Op 9 april 1917, nu honderd jaar geleden, begon Lenin aan zijn reis naar de Russische Revolutie. Vanuit Zürich in Zwitserland vertrok hij in een gezelschap van 32 kameraden met de trein richting Sint Petersburg. Terwijl de Eerste Wereldoorlog nog in alle hevigheid gaande was, was in Rusland in februari de Tsaar afgezet en vervangen door een burgerregering. Lenin was van plan die omwenteling verder te voeren zodat Rusland een arbeiders- en boerenstaat zou worden.
Geen vakantiereisje
Over de reis van Lenin naar de revolutie bestaan vele verhalen. De meest recente bijdrage daaraan wordt geleverd door Catharine Merridale, een Engelse historica. Zij schreef het 288 pagina's tellende boek ‘Lenin in de trein’ (Nieuwamsterdam 2016). Zij maakte voor haar boek ongeveer dezelfde treinreis als Lenin en schildert daarvan beelden die de fantasie prikkelen. Bovendien baseert ze zich op persoonlijke herinneringen in memoires en op vrijgekomen archieven van betrokken geheime diensten. Want Lenin's reis was bepaald geen onschuldig vakantietripje. De wereld stond immers in brand. De Eerste Wereldoorlog woedde op twee fronten. In het westen werden bloedige veldslagen uitgevochten vanuit loopgraven tussen enerzijds de Fransen en de Engelsen en anderzijds de Duitsers. Aan het oostfront vochten die Duitsers een al even bloedige oorlog uit met de Russen. In 1917 waren aan Russische zijde al 2 miljoen jonge soldaten gesneuveld. De toestand in het achterland was chaotisch. In een pandemonium van honger, stakingen en oproer was in de Februari Revolutie de Tsaar afgezet en opgevolgd door een burgerlijke Voorlopige Regering, terwijl overal sovjets (raden van arbeiders/boeren/soldaten) uit de grond schoten.
Van oorlog naar revolutie
Lenin beoordeelde de Eerste Wereldoorlog als een imperialistisch conflict. Hij zag het als een strijd tussen kapitalisten die onderling vochten om de verovering van markten en grondstoffen. Kapitalisten die natuurlijk niet zelf naar het front trokken, maar daar hun arbeiders en boeren in uniform naar toe stuurden. En lieten doodbloeden. Lenin hoopte dat de imperialistische oorlog in Europa kon worden omgezet in burgeroorlogen tégen de kapitalisten en voor vrede en arbeidersmacht. Hij zag het als zijn taak om daar in Rusland een stevige bijdrage aan te leveren. Dat vonden de Duitsers een interessant gegeven. Als Lenin in Rusland onrust stookte en misschien wel een wapenstilstand wist te forceren, dan zou het oostfront worden ontlast en extra inzet mogelijk zijn in de loopgraven aan het westfront. Daarom waren de Duitsers bereid om Lenin vanuit zijn ballingsoord in Zwitserland door Duitsland richting Rusland te laten reizen. Omdat de Engelsen en de Fransen elke andere route afsneden (zij wilden hun Russische bondgenoten van de Voorlopige Regering natuurlijk niet verzwakken), ging Lenin akkoord met het Duitse voorstel. Om niet van verraad te worden beticht, bedong hij wel dat de reis werd afgelegd in een verzegelde wagon. Er mocht onderweg géén contact plaatsvinden met Duitse autoriteiten.
