De crisis van het linkse elan

De val van Paars markeert de omslag van de politieke conjunctuur. Het paarse kabinet trad zeven jaar te laat af. De weduwen van de zevenduizend in de steek gelaten, vermoorde moslimmannen van Srebenica moesten al die jaren aanzien dat de Nederlandse politieke elite weigerde verantwoording af te leggen. Nu is dat uiteindelijk gebeurd. Maar de manier waarop is typerend voor de Nederlandse politiek van de afgelopen jaren: men schudt elkaar de hand en prijst Kok voor zijn ‘moedige’ stap.

Pfff . . . aars
Paars beloofde veel, maar maakte weinig waar. De start van Paars, en vooral het doorbreken van zestig jaar dominantie van de christendemocratie, werd acht jaar geleden enthousiast begroet door commentatoren van links tot liberaal rechts. Eindelijk zou worden afgerekend met de reactionaire ethiek van Van Agt en met het regenteske bestuur van Ruud Lubbers. Democratisering, dualisme – dat waren de nieuwe sleutelwoorden. Acht jaar later staat Paars model voor het nieuwe regentendom.
Paars past in het Europese politieke klimaat van de jaren negentig. Na de val van de muur werden de ideologische veren afgeschud, werd massaal het politieke midden opgezocht en werd het vrije, neoliberale kapitalisme tot het eeuwigdurende, natuurlijke maatschappelijke systeem verklaard. In Europa wierpen de sociaal-democraten, ideologisch aangevoerd door het nieuwe Labour van Tony Blair, zich met succes op als de toonaangevende uitvoerders van het neoliberale project. Het poldermodel van Paars en Wim Kok als verpersoonlijking daarvan, konden rekenen op bewondering in heel Europa en zelfs aan de andere kant van de oceaan. Na het ongegeneerde en ‘harde’ rechtse beleid van Thatcher, Reagan en Lubbers moest het neoliberalisme een sociaal gezicht krijgen.

Verrechtsing
De sociaal-democratie betaalt nu de prijs voor de move naar rechts. Ze verloor het contact met een groot deel van de traditionele achterban. De neoliberale recepten blijken bovendien minder duurzaam en effectief dan voorgespiegeld. Heel Europa laat het beeld zien van een afgeslankte en gedereguleerde openbare sector. De malaise in het onderwijs, de gezondheidszorg, het openbaar vervoer én de gegroeide kloof tussen arm en rijk staan in schril contrast met de beloftes van de nieuwe sociaal-democraten die het succes van de economische liberalisering wilden combineren met een insluitend sociaal beleid. Rechtse en extreem-rechtse populisten profiteren daar nu gretig van.
Ook in Nederland dreigt de balans naar rechts door te slaan. En ook bij ons heeft dat veel te maken met de rechtse koers van de PvdA. Zij hebben arrogant en onoplettend geregeerd. Er waren geen ideeën, geen grote tegenstellingen, een gebrek aan creativiteit. De belangrijkste maatschappelijke vragen bleven liggen.
De kabinetten Kok voerden een rechts beleid. In de verkiezingscampagne klaagt de VVD steen en been dat belangrijke zaken niet opgelost konden worden omdat de ‘linkse’ PvdA dat blokkeerde. Maar het tegendeel is waar. In Vrij Nederland stelde PvdA staatssecretaris Kalsbeek (vreemdelingenbeleid) onlangs dat het beleid dat VVDer Henk Kamp wil al jaren wordt uitgevoerd. Met andere woorden, wat zeurt hij nou? De consequentie? Al acht jaar is de PvdA de grootste partij in dit land en in die tijd is Nederland het land met het strengste vluchtelingenbeleid in Europa geworden (samen met Denemarken). De mensonterende gevolgen ervan zien we in het Haagse stadhuis, waar wanhopige zogenoemde illegalen een poging doen Nederland op zijn in de grondwet vastgelegde plichten te wijzen: ‘Een ieder die zich in Nederland bevindt wordt op gelijke wijze behandeld.’

