Jarenlang was een boycot van Israël in Nederland onbespreekbaar – maar de publieke opinie is aan het veranderen. Al in 2006 vond tweederde van Nederlanders dat Israël onder druk gezet moest worden om zowel de Muur die gebruikt wordt om nog meer Palestijns land te stelen als de nederzettingen te ontmantelen. Zeventig procent vond ook dat Nederlandse bedrijven geen zaken zouden mogen doen in de in 1967 bezette gebieden. De aanval op Gaza in 2008 en het aantreden kort daarna van de meest rechtse Israëlische regering ooit heeft het maatschappelijke klimaat nog sneller doen veranderen. De solidariteitsactivisten die bij supermarkten pamfletjes uitdelen staan niet meer alleen.
Bonden zetten pensioenfondsen onder druk niet te investeren in de bezetting. Burgers verzetten zich tegen vervoersbedrijven die meewerken met de nederzettingen. HLBT (Homo, Lesbo, Bi, Trans) activisten verzetten zich tegen ‘pinkwashing’, pogingen om het Israëlische imago op te poetsen door het land voor te stellen als de verdediger van de rechten van niet-hetero’s. Deze veranderingen hebben de Nederlandse regering nog niet bereikt: ook hier is de regering buitengewoon rechts. Hoewel het kabinet afstand neemt van het standpunt van Geert Wilders dat alle Palestijnen moeten verdwijnen naar Jordanië, is de invloed van de PVV op het Midden-Oostenbeleid duidelijk. Minister Rosenthal van BZ aarzelt niet om in zijn eentje kritiek door de Europese Unie op Israël te blokkeren. Maar hoe onvoorwaardelijk de regering zich ook achter Israël schaart, meer en meer Nederlanders steunen acties tegen schendingen van de Palestijnse rechten.
Generaties
De veranderingen in de publieke opinie hebben deels te maken met een generatieverschil. Voor Nederlanders die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt, is het soms moeilijk om het boycotten van Israël los te zien van het boycotten, toen, van Joden: de Joodse slachtoffers van zeventig jaar geleden worden verward met huidige misdadigers, met de Israëlische regering. ‘Een Ander Joods Geluid’, een organisatie van Joden die opkomen voor de rechten van Palestijnen, ‘bestrijdt de gedachte dat BDS (het Engelse acroniem voor boycot, terugtrekking van investeringen en sancties) antisemitisch zou zijn. De boycot van de bezetting komt voort uit oppositie tegen schendingen van de mensenrechten die aan de bezetting inherent zijn.’
Jongere generaties zijn beter in staat om dit te begrijpen. Een nuttig precedent vormen de acties tegen Apartheid Zuid-Afrika in de jaren tachtig en vroege jaren negentig. ‘De stelling dat Israël een apartheidspolitiek voert jegens het Palestijnse volk houdt absoluut niet in dat Israël en Zuid-Afrika identiek zijn’, aldus Omar Barghouti, medeoprichter van de Palestijnse BDS campagne. Maar, ‘Israël heeft meer dan 20 wetten die direct of indirect “niet-joodse” burgers discrimineren en valt daarmee onder de definitie van apartheid van het Internationaal Strafhof.’
Veel veteranen van de antiapartheidsbeweging snappen dat, vooral omdat boegbeelden van die strijd als Desmond Tutu nu de BDS-campagne steunen. En Nederlanders van islamitische afkomst zien een verband tussen de onderdrukking van de Palestijnen en discriminatie die ze zelf meemaken.
Een organisatie als United Civilians for Peace (UCP), een samenwerkingsverband van ICCO, Cordaid, Oxfam Novib en IKV Pax Christi, leunt sterk op het internationale recht in haar genuanceerde oproep tot een boycot. Op haar site staat dat ‘UCP van mening is dat producten die geheel of deels in de nederzettingen verbouwd zijn, illegaal zijn, en derhalve niet toegelaten mogen worden tot de Nederlandse markt.’ ‘U kunt uw leverancier vragen of deze kan garanderen dat de producten niet uit een nederzetting komen.’ Deels onder druk van de UCP verkocht Unilever zijn meerderheidsbelang in een fabriek in de nederzetting Ariel.
Bonden
Potentieel cruciale spelers bij BDS-acties zijn de vakbonden, vooral vanwege de grote investeringen in (gedeeltelijk) Israëlische bedrijven door pensioenfondsen die de bonden meebesturen. Zowel Israëlische als Palestijnse bonden begrijpen wat hier op het spel staat – vooral na de steun aan BDS-maatregelen door Zuid-Afrikaanse, Britse, Ierse, Noorse en Zweedse vakbonden.
Ofer Eini, voorzitter van de Israëlische vakcentrale Histadrut, vertelde een bijeenkomst van Joodse leiders in 2011 dat de BDS-beweging ‘overal ter wereld effectief werk verzet’. Er bestond ‘een mogelijkheid dat Israëlische goederen de wereldzeeën niet op zouden kunnen’, zei Eini, iets dat ‘de vernieling van de Israëlische economie’ zou betekenen.
Histadrut misbruikt het excuus van het allang failliete ‘vredesproces’ om de Palestijnse bonden ervan te proberen te weerhouden BDS-campagnes te steunen. Toch stelde Shaher Saed, algemeen secretaris van de belangrijkste Palestijnse vakbondskoepel PGFTU dat hij ‘initiatieven van bevriende vakbonden om instellingen die bij de bezetting betrokken te zijn te boycotten zeer waardeert’.
Wat BDS betreft liep de Nederlandse FNV jarenlang achter. Maar de recente koersverandering van Bondgenoten en Abvakabo naar een meer strijdbare koers heeft ook op dit vlak haar effect. Al in november 2009 riep de bondsraad van de Abvakabo op tot een ‘bezettingsvrij beleggingsbeleid’ van de pensioenfondsen ABP en PFZW, fondsen die mee bestuurd worden door Abvakabo-vertegenwoordigers.
Aanvankelijk werkte toenmalige bondsvoorzitter Edith Snoey niet erg enthousiast mee aan de uitvoering van de motie. Ook de overwinning van de strijdbare ‘kloofdichters’ betekende niet onmiddellijk een koersverandering: een ander internationaal beleid maakte geen deel uit van hun eisenpakket. Maar de veranderingen gaan snel en pensioenfondsbestuurders komen steeds vaker en steeds meer onder druk te staan. Als eerst stapje stopte de ABP begin 2012 met beleggen in de Israëlische clusterwapenproducent Ashot Ashkelon.
OV
BDS-activisten zijn ook op andere terreinen actief. Half januari deelden ze folders uit aan bezoekers van de Utrechtse Vakantiebeurs, met de boodschap ‘Ga niet naar Israël’.
De privatisering van het openbare vervoer leidt ook tot campagnes tegen multinationale vervoersbedrijven die kolonisten vervoeren. Die multinationals zijn ook in Nederland actief. Het streekvervoer in de regio Waterland, ten noorden van Amsterdam, bijvoorbeeld werd in 2011 toegewezen aan het Israëlische bedrijf Egged. Egged verzorgt ook het busvervoer voor Joodse kolonisten in nederzettingen op in 1967 bezet gebied. Actievoerders spraken hun afkeuring uit over het contract.
Veel acties, in het binnen- en buitenland, zijn gericht tegen de Franse multinationaal Veolia, die betrokken is bij de bouw van een lightrail verbinding die West-Jeruzalem zal verbinden met nederzettingen in Oost-Jeruzalem, bij busdiensten voor Joodse kolonisten, en bij vuilstort in de Jordaan Vallei. Sinds 2009 is Veolia een aantal grote contracten in Stockholm, Bordeaux, Lille, Londen, Melbourne en Edinburgh misgelopen door BDS-campagnes. In Nederland verkocht de ASN Bank in 2006 haar aandelen in Veolia.
Het grote Nederlandse vervoerbedrijf Connexion is eigendom van Veolia. Hermes, een dochteronderming van Connexion, verzorgt het openbaar vervoer in de regio Arnhem-Nijmegen. Activiste Adri Nieuwhof leidde protesten tegen het verlenen aan Hermes van de concessie voor 2013 tot en met 2022. Volgens De Gelderlander kreeg stadsregiovoorzitter Modder veel vragen over de zaak.
Pinkwashing
In veel landen nemen HLBT-activisten deel aan BDS-acties en bieden zij weerstand aan pinkwashing campagnes. Het HLBT-vriendelijke imago van Israël is grotendeels schijn. Zoals de Israëlische homoactivist Aeyal Gross in de NRC opmerkte: ‘Homo’s kunnen niet trouwen. De adoptiewetgeving discrimineert. Transseksuelen worden pas erkend als ze een volledige geslachtsverandering ondergaan. En na de moord op twee homoseksuele jongeren in Tel Aviv in 2005 wees een peiling uit dat de helft van de Israëlische bevolking homoseksualiteit een perversie vindt.’ En zoals Haneen Maikey van de Palestijnse HLBT-organisatie Al-Qaws zei, ‘Het kan mij niet schelen of een Israëlische soldaat homo is of niet. Hij moet van ons afblijven.’
Radicale Nederlandse queers beginnen in actie te komen tegen de propaganda over het zogenaamd homovriendelijke Israël. In maart 2011 drong QueerNL er bij het Amsterdamse Ketelhuis op aan om hun ‘prachtige ruimte niet te verlenen aan een festival (Filmisrael) dat geld aanneemt van een neokoloniale en gewelddadige regering.’ In juni 2011 leidde Maikey een workshop over onder andere pinkwashing op het queerfestival ‘Queeristan’ in Amsterdam. Amsterdamse queers steunden ook de oproep om de ‘World LGBTQ Youth Leaders’ Summit’ in Tel Aviv te boycotten.
Opstap
Sommige campagnes hebben een specifieke focus – zoals de Muur, de nederzettingen of de bezettingsmacht, andere pogen meer algemeen steun voor BDS te verwerven. Tientallen Palestijnse bonden en andere maatschappelijke organisaties riepen in 2005 op tot een algemene boycot van Israëlische producten, bedrijven en officiële contacten, tot drie eisen zijn ingewilligd: terugtrekking uit de in 1967 bezette gebieden, gelijkheid voor Palestijnse staatsburgers van Israël, en het recht op terugkeer voor Palestijnse vluchtelingen. Groepen als het Nederlands Palestina Komitee en QueerNL sloten zich aan bij dit BDS-appel.
De meeste campagnes gaan nog niet zo ver. In de basis van de Nederlandse vakbeweging, NGOs of parlementaire partijen is er voor zulke verstrekkende eisen nog onvoldoende draagvlak.
Toch leiden de verschillen nauwelijks tot tweespalt. ‘BDS-partners in afzonderlijke contexten weten het beste waarop zij zich moeten richten en hoe zij dat het beste kunnen doen’, zegt Omar Barghouti; ‘Wij respecteren de wijsheid en de creativiteit van onze partners.’
Barghouti wijst er wel op dat het in de praktijk moeilijk is onderscheid te maken tussen producten uit de nederzettingen en uit gebieden van binnen de grenzen van vóór 1967. Hij ziet meer beperkte acties het liefst ‘als opstap naar een volledige boycot’. Een zaak van voortschrijdend inzicht dus.
Dank aan Soemoed, het blad van het Nederlands Palestina Komitee (www.palestina-komitee.nl/soemoed), aan de blog van de Werkgroep Palestina Abvakabo (www. palestinawerkgroep-abvakabo.blogspot.com/) en aan andere aan hen verbonden sites voor feiten en citaten in dit artikel.
Bekijk het ook eens vanuit een andere hoek.
Reactie toevoegen