Het recente, derde IPCC-verslag bevat als belangrijkste conclusie dat de omvorming (transitie) naar duurzame energie en minder energieverbruik voor het klimaat urgent zijn (IPCC: Intergovernmental Panel on Climate Change). Om de doelstelling van anderhalve graad temperatuurstijging te halen, moet de CO2 uitstoot snel omlaag, en de transitie in een hogere versnelling. Ook al zijn de inspanningen in het rapport positief te noemen, ze zullen uiteindelijk falen wanneer een antikapitalistisch plan uitblijft - de kapitalistische noodzaak tot accumulatie is namelijk een enorme rem.
Hier aandacht voor een interessant plan voor de (Nederlandse) staalindustrie aan de hand van een viertal onvoldoende uitgewerkte onderdelen.
Het klimaatdebat gaat over de fossiel gebruikte energie die de alsmaar stijgende uitstoot van CO2 tot gevolg heeft. De dwang tot economische groei biedt geen ruimte voor de omvorming naar duurzame energieën als bijvoorbeeld zon en wind. Vandaar dat het IPCC-verslag pleit voor minder energieverbruik en drastische terugdringing van de consumptie en tevens een kritische analyse biedt van de productiesystemen.
Staalindustrie als voorbeeld
De bedoeling van deze bijdrage is om het 'anders denken' over maatschappelijke problemen en zelfs crises te stimuleren. Anders denken is een begrip van Rosa Luxemburg dat ze gebruikte om haar kritiek op zowel de sociaaldemocratie als op de Russische revolutie uit te uitoefenen. Het is meer een denkrichting dan dat het geconcretiseerd is. Concretiseren is een vorm die onderhevig is aan 'anders denken, in de praktijk uitgewerkt. Een poging iets te concretiseren, vormt meteen een uitdaging tot kritiek, tot 'anders denken'. De praktijk wordt dan een synthese van vele andere gedachten.
Vooraf een opmerking over de Jevons Paradox die stelt dat de arbeidsproductiviteit door nieuwe technologieën weliswaar toeneemt, maar evenzeer stijgt de hoeveelheid arbeid, omdat het gehele productieniveau omhoog moet om de groei en winst in stand te houden. Dat geldt ook voor de energiebehoefte. Voor de verduurzaming van de wereldwijde economie is meer energie nodig dan elektriciteit en waterstof als schone bronnen kunnen leveren. Zoveel meer bij de huidige energiebehoefte dat zon, wind en kernenergie de benodigde hoeveelheid in vele jaren niet kunnen leveren. Het schrijnende is dat ogenschijnlijk schone energiebronnen als elektriciteit en waterstof meer vervuiling veroorzaken dan dat ze oplossen. Voor de productie van waterstof is veel elektriciteit nodig, maar ze levert uiteindelijk zo’n 30 procent rendementsverlies op. Hetzelfde geldt voor de elektriciteit: dertig procent meer energie is nodig dan wat aan elektrische energie beschikbaar komt.
De mogelijkheid tot omvorming is echter denkbaar. De staalindustrie, zeker de Nederlandse, is daarvan een voorbeeld. Bij Tata Steel is een plan ontwikkeld met de naam Zeester of Groenstaal. 1 Het biedt een versnelling, maar is controversieel. Voor de versnelling heeft de FNV sectorraad van de senioren twee moties aangenomen die vier kwesties behandelen: het eigendom, de technologie, de aansturing, de financiering.
Eigendom
De omvorming van het traditionele staal maken naar een duurzame manier is ingrijpend en vraagt een grote investering, plus een afschrijving van kapitaal in de vorm van bestaande installaties. Daarbij is het onvermijdelijk dat de productiecapaciteit afgebouwd wordt om de accumulatie tegen te gaan. Staal moet niet gezien worden als een commercieel aantrekkelijk product, maar als een maatschappelijke voorziening die het leven goedkoper en aantrekkelijker kan maken. 'Anders denken' betekent staal niet als een commercieel product zien, maar als een nutsvoorziening. Staal biedt ook veel mogelijkheden voor een circulaire economie en kan relatief eenvoudig gerecirculeerd worden. Winst maken, noch groeien is meer een doel. De kosten aan kapitaal, zowel constant (productiemiddelen) als variabel (levende arbeid), moeten ingelost worden, dus de bedrijfsvoering moet zo plaatsvinden dat er meerwaardevorming plaatsvindt. Het rendement voor geïnvesteerd vermogen zal er komen, maar dat gaat langzaam. De saneringskosten voor de huidige activiteiten in IJmuiden zijn ook groot.