Kloof
Onder Kok groeide de kloof tussen arm en rijk, tussen mensen met en mensen zonder ‘succes’ – en die kloof groeide harder dan in de jaren daarvoor. Wat Lubbers begon – een sanering van de verzorgingsstaat, harde aanvallen op mensen die het niet zelf redden – werd door Paars voortgezet. Paars maakte de neoliberale polder af - een samenleving waarin zo veel mogelijk mensen op een of andere manier aan het werk zijn en waarin de openbare sector tot het minimum is teruggedrongen. De samenleving die is ontstaan valt van ellende langzaam uit elkaar, solidariteit en respect voor menselijke waardigheid zijn ver te zoeken. Zowel geografisch als cultureel tekent zich een steeds scherpere afbakening af van de kloof tussen arm en rijk. De moderne ‘onderklasse’ concentreert zich steeds meer in bepaalde wijken in de steden. De onvrede met die situatie vertaalt zich cultureel. De angst dat de cultuur en werkelijkheid in ‘achterstandsbuurten’ zich verspreidt tot andere delen van de stad en het land leidt tot defensieve, deels racistische reflexen. Zie daar de voedingsbodem voor allerlei law and order-retoriek en populisme, voor Fortuyn en de rechtse sociaal-democraten van Leefbaar Nederland.

Naar links?
Een verharding en polarisatie naar rechts dient zich aan – de blame the victim- ideologie wordt steeds vaker ook door de traditionele partijen uit de kast getrokken. Toch biedt de kritiek op en onvrede met de heersende politiek in het algemeen en Paars in het bijzonder ook mogelijkheden voor links. De vraag is vooral: is links in staat om die kansen te benutten?
Het doorschuiven van de PvdA naar rechts leidde de afgelopen jaren tot een herschikking van links in Nederland. De doorbraak van de SP is daarvan het meest duidelijke voorbeeld. De SP benutte een deel van de ruimte die de PvdA (en de oude CPN) achterliet, vooral in de traditionelere arbeiderswijken. Niemand kan de SP natuurlijk verwijten dat ze in dat gat sprong. Maar de SP doet dat vanuit een verleden en traditie waarin ze zich heeft geïsoleerd van de rest van radicaal links, onder andere door haar populistische visie op migranten. Terwijl de partij opener is geworden, overheerst nog steeds een bepaald wantrouwen. Hoe staat het met de interne democratie in de partij? Hoe staat het met de verwerking van feministische verworvenheden? Verwart de SP de opbouw van een brede, radicaal linkse oppositie niet met de eigen opbouw? En leidt de ontwikkeling van de SP met het nieuwe beginselprogramma ‘heel de mens’ niet naar een te grote aanpassing aan de marges van de bestaande economie?
De SP kan een van de stromingen zijn bij de opbouw van een links alternatief in de komende jaren. Daarvoor zal het besef moeten groeien dat zo’n alternatief, om werkelijk succes te hebben, breder zal moeten zijn dan de SP zelf. De partij moet een brug slaan naar andere linkse stromingen en sociale bewegingen.
De band van GroenLinks met het bredere linkse milieu en met sociale bewegingen als de milieubeweging, vredesbeweging en vrouwenbeweging was (en is deels nog) veel organischer. Maar ook jegens GroenLinks bestaat het nodige wantrouwen, ondanks het feit dat het kader van GroenLinks veelal dezelfde achtergrond en ontwikkeling als veel activisten heeft. De koers van GroenLinks in de afgelopen jaren heeft het wantrouwen versterkt. In de colleges van steden als Rotterdam, Nijmegen en Amsterdam kon GroenLinks zich maar mondjesmaat onderscheiden van de politieke mainstream. Door de oorlog in Afghanistan te steunen en door te lonken naar regeringsdeelname wordt het beeld van een partij die een geaccepteerde plek binnen de gevestigde politiek nastreeft, versterkt. Terwijl juist nu een duidelijke, strijdbare en radicalere politiek mogelijk en nodig is. GroenLinks zou zich meer moeten spiegelen aan radicale krachten en niet aan bijvoorbeeld de Duitse Groenen, die met hun rol in de regering Schroeder eerder een sta in de weg dan een stimulans voor een links alternatief zijn.

Internationalisme
Wat bij beide clubs opvallend afwezig is, is een internationalistische, op het globaliseren van progressieve politiek gerichte visie. Waar in veel landen groepen en partijen links van de sociaal-democratie zich gretig op de globalisering storten en het verzet helpen organiseren, is dit in Nederland voorbehouden aan anarchisten en radicaal linkse activisten. GroenLinks en SP lijken te weinig geïnteresseerd in het helpen opbouwen van een actieve, linkse anders-globaliseringsbeweging. Dat is een grote zwakte en kan niet alleen geweten worden aan het feit dat de andersglobaliseringsbeweging in Nederland nog klein is. Zowel de culturele als de politieke sfeer krijgt in toenemende mate op grensoverschrijdende wijze vorm, de economie kan onmogelijk gezien worden als een binnenlandse kwestie. Beide partijen doen te weinig met dit gegeven en richten zich te veel op hervormingen binnen de natiestaat. De toekomst van links is echter een internationalistische – en dat is ook het beste antwoord op de nationalistische dreiging van rechts.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop