Het rendement zal eerlijker verdeeld worden in het nieuwe pensioenstelsel, zegt Tuur Elzinga (vicevoorzitter FNV) in Trouw van 28 april jongstleden. Zijn integriteit hoeft niet in twijfel getrokken te worden, de keuzes die de vakbeweging maakt voor een nieuw pensioenstelsel echter des te meer. Er is veel gebeurd achter de schermen van het gesloten pensioenakkoord in de zomer van vorig jaar. Hoewel alle gegevens nog niet beschikbaar zijn, rechtvaardigen de contouren van de uitwerking een kritische beoordeling.
Zo'n beoordeling bieden de strijdbare kaderleden verenigt in het Landelijk comité Red het Pensioenstelsel (LCR). De criteria die de LCR in vier eisen vastlegde, komen er zeer slecht af. De FNV heeft het pensioenstelsel in de uitverkoop gedaan, alle reden binnen de vakbeweging een stevige discussie te voeren over het nieuwe stelsel.
Helaas is de nodige informatie vertrouwelijk. Het traject vanaf het moment dat stukken in de openbaarheid komen tot aan het te nemen besluit, is bovendien veel te kort. De vertrouwelijkheid wordt nodig geacht, omdat het moeizame proces van onderhandelingen verstoord zou kunnen worden. Dergelijk afspraken zijn niet goed, omdat het een open discussie met de achterban frustreert. Dat knelt des te meer, omdat na een jaar soebatten en uitwerken er - zoals altijd - plotseling grote haast is. Ook gezien de ernst van de corona crisis die een groot effect heeft op de sociale verhoudingen in Nederland en de wereld, is het meer dan verstandig een rare constructie als het nieuwe pensioenstelsel te laten vallen. Zeker omdat het oude met aanpassingen deugt, dat is al tijden het standpunt van de LCR.
Zekerheid
De voorstanders van het nieuwe akkoord dienen uit te leggen waarom het rendement van het stelsel waaraan nu gewerkt wordt tot een eerlijker verdeling leidt dan het bestaande. De zekerheid voor alle betrokkenen is dat ze een uitkering krijgen die 70 procent van het gemiddelde loon is dat ze tijdens hun loopbaan verdienden. Oorspronkelijk was dat, lang geleden, 80 procent van het laatste loon. Dus er is al veel ingeleverd. Maar in ieder geval gaat het om een gegarandeerde uitkering die een behoorlijke mate van zekerheid biedt.
Zoals het er nu uitziet, komt er een systeem waarin een 'financieel toetsingskader' met discutabele rekenrente en dekkingsgraden verdwijnt. Daarvoor in de plaats is een systeem te verwachten dat uitgaat van meer reële rendementen op het vermogen, met een mogelijkheid om schommelingen van de rente te dempen. Maar de kern van die wijziging is dat het uitkeringsprincipe ingewisseld wordt voor een systeem gebaseerd op een premiestelsel. Allerlei reparaties ter compensatie ten spijt, is het duidelijk dat hiermee de FNV de solidariteit in het huidige systeem en de zekerheid van een redelijk aanvullend pensioen opoffert.
De LCR wordt de opvatting verweten dat het aanvullende pensioen een omslagstelsel is, net zoals de AOW. Maar onze standpunt is steeds geweest dat in de afgelopen twintig jaar de opbrengsten van het systeem veel hoger zijn dan de verplichtingen. Het verschil tussen premies en verplichtingen is weliswaar nadelig, maar nog altijd aanvaardbaar. De rendementen uit het vermogen zijn echter enorm en dat heeft het vermogen van de pensioenfondsen tot astronomische hoogte doen stijgen.
De onderhandelaars zeggen telkens weer dat rendementen uit het verleden geen garantie voor de toekomst zijn. Een zekerheid als een koe. Het is echter de vraag waarom de onderhandelaars categorisch het grote vermogen van de pensioenfondsen verzwijgen. Door de corona crisis hebben de gezamenlijke pensioenfondsen zo’n 200 miljard euro moeten afschrijven. Dat is erg veel, maar de overheid heeft door de bestrijding van de corona crisis al een gat in de begroting gekregen van 90 miljard voor 2021.
Solidariteit en zekerheid zijn in deze tijden gediend met het verantwoord gebruiken van beschikbaar vermogen, voordat het in nog meer crises verder verdampt. Daarover zou de discussie moeten gaan.
Rente
Een tweede probleem is de rente, een heikel punt in de discussie binnen de LCR, want ook bij ons is daar geen eenduidigheid over. Komt er op termijn een herstel van de rentevoet?
Hier maken de voorstanders van het nieuwe akkoord een grote draai ten opzichte van hun eerder ingenomen standpunt, waarin het heel goed mogelijk was dat de rente blijvend laag bleef. Het is een merkwaardige stelling dat 'ooit de rente weer zal stijgen, of dat nu over tien, twintig of dertig jaar is; de uitkering van degenen die tegen die tijd met pensioen zijn, kan met de huidige regels ineens wel omhoog'. Wanneer de rekenrente en de dekkingsgraad afgeschaft worden, ontstaat er namelijk een andere situatie. Dan is er geen uitkering meer, maar worden opgebouwde premies uitbetaald, aangevuld met een schommelend rendement. Dat mag geen casino pensioen heten, maar het heeft er wel de schijn van.
In de discussie binnen de LCR gaat het niet meer over de (reken)rente maar over de rendementen. Daarvan is aangetoond dat ze de laatste jaren ver boven de gehanteerde marktrente lagen en nog veel verder boven de rekenrente. Er kon makkelijk geïndexeerd worden, maar dat is vanwege een onzekere toekomst niet gedaan. Een toekomst die door het nieuwe akkoord beslist niet zekerder wordt. De verplichtingen nu en in de toekomst zijn geen probleem. Wel bestaat er nog de verplichting om de tien jaar achterstallige indexatie uit te keren!
Het werkelijke probleem is dat de rendementen geborgd moeten worden. Dit is niet afhankelijk van politiek beleid meer, wanneer de rekenrente afgeschaft wordt. Dat is wel afhankelijk van de rendementen die gemaakt worden met het vermogen. Met een permanente lage rente is dat op termijn een probleem, daarover wordt echter in de uitwerking van een nieuw pensioenstelsel niet gesproken. De redenering van de voorstanders van het nieuwe akkoord is dus onvolledig. De vrijwaring van de rekenrente en de buffers, lees dekkingsgraad, maakt dat er meer waargemaakt kan worden volgens hun redenering. Dat waarmaken is echter afhankelijk van de rendementen en de ontwikkeling van de rente op de langere termijn. Een rente die blijvend laag zal zijn. Het zou de onderhandelaars in het kader van zekerheid en solidariteit sieren om dat probleem aan te pakken in plaats van minder beloven.
Besluitvorming
Het laatste probleem is voor de vakbeweging echt een kwestie van fatsoen. Er is vorig jaar een principeakkoord afgesloten met veel open eindjes en met bedenkingen door een aanzienlijk deel van de leden dat tegenstemde. Inmiddels is feitelijk het akkoord opengebroken en komt er iets uit de hoge hoed dat een volledig ander beeld geeft dan de eerdere uitgangspunten.
Telkens heeft ons actiecomité gezegd de uitkomst van de onderhandelingen te toetsen aan de vier gestelde eisen: op tijd kunnen stoppen met werken - indexatie voor elke generatie - toegankelijkheid voor iedereen tot het stelsel - er is geen reden verslechteringen te accepteren. Ze vormen een belofte aan de leden die door de vakbondsleiding onderschreven is.
Telkens is vastgesteld dat uit de onderhandelingen minder resultaten komen dan we eisen. Als dat het geval is, lijkt het op zijn minst redelijk dat de leden de balans over het proces kunnen opmaken en tot een oordeel komen. Omdat minister Koolmees aanstaande juli het parlement wil informeren, is er plotseling geen tijd meer. Een verhaal dat we eerder gehoord hebben, namelijk telkens als er iets doorgedrukt moet worden om aan de leden voor te leggen. De onderhandelaars stellen dat Koolmees voldoende mandaat heeft, nog steeds op basis van de vier eisen, en zeker niet voor een herziening van het stelsel.
Het getuigt van fatsoen na bijna een jaar onderhandelen dat er een discussie in de vakbonden komt om het nieuwe akkoord met vergaande ingrepen en veranderingen te kunnen beoordelen. Uitmondend in een ledenraadpleging. Zeker met het oog op de huidige crisissituatie geeft het geen pas een ingrijpend en slecht akkoord er doorheen te jassen.
Dit artikel verscheen eerder op Solidariteit.
Over zoiets wezenlijks
Over zoiets wezenlijks aangaande ieders financiële "toekomst na 65 jaar" dient, mede gelet op de geheimzinnigheid, en onbewezen noodzakelijkheden om het bewezen beste systeem ter wereld om zeep te helpen, er een brede tv-discussie met alle gegevens op tafel te komen !
Als we het nu bekende
Als we het nu bekende voorstel legen tegenover de 4 eisen "die door de vakbiond zijn onderschreven" leggen , dan kan gesteld worden dat aan geen van die vier eisen voldaan wordt .
Dit is te belangrijk om even
Dit is te belangrijk om even snel over te beslissen. Er zijn al te vaak beslissingen genomen die achteraf niet heel slim bleken te zijn. Huidige crisis mag geen vrijbrief zijn om hier niet weloverwogen een oordeel over te geven. Zeker gezien de geheimzinnigheid waarmee de onderhandelingen waren omgeven.
Reactie toevoegen