Rondom Bram Fischer de film

VERWOERD PLOERT. Tegen 1960 verhuisden wij uit Molenwijk in Den Haag naar de nieuwbouwwijk Bouwlust. Ik was 10 jaar. Mijn zus was 8, mijn ouders waren in de 40. We kwamen terecht in een nieuwbouwflat met 4 portieken, met in elk portiek 8 woningen. Het flatgebouw stond aan het eind van een straat, de Wezelrade, en had een blinde muur daar waar de straat ophield en een slootje liep. Veel mensen kwamen daar niet langs. Des te opmerkelijker dat op die blinde muur met ongeveer 1-meter-grote letters een leuze was geverfd: VERWOERD PLOERT. Misschien juist daar omdat je nogal uit het zicht veilig kon schilderen. De leuze is enkele jaren op de muur blijven prijken. Vrijwel niemand had er immers last van.

Geen cowboyhoed

Mijn nieuwsgierigheid was wel gewekt. Thuis vroeg ik wie Verwoerd en wat een ploert was. De naam bleek te behoren bij een man uit Afrika en de toevoeging betekende dat de schilder hem een slecht mens vond. Hij deed nare dingen met negers in zijn land. Volgens mijn vader, een keurige sociaaldemocraat, zou onze buurman wel eens verantwoordelijk voor het verfsel kunnen zijn. Onze buurman was communist en had ooit zijn gloeiende afkeer van die Verwoerd uitgesproken. Het kán zijn. Onze buurman, meneer Verhoeven, wás communist en als nachtwaker vaak in het donker op pad. En hij was vrij fanatiek. Met een cowboyhoed kwam je bij hem niet naar binnen om op woensdagmiddag om vijf uur op zijn televisie naar het kinderuurtje te kijken. Te Amerikaans. Wellicht was meneer Verhoeven dus de eerste die me met zoiets als apartheid in aanraking bracht.

Ploert, inderdaad

Hendrik Verwoerd werd in 1901 in Amsterdam geboren. Op twee-jarige leeftijd emigreerde hij met zijn ouders naar Zuid Afrika. Van 1958 tot 1966 was hij premier van Zuid Afrika. Hij werd bekend als de “Architect van Apartheid”. Hij schroefde de onderdrukking van de gekleurde en zwarte bevolking, de overgrote meerderheid, enorm op. Hij ontnam kleurlingen het stemrecht en liet  aparte 'thuislanden voor de bantoes' inrichten. Hij wilde zelfs niet door zwart personeel bediend worden. Overal verschenen bordjes “Slegs vir blankes”. Hij wás een ploert! In 1966 werd hij vermoord.

Doodstraf

De film Bram Fischer speelt in 1963 tijdens de hoogtijdagen van het blanke bewind van Verwoerd in Zuid Afrika. Het African National Congress (ANC) is dan na 50 jaar vergeefse vreedzame strijd voor gelijkberechtiging ook gewelddadige acties gaan uitvoeren. Nelson Mandela is daarvoor al opgepakt. En dan worden op een boerderij in Rivonia nog tien leiders van het ANC gearresteerd. Ze worden beschuldigd van hoogverraad en sabotage en de doodstraf wordt geëist. Eén van de beste advocaten van het land neemt de verdediging op zich. Dat is Bram Fischer. Wat zelfs de geheime dienst van Zuid Afrika (nog) niet weet dat is dat Bram Fischer zélf communist én één van de leiders van het ANC is. Hij is bijvoorbeeld de opsteller van het manifest van Umkhonto We Sizwe (Speer van de Natie), de gewapende tak van het ANC. Zijn bezigheid als verdediger van Mandela c.s. brengt enorme risico's met zich mee. Als uitkomt wie hij is kan hij evengoed de doodstraf krijgen.

De kans daarop is niet denkbeeldig. De Engelse en de Amerikaanse geheime diensten, MI5 en CIA,  spelen onder één hoedje met het regiem van Verwoerd en proberen hem te ontmaskeren. Maar het loopt anders. Dankzij een internationale solidariteitsbeweging, het optreden van Bram Fischer en de indrukwekkende historische toespraak van Mandela  “I'am prepared to die” gaat de doodstraf van tafel.

Mandela wordt geïnterneerd op het Robbeneiland en Bram Fischer wordt alsnog gearresteerd, maar dat is een ander verhaal.

Waarheidsgetrouw

Volgens kenners geeft de film Bram Fischer een goed en waarheidsgetrouw beeld van de werkelijke gebeurtenissen rond het Rivonia-proces in 1963. De regisseur Jean van de Velde heeft het in elk geval heel spannend weergegeven. Eerdere films van hem waren meestal ook de moeite waard: All Stars (1997), Lek (2000), Wit Licht (2008), Hoe Duur Was De Suiker (2013). Hoofdrolspeler Peter Paul Muller zet, ook volgens nazaten, een zeer overtuigende Bram Fischer neer. De rest van de 'cast en crew' rond deze twee Nederlanders bestond uit Zuid Afrikanen en kennelijk heeft dat goed geklikt.

Cry Freedom

Zowel qua sfeer als qua beeld doet de film sterk denken aan Cry Freedom. Die film uit 1987 van Richard Attenborough over de moord op de Zuidafrikaanse activist Steve Biko in 1977 móet haast wel als inspiratiebron en mogelijk voorbeeld hebben gediend voor Jean van de Velde. De benadering van de racistische autoriteiten is treffend gelijk. Opvallender nog is de aandacht voor het (nog) geprivilegieerde en solidaire blanke milieu dat naar voren wordt gehaald. In Cry Freedom betreft dat het gezin van de kritische hoofdredacteur Donald Woods en in Bram Fischer gaat het dan natuurlijk om het gezinnetje van Bram.

Overigens is de herinnering via Cry Freedom aan Steve Biko momenteel niet helemaal willekeurig. Het is immers 40 jaar geleden dat hij werd vermoord en er staan dit jaar herdenkingen op stapel voor deze zwarte bewustzijnsactivist, die overigens geen lid was van het ANC.

Het 'verraad van Mandela'

Zuid Afrika staat sowieso behoorlijk in de belangstelling. Er gebeurt van alles. Het gaat niet goed. De huidige president Zuma is voortdurend in opspraak. Een groot deel van de bevolking is na de vrijlating van Mandela en de afschaffing van de apartheid in 1990 in kommervolle omstandigheden blijven leven of terecht gekomen. Met regelmaat leeft daarom de discussie op over 'het verraad van Mandela'. Waarbij de vraag wordt opgeworpen of zijn belofte om 'de blanke economie' oftewel de witte kapitalisten met rust te laten in ruil voor zwarte gelijkberechtiging en afschaffing van de apartheid, niet verkeerd is uitgepakt. Was een socialistisch project waar alle Zuid Afrikanen van hadden kunnen profiteren, misschien uitgezonderd een kleine schatrijke elite, echt onmogelijk?

Lichtend voorbeeld

Waar geen discussie over mogelijk is, dat is dat het land ten prooi is gevallen aan corruptie op grote schaal. Daar is Zuma met zijn kliek verantwoordelijk voor, maar ook het westerse bedrijfsleven draagt schuld aan de teloorgang van een fatsoenlijk bestuur in Zuid Afrika. In het bijzonder geldt dit voor de wapenfabrikanten en de wapenhandel. Het meest markante moment waarop dat geschiedde is geweest in 1999. Op dat moment was het wapenembargo tegen Zuid Afrika vanwege de apartheid opgeheven en kon het leger zich weer eens 'in het nieuw' steken. Er werden voor $ 10 miljard aan bestellingen gedaan, vooral in Engeland en Amerika. In de documentaire Shadow World onthullen onderzoeksjournalisten van The Guardian dat daarmee een smeergeldbedrag van $ 300 miljoen was gemoeid. Onder leiding van (toen) vice-president Zuma zouden met die 300.000.000,- dollar grote delen van de ANC-leiding en het landsbestuur voorgoed zijn gecorrumpeerd. Wellicht een reden te meer om nu het lichtend voorbeeld van de onkreukbare Steve Biko weer met kracht naar voren te brengen.

Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop