en de algemene kosten van levensonderhoud. Als gevolg hiervan zijn veel mensen nu heel boos op de regering ‒ die volgens hen heeft gefaald ‒ en wenden ze zich opnieuw tot rechts-populistische partijen, evenals tot de Conservatieven, die momenteel hun beste verkiezingsresultaten zien sinds hun gouden tijd in de jaren tachtig, toen conservatieven als Ronald Reagan en Margaret Thatcher aan de macht waren.
Daarom hebben we ‒ samen met de Linkse Socialistische Partij, de andere radicaal linkse partij in Noorwegen ‒ als belangrijkste doelstelling de kosten van levensonderhoud aan te pakken door er bij de regering op aan te dringen maatregelen te nemen die de controle terugnemen van de markt. In de huizencrisis eisen we bijvoorbeeld huurcontroles. We eisen ook dat er prijsplafonds worden ingevoerd op de elektriciteitsmarkt. Noorwegen heeft traditioneel lage elektriciteitsprijzen dankzij de schone groene energie die we met waterkracht produceren. Maar momenteel zien we extreme stijgingen van de elektriciteitsprijzen en de mensen lijden eronder. We vragen ook dat de pensioenen en de sociale uitkeringen worden verhoogd om de armsten in deze crisis te helpen. Dat is onze belangrijkste focus op dit moment: ervoor zorgen dat de regering iets doet aan de stijgende prijzen voor gewone mensen ‒ anders zullen ze hun macht verliezen.
Veel kiezers weten niet op wie ze moeten stemmen. Sommigen zeggen dat ze helemaal niet gaan stemmen. Anderen zullen uiteindelijk op de Conservatieven stemmen omdat ze hen zien als het belangrijkste alternatief voor de regerende Arbeiderspartij. Het is niet zo dat de mensen een conservatievere politiek willen: als je de mensen op straat vraagt 'wilt u meer privatisering?', 'wilt u belastingverlagingen voor de rijken?', zal de meerderheid 'Nee' antwoorden. Wat de kiezers echt willen is dat de regering de kosten van levensonderhoud aanpakt. Helaas heeft links nog steeds moeite om zich als geloofwaardig alternatief aan de kiezers te presenteren.
U noemde de Linkse Socialistische Partij. Wat zijn de verschillen tussen de twee partijen?
De Rode Partij en de Linkse Socialistische Partij zijn bondgenoten, met als verschil dat de Linkse Socialistische Partij blijft onderhandelen met de regering van de Arbeiderspartij en haar parlementaire steun verleent, terwijl de Rode Partij niet is uitgenodigd aan de onderhandelingstafel en buiten de regering blijft, van waaruit ze die probeert uit te dagen en onder druk te zetten om verder naar links te gaan.
Een ander verschil zijn de kiezers die de twee partijen plegen aan te trekken. De Linkse Socialistische Partij trekt over het algemeen meer hoger opgeleide kiezers en vrouwelijke werknemers in de publieke sector aan, terwijl de Rode Partij een groter bereik heeft onder mannen in de particuliere sector en in bedrijfstakken waar de vakbond sterk is. In die zin zijn onze electoraten verschillend, wat volgens mij goed is omdat het ons in staat stelt naar elkaar toe te groeien, zij aan zij.
Dan de kwestie van de Russische inval in Oekraïne. Kunt u ons het standpunt van de Rode Partij over de oorlog van Rusland tegen Oekraïne schetsen, met name zoals dat zich heeft ontwikkeld sinds de invasie tot de nieuwe standpuntbepaling die op uw recente congres in april is aangenomen?
