Basta
Een groep jonge en kritische Utrechtenaren heeft zich verenigd in Basta om over actuele thema’s discussies te organiseren. Het eerste debat in 2008 kreeg als onderwerp Socialisme in Zuid Amerika. Voor deze bijeenkomst in de Kargadoor werden vier sprekers uitgenodigd:
- Daniël Chavez (geen familie!) van het Transnational Institute,
- Edwin Koopman, journalist,
- Pepijn Brandon van de Internationale Socialisten en
- Barbara Hogenboom van het Centre for Latin American Research and Documentation.
De kelderzaal van de Kargadoor was maar net groot genoeg om de ruim 70 belangstellenden te herbergen. De meeste aanwezigen waren tamelijk jong in jaren, wat wellicht niet zo vreemd is in een studentenstad als Utrecht. Het werd een boeiende en levendige discussieavond.
Het kan alle kanten op
Daniël Chavez begon zijn inleiding met de ietwat triomfantelijke constatering dat Fukuyama mooi miszat met zijn voorspelling dat het definitief afgelopen was met de wereldverbeteraars na de Val van de Muur in 1989. In Latijns Amerika bloeit een nieuw links! Een links dat er wel heel anders uitziet dan het ‘oude’ links van de laatste drie eeuwen. Dat oude links kon volgens Daniël worden onderscheiden in vijf stromingen. Stromingen, die elkaar soms naar het leven stonden: de marxisten-leninisten, de sociaal-democraten, de onafhankelijken, de guerilla’s en de populisten. Het nieuwe van het 21e eeuwse socialisme in Zuid Amerika is vooral dat het van alles wat is. Het is heel breed. Het omvat revolutionairen én reformisten. Pluralisme geeft de toon aan. Ook qua thematiek is het nieuwe socialisme breed. Waren voor de ‘oude’ socialisten vooral de politiek en de economie dominante aangelegenheden; onder de ‘nieuwen’ zijn er die net zo veel of meer belangstelling hebben voor het milieu of de cultuur. Over de beste weg naar een betere wereld treft je ook heel diverse opvattingen aan. Daniël schat in dat momenteel de meer hervormingsgezinde strategieën de meer revolutionaire (nog) overschaduwen. Maar het kan met deze smeltpot nog alle kanten op!
Meer praat dan daad
Ook volgens Edwin Koopman is het huidige socialisme in Zuid Amerika een brede beweging. Een beweging die tegen het neoliberalisme is en tegen álle ‘oude politiek’. Een beweging die de mens stelt boven de markt en die menselijkheid hoger acht dan maximale winst. Of de linkse regeringen succesvol zullen zijn, dat is voor Edwin nog helemaal de vraag. Chavez zit nu (na de mislukte staatsgreep van 2002) redelijk vast in het zadel, maar Morales in Bolivia en Corea in Ecuador moeten ontzettend veel energie steken in het veiligstellen van hun positie. Bolivia dreigt zelfs uiteen te vallen! En over wat Chavez in Venezuela heeft laten zien sinds 1999 was Edwin niet echt tevreden. Weliswaar zijn de bestedingen voor onderwijs en gezondheidszorg (Cubaanse artsen!) verdubbeld, maar in percentage van het Bruto Nationaal Product zijn ze slechts gelijk gebleven. De woningnood is nauwelijks verminderd: nog altijd is er een tekort aan drie miljoen huizen. Hugo Chavez heeft wel praatjes, maar zijn daden zijn vooralsnog niet meer dan daadjes. Economisch gaat het ook niet echt goed: er is een inflatie van 22% en de olieproductie, waar Venezuela op draait, loopt terug. Tegelijkertijd heeft hij door zijn ‘wilde’ stijl van optreden een hoop oppositie gewekt. Het maatschappelijk middenveld is feitelijk door hem buiten spel gezet. De geforceerde opbouw van een structuur van Bolivariaanse mantelorganisaties is daarvoor geen goede vervanging. Edwin’s conclusie was dat Chavez voorlopig in sociaal en democratisch opzicht bij lange na niet ver genoeg gaat.
Van onderop!
Pepijn Brandon stelde dat de beroering op het Zuid Amerikaanse continent een bron van inspiratie is. Waar we ook het nodige van kunnen leren. Hij trok in twijfel of we daarbij van één socialisme van de 21e eeuw kunnen spreken. Immers, de gematigde koers in Chili is van een volkomen ander kaliber dan de radicale koers in Bolivia. En in Brazilië wordt tegenwoordig harder tegen de arbeidersbeweging opgetreden dan tegen rechts. Dat is wat anders dan wat er in Venezuela gebeurt. Maar ook daar wordt er geen ‘rechte weg’ naar een socialistische maatschappij afgelegd. Het laatstelijk gehouden referendum, o.a. over de vraag of Chavez zich bij de volgende presidentsverkiezingen weer kandidaat zou kunnen stellen, laat dat duidelijk zien. Het referendum werd verloren, hoewel het om veel meer ging dan alleen het presidentschap, níet omdat de oppositie nou zo sterk was gegroeid, maar omdat de aanhang van Chavez was geslonken. De tegenstanders van een nieuwe grondwet kregen de overhand met 200.000 stemmen omdat er vergeleken met vorige verkiezingen van het kamp van Chavez drie miljoen mensen minder hun stem waren komen uitbrengen! Dat brengt een groot gevaar aan de oppervlakte, dat van de demoralisatie. De vooruitgang in Venezuela wordt bedreigd door een te gering tempo van vooruitgang. De kloof tussen arm en rijk is nog altijd gigantisch en net als Edwin meende Pepijn dat Chavez niet ver en snel genoeg gaat. Dat ontmoedigt de mensen. Chavez werd in 2002 van een rechtse staatsgreep gered door de straat en niet door de staat. Hij zou nu méér moeten inzetten op verbetering van de levensomstandigheden van ‘het gewone volk’ en op machtsvorming van onderop.
Een wisselend beeld
Barbara Hogenboom wees op positieve en negatieve punten in het Zuid Amerikaanse socialisme, in het bijzonder dat van Chavez. Een goede zaak vond ze dat er in ieder geval geprobeerd wordt wat te doen tegen de ellende die het neoliberalisme heeft veroorzaakt. Een sterk punt is ook dat er nu veel meer arme mensen worden toegelaten op de universiteit én dat de universiteiten projecten uitvoeren in arme wijken. Verder speelt Chavez een belangrijke rol in het bevorderen van de samenwerking en de onderlinge solidariteit tussen de Zuid Amerikaanse landen. Minder gelukkig betoonde ze zich met het personalisme van Chavez, de polarisatie die hij teweeg brengt en de uitsluiting van mensen met andere opvattingen. Bovendien vreest ze dat hij niet echt een plan heeft voor een alternatieve economische ordening. Al met al sloot Barbara aan bij het wisselende beeld dat Daniël eerder op de avond geschetst had.
Dubbelkarakter
In de discussie kwam een groot aantal onderwerpen aan de orde. Zoals de relatie met de Verenigde Staten. Edwin Koopman wees er op dat Venezuela voor zijn export vrijwel volledig afhankelijk is van de VS. Bovendien beschikt de oude elite, die vaak goede betrekkingen onderhoudt met Bush c.s., nog altijd over enorm veel geld en dus potentiële macht. Pepijn Brandon gaf aan dat het onmogelijk zal zijn progressie te boeken zonder polarisatie en zonder de confrontatie met de VS en de binnenlandse elite aan te gaan. Overigens beval hij aan de Europese regeringen en multinationals niet uit het oog te verliezen, want die zijn geen haar beter. Een ander onderwerp dat werd aangeroerd was het gevaar van een nieuwe rechtse militaire coup waarbij verwezen werd naar het droeve lot van Allende en het Chileense volk in en na 1973. Daniël Chavez vertelde dat de kans daarop niet zo heel groot is. In tegenstelling tot in Chili zijn de officieren in het leger in Venezuela niet uitsluitend uit de rijke bovenlaag gerekruteerd. Chavez zelf is een voorbeeld van een ‘eenvoudige jongen’ die in het leger een flinke carrière kon maken en zo zijn er meer. Bovendien is volgens Daniël ondertussen toch wel een behoorlijke ‘volksmacht’ opgebouwd. Er zijn zo’n 16.000 wijkcomités gevormd en jaarlijks wordt daar één miljard dollar in geïnvesteerd. Op een totale begroting van 53 miljard is dat geen gering bedrag. Edwin en Pepijn maakten daar toch enige kritische kanttekeningen bij: die comités hebben vaak een dubbel karakter, enerzijds zijn ze vaak een uitdrukking van de behoefte van de massa’s om hun lot in eigen hand te nemen, anderzijds zijn ze vaak tegelijkertijd een verlengstuk van de staat. En zelfs de Chavistische staat wordt gekenmerkt door zowel progressieve als heel wat behoudender krachten. Een meer onafhankelijke machtsvorming van onderop blijft dus noodzakelijk. Pepijn sloot de discussie af met een oproep tot solidariteit, waarbij hij het voeren van de sociale strijd hier in eigen land aanprees als een belangrijke mogelijkheid om bij te dragen aan het welslagen van het socialisme hier én daar!
Reactie toevoegen