Commercieel is Groenstaal voor de huidige eigenaar Tata niet aantrekkelijk. Dat betekent dat Tata niet staat te juichen. Ze voorziet problemen voor de transitie (omvorming), vandaar dat het bedrijf in de etalage is gezet. Er zijn geen serieuze gegadigden. De omvorming naar Groenstaal is voor Tata wel interessant als het om de technologie gaat. De productiecapaciteit in India, met groeiperspectief, is momenteel 105 miljoen ton per jaar. De capaciteit van de Nederlandse tak is 7 miljoen ton, dat is aanzienlijk minder. India ontkomt niet aan de discussie over transitie, tegengaan van de opwarming van de aarde is een wereldwijd probleem. Nu zijn nog goedkoop kolen uit Rusland te kopen, dat is eindig. Ooit zal ook India de transitie moeten maken.
De kennisontwikkeling is daarom voor Tata interessant, niet de transitie naar Groenstaal in Nederland zelf. Ze zullen dus zeker niet bestaande installaties omwille van CO2 emissies willen afschrijven. Het idee van nationaliseren van het bedrijf is ook niet aantrekkelijk. De overheid zal veel vermogen moeten lenen op de financiële kapitaalmarkten tegen stijgende rente met weinig rendementsperspectief – zeker op korte termijn.
De oplossing is dat het bedrijf gesocialiseerd gaat worden. Publiek vermogen moet worden verzameld om een meerderheid in de Nederlandse samenleving warm te maken voor Groenstaal en de uitvoering van de omvormingsplannen. Zeker nu die versneld moeten worden. Ideeën daarvoor zijn talrijk, zie hieronder bij “aansturing” een summier uitgewerkt idee.
Technologie
Groenstaal is een productieprocedure, waarbij de reductie van ijzererts niet met koolstof, maar met waterstof plaatsvindt. IJzererts is een chemische verbinding van ijzer en zuurstof. Zowel koolstof (chemisch symbool: C) als waterstof (H) binden zich graag aan de zuurstof (O). Hierdoor komt het zuivere ijzer vrij, de verbinding van koolstof en zuurstof is CO2. De verbinding tussen waterstof en zuurstof is H2O (water). Reductie is de zuurstof van het ijzererts afhalen.
Dat is precies wat er in een Hoogoven gebeurt. Daar wordt ijzererts in de vorm van pellets opgewarmd tot zo’n 1.000 graden Celsius bij aanwezigheid van koolstof in de vorm van cokes. Dat wordt op zijn beurt gemaakt in een cokesfabriek. Daar wordt steenkool, voornamelijk een verbinding van koolstof en waterstof, gekookt bij een temperatuur van 1.200 graden. Daardoor blijft de zuivere koolstof achter in de vorm van cokes.
De vluchtige stoffen - waterstof 60 procent, methaangas 25 procent, ammoniaksporen, zwavelstofverbindingen en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK, zoals benzeen en naftaline, kankerverwekkend) 10 procent - komen vrij en worden gereinigd. Deze gassen worden hergebruikt voor het stoken van de kooksfabrieken en het opwekken van elektriciteit van de PEN centrale. Deze draait volledig op de Hoogovens, een mengsel van Hoogovengas en cokesgas. De sluiting van de Hoogovens impliceert automatisch het stilleggen van de nog enige elektriciteitscentrale van Noord Holland.
De reductie met koolstof levert dus veel kooldioxide op, het broeikasgas. Daardoor is de Hoogovens de grootste vervuiler van Nederland als het om broeikasgas gaat. De reductie met waterstof levert slechts water als bijproduct, is redelijk nieuw en heet DRI (direct reduced iron). Voor deze procedure is veel elektriciteit nodig. Voor de omvorming van Hoogovens naar Groenstaal is dus veel elektriciteit nodig. In één klap is het probleem van de uitstoot verleden tijd van kooldioxide, koolmonoxide, stikstof - en zwavelverbindingen en de PAK stoffen.
Dat is het plan Zeester en Groenstaal. Het betekent de sluiting op het terrein van Tata Steel van de twee nog resterende hoogovens 6 en 7 en van de kooksfabrieken 1 en 2. Hoogoven 6 en koojsfabriek 2 zijn aan het einde van hun levenscyclus, er gaat nauwelijks kapitaal verloren, wel staalcapaciteit (zo’n 40 procent). De sluiting is voorzien rond 2030. Kooksfabriek 1, ook een leverancier van veel waterstof en Hoogoven 7 volgen dan rond 2050. Er moet daarvoor in de plaats een waterstoffabriek komen die gaat draaien op de elektriciteit van de windmolens op zee. Dit proces kan versneld worden door met spoed twee DRI installaties te bouwen.
Dit is globaal het plan, het laat ruimte voor aanpassingen en andere elementen, zoals bijvoorbeeld een walserij dikke plaat voor de windmolens. Allemaal mogelijkheden, maar in de kern gaat het om de omvorming van de ijzererts reductie. Het plan kan versneld worden, de realisatie moet mogelijk zijn in 2030.
Aansturing
Dit is een controversieel aspect dat veel 'anders denken' vergt. Groenstaal kan niet in een commerciële situatie functioneren. Het wordt meer een nutsbedrijf voor energie en staal. De omvorming betekent de productie van nuttige producten als staal voor de bouw, het transport, de windmolens op zee en voor verpakkingsstaal. Voor Nederlands verbruik is dan 7 miljoen ton staal per jaar rijkelijk veel.
Belangrijker is dat het plan niet via een privaat bedrijf kan. Voor de opstart van Groenstaal, en voor de uiteindelijke bedrijfsvoering, ligt het ook niet voor de hand om dat door de overheid te laten doen. Die is niet stabiel genoeg en de verleiding om het vervolgens weer te privatiseren, is onder de huidige politieke verhoudingen te groot.
Daarbij komt dat publieke betrokkenheid zeer wenselijk, bijna noodzakelijk is. Bij de mensen die komen te werken bij Groenstaal moet er bovendien veel inzicht komen in de bedrijfsvoering. Bij de de omwonenden die de vieze, de gezondheid verpestende vervuiler meer dan zat zijn. Er zal ook veel publiek geld geïnvesteerd worden - als betrokkenheid, zeggenschap en controle er niet zijn zal de kans van slagen gering zijn.
Het gehele traject is permanent gebaat bij een grote betrokkenheid van de Nederlandse samenleving die georganiseerd moet worden. Dus ligt het voor de hand om voor het plan en het verdere beheer van Groenstaal een consortium samen te stellen: een publiek samenwerkingsverband zonder commerciële doelstelling.
In plaats van nationalisatie zou dit socialisatie genoemd kunnen worden. Het consortium moet breed samengesteld worden met wetenschappers, maar ook met mensen uit de praktijk en sociale bewegingen. De medezeggenschap, controle en inspraak moeten goed georganiseerd worden. Mens en milieu zijn zeer gebaat bij het slagen van Groenstaal.
Financiering
Achter op een bierviltje is de volgende berekening te maken:
* een DRI installatie bouwen kost ongeveer 1,5 miljard, een waterstoffabriek voor de benodigde capaciteit kost ruim 1 miljard,
* de sluiting en sanering van het terrein kosten 3 miljard, het in eigendom krijgen ook,
* onvoorzien en bedrijfskapitaal is te schatten op 5 miljard.
Bij elkaar een 15 miljard. De overheid zal dat bedrag niet zonder de financiële markten op tafel krijgen en staat dus een fikse rentebetaling te wachten. De politieke partijen zullen niet juichend reageren, een discussie in de Kamercommissie voor Economische Zaken heeft dat duidelijk gemaakt.
De vakbond is bezig met een campagne voor een schoon pensioen. Alleen al de drie grote pensioenfondsen hebben op dit moment een belegd vermogen van bijna 1.000 miljard. Een substantieel aandeel is nog altijd belegd in fossiele brandstoffen. Door de heftige inflatie zullen pensioenfondsen flink moeten afschrijven op hun vermogen. In 2008, bij de vorige crisis, was dat al ongeveer 200 miljard. Dus zal 15 miljard voor een project als Groenstaal geen probleem zijn.
Binnen de vakbeweging is veel discussie. Velen, en niet alleen gepensioneerden, zullen terecht zeggen dat het geld voor de pensioenen is opgebracht door de mensen die premie hebben betaald. Maar de pensioenen worden niet bedreigd door de omzetting van investeringsdoelen. Binnen redelijke termijn zal het bedrijfsresultaat positief worden. Dat is ook de verwachting die de plannenmakers van Zeester hebben. Uiteraard zal het pensioenfonds van de Hoogovens meedoen en wellicht ook allerlei publieke instanties zoals de vakbeweging. Investeringen gaan rendement opleveren.
Een versnelling van het project Groenstaal is mogelijk. Er zijn middelen voor, de betrokkenheid van de samenleving hoeft geen probleem te vormen. Het vermogen zal zich kunnen herstellen. Het milieu en het klimaat zullen er geweldig bij gebaat zijn. Nederland krijgt nieuwe energie en een nuttige basisindustrie. Nederland zal snel kunnen voldoen aan de klimaatdoelstellingen van Parijs en Glasgow.
Het zou goed zijn voor het publieke debat als veel andersdenkenden dit plan heel kritisch, maar constructief beoordelen. Persoonlijk heb ik twintig jaar met veel kritisch plezier bij de Hoogovens gewerkt. Ik ken het bedrijf goed, ik weet dat er veel kennis is en dat velen werkelijk verder willen met het bedrijf. Er ligt een geweldige uitdaging voor andersdenkenden, ik wil de discussie graag aanmoedigen.
- Oud medewerkers van de Hoogovens en wetenschappers hebben het plan Zeester gemaakt. De FNV heeft dit overgenomen er een eigen invulling aan gegeven: het plan Groenstaal. Het is nogal technisch, maar voor iedereen toegankelijk - FNV.nl: strategisch-plan-Zeester.pdf (terug)
Dit artikel is overgenomen van Solidariteit.
Reactie toevoegen