De Russische agressie tegen Oekraïne heeft links in Europa en de rest van de wereld geschokt. De houding ten opzichte van de Russische invasie is heel moeilijk geweest en iets waar we als partij collectief over hebben moeten nadenken. De Rode Partij was bijvoorbeeld aanvankelijk tegen het leveren van wapens aan Oekraïne, omdat we dachten dat we daarmee medeplichtig zouden worden aan de oorlog. We waren bang dat Rusland Noorwegen zou sanctioneren of ons zelfs zou aanvallen, aangezien het op dat moment moeilijk was om te weten wat het eindspel in dit alles was. Maar na een jaar van discussies binnen de partij ‒ en in het licht van hoe de oorlog in Oekraïne zich heeft ontwikkeld ‒ vonden we het noodzakelijk Noorwegen te steunen bij het leveren van wapens, zodat de Oekraïners kunnen terugvechten tegen de indringers.
Voor alle duidelijkheid: we waren er nooit op tegen dat Oekraïne wapens kreeg, maar we dachten dat Noorwegen een andere rol kon spelen, een diplomatieke rol in het conflict, gezien onze relatie met Rusland. Dat standpunt is echter onjuist gebleken.
Natuurlijk was dat een heel grote discussie binnen de Rode Partij. Dat is begrijpelijk aangezien we historisch gezien heel erg anti-Amerikaans en anti-NAVO zijn. Voor sommige leden was het moeilijk om ons standpunt te accepteren. Maar uiteindelijk hebben we een akkoord bereikt op basis van het inzicht dat we vrede willen ‒ maar een rechtvaardige vrede voor Oekraïne. Dat betekent dat het Oekraïense volk de wapens krijgt die het nodig heeft om zich te verdedigen tegen de oorlogsmisdaden en willekeurige bombardementen die door Rusland worden uitgevoerd. Het was een heel moeilijke discussie, maar ik denk dat we als kameraden uit de conventie zijn gekomen met een gemeenschappelijk standpunt waarmee we verder kunnen.
In de verklaring wordt een streep getrokken bij het sturen van vliegtuigen en tanks. Was dat onderdeel van het vinden van een consensus of is er een gevoel dat dergelijke wapens een bepaalde grens overschrijden...
Er was consensus over deze kwestie omdat we geloven dat het sturen van tanks en vliegtuigen de oorlog verder zal doen escaleren en we willen niet dat Noorwegen daar een rol in speelt. Als Rode Partij zijn we het ermee eens dat Noorwegen defensieve wapens levert om raketten neer te schieten, maar we vinden dat tanks en vliegtuigen een grens overschrijden.
Tegelijkertijd blijft de Rode Partij geloven dat Noorwegen een belangrijke rol kan spelen in diplomatieke vredesinspanningen? Waarom?
We geloven dat we diplomatieke acties kunnen ondernemen en tegelijkertijd de Oekraïners kunnen voorzien van de wapens die ze nodig hebben om zich te verdedigen. We kunnen beide doen; dat is wat andere landen zoals Frankrijk en Spanje doen.
Bovendien geloven we dat Noorwegen in dit conflict een bijzondere rol kan spelen als buurland dat al meer dan duizend jaar geen oorlog meer voert met Rusland. Zelfs tijdens de Koude Oorlog had Noorwegen vrij goede betrekkingen met Rusland. Tegenwoordig heeft Noorwegen enerzijds een krachtig standpunt ingenomen tegen het autoritaire leiderschap van Poetin, maar anderzijds een evenwichtige relatie met Rusland onderhouden. Het is niet alleen in het belang van Rusland, maar ook in dat van Noorwegen dat de Noordse regio niet wordt gemilitariseerd en dat de vrede in ons deel van de wereld wordt bewaard.
We vinden dat Noorwegen een meer proactieve rol moet spelen bij het tot stand brengen van diplomatieke oplossingen. Zelfs de secretaris-generaal van de NAVO, Jens Stoltenberg, heeft gezegd dat deze oorlog niet op het slagveld zal eindigen, maar aan de onderhandelingstafel: dat is waar alle oorlogen uiteindelijk eindigen en dit conflict is niet anders. Helaas is Noorwegen niet proactief genoeg geweest in zijn pleidooi voor vrede; het is te passief geweest en heeft te veel vertrouwd op de Europese Unie, die niet snel genoeg heeft gehandeld. We moeten meer aandringen op vrede.
We hebben samen met de Finse Linkse Alliantie, de Zweedse Linkse Partij en de Deense Rood-Groene Alliantie actie ondernomen. Als leden van de Noordse Groen Linkse Alliantie hebben onze parlementsleden in de Noordse Raad getracht een resolutie aan te nemen die garandeert dat de Noordse landen kernwapenvrij blijven. De toetreding van Zweden en Finland tot de NAVO mag geen excuus zijn om kernwapens in de Noordse regio op te slaan. Helaas werd dat voorstel verworpen. Maar we zullen blijven aandringen op acties die de vrede bevorderen in plaats van de oorlog verder te laten escaleren ‒ wat van cruciaal belang is gezien de heel reële angst voor het uitbreken van een kernoorlog. We zullen blijven samenwerken met linkse partijen in Europa en in de noordelijke landen om aan te dringen op meer acties die de spanningen helpen verminderen.
De invasie van Poetin is duidelijk door westerse mogendheden aangegrepen om de NAVO te versterken en de defensie-uitgaven op te voeren. Wat is het standpunt van de Rode Partij over de NAVO en haar rol in het huidige conflict?
De rol van de NAVO in het Oekraïne-conflict is duidelijk: ze hebben er zelf belang bij dat Oekraïne wint en dat Rusland verzwakt raakt als gevolg van de oorlog. En vóór de oorlog had de NAVO zich volgens mij anders moeten opstellen tegenover Rusland. Het is dus niet zo dat de NAVO vóór het uitbreken van de oorlog niets verkeerd heeft gedaan. Maar het is alleen de schuld van Rusland en Poetin dat de oorlog plaatsvond; het was Poetin die opdracht gaf tot de invasie en het doden van burgers. De schuld voor deze oorlog ligt uitsluitend bij Poetin en Rusland: geen enkel veiligheidsbelang, geen enkele belangensfeer of ander voorwendsel kan een aanvalsoorlog rechtvaardigen.
Wat het standpunt van de Rode Partij over de NAVO betreft, blijft het verlaten van de NAVO weliswaar ons doel, maar gezien de huidige situatie zijn we niet in staat om nu aan te dringen op een vertrek uit de NAVO. Zolang we geen defensiemacht hebben die sterk genoeg is om op eigen benen te staan, denken we niet dat Noorwegen de NAVO kan verlaten. Ik geloof nog steeds dat uit de NAVO stappen het juiste standpunt is. We verwachten geen verandering van de NAVO, aangezien het een imperialistisch instrument van de Verenigde Staten is. Maar de NAVO verlaten is niet iets wat we nu kunnen doen.
In plaats van de NAVO hebben we gepleit voor de oprichting van een Noordse defensiealliantie. We geloven dat dat de beste oplossing is voor de Noordse landen: samen optrekken als een neutraal blok en een positie innemen tussen Rusland en de VS. Helaas is de mogelijkheid van een Noordse defensiealliantie onwaarschijnlijker dan ooit door de inval van Poetin in Oekraïne. In plaats daarvan zijn Zweden en Finland als gevolg van de invasie toegetreden tot de NAVO.
Wat betreft militaire uitgaven is de Rode Partij het ermee eens dat Noorwegen meer geld uitgeeft aan zijn eigen leger, omdat we een sterkere defensiemacht nodig hebben als we uit de NAVO willen stappen. Als we een betrouwbaar defensiebeleid willen hebben waarin de mensen in Noorwegen kunnen geloven, moeten we een sterke defensiemacht hebben, gezien onze ligging aan de grens met Rusland. We moeten de Noren laten zien dat we veiligheid en defensie serieus nemen. Samen met de andere Noordse landen ‒ die momenteel meer uitgeven aan defensie dan Noorwegen ‒ geloven we dat we een Noordse defensie-alliantie kunnen smeden die zich internationaal inzet voor ontwapening. Maar tot die tijd is uittreding uit de NAVO niet mogelijk zonder een sterkere defensiemacht ‒ dat is nu eenmaal de realiteit.
Dit interview verscheen op Links, vertaling redactie Grenzeloos.
Reactie toevoegen