Het is zo dat de Nederlandse krijgsmacht graag voor wereldmacht speelt, terwijl we maar een klein land zijn. De wapenindustrie vaart daar wel bij.
Het is wonderlijk dat in het debat over de dramatische dood van twee militairen in Mali steeds de noodzaak tot verhoging van het Defensiebudget wordt genoemd. Ondanks dat zowel de afgetreden minister als de OvV expliciet hebben gezegd dat dit niet de oorzaak is. De mantra voor meer geld voor Defensie moet blijkbaar voortdurend herhaald worden. Maar gaat het om meer geld of om keuzes die gemaakt worden? Zo staat de inmiddels gevleugelde uitspraak dat militairen wegens gebrek aan kogels ‘pang pang’ moeten roepen tijdens een oefening op gespannen voet met bijvoorbeeld het afschieten van 9 Harpoon-raketten bij een marine-oefening voor de Noorse kust. Die dingen kosten een half miljoen per stuk. Daar kan je heel wat kogels voor van kopen.
Toch zal de Defensiebegroting met het aantreden van het nieuwe kabinet fors omhoog gaan. Er staat heel wat op het verlanglijstje van de krijgsmacht. Twee nieuwe multi-purposefregatten (M-fregatten) voor 730 miljoen euro. Onderzeeboten waarvoor minimaal 2.500 miljoen euro nodig is. Killer drones, de zogenaamde Reapers, waarmee de Verenigde Staten echte of vermeende terroristen liquideren. En ook nog een stuk of wat extra JSF’s, want met de 37 toestellen die we nu voor 4,5 miljard euro aanschaffen is de luchtmacht niet tevreden. Daarnaast staat sinds het gedreig van Kim Jong-un en de volstrekt onverantwoorde reactie daarop van Donald Trump het Missile Defense-programma weer volop in de belangstelling. Daar wordt zelfs een speciale lobby-bijeenkomst over georganiseerd in de Tweede Kamer.
Het moge duidelijk zijn dat deze wapens niet bedoeld zijn voor een veiliger werksituatie voor militairen op vredesmissie. Het gaat om uitbreiding van militaire mogelijkheden om een rol te kunnen spelen in internationale, grootschalige oorlogsvoering tegen China of Rusland bijvoorbeeld. Voor vredesmissies zouden eenvoudiger systemen volstaan, waardoor wat meer geld over zou blijven voor onderhoud, persoonlijke uitrusting en betere pensioenen van militairen. Het is niet zo dat Nederland te weinig geld uitgeeft aan Defensie. Het is zo dat de Nederlandse krijgsmacht graag voor wereldmacht speelt, terwijl we maar een klein land zijn. De wapenindustrie vaart daar wel bij.
Dit artikel verscheen eerder op Joop.
Reactie toevoegen