Een goed pensioen blijft een kwestie van fatsoen, een andere kijk op pensioenen

Om de discussie over de pensioenen een nieuwe impuls te geven, organiseerden de Werkgroep Pensioen Activiteiten en het Landelijk Comité Red het pensioenstelsel van de FNV op 10 mei 2019 een conferentie. Plaats: vergaderzaal van het Ledenparlement in Het Facet Utrecht. Daar kwam een viertal wetenschappers aan het woord die in het pensioendebat hun sporen verdiend hebben. Voorzitter was oud-vakbondsbestuurder FNV Jan Willem Dieten.

De geboden inzichten lieten niet veel over van de visie en standpunten van Rutte 3 en de werkgevers en zullen de onderhandelaars van de FNV aan het denken moeten zetten.

Betaalbaarheid AOW

Als eerste sprak Harrie Verbon, emeritus hoogleraar openbare financiën aan de Universiteit van Tilburg. De kern van zijn presentatie was de koppeling van de AOW uitgaven aan het Nationaal Inkomen, dus wat we in Nederland gezamenlijk verdienen. Momenteel ligt de verhouding rond de 5 procent. Aan de AOW wordt dus van het totale inkomen 5 procent uitgegeven. Dat percentage vertoont een schommeling zonder wezenlijke invloed.

De berekeningen van Verbon leiden tot een kleine procent verhoging van de kosten voor de AOW, dus blijven ze onder de 6 procent, zelfs voor langere tijd. Zijn gegevens tonen aan dat een laag percentage economische groei de verhouding tussen het Nationaal Inkomen en de uitgaven voor de AOW goed in balans houdt. De kwestie is dus niet de vergrijzing of de ontgroening, waardoor de AOW onbetaalbaar zou worden of dat de jongeren moeten opdraven voor de welvaart van de ouderen. Iets wat Rutte en Koolmees ons willen doen geloven. De kwestie is een scheef gegroeide verdeling van het Nationaal Inkomen.

Verhoging rekenrente

De econoom Rob de Brouwer hield een ontnuchterend verhaal over de tweede pijler van ons stelsel: de aanvullende pensioenen. Zijn redenering was tweeledig.

Ten eerste zou de overheid een einde moeten maken aan het gebruik van een kunstmatig lage discontovoet, het officieel door De Nederlandsche Bank vastgestelde rentepercentage dat de norm is voor het minimumtarief voor de geldmarkt. Dit idee is ingevoerd door Mario Draghi, de voorzitter van de Europese Bank. Zijn stelling om de economie te stimuleren luidt: hoe lager de rente, hoe groter de verleiding van de investeerders. Dit principe werkt echter niet meer. Nederland is daarin het beste jongetje van de klas met een discontovoet van 1,2 procent. Dit percentage wordt vervolgens ook toegepast op de rendementsberekening van de pensioenfondsen en houdt daarmee de rendementen kunstmatig laag. Hierdoor groeit het vermogen van de pensioenfondsen exponentieel, tot vandaag 1.500 miljard euro. Een voorzichtige rentevoet van 2,5 procent zorgt ervoor dat de verhouding bij de pensioenfondsen tussen de verplichte uitgaven aan de ene kant en de inkomsten aan de andere kant - de fameuze dekkingsgraad - ruim boven de 110 procent komt. Indexeren is dan geen enkel probleem.

Een tweede voorstel van De Brouwer is dat de werkgevers de volledige afdracht van de premies voor hun rekening nemen. In feite is dat nu enigszins gekunsteld, omdat ook de werknemerspremies worden ingehouden en afgedragen door de werkgevers. Dat zou het probleem van de fondsvorming en de individuele potjes uit de wereld helpen. [Het succes van deze benadering lijkt me zeer twijfelachtig. Zo kan namelijk de weg geopend worden om het fonds als een verzekeringsvermogen te zien en daarmee een mededinging door verzekeringsmaatschappijen mogelijk maken].

Behoud het stelsel

Bernard van Praag, emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam in de econometrie, hield een vlammend betoog om het stelsel in tact te houden. Het is namelijk een uitgebalanceerd systeem met een omslagstelsel van de AOW als eerste pijler en een kapitaal dekkend, aanvullend pensioen als tweede pijler.

Beide verdienen een verbetering. Het is dan wel noodzakelijk dat vooral de overheid afstapt van haar beleid. Indexeren van de pensioenen kan zonder risico en er is slechts weinig voor nodig, namelijk een 'prudente' (voorzichtige) verhoging van de vermaledijde rekenrente. Van Praag schat dat ongeveer 2,7 procent zeer redelijk is. Bovendien gaat de indexatie van de pensioenen de overheid geld opleveren, omdat over hogere pensioenen belasting betaald moet worden.

Vermogensbeheerkosten

Tot slot de bijdrage van David Hollanders, econometrist van de Universiteit van Amsterdam. Hij ging met name in op de kosten van het vermogensbeheer van de pensioenfondsen. Ze hebben dat beheer uitbesteed aan een uitvoeringsorganisatie die het vervolgens doorgeeft aan met het vermogen speculerende bedrijven die grote rendementen behalen.

