Links moet bij het komende referendum een actieve nee-campagne voeren. Een nee-campagne die niet een vermeend nationaal belang aanvoert, maar duidelijk maakt dat dit een neoliberaal verdrag is dat noch in het belang van de Nederlandse, noch van de Oekraïense bevolking is. Dat was de conclusie van mijn artikel vorige week over links en het Oekraïne-referendum. Ewout van den Berg van de Internationale Socialisten denkt daar anders over. In een uitvoering stuk pleit hij tegen een dergelijke campagne. Zijn argumentatie is opmerkelijk.
Over het karakter van het associatieverdrag lijken we het min of meer eens te zijn. “Het associatieverdrag met Oekraïne is in de eerste plaats een ‘diep en veelomvattend handelsverdrag’ waardoor Oekraïense bedrijven toegang hebben tot de EU en Europese multinationals tot de Oekraïne. In de praktijk heeft Oekraïne echter weinig te exporteren, dus betekent het vooral een onderwerping van deze economie aan grote Europese landbouw- en energiebedrijven.” Schrijft van den Berg. En even verderop: “Oekraïne wordt daardoor nog afhankelijker van Europese multinationals op jacht naar grondstoffen. De Russische socialist Boris Kagarlitsky zei dat het doel van het akkoord is ‘het vernietigen van de Oekraïense economie en het veranderen van de lokale bevolking in gastarbeiders voor de EU, goedkope arbeid voor “buitenlandse directe investeringen”, en consumenten voor buitenlandse producten.’ Het akkoord betekent dus een verdere versterking van het neoliberale programma dat Oekraïne sinds zijn onafhankelijkheid heeft geïmplementeerd. In ruil voor een lening van het IMF ter waarde van 17,5 miljard euro is het land - net als Griekenland binnen de EU - al gedwongen ‘hervormingen’ door te voeren zoals het afbreken van publieke voorzieningen, het verlagen van de pensioenen en het verhogen van de gasprijs”
Maar, zo vervolgt van den Berg “Economische handel is echter niet de drijvende kracht achter het associatieverdrag.”(…) “Het akkoord is onderdeel van een inter-imperialistische machtsstrijd die plaatsvindt tussen de economische blokken van de EU en de Euraziatische Unie rond Rusland. De Europese invloedssfeer is de afgelopen decennia steeds verder naar het oosten verschoven.”(…) “Door deze grotere thuismarkt en hogere uitbuitingsgraad kunnen Europese bedrijven beter concurreren met multinationals uit de VS en China. De EU verdedigt het belang van grote bedrijven als het gaat om toegang tot grondstoffen en markten - of het nu door oorlogen gebeurt zoals in Mali, Afghanistan of Libië, of door het sluiten van vrijhandelsverdragen zoals TTIP en CETA. Het associatieverdrag met Oekraïne betekent een versterking van het Europese blok en tegelijkertijd een verzwakking van het Russische. Het associatieverdrag betekent daarmee ook dat deze concurrentie verder op de spits wordt gedreven.” Van den Berg gaat zelf zo ver om te stellen (…) “Het associatieverdrag maakt Oekraïne de facto onderdeel van de NAVO en kan de EU het territoriale conflict tussen Oekraïne en Rusland in trekken.”
Drogargumenten
Tot zover allemaal linkse argumenten tegen het verdrag. Wat brengt van den Berg er dan toe om een linkse campagne tegen het verdrag af te wijzen? Hij stelt die vraag zelf ook en geeft er het volgende antwoord op: “Maar dat het EU-associatieverdrag slecht uitpakt voor de Oekraïense arbeidersklasse en een uiting is van het inter-imperialistische machtsspel tussen Rusland en de EU, betekent nog niet dat we moeten oproepen om hier in Nederland tegen te stemmen.” En dan komt de argumentatie: “We zouden hier ook geen campagne steunen die oproept om Griekenland uit de euro te zetten, hoewel de euro ook daar een vernietigende uitwerking heeft. Oekraïners en Grieken moeten zelf kunnen bepalen hoe hun toekomst eruit ziet, onze strijd moet zich richten tegen ‘onze eigen’ heersende klasse.” Een curieuze redenering, die op alle drie de genoemde punten mank gaat.
1. Natuurlijk moeten Oekraïners (en Grieken) zelf kunnen bepalen hoe hun toekomst er uit ziet. Maar is dat een argument tegen een linkse nee campagne? Nee, in tegendeel. Dit associatieverdrag leidt tot ‘het vernietigen van de Oekraïense economie en het veranderen van de lokale bevolking in gastarbeiders voor de EU, goedkope arbeid voor “buitenlandse directe investeringen”, en consumenten voor buitenlandse producten’, zoals van den Berg hierboven terecht citeerde. Met andere woorden met dit verdrag wordt de Oekraïners in sterke mate de mogelijkheid ontnomen om zelf over hun toekomst te beslissen, maar zijn ze overgeleverd aan de macht van het Europese kapitaal.
2. “We zouden hier ook geen campagne steunen die oproept om Griekenland uit de euro te zetten, hoewel de euro ook daar een vernietigende uitwerking heeft.” Nee natuurlijk zouden we geen campagne voeren om Griekenland uit de euro te zetten. Maar we voeren wel campagne tegen de dictaten van de trojka, tegen de door Europa aan Griekenland opgelegde bezuinigingspolitiek, tegen de schandalige chantage van de ECB tegen Griekenland. Juist omdat die politiek - die gevoerd wordt in het belang van de Noord-Europese banken en andere kapitaalverschaffers - de Grieken de mogelijkheid ontneemt om zelf over hun toekomst te beslissen. En als de Grieken voorstander zouden zijn van een fatsoenlijke uitstap uit de euro zouden wij campagne voeren om een dergelijke uitstap mogelijk te maken.
3. “Onze strijd moet zich richten tegen ‘onze eigen’ heersende klasse”. Het is onze eigen heersende klasse die met dit verdrag Oekraïne als wingewest wil gebruiken. Onze eigen heersende klasse die daar nieuwe winstkansen ziet. Zoals het ook onze eigen heersende klasse is die de Grieken in de ellende stort en daar van profiteert.
In plaats van argumenten tegen een linkse nee-campagne zijn dat dus drie argumenten voor een dergelijke campagne. Dat van den Berg dat niet inziet, komt denk ik omdat hij op twee essentiële punten van een verkeerde analyse uitgaat. In de eerste plaats een verkeerde analyse van de opstelling en de belangen van ‘onze heersende klasse’. In de tweede plaats omdat hij ervan uit gaat dat er van één nee-campagne sprake is.
Onze heersende klasse
De centrale argumentatie van van den Berg is dat het referendum een strijd is van verschillende groepen kapitalisten en dat links daarin niets te zoeken heeft, maar de strijd moet voeren tegen de kapitalistische klasse als geheel. Dat is, zoals we verderop zullen zien een volstrekt verkeerde analyse, maar ook als de analyse van ‘twee kapitalistische kampen’ juist zou zijn is de stelling dat links daar dan niets te zoeken heeft onjuist. Natuurlijk moet links zich, als er sprake is van strijd tussen verschillende kapitalistische groepen, nooit kritiekloos bij een van die kampen aansluiten, laat staan zich aan een van die groepen onderwerpen. Maar een strijd tussen verschillende delen van de heersende klasse kan voor links en de arbeidersbeweging in het algemeen heel goed een reden zijn, om zich, zelfstandig en met hun eigen opvattingen en eigen leuzen in die strijd te mengen.
Maar is er in dit geval wel sprake van twee kapitalistische kampen? Van den Berg schrijft: “Als het gaat over de EU is deze heersende klasse in de kern van Europa meer verdeeld dan ooit. Overal zien we de opkomst van nationalistische partijen: de PVV in Nederland, UKIP in Engeland en het Front National in Frankrijk. En dit sentiment is ook aanwezig binnen de conservatief-rechtse partijen. Meer dan de helft van de leden van de Conservatieve Partij in het Verenigd Koninkrijk lijkt van plan te zijn tegen lidmaatschap van de EU te stemmen in het referendum voor eind 2017.” Voor zover het over Groot Brittannië gaat klopt deze analyse, maar het Verenigd Koninkrijk is niet de kern van Europa. In tegendeel, het is precies de uitzondering. Dat is een gevolg van de hele andere oriëntering van het Britse kapitaal dat veel meer gericht is op en geïntegreerd met dat in de VS dan in de rest van Europa. Er is geen enkel ander land waar de heersende klasse, de kapitaalsbezitters en hun politieke dienaren niet in overgrote meerderheid voorstanders en dragers zijn van de huidige EU en van het associatieverdrag met de Oekraïne.
Dat geldt zeker ook voor Nederland. Alle grote ondernemingen, banken, financiële instellingen en hun vertegenwoordigers als VNO-NCW zijn vurige voorstanders van dit Europa en van dit verdrag. Dat geldt ook voor alle traditionele politieke partijen: alle politieke partijen die ooit in Nederland in de regering gezeten hebben zijn voor dit Europa en voor dit verdrag. Een linkse campagne tegen dit verdrag is dus bij uitstek een campagne tegen ‘onze heersende klasse’.En Wilders, Baudet, GeenStijl en al die andere rechtse nationalistische schreeuwers die tegen Europa en tegen dit verdrag ageren? Vormen die dan niet een ander nationalistisch kamp van de heersende klasse?
Uiterst recht in Europa
Overal in Europa zien we de opkomst en versterking van uiterst rechts. Dat komt tot uitdrukking in de electorale successen van mensen als Wilders, le Pen, de Wever en dergelijke. Maar dat is slechts het topje van de ijsberg. Daaronder en daarachter zit inmiddels een grote laag van opiniemakers, bloggers en actievoerders die met allerlei verschillende accenten het uiterst-rechtse gedachtegoed uitdragen en een belangrijke invloed uitoefenen op de publieke opinie en op de traditionele partijen. Die uiterst-rechtse beweging vormt een groot gevaar en moet in al zijn verschijningsvormen bestreden worden. De onderlinge verschillen bij uiterst rechts zijn groot, maar altijd richten ze zich verbaal tegen ‘de elite’, ‘de oude politiek’ en vrijwel altijd ook tegen Europa.De heersende klasse profiteert op allerlei manieren van het optreden van uiterst-rechts. Die wakkert via haar racisme de onderlinge tegenstellingen aan, schept een klimaat waarin allerlei autoritaire en asociale maatregelen acceptabel gevonden worden, en misschien wel het belangrijkste: ze kanaliseert de onvrede onder grote delen van de bevolking in een voor de heersende klasse ongevaarlijke richting. Op die manier is uiterst rechts in deze tijden van crisis en spanningen voor de heersende klasse van groot nut.
Maar is uiterst-rechts daarmee ook de uitdrukking van een bepaalde stroming, een bepaald kamp van de heersende klasse? Zijn Wilders, Baudet, GeenStijl en consorten een uitdrukking van een bepaalde nationalistische, anti Europese stroming in de heersende klasse? Ik denk van niet. Natuurlijk zijn er ondernemers met name in het midden- en kleinbedrijf die niets in Europa zien en die uiterst-rechts steunen. Maar dat lijkt een beperkte en nogal marginale groep. Dat zou kunnen veranderen als de economische, maar vooral ook de politieke crisis in Europa zich verder doorzet, de onderlinge tegenstellingen binnen Europa veel scherpere vormen aannemen en de traditionele partijen niet meer in staat zijn de boel in de hand te houden. Dan zouden belangrijke delen en uiteindelijk zelf de meerderheid van de heersende klasse voor het aan de macht brengen van uiterst-rechts en een nationalistische koers gewonnen kunnen worden. Maar dat is nu (nog) niet het geval. De overweldigende meerderheid van de heersende klasse in Europa (met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk) is pro-Europees. Zij zien uiterst-rechts ongetwijfeld als een nuttig drukmiddel, een nuttige uitlaatklep voor ongenoegen, maar voorlopig niet als een reële en verstandige optie om aan de macht te brengen.