Op weg
Zo vertrok op 9 april 1917 (Gregoriaanse kalender) een trein met één wagon vanuit het station van het Zwitserse Zürich richting Sint Petersburg. Naast Lenin waren er 31 medepassagiers. Daaronder zijn vrouw Kroepskaja, zijn assistente en minnares Inessa Armand, en andere partijgenoten zoals Zinovjev en Radek. In haar boek geeft Catharine Merridale een levendige beschrijving van de reis, die door Duitsland, langs Berlijn, via Zweden en Finland naar Sint Petersburg voerde. In haar verhaal komt Lenin naar voren als een wat bazige, stijve, superserieuze figuur. Hij regelde wanneer het bedtijd was en verordonneerde voorrang bij de twee toiletten voor plassers boven rokers (in de coupés mocht helemaal niet gerookt worden). Druk doende was hij tevens met het voorbereiden van zijn politieke koers na terugkeer. Hij zette de eerste lijnen van zijn April Stellingen uit. Stellingen die voor het verdere verloop van de Russische Revolutie van gigantische betekenis zouden blijken.
Stoot tot revolutie
Vrijwel onmiddellijk na zijn aankomst op het Finlandstation in Sint Petersburg op 13 april 1917 lanceerde Lenin zijn April Stellingen, ook wel bekend als de April Thesen, o.a. in de partijkrant Pravda. Kort samengevat komen deze stellingen neer op:
Alle macht aan de sovjets
- onmiddellijke stopzetting van de oorlog
- alle land aan de boeren
- arbeiderscontrole in de fabrieken
- nationalisatie van de banken
- afzetting van de Voorlopige Regering
- vestiging van een sovjetstaat
- oprichting van een revolutionaire Internationale
Nog korter samengevat: Alle macht aan de sovjets! Voor vrede, vrijheid, land en brood!
Uiteindelijk gaven deze stellingen de definitieve stoot tot de Oktoberrevolutie, de verovering van de macht onder leiding van Lenin's partij de Bolsjewiki en de vestiging van de Sovjet Unie.
Uit de rails
Tot de aankomst van Lenin in Sint Petersburg maakt het boek van Catharine Merridale een gedegen indruk. De geraadpleegde memoires en archieven worden begripvol, vrij rustig en niet al te wild geïnterpreteerd. In de laatste twee hoofdstukken, eigenlijk vanaf het Finlandstation, slaat het boek op hol. Het loopt uit de rails. Terwijl Catharine zelf feitenmateriaal aandraagt dat aangeeft dat het vrijwel onmogelijk is te achterhalen hoeveel de Duitse steun aan de Bolsjewiki bedroeg en hoe die dan bijvoorbeeld van Berlijn bij de Pravda kon aankomen, verwijt ze Lenin paginalang dat hij daarover is blijven liegen. Lenin heeft nooit ontkend dat hij in een verzegelde wagon door Duitsland in Rusland wist te komen. Hij begreep ook dat de Duitsers daar voordeel uit wilden halen. Maar hij is altijd blijven ontkennen dat hij of de Bolsjewiki zouden zijn omgekocht of dat zij hun opstelling zouden hebben aangepast. Lenin's daden bewijzen zijn gelijk: hij is voortdurend blijven ijveren voor óók een revolutie in Duitsland. Sterker nog, hij was ervan overtuigd (en droeg dat overal uit) dat de Duitse revolutie noodzakelijk was om die in Rusland te redden.
Helemaal niet?
Even merkwaardig in het boek van Catharine is het verwijt dat Lenin en de Bolsjewiki iets deden waar ze zelf niet achter stonden: ’Ook al hadden ze de wereld hun dogmatische leer gepredikt, ze geloofden er zelf helemaal niet in.’ Een ronduit verbijsterende conclusie! Ze baseert zich daarbij op een uitspraak van Trotski. Achteraf heeft Trotski namelijk ooit opgemerkt: ‘De vraag drong zich op of een land dat zo wanhopig, zo economisch uitgeput, zo verwoest was nog genoeg energie kon opbrengen om een nieuw regime te steunen en zijn onafhankelijkheid te bewaren.’ Héél normale twijfel in die omstandigheden en het is onzinnig om absolute zekerheid te verlangen van hen die voor verschrikkelijke keuzes komen te staan. Dat neemt niet weg dat Lenin en Trotski uit volle overtuiging van de noodzaak en met inzet van al hun krachten hebben gehandeld in een poging een beter lot voor de mensheid met een socialistische revolutie dichterbij te brengen. Ook al was de uitkomst ongewis. Het alternatief was voortzetting van een smerige imperialistische oorlog onder leiding van uitbuiters en onderdrukkers die zich in alle opzichten inhumaan en onbekwaam hadden betoond.
Jeugdzonde?
Catharine Merridale tovert vervolgens kwalificaties voor Lenin uit haar hoge hoed die erg ver gaan. Zonder enige onderbouwing noemt ze hem een ‘monster’ en een ‘massamoordenaar’. Van een wetenschappelijke benadering blijft niet veel over. Mogelijk is Catharine meegesleurd in de trend om ook de latere misdaden van Stalin in de schoenen van Lenin te schuiven. Misschien komt haar toch wel verrassende harde veroordeling voort uit de behoefte om te tonen dat ze zich bevrijd heeft van een jeugdzonde. In het voorwoord bij ‘Lenin in de trein’ erkent ze: ‘De wereld van Marx en Lenin was vroeger ook de mijne.’ Alleen met dat ‘vroeger’ maak je je in brede kring tegenwoordig nog populair. Dat moet je dan wel af en toe bewijzen....
Lenin en Trotski in onderbroek
Catherine Merridale volgt in het boek de betrokken geheime diensten op de voet. Van de intriges van de Britse geheime dienst rond de reis van Lenin brengt ze ons gedetailleerd op de hoogte. Helaas ontbreekt de beschrijving van de actie van deze Secret Intelligence Service (SIS) van vlak ná de revolutie in 1918. Het gaat om een nogal pikant voornemen dat in 1984 in het Mitrokhin-archief is onthuld. Waarvan akte:
De Russische geheime dienst, de Tsjeka, was nog maar net opgericht als 'schild en zwaard' van de revolutie. Maar de tegenpartij zat ook niet stil. Er woedde een burgeroorlog van 'de roden' met 'de witten'. Een groep Engelse en Franse diplomaten en spionnen beraamde toen in Moskou een staatsgreep tegen de Bolsjewiki. De groep stond onder leiding van de Britse geheim agent Sidney Reilly die voor de opstand de beschikking had over 1.200.000 roebels. Daarmee zou onder andere een groep Letse soldaten worden omgekocht. De archieven vertellen:
‘De plannen van Reilly voor de staatsgreep varieerden. Op een gegeven moment had hij zelfs het idee om een detachement Letse troepen onder zijn leiding het toneel van het Bolsjoj Theater te laten beklimmen tijdens het congres van de Sovjets en dat hij Lenin, Trotski en andere bolsjewistische leiders gevangen zou nemen en hen ter plekke zou doodschieten. Maar Reilly voelde zich ook aangetrokken tot een alternatief plan om Lenin en Trotski niet te executeren, maar in plaats daarvan hun broek uit te trekken, hen in hun onderbroek door de straten van Moskou te laten paraderen en aldus 'hen voor de hele wereld belachelijk te maken'.’
Het plan van Reilly ging niet door. De Tsjeka had een infiltrant in zijn club en het complot werd tijdig opgerold.
Op het eind van het boek gaat
Op het eind van het boek gaat Catherine Merridale in op de Lenin-cultus. Enkele citaten: "De cultus zou zestig jaar lang standhouden, omdat deze een failliet systeem hielp voortbestaan". "Het mausoleum was een belediging aan het adres van de talloze levens die Lenin had vernietigd en er bestond eigenlijk geen enkele reden om zijn stoffelijk overschot tentoon te stellen, behalve om onomstotelijk duidelijk te maken dat tenminste een van de monsters daadwerkelijk dood was". "De onsterfelijke Lenin maakte elke twijfel te schande; zijn heiligentombe herinnerde iedereen eraan dat de Russen voorop liepen bij de opmars van de mensheid naar het socialisme".
Reactie toevoegen