Aan deze gang van zaken kleven twee nadelen. Ten eerste, het systeem is totaal niet transparant, waardoor werkgevers en werknemers niet in staat zijn het beheer goed uit te voeren. Ten tweede, een dergelijk vermogensbeheer is erg kostbaar. Hollanders komt tot een raming van 8 miljard euro per jaar. Wanneer de pensioenfondsen hier 10 procent zouden besparen, en dat kan gemakkelijk, levert dat jaarlijks 800 miljoen euro op. Daarmee kunnen de pensioenfondsen leuke dingen doen voor hun deelnemers en eigenaren, de werkers die uiteindelijk het fonds gemaakt hebben.

Vakbeweging en onderhandelingen

Formeel wordt er op dit moment, 16 mei 2019, nog niet verder onderhandeld. Maar 'naar verluidt', onderhandelt Koolmees oncontroleerbaar op deelpunten met de oppositiepartijen om tot overeenstemming te komen. De vakbeweging staat dus even buiten spel en moet afwachten. Uiteraard doet ze dat niet.

Tuur Elzinga de hoofdonderhandelaar die op de conferentie aanwezig was, zei dat hij het voor 95 procent eens was met de bijdragen van de vier inleiders. Wanneer hij dat met zijn mede onderhandelaars in klinkende munt omzet, dan worden de eisen van de vakbeweging met glans ingewilligd en daarvoor is geen akkoord nodig. Dat geeft ons daarna de tijd om op ons gemak te werken aan een verbetering van het al goede pensioenstelsel. In de tussentijd is de AOW voor langere tijd bevroren, worden de pensioenen geïndexeerd en kunnen de fondsen opengesteld worden voor flexers en zzp'ers. De kortingen zijn dan ook van de baan …..

Zie voor slotverklaring en oproep van de conferentie hier onder

Dit artikel verscheen eerder op Solidariteit

Voor een collectief en solidair pensioenstelsel

Uit de jaarlijkse Global Pension Index van het adviesbureau Mercer blijkt dat Nederland in 2018 met haar pensioenvoorzieningen opnieuw op de eerste plaats staat. Het is daarom onbegrijpelijk dat achtereenvolgende kabinetten zich blijven inzetten om dit stelsel te vervangen.

Met 'framing' (al zou het huidige stelsel niet 'toekomstbestendig' zijn) en via regelgeving (onder andere via het nieuwe Financieel Toetsingskader) worden pensioenfondsen (en de sociale partners) rijp gemaakt mee te werken aan een fundamentele wijziging van het stelsel.

Het huidige pensioenstelsel heeft uiteraard 'onderhoud' nodig (bijvoorbeeld: aanpassing aan de veranderde arbeidsmarktomstandigheden en terugdringing vermogensbeheerskosten), maar daarvoor hoeft het stelsel niet op de kop. Het collectieve en solidaire pensioenstelsel van Nederland moet juist met kracht worden verdedigd!

Steun aan eisen

Op een conferentie op 10 mei 2019, georganiseerd door de FNV hebben onderstaande pensioendeskundigen onderbouwt dat het pensioenstelsel helemaal niet fundamenteel hoeft te worden gewijzigd. Zij tonen aan dat in het huidige pensioenstelsel de volgende vraagstukken op te lossen zijn :

de kosten van de AOW (geen verhoging AOW-leeftijd),

de houdbaarheid van het aanvullende pensioen,

de positie van zzp'ers en flexwerk in een collectief en solidair pensioenstelsel.

Wij geven daarmee steun aan de eisen waarvoor de leden van de FNV en vele andere deelnemers aan pensioenfondsen en gepensioneerden nu al jaren actie voeren:

* op tijd kunnen stoppen met werken -AOW-leeftijd 66 jaar, schrap boetes op eerder stoppen,

* een goed pensioen bij pensionering - elke generatie indexatie,

* een goed pensioen voor iedereen - ook flex en zzp.

Wij, wetenschappers, pensioendeskundigen en actievoerende vakbondskaderleden, roepen hun collega's op niet te buigen voor de 'framing' en mythevorming in de pensioendiscussie, zich te blijven baseren op de feiten en zich aan te sluiten bij deze oproep om het collectieve en solidaire pensioenstelsel van Nederland met kracht te verdedigen!

Wetenschappers en pensioendeskundigen

- Rob de Brouwer, econoom, onder andere voorzitter van de Vereniging van Oud Hoogovens Medewerkers.

- David Hollanders, econoom, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam.

- Bernard van Praag, emeritus hoogleraar Universiteit van Amsterdam.

- Harrie Verbon, hoogleraar Universiteit van Tilburg.

Vakbondskaderleden

Huub Esten, Maastricht.

Jan Ilsink, Den Haag.

Cor Koers, Amsterdam.

John Marks, Venlo.

Sjarrel Massop, Amersfoort.

Cor Minnaard, Bergen op Zoom.

Jo Vaessen, Heerlen.

Dossier
Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop