Volgens Balkenende zelf gaat zijn vierde kabinet niet zorgen voor een trendbreuk, maar is er slechts sprake van een 'accentverschuiving'. Die accentverschuiving is minimaal: de nieuwe regering laat zo goed als alle neoliberale hervormingen van acht jaar paars en de drie kabinetten daarna in tact. De marktwerking in de zorg wordt zelfs uitgebreid. De verslechteringen in de sociale zekerheid blijven recht overeind, net als de grote inkomensverschillen. Vooral het verschil in toon kreeg in het debat over het regeerakkoord veel aandacht. De mantra van de 'eigen verantwoordelijkheid' is vervangen door de oproep om het toch vooral 'samen' te doen.
De afgelopen vier jaar was links min of meer verenigd tegen Balkenende. De centrale vraag was: hoe keren we het rechtse tij? In het nieuwe kabinet neemt de PvdA verantwoordelijkheid voor een regeringsbeleid dat op zijn minst de resultaten van vier jaar afbraak beleid accepteert. De vraag is hoe de rest van links daarop gaat reageren. Gaat de vakbeweging accepteren dat de verslechteringen, waartegen zij de afgelopen jaren actie en oppositie voerde, onverkort in stand blijven? En kunnen de SP en GroenLinks een alternatief bieden dat wel uitzicht geeft op een trendbreuk met het neoliberalisme?
Adempauze
De retoriek van 'Samen werken, Samen Leven' vertoont grote verwantschap met het communitarisme van de socioloog Amitai Etzioni, de intellectuele held van Jan Peter Balkenende. Maar ook de 'Derde Weg' ideologie van Anthony Giddens - een van de vaders van het gedachtengoed van New Labour en Tony Blair – kan prima dienen als onderlegger voor het regeerakkoord. Beide filosofieën gaan uit van de noodzaak van neoliberale hervormingen en proberen die te verzoenen met een cultuur van samenhorigheid door vooral een beroep te doen op het maatschappelijk middenveld.
Maar hoewel de zalvende toon van Balkenende-Bos-Rouvoet duidelijk afwijkt van de harde noten van de CDA-VVD kabinetten in de afgelopen vier jaar, zijn andere 'accentverschuivingen' toch van groter belang. Op de eerste plaats wordt er tijdelijk afgezien van nieuwe ingrijpende maatregelen op de neoliberale agenda. En als tweede gaat dit kabinet proberen om de druk van de ketel te halen waar het gaat om de nijpende sociale problemen, zoals de explosieve situatie in een aantal 'achterstandswijken' van de grote steden.
In de afgelopen decennia was Nederland een van de Europese landen waarin in rap tempo en met relatief weinig verzet de sociale verworvenheden van na de tweede wereldoorlog afgebroken werden ten gunste van een liberale nachtwakersstaat. De paarse kabinetten met de PvdA van Wim Kok gingen prat op de illusie dat die slag gemaakt zou kunnen worden zonder grote maatschappelijke en politieke polarisatie. Het poldermodel fungeerde een aantal jaren als lichtend voorbeeld voor de Europese sociaal-democratie. Dat bleek uiteindelijk toch een misrekening. Zo goed als niemand in de politieke elite was voorbereid op de enorme aantrekkingskracht van Pim Fortuyn in 2002. De rechterkant van die polarisatie werd de afgelopen jaren zo goed en zo kwaad als het kon afgedekt door een hard migratie en asielbeleid en een stringente 'law and order' aanpak. De grote vakbondsacties in de herfst van 2004 en het referendum over de Europese grondwet maakten echter duidelijk dat de onvrede veel dieper zit en ook naar links vertaald kan worden. In het verkiezingsjaar 2006 werd dat bevestigd door de spectaculaire groei van de SP-aanhang.
Het nieuwe kabinet zoekt een antwoord op die polarisatie. Allereerst door een adempauze in te lasten in de neoliberale hervormingsdrang. Het is even pappen en nathouden. De gunstige economische conjunctuur faciliteert die relatieve pas op de plaats. De opdracht van dit kabinet is om het ontbrekende maatschappelijk draagvlak te creëren voor de neoliberale agenda van de toekomst. Balkenende zelf was het liefst doorgegaan met de VVD, maar de verkiezingen van 22 november maakten dat onmogelijk. Het akkoord dat vervolgens met de PvdA en de CU afgesloten werd is wat de langere-termijnstrategie betreft volledig in overeenstemming met bijvoorbeeld de Lissabon agenda van de Europese Unie: de geesten rijp maken voor het morrelen aan het ontslagrecht, verdere flexibilisering en privatisering en een verlenging van de arbeidstijden.
Klassiek
Bos moet met de regeringsdeelname van de PvdA een dam opwerpen tegen de polarisatie naar links. De positie van de PvdA in dit kabinet is klassiek. Maar de breukvlakken die de afgelopen jaren ontstaan zijn in dat deel van het middenveld waar de PvdA van oudsher grote autoriteit genoot (vakbeweging, onderwijsveld, publieke dienstverlening, grote steden), zijn nu veel groter dan bij eerdere gelegenheden. De SP nadert de PvdA niet alleen waar het gaat om zetelaantal, veel belangrijker is de groei van de partij in de vakbeweging - onder kader, bestuurders en leden - en de vooruitgang die de SP het afgelopen jaar boekte in de grote steden en onder migranten.
De politieke toekomst van Wouter Bos hangt nauw samen met die van de SP. Daarom zal de door de PvdA alles uit de kast getrokken worden, behalve het onbestaanbare: een echte breuk met het neoliberale beleid. De speerpunten in de strategie om de SP de wind uit de zeilen te nemen zijn de afgelopen weken duidelijk geworden. Op de eerste plaats zal alles in het werk worden gesteld om de grootste schandvlekken van decennia lang afbraak beleid op te poetsen. De toegenomen en zichtbare armoede onder zo'n 10 procent van de bevolking, de sociale problemen in een fors aantal wijken in de grote steden, de toestand in verzorgingstehuizen en de onderbesteding in het onderwijs. De grote vraag is of dit kabinet daar in vier jaar veel vooruitgang mee kan boeken gegeven de gestelde financiële en strategische kaders.
Als tweede zal de PvdA ruim gebruik maken van de tekortkomingen van de SP en van links in het algemeen zelf. Blunders als die van Jan Marijnissen over de dubbele nationaliteit kan de SP zich niet veroorloven. Een veel structureler probleem is het ontbreken van debat binnen links over de belangrijkste politiek strategische vragen na 22 november. Hoe ziet ons eigen linkse alternatief er uit? Hoe maken we de stap van defensief verzet naar het neerzetten van een offensieve agenda?
En tot slot zullen PvdA en CDA aansluiten bij een deel van de ideologische stellingen van de SP, zoals de gevestigde partijen dat ook deden bij de inbreng van Fortuyn.
Gemeenschapszin
In het debat over het regeerakkoord zei Jan Marijnissen: 'De rode draad in ons optreden is steeds geweest: het kan ook anders, menselijker en socialer; de overheid hoort niet boven of tegenover de burgers te staan, maar ernaast, altijd bereid een helpende hand uit te steken, altijd bereid te helpen bij het bevorderen van gemeenschapszin, altijd bereid voorwaarden te creëren voor het goede leven en vooral het goede samenleven.' Het 'gemeenschapsgevoel' dat de laatste jaren een belangrijk onderdeel was van de ideologie van Marijnissen heeft een belangrijk effect gehad op de 'look and feel' en het 'samen' van het nieuwe kabinet. Daarbij wordt nauw aangesloten bij bestaande stromingen in de PvdA kring en het CDA, maar het is vooral op dit punt dat de claim van de SP dat de partij - ondanks de oppositierol - steeds aanwezig was bij de coalitiebesprekingen een goed beeld van de werkelijkheid geeft.
De ideologische nadruk van zowel de SP als het regeerakkoord op 'menselijker, socialer' en op gemeenschapszin weerspiegelt een breed en diep gevoel in een groot deel van de samenleving. Rapporten en onderzoeken van onder meer het Sociaal Cultureel Planbureau bevestigden dat de afgelopen jaren. Het is een reactie op de toegenomen onzekerheden, individualisering en de 'hufterigheid' van een minderheid, die het resultaat zijn van het neoliberale beleid en ideologie en – in de woorden van Jan Marijnissen – de 'ikke, ikke en de rest kan stikke mentaliteit die daar bij hoort.'
Het tamboereren op dit thema is aan de ene kant positief en voor een links perspectief zeer waardevol. Het steeds weer kapot maken van gemeenschappen waarin mensen zich thuisvoelen is een van de meest fundamentele punten van kritiek op de neoliberale en kapitalistische maatschappij. Maar de cruciale vraag is hoe we die gemeenschap definiëren. Het 'normen en waarden' verhaal van Balkenende doet vooral een appel op de waarden van de 'brave burgers' uit de middengroepen en stelt harde normen voor wie zich niet weet aan te passen aan de jungle. De inbreng van PvdA-zijde in dat debat is veel zwakker. De partij is ideologisch en praktisch losgeslagen van de traditionele achterban en wordt tegenwoordig grotendeels bevolkt door plaatselijke bestuurders. 'Bindend leiderschap' om een nieuwe coalitie op gang te brengen tussen de verschillende partijen in de samenleving - bedijfsleven, politiek, middenveld - is het belangrijkste ideologische uitgangspunt van Wouter Bos.
Om de 'gemeenschapszin' van links in de komende jaren een meer politiserende waarde te geven en om niet ondergesneeuwd te raken in het 'samen, samen, samen' van het nieuwe kabinet, zal het begrip meer inhoud en richting gegeven moeten worden. In essentie gaat het daarbij om het opnieuw definiëren van de maatschappij als een klasse maatschappij. Er is geen sprake van een 'samen' met juist deze maatschappelijke groepen en belangen die alle zekerheden, verworven rechten en gemeenschap de afgelopen jaren kapot maakten en aanvielen.
De armoede, werkloosheid en verpaupering in de zogenaamde achterstandswijken is een direct gevolg van het neoliberale beleid en de afbraak van publieke diensten en de sociale zekerheid. De aanpak van die 'prachtwijken' door Ella Vogelaar lijkt op de Rotterdamse aanpak van de afgelopen jaren. Voormalig Rijksbouwmeester Wytse Patijn merkte daar in het NRC van 21 maart over op dat 'wel de armen, maar niet de armoede' wordt aangepakt. De solidariteit en de gemeenschapszin van links moet in die wijken van onderaf opgebouwd en versterkt worden, zoals dat de afgelopen jaren gebeurde in herstructureringswijken waar bewoners gezamenlijk het gevecht aan gingen tegen sloop en 'deportatie'.
Van essentieel belang in die solidariteit is het overbruggen van culturele en religieuze verschillen. Links zal er volstrekt duidelijk over moeten zijn zij aan zij te staan met de belangrijkste slachtoffers van het beleid van de afgelopen decennia. Uitgangspunt is een multi-cultureel 'wij-gevoel' dat niet ophoudt bij nationale grenzen, religie of dubbele paspoorten.
Reactie toevoegen