Den Haag, 5 februari 2011.
Beste mensen,
De Tweede Kamerleden van GroenLinks hebben hun eigen afweging gemaakt. Ze steunen of gedogen een missie van het kabinet Rutte naar Afghanistan. Ik heb mijn afweging gemaakt. Hierbij zeg ik mijn lidmaatschap van GroenLinks op.
De missie naar Kunduz in Afghanistan is een militaire missie. Vijfhonderd soldaten op vijftig burgers – F 16’s.... mij zegt dat genoeg. Het wordt een Nederlandse bijdrage aan de Amerikaanse oorlogvoering in het Midden Oosten. Daarbij staan andere belangen op het spel dan die van de Afghanen en daarom zal deze missie contra-productief zijn. Ze staat een stevige bijdrage aan de vooruitgang van het Afghaanse volk eerder in de weg dan dat ze die bevordert. Niet doen dus. Maar de fractie van GroenLinks maakte een andere afweging. Moedig, werd gezegd. Het trotseren van een groot deel van de publieke opinie en zeker van de eigen achterban, werd ‘moedig’ gevonden. Moedig? Schandalig! Het negeren van een meerderheid in je eigen partij getuigt niet van een sterke democratische gezindheid. Het verloop van het congres op 5 februari 2011 was in dat licht teleurstellend. Een domper. Het werd weer eens zo’n congres waarop het middel het doel oversteeg. Waarbij het belang van de organisatie zwaarder woog dan het ideaal. Met een heel klein beetje treurnis, een boel vertrouwen en een geweldige eenheid. Applausmoment! Geen correctie. Een glas, een plas en de karavaan trekt vrolijk verder. Maar niet met mij. De missie is de druppel geworden die een emmer heeft doen overlopen.
Toen de Socialistische Arbeiderspartij (SAP) als partij werd opgeheven was dat voor mij reden om me aan te melden bij een andere linkse partij. Met de Haagse afdeling van GroenLinks had ik soms samengewerkt en dat was goed bevallen. GroenLinks ademde een open, vriendelijke, vrijzinnige sfeer met een aantrekkelijk discussieklimaat. Een prettig platform en een kritisch klankbord voor de wat radicalere linkse lieden in den lande, waartoe ik me rekende. Maar al in 2005 werd er flink getornd aan de linkse basis van de partij. Met het boekwerk ‘Vrijheid Eerlijk Delen’ werd een zogenoemde linksliberale koers voorgesteld. Met een omarming van het marktdenken. Socialisatie en democratisering van banken, energiebedrijven, transportondernemingen, communicatiebedrijven en zorginstellingen verdwenen uit het perspectief. De tegenstelling arbeid-kapitaal werd vervangen door een tegenstelling insider-outsider. Jongeren werden tegenover ouderen gezet. Aan door strijd verworven voorzieningen zoals ontslagbescherming, AOW en pensioen, WW en uitkeringen, werd geknaagd. Op vergaderingen en met diverse artikelen in Grenzeloos en in Solidariteit heb ik me daartegen verzet, maar een toenemende verrechtsing leek onstuitbaar. Eind vorig jaar kwamen daar nog de voorstellen bij voor nauwere samenwerking met D66 en de ‘moderne’ vleugel van de PvdA. Een coalitie met PvdA, D66 en een VVD, een partij die pacteert met de PVV (!), werd openlijk besproken. Regeringsdeelname! Pluche! Dát moest binnen bereik worden gebracht, koste wat het kost, lijkt het wel. En met de stellingname over de missie naar Kunduz is in dat proces een nieuwe stap gezet. De PvdA is rechts gepasseerd. Dat maakt mijn maat vol.
Zeven jaar lang ben ik lid geweest GroenLinks. Best een warme club. Met veel goedwillende, beschaafde, intelligente en aardige mensen. Maar er zijn grenzen. Ik beëindig mijn lidmaatschap. En op 2 maart 2011 stem ik SP.
Reactie toevoegen