Als van den Berg de verschillen tussen de traditionele partijen van de heersende klasse en uiterst rechts echt ziet als een strijd tussen twee kampen binnen de heersende klasse waar links zich verre van moet houden, wat is daar dan de consequentie van voor de strijd van links tegen uiterst rechts? Moeten we ons daar voortaan ook verre van houden?
De nee campagne
Een belangrijk argument voor een duidelijke linkse nee-campagne is dat we dat terrein niet aan uiterst-rechts over moeten laten, dat we moeten voorkomen dat uiterst-rechts de belangrijkste kracht is die (op een verkeerde manier) uitdrukking geeft aan de terechte weestand bij hele grote delen van de bevolking tegen het Europese crisisbeleid in al zijn vormen.Van den Berg lijkt ervan uit te gaan dat er sprake is van één nee-campagne. Dat is natuurlijk niet zo. Een referendum is een bot instrument waarmee de kiezer alleen vóór of tegen, ja of nee, kan zeggen, zonder dat uit zijn stem de argumentatie blijkt. Maar die argumentatie kan wel heel sterk verschillen en dat blijkt uit de gevoerde campagnes. Ook bij het referendum van 2005 over de Europese Grondwet waren er op zijn minst drie nee-campagnes. De campagne van Geert Wilders met ‘nee tegen Europa’ als boodschap, de campagne van de SP met ‘tegen een Europese superstaat en tegen meer Europa’ als strekking en die van het comité Grondwet Nee met “tegen dit neoliberale en ondemocratische Europa, voor een ander Europa’, als kern. Daarnaast voerde ook de ChristenUnie en de Partij voor de Dieren een campagne met hun eigen accenten.
Zoals ik in mijn vorige stuk al schreef heb ik geen steun gegeven aan de campagne om dit referendum af te dwingen. Maar dat is nu een gepasseerd station. Het referendum wordt gehouden. De vraag die wij als kiezers voorgelegd krijgen is: ‘Bent u voor of tegen de wet tot goedkeuring van de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne?’ Met andere woorden bent u voor of tegen dat verdrag? Volgens van den Berg is dat een ‘nationalistische vraagstelling’, dat lijkt me onzin. Er kan op basis van die vraagstelling wel een nationalistische campagne gevoerd worden, maar ook een linkse en internationalistische.Ik kan me moeilijk voorstellen dat de oproep van van den Berg om geen linkse nee-campagne te voeren door de andere leden van de Internationale Socialisten wordt gedeeld. Het is te hopen dat die zich door dit stuk niet laten weerhouden om mee te doen met de broodnodige campagne tegen dit asoverdrag.
Grenzeloos wil ook een platform voor discussie zijn. Daarom stellen we reacties op artikelen op prijs. Je kan een korte reactie insturen via het reactieformulier. Een uitgebreidere reactie plaatsen we graag als artikel. Stuur dat op naar het redactie adres: redactie@grenzeloos.org. Voor seksistische en racistische reacties, persoonlijke aanvallen en beledigingen en persoonlijke stokpaartjes kan je op tal van sites terecht maar wij plaatsen ze niet. Serieuze inhoudelijke stukken wel.Redactie Grenzeloos.
Geheel mee eens.
Geheel mee eens.
Reactie toevoegen